UITGEVOERD BERMBEHEER
3.2 DEELVRAAG 2:INVENTARISATIEFAUNAENFLORA
3.2.3 Fauna:wildebijen
3.2.3.1 Algemenebevindingen
Intotaalwerdenin2020overallebermenheen89bijensoortenwaargenomen(Bijlage§5.3),opzicheen
groot aantal. Dit ligt deels aan de grote variatie aan abiotische factoren, zoals bodemsamenstelling,
oriëntatieenmicroklimaat,dieinmindereenmeerderematevanbelangzijnvoorbijen.Geenenkeleberm
was immers identiek aan een andere en elke berm had unieke planten of nestlocaties die interessant
waren voor bijen. Zo werden Texelse zandbij en Kleine roetbij bijvoorbeeld enkel waargenomen in
Kraainem (Z1), waar voldoende gele composieten groeien of werd er in Machelen een zeer grote
nestplaatsvandwergzandbijenenbijhorendeparasitairesoortenaangetroffen(M4).Bovendienwarende
meestebermenvoldoendestructuurrijkwatzeerbelangrijkisvoorwildebijen.Tochdenkenwedaternog
heel wat meer soorten in de bermen gevonden kunnen worden. Eind mei waren de meeste bermen
immersgemaaid,netwanneerKnoopkruidinbloeizoukomen.In3.3.2.2vergelijkenwehetaantalende
soortendiewaargenomenwerdenlangsdeR0met‘vergelijkbaregebieden’zoalsBrusselsAirportende
bermenvandeE314.
Van de waargenomen soorten is 1 soort ‘Bedreigd’, namelijk Roodbruine groefbij (Lasioglossum
xanthopus),en8soortenstaanop‘Gevoelig’opdeBelgischeRodeLijst(Drossartetal.,2019).Dezesoorten
zijn Texelse zandbij (Andrena fulvago), Geelstaartklaverzandbij (A. wilkella), Tuinhommel (Bombus
hortorum), Veldhommel (B. lucorum), Grote koekoekshommel (B. vestalis), Bruine rouwbij (Melecta
albifrons),Gewonesmaragdgroefbij(L.leucopus)enGoudenslakkenhuisbij(Osmiaaurulenta).
Tabel12:AantalsoortenperRodelijstcategoriediewaargenomenzijnindegeselecteerdebermenvandeR0.DeRodeͲ LijstcategorieënzijngebaseerdopdeBelgischeRodeLijstvoorwildebijen(Drossartetal.,2019).
RodeͲlijstcategorieën Aantalsoorten
Nietbedreigd(LC) 76
Gevoelig(NT) 8
Kwetsbaar(VU) 0
Bedreigd(EN) 1
Ernstigbedreigd(CR) 0
Onvoldoendedata(DD) 4
Steenhommel is met voorsprong de vaakst aangetroffen soort op de bezochte bermen. Deze hommel
heefteenergkortetongenvliegtdanookbijvoorkeuropbloemenmeteenkortebloembuis.
Verschillendevandewaargenomensoortenzijntypischesoortenvoorbloemrijkeglanshaverhooilanden
(Jacobs & Raemakers, 2016). Zo werden Goudpootzandbij (Andrena chrysosceles), Texelse zandbij (A.
fulvago),Weidebij(A.gravida),Viltvlekzandbij(A.nitida),Roodbruinegroefbij(Lasioglossumxanthopus),
Breedkaakgroefbij (L. laticeps), Breedbuikgroefbij (L. lativentre), Kleigroefbij (L. pauxillum),
Breedbandgroefbij (Halictus scabiosae) en Zwartbronzen houtmetselbij (Osmia niveata) allemaal in
minstens1vandeonderzochtebermenwaargenomen.
Watbetreftdeverdelingvanhetaantalsoortenperfamilie(Tabel13)merkenweopdaterslechts1soort
Melittidae waargenomen is. Hoewel dit de kleinste familie is moeten we toch opmerken dat er geen
slobkousbijenendikpootbijenwaargenomenzijn.VooralKlaverdikpootiseengroteafwezige.
Tabel13:Aantalwaargenomensoortenperfamilie.Ditiseenvrijlogischeverdeling,demeesteteverwachtensoorten
werdenindeonderzochtegebiedengevonden.
Familie #
Andrenidae 19
Apidae 27
Colletidae 7
Halictidae 23
Megachilidae 13
Melittidae 1
3.2.3.2 Nestgedrag
DeecologievandeaangetroffensoortenwordtbeknoptweergegeveninBijlage§5.4.Vande89soorten
nestelener59striktondergrondsen15striktbovengronds.Deoverige15soortenuitdezestudiekunnen
zowelbovenͲalsondergrondseennestmaken.Dezeaantallenomvattenzoweldesoortendiezelfaan
broedzorg doen als hun parasitaire bijensoorten. De verdeling die we hier opmerken is te verwachten
gezienongeveer80%vandebijensoortenhunnestjesondergrondsmaken(Peetersetal.,2012).
Ondergrondsnestelendebijenwordensomsingroteaggregatieswaargenomen.Zekerbijgrotesoorten
vallendezeaggregatiessomserghardop.InéénvandelocatiesinMachelen(M4)wasdebodemerg
schraal en lag de helling bovendien in de volle zon, de ideale combinatie voor grondnestelende bijen
(3.2.3.6.4).Erwerdenopdielocatiegroteaantallendwergzandbijen(Gewonedwergzandbij–Andrena
minutula en Witkopdwergzandbij – A. subopaca) en hun parasiet (Gewone kleine wespbij – Nomada
flavoguttata)waargenomen.
Eendeelvandebovengrondsnestelendebijenmaaktgebruikvanholleenmerghoudendestengels,terwijl
anderesoortengangenindoodhoutverkiezen.Dezesoortenwerdenopvallendmeerwaargenomenin
bermenwaarstruweelenplantenmetholleofmerghoudendestengelszoalsbraamaanwezigwaren.K1Ͳ 2 in Kraainem, M5 in Machelen en WO1Ͳ2 in Zaventem waren de meest interessante bermen voor
bovengrondsnestelendesoorten.
3.2.3.3 Voedingswijze
73soortenhebbentotopzekerehoogteeenpolylectischelevenswijze(Bijlage§5.4)(Peetersetal.,2012).
16soortenzijnoligolectischendus gespecialiseerdopéén plantenfamilieofͲgenus(Figuur14).Hetis
belangrijk om bij het interpreteren van deze cijfers rekening te houden met het feit dat veel soorten
gecategoriseerd zijn als polylectisch, maar ze in de praktijk toch een voorkeur voor een bepaalde
plantenfamilie of soort (kunnen) vertonen. Andrena nigrospina bijvoorbeeld verzamelt stuifmeel op
meerdere families, maar wordt vooral op kruisbloemigen aangetroffen. Gouden slakkenhuisbij (Osmia
aurulenta) heeft dan weer een lichte voorkeur voor vlinderbloemigen. Parasitaire bijensoorten
daarentegenverzamelengeenstuifmeelenzijnuitgesprokenpolylectisch.
Bijdeoligolectischesoortenzijnerverschillendegespecialiseerdincomposieten(8soorten)(Figuur14).
7daarvanhebbeneenvoorkeurvoorgelecomposieten:Texelsezandbij(Andrenafulvago),KleineenGrote
roetbij (Panurgus calcaratus & P. banksianus), Zuidelijke zijdebij (Colletes similis), Wormkruidbij (C.
daviesanus), Tronkenbij (Heriades truncorum) en Pluimvoetbij (Dasypoda hirtipes). De laatste,
Zwartbronzen houtmetselbij (Osmia niveata), heeft een voorkeur voor andere composieten zoals
Knoopkruid en distels. Daarnaast werden er ook 3 soorten waargenomen met een voorkeur voor
vlinderbloemigen: Geelstaartklaverzandbij (A. wilkella), Driedoornige metselbij (Hoplitis tridentata) en
Lathyrusbij(Megachileericetorum).Deandereoligolectischesoorteninhetgebiedzijngespecialiseerdop
wilgen (Grijze zandbij – A. vaga en Roodbuikje – A. ventralis), klokjes (Grote en Kleine klokjesbij –
Chelostomacampanularum&C.rapunculi)enboterbloemen(Ranonkelbij–C.florisomne).
HetzouechterkunnendatweeendeelvandesoortendielevenindebermenvandeR0gemisthebben
omdatdemeestebermengemaaidwerdeneindmei,vlakvoordebloeivanKnoopkruid.Deplantisnog
steedsinbloeigekomen,maarveellaterwaardoorsoortendieervanafhankelijkzijnhunvoedselelders
hebben moeten zoeken. Bijensoorten als Zwartbronzen en Kauwende houtmetselbij zijn immers
grotendeelsvanKnoopkruidafhankelijk.Deeerstesoortwerdslechtsin1bermwaargenomen,deandere
soort niet. Daarnaast werden slechts enkele soorten waargenomen die hun voedsel verzamelen op
vlinderbloemigen. Dit waren alle 3 soorten die niet of in beperkte mate afhankelijk zijn van wikkeͲ en
klaversoorten. Soorten als Gewone langhoornbij (Eucera longicornis), Wikkebij (Andrena lathyri),
Klaverdikpoot (Melitta leporina) en Donkere klaverzandbij (A. labialis) die dat wel zijn, werden niet
gevonden (3.3.2.2: Vergelijking met gelijkaardige projecten). Hoewel we hier geen sluitende verklaring
voorhebbendenkenwedatdeheteendrogezomervan2020ervoorkangezorgdhebbendatplantenals
Rodeklaverampertotbloeizijnkunnenkomenendedaarvanafhankelijkesoortenbijgevolgdeldersop
zoekzijngegaannaardejuisteplanten.
Figuur14:Overzichtvandematevanspecialisatievoordewaargenomenbijensoortenindebezochtebermen.16
soortenzijnoligolectischenzijndusgespecialiseerdin1plantenfamilieofgenus.Deoverige73soortenzijnminder
selectiefenkunnenopverschillendeplantenfamiliesaangetroffenworden.
Boterbloemen (1) Klokjes (2) Wilgen (2)
Vlinderbloemen (3)
(Gele)composieten (8)
Geenvoorkeur (73)
3.2.3.4 Socialiteit
Parasitaire soorten vormen in bijengemeenschappen vaak een groot en onmisbaar deel van de
soortendiversiteit, zo zijn er langs de R0 nu 23 zogenaamde koekoeksbijen bekend (Bijlage § 5.3).
Ongeveer1op4vandewaargenomensoortenisduseenparasitairesoort!Gezienkoekoeksbijenalleen
voorkomenopplaatsenwaarereenvoldoendegrootaantalgastherenaanwezigzijn,kunnenwestellen
datereengoeduitgebouwdebijengemeenschapaanwezigisindebezochtebermen.
18 soorten zijn in minder of meerdere mate sociaal, in dit gebied zijn dit voornamelijk hommels,
Honingbijenengroefbijen.Deanderesoortennestelensolitairofcommunaalingrotenestaggregaties.