• No results found

Algemenebevindingen

In document Evaluatie bermbeheer Ring Brussel (pagina 67-70)

UITGEVOERD BERMBEHEER

3.2 DEELVRAAG 2:INVENTARISATIEFAUNAENFLORA

3.2.3 Fauna:wildebijen

3.2.3.1 Algemenebevindingen

Intotaalwerdenin2020overallebermenheen89bijensoortenwaargenomen(Bijlage§5.3),opzicheen

groot aantal. Dit ligt deels aan de grote variatie aan abiotische factoren, zoals bodemsamenstelling,

oriëntatieenmicroklimaat,dieinmindereenmeerderematevanbelangzijnvoorbijen.Geenenkeleberm

was immers identiek aan een andere en elke berm had unieke planten of nestlocaties die interessant

waren voor bijen. Zo werden Texelse zandbij en Kleine roetbij bijvoorbeeld enkel waargenomen in

Kraainem (Z1), waar voldoende gele composieten groeien of werd er in Machelen een zeer grote

nestplaatsvandwergzandbijenenbijhorendeparasitairesoortenaangetroffen(M4).Bovendienwarende

meestebermenvoldoendestructuurrijkwatzeerbelangrijkisvoorwildebijen.Tochdenkenwedaternog

heel wat meer soorten in de bermen gevonden kunnen worden. Eind mei waren de meeste bermen

immersgemaaid,netwanneerKnoopkruidinbloeizoukomen.In3.3.2.2vergelijkenwehetaantalende

soortendiewaargenomenwerdenlangsdeR0met‘vergelijkbaregebieden’zoalsBrusselsAirportende

bermenvandeE314.

Van de waargenomen soorten is 1 soort ‘Bedreigd’, namelijk Roodbruine groefbij (Lasioglossum

xanthopus),en8soortenstaanop‘Gevoelig’opdeBelgischeRodeLijst(Drossartetal.,2019).Dezesoorten

zijn Texelse zandbij (Andrena fulvago), Geelstaartklaverzandbij (A. wilkella), Tuinhommel (Bombus

hortorum), Veldhommel (B. lucorum), Grote koekoekshommel (B. vestalis), Bruine rouwbij (Melecta

albifrons),Gewonesmaragdgroefbij(L.leucopus)enGoudenslakkenhuisbij(Osmiaaurulenta).



Tabel12:AantalsoortenperRodelijstcategoriediewaargenomenzijnindegeselecteerdebermenvandeR0.DeRodeͲ LijstcategorieënzijngebaseerdopdeBelgischeRodeLijstvoorwildebijen(Drossartetal.,2019).

RodeͲlijstcategorieën Aantalsoorten

Nietbedreigd(LC) 76

Gevoelig(NT) 8

Kwetsbaar(VU) 0

Bedreigd(EN) 1

Ernstigbedreigd(CR) 0

Onvoldoendedata(DD) 4



Steenhommel is met voorsprong de vaakst aangetroffen soort op de bezochte bermen. Deze hommel

heefteenergkortetongenvliegtdanookbijvoorkeuropbloemenmeteenkortebloembuis.

Verschillendevandewaargenomensoortenzijntypischesoortenvoorbloemrijkeglanshaverhooilanden

(Jacobs & Raemakers, 2016). Zo werden Goudpootzandbij (Andrena chrysosceles), Texelse zandbij (A.

fulvago),Weidebij(A.gravida),Viltvlekzandbij(A.nitida),Roodbruinegroefbij(Lasioglossumxanthopus),

Breedkaakgroefbij (L. laticeps), Breedbuikgroefbij (L. lativentre), Kleigroefbij (L. pauxillum),

Breedbandgroefbij (Halictus scabiosae) en Zwartbronzen houtmetselbij (Osmia niveata) allemaal in

minstens1vandeonderzochtebermenwaargenomen.

Watbetreftdeverdelingvanhetaantalsoortenperfamilie(Tabel13)merkenweopdaterslechts1soort

Melittidae waargenomen is. Hoewel dit de kleinste familie is moeten we toch opmerken dat er geen

slobkousbijenendikpootbijenwaargenomenzijn.VooralKlaverdikpootiseengroteafwezige.

 

Tabel13:Aantalwaargenomensoortenperfamilie.Ditiseenvrijlogischeverdeling,demeesteteverwachtensoorten

werdenindeonderzochtegebiedengevonden.

Familie #

Andrenidae 19

Apidae 27

Colletidae 7

Halictidae 23

Megachilidae 13

Melittidae 1



3.2.3.2 Nestgedrag

DeecologievandeaangetroffensoortenwordtbeknoptweergegeveninBijlage§5.4.Vande89soorten

nestelener59striktondergrondsen15striktbovengronds.Deoverige15soortenuitdezestudiekunnen

zowelbovenͲalsondergrondseennestmaken.Dezeaantallenomvattenzoweldesoortendiezelfaan

broedzorg doen als hun parasitaire bijensoorten. De verdeling die we hier opmerken is te verwachten

gezienongeveer80%vandebijensoortenhunnestjesondergrondsmaken(Peetersetal.,2012).

Ondergrondsnestelendebijenwordensomsingroteaggregatieswaargenomen.Zekerbijgrotesoorten

vallendezeaggregatiessomserghardop.InéénvandelocatiesinMachelen(M4)wasdebodemerg

schraal en lag de helling bovendien in de volle zon, de ideale combinatie voor grondnestelende bijen

(3.2.3.6.4).Erwerdenopdielocatiegroteaantallendwergzandbijen(Gewonedwergzandbij–Andrena

minutula en Witkopdwergzandbij – A. subopaca) en hun parasiet (Gewone kleine wespbij – Nomada

flavoguttata)waargenomen.

Eendeelvandebovengrondsnestelendebijenmaaktgebruikvanholleenmerghoudendestengels,terwijl

anderesoortengangenindoodhoutverkiezen.Dezesoortenwerdenopvallendmeerwaargenomenin

bermenwaarstruweelenplantenmetholleofmerghoudendestengelszoalsbraamaanwezigwaren.K1Ͳ 2 in Kraainem, M5 in Machelen en WO1Ͳ2 in Zaventem waren de meest interessante bermen voor

bovengrondsnestelendesoorten.



3.2.3.3 Voedingswijze

73soortenhebbentotopzekerehoogteeenpolylectischelevenswijze(Bijlage§5.4)(Peetersetal.,2012).

16soortenzijnoligolectischendus gespecialiseerdopéén plantenfamilieofͲgenus(Figuur14).Hetis

belangrijk om bij het interpreteren van deze cijfers rekening te houden met het feit dat veel soorten

gecategoriseerd zijn als polylectisch, maar ze in de praktijk toch een voorkeur voor een bepaalde

plantenfamilie of soort (kunnen) vertonen. Andrena nigrospina bijvoorbeeld verzamelt stuifmeel op

meerdere families, maar wordt vooral op kruisbloemigen aangetroffen. Gouden slakkenhuisbij (Osmia

aurulenta) heeft dan weer een lichte voorkeur voor vlinderbloemigen. Parasitaire bijensoorten

daarentegenverzamelengeenstuifmeelenzijnuitgesprokenpolylectisch.



Bijdeoligolectischesoortenzijnerverschillendegespecialiseerdincomposieten(8soorten)(Figuur14).

7daarvanhebbeneenvoorkeurvoorgelecomposieten:Texelsezandbij(Andrenafulvago),KleineenGrote

roetbij (Panurgus calcaratus & P. banksianus), Zuidelijke zijdebij (Colletes similis), Wormkruidbij (C.

daviesanus), Tronkenbij (Heriades truncorum) en Pluimvoetbij (Dasypoda hirtipes). De laatste,

Zwartbronzen houtmetselbij (Osmia niveata), heeft een voorkeur voor andere composieten zoals

Knoopkruid en distels. Daarnaast werden er ook 3 soorten waargenomen met een voorkeur voor

vlinderbloemigen: Geelstaartklaverzandbij (A. wilkella), Driedoornige metselbij (Hoplitis tridentata) en

Lathyrusbij(Megachileericetorum).Deandereoligolectischesoorteninhetgebiedzijngespecialiseerdop

wilgen (Grijze zandbij – A. vaga en Roodbuikje – A. ventralis), klokjes (Grote en Kleine klokjesbij –

Chelostomacampanularum&C.rapunculi)enboterbloemen(Ranonkelbij–C.florisomne).



HetzouechterkunnendatweeendeelvandesoortendielevenindebermenvandeR0gemisthebben

omdatdemeestebermengemaaidwerdeneindmei,vlakvoordebloeivanKnoopkruid.Deplantisnog

steedsinbloeigekomen,maarveellaterwaardoorsoortendieervanafhankelijkzijnhunvoedselelders

hebben moeten zoeken. Bijensoorten als Zwartbronzen en Kauwende houtmetselbij zijn immers

grotendeelsvanKnoopkruidafhankelijk.Deeerstesoortwerdslechtsin1bermwaargenomen,deandere

soort niet. Daarnaast werden slechts enkele soorten waargenomen die hun voedsel verzamelen op

vlinderbloemigen. Dit waren alle 3 soorten die niet of in beperkte mate afhankelijk zijn van wikkeͲ en

klaversoorten. Soorten als Gewone langhoornbij (Eucera longicornis), Wikkebij (Andrena lathyri),

Klaverdikpoot (Melitta leporina) en Donkere klaverzandbij (A. labialis) die dat wel zijn, werden niet

gevonden (3.3.2.2: Vergelijking met gelijkaardige projecten). Hoewel we hier geen sluitende verklaring

voorhebbendenkenwedatdeheteendrogezomervan2020ervoorkangezorgdhebbendatplantenals

Rodeklaverampertotbloeizijnkunnenkomenendedaarvanafhankelijkesoortenbijgevolgdeldersop

zoekzijngegaannaardejuisteplanten.



 Figuur14:Overzichtvandematevanspecialisatievoordewaargenomenbijensoortenindebezochtebermen.16

soortenzijnoligolectischenzijndusgespecialiseerdin1plantenfamilieofgenus.Deoverige73soortenzijnminder

selectiefenkunnenopverschillendeplantenfamiliesaangetroffenworden.

 

Boterbloemen (1) Klokjes (2) Wilgen (2)

Vlinderbloemen (3)

(Gele)composieten (8)

Geenvoorkeur (73)

3.2.3.4 Socialiteit

Parasitaire soorten vormen in bijengemeenschappen vaak een groot en onmisbaar deel van de

soortendiversiteit, zo zijn er langs de R0 nu 23 zogenaamde koekoeksbijen bekend (Bijlage § 5.3).

Ongeveer1op4vandewaargenomensoortenisduseenparasitairesoort!Gezienkoekoeksbijenalleen

voorkomenopplaatsenwaarereenvoldoendegrootaantalgastherenaanwezigzijn,kunnenwestellen

datereengoeduitgebouwdebijengemeenschapaanwezigisindebezochtebermen.

18 soorten zijn in minder of meerdere mate sociaal, in dit gebied zijn dit voornamelijk hommels,

Honingbijenengroefbijen.Deanderesoortennestelensolitairofcommunaalingrotenestaggregaties.



In document Evaluatie bermbeheer Ring Brussel (pagina 67-70)