UITGEVOERD BERMBEHEER
3.2 DEELVRAAG 2:INVENTARISATIEFAUNAENFLORA
3.3.3 Fauna:spinnen
3.3.3.1 Globale vergelijking
HetbodemvalͲonderzoekvanDesenderetal.(2004)leverdemeerspinnenop(11.919ex.)danhet
huidigevan2020,maarmindersoorten(83,dus12soortenminder).Nogbelangrijker:heteerdere
onderzoekleverdeforsminderRodeLijstsoortenop,metname14,meerbepaald7‘bedreigde’
soorten,6‘kwetsbare’en1‘zeldzame’.
Despinnenfaunaiseropdie16jaarkwalitatiefopvooruitgegaan:opeenlageraantalgevangen
exemplarenin2020zijnerméérspinnensoortenenveelmeerRodeLijstsoortengevonden.
Hetfeitdaterin2004opeenkorteretijdspanne(éénmaandvangstenin2004versus3maanden
in2020)méérspinnenzijngevangen,suggereertdatdesituatietoennogvoedselrijkerwas,met
meerbiomassa,endusdatdevegetatiestoennogdenserenforserwaren,enhierdooreenaantal
cultuurvolgerseneurytopesoortenzeerabundantwaren.
Tabel30:Vergelijkingvandespinnenfaunavandebodemvalonderzoekenvan2004en2020
Spinnen Onderzoek2004 Onderzoek2020
Aantalexemplaren 11.919 10.071
Aantalsoorten 83 95
AantalRodeLijstsoorten 14 25
Aantal‘metuitstervenbedreigd’ 0 1
Aantal‘bedreigd’ 7 7
Aantal‘kwetsbaar’ 6 12
Aantal‘zeldzaam’ 1 5
3.3.3.2 Vergelijking2004Ͳ2020opbasisvandedominantesoorten
Locatiesg1(2004)enm1(2020)werdenweggelatenuitdePCAaangezienhetoutliersbetreftmet
eensterkvandeanderelocatiesafwijkendesoortensamenstelling.
Figuur47:.EerstetweeassenvaneenPrincipalComponentAnalyse(PCA)vandespinnengemeenschappeninbeide
jarenlangsdeBrusselseRingincl.destalen.Ookhetpercentageverklaardevariatievanbeideassenisweergegeven.
Hoeweldemeestgeteldesoorten,endanmetnameGewonewolfspin(P.pullata),Kleinedikkaak
(P.degeeri),Gewonekrabspin(X.cristatus),Gewonepanterspin(A.pulverulenta),Kochskrabspin
(X.kochi)enMoeraswolfspin(P.palustris)inbeidejarengrotendeelsdezelfdezijn,zijnertochgrote
verschuivingenindegemeenschappen(inhetvoorjaar)tussen2004en2020.
Delocatiesvandeverschillendejarenzijnzogoedalsvollediggescheidenoverdeeerstetwee
assen van een PCA van de spinnengemeenschappen (MannͲWhitney U test, p=0,000013 en
p=0,00060respectievelijk)(Figuur47).
Vooral de gemeenschappen op de drogere locaties zijn sterk gewijzigd, met de 2020 locaties
afgescheidenopdeeersteasvandePCAende2004locatiesopdetweedeas.
Erg opvallend zijn onder andere Dikpootpanterspin (A. cuneata), Noordelijke veldwolfspin (P.
tenuipes), Bodemkaardertje (A. subnigra), Drielobbige Amerikaanse dwergspin (Mermessus
trilobatus)enHeidesteatoda(Asagenaphalerata)diehelemaalnietaangetroffenwerdenin2004,
maar in voorjaar 2020 bij de 20 meest getelde soorten horen, maar evengoed de in 2020 sterk
toegenomen Kleine kampoot (D. pusillus) en Bodemwevertje (T. tenuis). Ook Kochs krabspin is
toegenomenin2020tov.2004,ditittGewonekrabspin(X.cristatus),dieafnam(zieFiguur48).
Soortendiein2004eengroteraandeelhaddenindespinnengemeenschappenzijnonderandere
Gewonekrabspin(X.cristatus),Kortkaakzakspin(C.neglecta),Krulpalpje(T.vagans),Oeverwolfspin
(P.prativaga)enStekelrugje(C.prominens).Deverschillentussen2004en2020vandevochtiger
locaties zijn minder uitgesproken. Voornoemde soorten zijn afgenomen terwijl vooral
Moeraswolfspin(P.palustris)toegenomenlijktin2020tov.2004.
Figuur48:.EerstetweeassenvaneenPrincipalComponentAnalyse(PCA)vandespinnengemeenschappeninbeide
jarenlangsdeBrusselseRing,metdesoortendieinminstenséénvanbeidejarentotde20meesttalrijkgevangen
soortenhoren.Ookhetpercentageverklaardevariatievanbeideassenisweergegeven.
3.3.3.3 Vergelijking2004Ͳ2020opbasisvandeRodeLijstsoorten
KijkenwenaardeRodeLijstsoorten(Figuur49),danzijneenreekssoortengeassocieerdmet(de
drogerelocatiesin)2020,endanmetnameHeidesteatoda,Dikpootpanterspin,Bodemkaardertje,
Noordelijkeveldwolfspin,eninminderemateSlikwolfspin(P.agrestis)enBlekebodemkrabspin(O.
sanctuaria).
Figuur49:EerstetweeassenvaneenPrincipalComponentAnalyse(PCA)vandespinnengemeenschappeninbeide
jarenlangsdeBrusselseRing,incl.deRodeLiistsoortendieinminstens3stalenwerdenaangetroffen.Ookhet
percentageverklaardevariatievanbeideassenisweergegeven.
Daartegenover staan Gestreepte springspin (P. fasciata), Oeverwolfspin (P. prativaga),
Heidekamstaartje(H.nava)enMoerasmolspin(R.arundineti),diein2004eengroteraandeelinde
spinnengemeenschaphaddendanin2020.Ringpootzwartkop(T.aequipes),Stekelkaakkampoot(T.
pedestris)enHeidekrabspin(X.acerbus)vertonenweinigassociatiemetdeeerstetweePCAassen.
Vijfvande14RodeLijstsoortendieDesenderetal.(2004)vingen,zijnnietgevondendooronsin
2020.Hetbetreft:
x drie‘bedreigde’soorten,metnameDrassylluslutetianus(4ex.),Ozyptilascabricula(1ex.)
enSibianoraurocinctus(1ex.);
x éénkwetsbaresoort:Trichopternacito(1ex.);
x éénzeldzamesoort:Enoplognathacaricis(1ex.)
Merkopdatvanviervandezevijfsoortenmaaréénexemplaarwerdgevangengedurendehet
onderzoekvanDesenderetal.(2004).Hetwarendusallichtgeen(omvangrijke)populatiesopde
plaatsvanbemonstering.
Erzijndus9RodeLijstsoortengemeenschappelijktussenbeideonderzoeksperiodes.
Omgekeerdzijner16RodeLijstspinnensoortenmetbodemvallengevangenin2020,dienietin
2004warenvastgesteld!Vandeze16soortenzijnzessoortenmaarmetéénexemplaargevangen
(AelurillusvͲinsignitus,Pardosalugubris,Tibellusoblongus,Zelotespetrensis,Nursciaalbomaculata
enDiplocephalusgraecus),maardusook10soortenmeerdanéén.
VierRodeLijstsoortendienietin2004zijngevangen,zijnzelfsergtalrijkin2020:
x deDikpootpanterspin(Alopecosacuneata)wasanno2020de11detalrijkstgevangensoort,
met212ex.
x HetBodemkaardertje(Argennasubnigra)wasanno2020de15detalrijkstgevangensoort,
met131ex.
x DeHeidesteatoda(Asagenaphalerata)wasanno2020de24stetalrijkstgevangensoort,met
72ex.
x DeNoordelijkeveldwolfspin(Pardosatenuipes)wasanno2020de27stetalrijkstgevangen
soort,met45ex.
Deze Rode Lijst soorten zijn dus niet enkel nieuw verschenen in het gebied, ze hebben ook
omvangrijkepopulatieswetenoptebouwen.Ditiseenduidelijkeillustratiedatdebermengeschikt
leefgebiedzijnvoordezeveelalkritischesoorten.Hetzijndusnietzomaartoevalligezwervers,wat
welhetgevalkanzijnbijsoortendieslechtséénmaalzijnaangetroffen…
Enintotaalzijnerdus30RodeLijstsoortenmetbodemvallengevangeninbeideperiodes(2004
en2020).Ditisduszonderdesleepvangstentebeschouwen.Inclusiefdesleepvangstenzijner34
Rode Lijst spinnensoorten geregistreerd in de bermen van de R0. In 2004 vonden geen
sleepvangstenplaats.
WevergelijkeninTabel31deaantallenvandenegenRodeLijstsoorten,diegemeenschappelijk
waren voor beide onderzoeksperiodes, om te kijken of die toeͲ of afnamen. Hierbij hoort een
belangrijkebedenking:ditzijndetotaalaantallenvoordevolledigeonderzoeksperiodein2020(april
–juni)endusnietenkeldemet2004gemeenschappelijkeperiodedievoordePCAgebruiktis.De
onderzoeksperiodein2004wasnamelijkveelkorter(slechtséénmaand:mei).
Tabel31:TrendvandenegenRodeLijstspinnensoorten(B=bedreigd,K=kwetsbaar),diegemeenschappelijkwaren
voorbeideonderzoeksperiodes
Soort
Rode Lijst
VoorkeursͲ habitat
Aantal in2004
Aantalin
2020 Trend
Arctosaleopardus K Gow 14 9 +Ͳ=
Hahnianava B Godr 347 89 ͲͲ
Robertusarundineti B Gowr 17 4 ͲͲ
Pardosaprativaga K Mc 316 117 ͲͲ
Talaveraaequipes K Godbs 12 1 ͲͲ
Ozyptilasanctuaria B Godt 11 79 ++
Trachyzelotespedestris B Godt 40 215 ++
Phlegrafasciata K Godb 40 40 =
Xerolycosanemoralis K Fddv 3 3 =
Erzijn:
x Twee soorten die een sterke toename vertonen, allebei soorten van droog voedselarm
graslandmetgraspollen.
x Twee soorten die in identieke aantallen genoteerd zijn. Dit zijn ook soorten van droge
ecotopen.
x Éénsoortdieeen(zeer)lichteafnamevertoont:eensoortvannatvoedselarmgrasland.
x Vier soorten die een sterke afname in aantallen laten zien: dit zijn 2 soorten van droge
graslandenén2soortenvanvochtigetotnatteecotopen.
Daartegenover staat de vaststelling dat twee van de 3 Rode Lijstsoorten (Oeverwolfspin en
Moerasmolspin) van vochtige tot natte ecotopen die gemeenschappelijk waren voor beide
onderzoeksperiodes,zijnafgenomeninaantal.Deenigeuitzondering,Moswolfspin,komtinbeide
jarenslechtsinlaagaantalvooreniseensoortdieinhetalgemeenistoegenomeninVlaanderen.
Daar komt bij dat twee van de vijf tussen 2004 en 2020 verdwenen soorten (zie hoger) ook
kenmerkendwarenvoorvochtigeecotopen,metnamedeMoeraskampoot(Drassylluslutetianus)
endeMoerastandkaak(Enoplognathacaricis).
Erisdusduidelijkeensterkeafnamevankensoortenvanvochtigtotnatterrein.
Devraagdieditopwerpt,isofditeengevolgisvanstructurele‘verdroging’doorhetijlerenschraler
worden van de vegetatie door het maaibeheer (warmer microklimaat), of dat dit een (tijdelijk)
gevolgisvandrieopeenvolgendedroge,warmezomers,metinhetbijzondereenzeerdroogen
warmvoorjaartijdensdebemonsteringvan2020.
Waarschijnlijkisheteengevolgvanbeidefactoren,dieelkaar(kunnen)versterken.