• No results found

Vraag en Antwoord

In document Neerlandia. Jaargang 6 · dbnl (pagina 148-158)

De heer Fred. Oudschans Dentz, de wakkere strijder voor het A.N.V. in Zuid-Afrika, vraagt wie der leden hem een betrekking kan bezorgen in Nederland, Oost of West, onverschillig waar.

Hij is ambtenaar der N.Z.A.S. Maatschappij geweest, van 1896 af in Transvaal, en klerk in 't Civiel Hospitaal te Johannesburg, van welke beide instellingen hij de beste aanbevelingen heeft. Met de moderne talen is hij volkomen bekend.

Den laatsten Januari van dit jaar is hij genoodzaakt geworden Transvaal te verlaten en doet thans een beroep op de leden, die hem kunnen helpen aan een betrekking. De Redactie steunt gaarne dit beroep en brengt tevens onder de aandacht van alle leden, dat de rubriek Vraag en Antwoord voor ieder kosteloos open staat, zoowel voor hen, die om een betrekking verzoeken, als voor degenen, die inlichtingen verlangen, omtrent al wat met ons stamleven over de gansche wereld in verband staat.

Allerlei

Z.A.R. en O.V.S. herinnering.*) Kom Burgers, kom en hoor

Van onze vrije Republiek Wij moet nu al weer gaan Voor de kogels te gaan staan Wij zijn nu aangezeg Met die rooies te gaan veg Zoo laat ons voorwaarts gaan Om hulle te verslaan. Ik weet dat gij van kleins af dapper helden zijt, Schaars achttien jaren oud Moest gij al trek ten strijd Schaars dat gij brood kon vraag Moest g'al die wapen draag Zoo toon dan weer uw moed En strijd voor Land en Goed. Gedenk aan vroeger tijd,

Hoe zwaar ons Volk moest lijd Door Kaffers werd trotseer Door Engelschman beheer, Doch nu is ons land eens vrij Zoo laat ons samen strij. Geef altijd lof en eer Aan God, onzen Heer. Gedenk aan Dingaansdag, Hoe ons ouders werd geslag, Hoe ons broeders onverhoord Door Kaffers werd vermoord, Die moorden daar gepleegd Die doet ons hart opsteeg, Zoo laat toch niets ontbreek Laat ons die bloed nu wreek. Gedenk aan Colley's kop En geef den moed niet op, Als gij gedenk aan Langes Nek Is England dan vooorwaar de plek Voor welk wij hoef te vrees? Gij moet slechts dapper wees Op Hem uw hope bouw Op wien wij kan vertrouw. Ons ouders had dit zwaar Hulle veg tegen barbaar, Met Zanna**)en steengeweer Moest hulle die vijand keer Maar Mausers het ons nou En die maxim schiet zoo gauw Die snelvuur is ook daar En die bom maak alles klaar. Daar in die gouden stad Zit die Rooies afgemat. Hul hou heel groote baas En maak zooveel geraas.1) Maar de Wet die zal daar kom Om die Rooies te verstom Die kogels zal daar fluit Die Rooies moet daaruit Die dorp waar die Rooies woon Zoo vruchtbaar en zoo schoon Het land, dat gij daar ziet Dat heeft ons volk verdiend Daar waar die water vloei Daar zal ons koren groei Ja in dat land zoo schoon Daar zal ons kinders woon. Ons voorman Louis Botha Vecht met zijn burgers mee **) Oude voorladers.

1) Eenige mijnen door de Britsche autoriteiten in Johanne burg geopend.

Het gedicht is blijkbaar geschreven in 't eerste jaar van de Britsche occupatie van Johannesburg.

Oom Christiaan2)Hoofd commandant. Hij leidt ons hand aan nand

Ons Generaal la Rey

Hij gaat ook met ons strij En zal ook bij ons blij Gaat niet op eigen kracht Dan kunt gij niets verwacht Op een mensch kunt gij niet steun Dat weet een iedereen

Doch Broeders bid Hem aan Hij zal steeds bij ons staan Die onze strijden strijdt En voor ons heeft gelijdt.

F.W. REITZ,

Staatssecretaris Z.A.R.

Mededeelingen

Groep Ned-Indië.

3)

In de vergadering van het Bestuur der Groep Nederlandsch Indië van het Algemeen Nederlandsch Verbond, gehouden te Batavia, ten huize van den voorzitter van dat Bestuur, den heer mr. Th.H. de Meester, op 27 Januari 1902, werd onder anderen besloten om, als aanvankelijke stap in de richting van het eerste hoofddoel der Groep, medewerking tot de

op-2) Generaal Christiaan de Wet.

59

richting en instandhouding van scholen voor voorbereidend of Fröbelonderwijs, gegevens te verzamelen betreffende de bestaande scholen van dien aard in

Nederlandsch Indië, tot welke verzameling zich bereid verklaarden hulp te verleenen de bestuursleden, de heeren Mr. J.H. Abendanon en Ds. A.S. Carpentier Alting.

Ingevolge een in dezelfde vergadering genomen besluit heeft voorts het Bestuur der Groep zich gewend tot het Hoofdbestuur van de Maatschappij ‘Tot Nut van het Algemeen’ in Nederland met verzoek om toezending van een exemplaar der door die Maatschappij uitgegeven werkjes, welke naar de meening van haar Hoofdbestuur in aanmerking zouden kunnen komen om in Indië te worden verspreid, en tevens om mededeeling op welke voorwaarden exemplaren van die werkjes voor dat doel zouden kunnen worden afgestaan, dan wel of genoemd Hoofdbestuur aan de Groep

Nederlandsch Indië van het Algemeen Nederlandsch Verbond zou willen vergunnen, de bedoelde werkjes in Indië te laten nadrukken.

Nieuwe Leden.

(15 April-15 Mei.)

a. Beschermende leden.

Weltevreden. H.G. Willems, Kolonel der Infanterie,

Weltevreden. J.G. Kerlen, Luitenant Kolonel der Genie,

Weltevreden. Mr. J.G. Pott, Rechterlijk Ambtenaar,

tijdelijk ter beschikking van den Commissaris voor het Mijnwezen, Mr. A. London,

Semarang. Dr. W.Th. de Vogel, 1ste

Stadsgeneesheer,

Semarang. Dr. C.E. Benjamins, Arts,

Weltevreden. E.G. Taylor, Hoofdagent d. Koninkl.

Paketv. Maat.

Padang. K.H.H. van Bennekom, Lid van de Kamer

van Koophandel en Nijverheid,

(Billiton.) E.A. Pan, Administrateur b.d.

Billitonmaat., Boeding

Magelang. G.F. Soeteps, Kolonel der Infanterie,

b. Gewone leden.

Weltevreden. Dr. C. Winkler, Officier van Gezondheid

Weltevreden. H.C. Kronouer, Majoor van den

Generalen Staf,

Weltevreden. D.P. Kessler, Referendaris b.d. Alg.

Rekenkamer.

Weltevreden. W. de Haze Winkelman, idem

Weltevreden. P.J.A. Maitimo, Beambte bij de

Koninklijke Paketvaart Maatschappij,

(Celebes). J.W. Meerburg, Controleur bij het

Binnenlandsch Bestuur, Boeloekomba

Semarang. Mr. H. Rahder, substituut officier van

Justitie,

Djombang. W.S. Bazendijk, Gouvernements

onderwijzer,

Semarang. D.J. Focquin de Grave, Boekhouder bij

de Wees- en Boedelkamer,

Ngawi. C.H.P. van Diggelen, Leerling

Houtvester,

Djombang. Dr. J. Coronel, Arts,

Soerabaja. B.N.J. van Wettum, Ambt. voor

Chineesche zaken,

Blora. J.H.B. Oomen, Assistent Resident,

Weltevreden. W.Ch. Thieme, Controleur b.h. Binnenl.

Bestuur,

Pasoeroean. J.N. Labaar, Pakhuismeester,

Madioen. P.J.F. v. Heutz, Assistent Resident

Secretaris,

Banjoewangi. J. Bosman, Assistent Resident,

Weltevreden. H.L. Leydie Melville, Lid der Commissie

voor oudheidkundige onderzoekingen,

Soerabaja. H.K.F. Douglas,

Soerabaja. J.C.Th.G.J. Heyligers,

(Billiton.) F.G. Bauer, Geëmployeerde bij de

Billitonmaatschappij Boeding

Soerabaja. H.J.G. Janssen van Raay, Agent van de

Nederlandsch Indische Handelsbank,

Malang. A. van Nieuwenhuizen, Gouvernements

onderwijzer,

Weltevreden. J.C. de Bie, Hoofdcommies b.d. Alg.

Weltevreden. J.E.A. Matheron, 1ste Commies bij

Rekenkamer,

Kotta Radja Atjeh. L.J.R. Prins, 1e Luit: Kwartierm:

Maassluis. A.J. v.d. Pauw, (Opg. door den heer A.

Maas,)

Nieuwediep. J.A. v. Zadelhoff, a b. H.M. ‘Marnix,’

Pemalang. F.K. Overduyn, Assistent Resident.

Pontianak. E. Baretta, Pontianak. Van Gulick, Pontianak. W.G. v.d. Lee, Pontianak. J.F. Nuboer, Pontianak. E.A. Reep, Pontianak. Stout, Rotterdam. Mej. J. Rikkers, Baan 17,

Sindajoe. Raden Salim, Dokter djawa,

Weltevreden. T. Rinses, tijdelijk Lid Alg. Rekenkamer,

Weltevreden. Antariska, Leerling Dokter djawa,

(Zwitserl.) Jhr. P.H. v.d. Wall Repelaar van

Puttershoek, Montreux

(Zwitserl.) M. Dentz, Rue des Bains 19, Vervey

Hoogezand. P. Boon Kz.,

Ginneken bij Breda. Jonkvr. Joh. Schuurbeque Boeye,

Twello bij Deventer. Mr. J.C. Kakebeeke,

Batavia. M.H. v. Dulen, Adelborst 1e Kl. Dep. van

Marine,

Batavia. J. Heringa, Adelborst 1e Kl. Dep. van

Marine,

Batavia. M.J. Verloop, Adelborst 1e Kl. Dep. van

Marine,

Sas van Slyckens, Ostende. Jan Volker Tysz.,

Haarlem. F. Oudschans Dentz, Nassaulaan 20,

Haarlem. Mej. M. Stakman, Raamvest,

Den Haag. Mevr. J.S. de Jongh geb. Rouffaer,

Sweelinckstraat 72,

Den Haag. Mej. Joha. de Jongh, Sweelinckstraat 72,

Den Haag. Jhr. O. v.d. Wijck, Bazarstraat 40,

Assen. Dr. P. Hiddingh, Beilerweg,

Rotterdam A Nolen, Korte Hoogstraat 3,

Rotterdam E.C. Molsbergen, Crooswijksche Singel

8,

Rotterdam L. Jonker Cz., Werktuigk. ingenieur,

Eendrachtsweg 30,

Utrecht. Mevr. Jorissen Mossel,

Arnhem. F.K.H.C. Oudschans Dentz, Turfstraat

30,

Günthersthal, Baden. Dr. A.W.C. Berns,

Den Haag. D. Balfoort, Weimarstraat 150.

Algem. Vergadering van het Alg. Ned. Verbond.

op Zaterdag 24 Mei 1902, des namiddags te half een stipt in Hotel Ponsen tegenover het Spoorwegstation te Dordrecht,

T e b e h a n d e l e n :

Verkiezing van een hoofd-bestuurslid in de plaats van Mr. W. de Ridder. De Secretaris van het Hoofdbestuur

DR. H.J. KIEWIET DEJONGE.

Groep A. van het Algemeen Ned. Verbond.

Jaarlijksche Vergadering - volgens art. 6 van het reglement der Groep - op Zaterdag 24 Mei 1902 des namiddags te twee uur stipt in Hotel Ponsen tegenover het

Spoorwegstation te Dordrecht. D a g o r d e :

I. Verslag van den toestand der groep.

II. Verkiezing van zes leden van het groepsbestuur ten gevolge der verplichte aftreding.

Door het Hoofdbestuur worden voorgesteld de volgende dubbeltallen: (aftredende.) Prof. Dr. H. Kern 1o. Dr. C.J. Vinkesteijn (Schiedam.) (aftredende.) Mr. H.J.M. Tijssens 2o.

(aftredende.) Mr. W. de Ridder 3o. P.J. de Kanter (Dordrecht.) (aftredende.) Prof. Dr. H.J. Gallee 4o. H.J. Emous (Amsterdam.) (aftredende.) Prof. Dr. J. Woltjer 5o.

Mej. dr. A.J. Nijland (Amsterdam.) (aftredende.) Prof. Dr. J.W. Muller 6o. Dr. J.B. Schepers (Haarlem).

III. Voorstellen van Groepsbestuur, Afdeelingen of Leden. De Secretaris van het Groepsbestuur:

61

[Hoofdartikel]

Plotseling als de oorlog zelf, doofde zijn gerucht. En Nederland is stil geworden onder den zwaren slag.

Want zwaar viel hij neer en geheel onverwacht. Vragend staarde men rond naar het hoe en waarom, maar geen antwoord kwam.

Toch, één antwoord en helaas niet te betwijfelen! Steyn, de edelste van allen, lijdt werkelijk aan de ongeneeslijke kwaal die hem, den sterken man, tot bouwval doemt. Dat is haast het droevigste dat men denken kan. Hij, voor alle eeuwen toonbeeld van moed en trouw, onbuigzaam in gevaar en ontbering, dien men zich droomde als toekomstig hoofd van een vrijgevochten volk, zal in verlamming wegkwijnen en zijn oogen zullen de redding van zijn volk niet hebben aanschouwd. Maar zijn naam zal blijven lichten en gezegend zal hij zijn van geslacht tot geslacht.

Al het andere is duister. Toch gissen wij: bij alle ellende heeft de redding van het ras den doorslag gegeven. Nooit zou den ballingen de terugkeer zijn gegund, wellicht zouden de vrouwenkampen buiten Afrika zijn verplaatst; de vijand had de macht daartoe en zoo noodig den wil. Dan ware het Afrikanerdom ontmand.

Daarom hebben wij in somberheid vrede niet den vrede, want het kostbare leven van het Afrikaner ras is gered.

Napleiten geeft niet, wij moeten vooruitzien. Wij moeten de feiten aanvaarden zonder opwinding, kalm en beraden. Wij weten beslist dat de kansen voor het Hollandsche element in Zuid-Afrika hachelijk staan. En wij moeten doen

62

wat in onze macht is om vóór alles onze taal in eere te houden.

Er is winst. Deze oorlog heeft een verdeeld volk tot één gesmeed. Vóór 1899 waren er Kolonisten, Vrijstaters, Natallers en Transvalers onder de Boeren, nu is er één Boerenvolk verspreid over heel Zuid-Afrika. Wat dat beteekent, zal de toekomst leeren.

Wat kunnen wij leden van het Verbond nu doen voor onzen stam? Wij ook moeten ons aaneensluiten en onzen kring zoo groot mogelijk maken. Geld zal noodig zijn, maar veel kunnen de meesten der Nederlanders niet missen. Wat bijna allen kunnen doen, hoofd voor hoofd of gezin bij gezin, dat is de kleine penning jaarlijks offeren die bijdraagt tot de werkdadigheid van eene vereeniging, die haar zorgen duurzaam wil uitstrekken, niet enkel tot Afrika, maar tot elke plek waar Nederlanders zijn. Tot nu toe hebben slechts eenige duizenden in ons land blijk gegeven van stambewustzijn, tot nu toe hebben zij een klein aantal mannen alleen laten worstelen voor datgene wat hun aller groote belang is. Het Algemeen Nederlandsch Verbond werd beschouwd als een gewone bond te meer, als een terrein voor enkelen, niet voor allen. Het worde begrepen dat in plaats van duizenden tienduizenden moeten toetreden, dat het hier geldt een belang voor de toekomst van alles wat Nederlandsch is.

Tot onze leden richten wij in al den ernst dien de tijden eischen, het dringend verzoek: werkt allen in eigen kring voor het ledental. Maakt u verdienstelijk door overal waar gij kunt den werkkring van het Verbond bekend te maken: wijst wien gij kunt, op de dure plicht van samenwerking, die een eind zal maken aan de lauwheid die ons volk in stamzaken kenmerkt.

In dit en eerstvolgende nummers van Neerlandia zal, voor Nederland. een kaart liggen ter inzameling van nieuwe namen. Doet allen wat gij kunt; er is veel arbeid, maakt die mogelijk! Want zonder algemeenen steun van het Nederlandsche volk schiet het Algemeen Nederlandsch Verbond in zijne plichten te kort. En wat het Verbond moet verzuimen, haalt nooit een ander meer in.

Verslag der Algemeene Vergadering van het A.N.V. gehouden te

Dordrecht, 24 Mei 1902.

Te halféén opent de voorzitter, professor dr. H. Kern de algemeene vergadering in hotel Ponsen met een woord van welkom aan de leden, terwijl hij de hoop uitspreekt, dat de beraadslagingen mogen strekken tot meerderen bloei van het Verbond.

De algemeene secretaris behoeft geen verslag uit te brengen daar dit verschenen is in het Mei-nummer van Neerlandia.

De penningmeester doet daarop rekening en verantwoording. Met genoegen bericht hij dat uitgaven en inkomsten dit jaar elkander dekken, ten minste als de 2000 gulden, die nog van enkele groepen ingewacht worden, terechtkomen.

De vooruitzichten voor 't volgend jaar zijn dus beter dan vroeger. Toch is het gebiedend noodig dat er een financieele commissie wordt benoemd, die tracht een fonds bijeen te krijgen om mogelijk tekort te dekken of thans onvermijdelijke buitengewone uitgaven te bestrijden.

De heer P.J. de Kanter maakt daar een voorstel van dat na eenige

(Rotterdam) wordt besloten het benoemen van de leden dier commissie aan het hoofdbestuur over te laten.

Op een vraag van den heer prof. P.J. Blok (Leiden) omtrent de oorzaak van het aantal leden, dat bedankt heeft, antwoordt de heer Kiewiet de Jonge, dat het de algemeene Nederlandsche kwaal, onverschilligheid is. Het Ned. volk, zelfs het denkende deel, begrijpt niet goed wat het Verbond doet voor stam en taal. Gelukkig staat tegenover de vele bedankjes een grooter aanwinst van leden, bewijs dat het streven van het Verbond langzaam erkend en gewaardeerd wordt.

De heer Th. Nolen (Rotterdam) acht het hoogst gewenscht, dat de secretarissen en leden der afdeelingen weten, welke stadgenooten lid zijn, opdat zij daardoor beter de propaganda ter hand kunnen nemen. Hij raadt aan ledenlijsten naar de plaatsen te laten drukken.

De heer mr. W. De Ridder, (Den Haag) die in deze vergadering ontslag nam als alg. penningmeester, omdat hij het wenschelijk acht, dat het Alg. Secretariaat en penningmeesterschap in dezelfde plaats zijn gevestigd, wordt bij monde van den voorzitter een woord van hulde gebracht voor alles wat hij ten behoeve van het Verbond gedaan heeft.

De verkiezing van een nieuw hoofdbestuurslid kan niet plaats hebben, omdat deze uit het groeps-bestuur moet worden aangewezen, waarvoor in de vergadering van groep A eerst 6 nieuwe leden moeten worden verkozen.

Na deze mededeeling sluit de voorzitter de vergadering.

Verslag der Vergadering van 't Hoofdbestuur, gehouden 7 Juni te

In document Neerlandia. Jaargang 6 · dbnl (pagina 148-158)