• No results found

Een belangrijk besluit

In document Neerlandia. Jaargang 6 · dbnl (pagina 114-117)

In de Javasche Courant - het officieele nieuwsblad voor Nederlandsch-Indië - van 4 Februari j.l. komt een besluit voor, dat de Indische regeering en in de eerste plaats den Gouverneur-Generaal, den heer Rooseboom, wiens onderteekening het draagt, tot groote eer verstrekt. Het stelt de voorwaarden vast ‘betreffende de kostelooze toelating van, en gratis verstrekking van boeken en andere leermiddelen aan leerlingen op inrichtingen van middelbaar onderwijs in Nederlandsch-Indië en geeft daarbij blijk van een even verstandige, als edelmoedige mildheid. Wij laten den volledigen tekst van het besluit volgen. Men oordeele of wij te veel hebben geroemd.

Artikel 1.

daartoe in de maand Maart van elk jaar aanmelden bij den directeur der school, tot welke de toelating gewenscht wordt.

Artikel 2.

Om vrijstelling van de betaling van schoolgeld te erlangen wordt vereischt dat: a. de ouders van den leerling doen blijken van hun eigen onvermogen, z owel als dat van hun kind en de voogd van het onvermogen van zijn pupil of wel dat zij aantoonen te wonen buiten de plaats waar de school is gevestigd en niet bij machte te zijn het schoolgeld benevens de reis- en verblijfkosten te betalen.

b. de leerling voldaan hebbe aan de eischen van toelatingsexamen en uit een onderzoek blijke, dat hij van een goed gedrag is en door buitengewonen ijver uitmunt.

De directeur van Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid staat, met inachtneming van het bepaalde bij artikel 4, de vrijstelling toe voor hen, die aan deze voorwaarden voldoen.

Artikel 3.

Aan hen, die onder genoemde voorwaarden zijn toegelaten, kunnen, wanneer zulks ter beoordeeling van den directeur van O.E. en N. bepaald noodig blijkt, de

benoodigde boeken en andere leermiddelen of een gedeelte er van kosteloos worden verstrekt, op de wijze als door dien directeur zal worden geregeld.

Artikel 4.

Mocht in verband met het aantal betalende leerlingen dat tot de school toegang heeft erlangd en met de beschikbare plaatsruimte en de beschikbare leerkrachten bezwaar bestaan tegen de toelating van alle bij het in artikel 2 bedoelde onderzoek geschikt bevonden candidaten, dan wordt door den Directeur van O.E. en N. bepaald tot welk maximum zij zullen worden toegelaten. De bij het toelatingsexamen behaalde cijfers beslissen in dit geval omtrent de volgende plaatsing.

Artikel 5.

Vrijstelling van betaling of van verdere betaling van schoolgeld, zoomede geheel of gedeeltelijk kostelooze verstrekking van boeken en andere leermiddelen op den voet van artikel 3 kan plaats hebben ten behoeve van reeds op de gewone wijze

ver-45

keeren in het geval bedoeld in artikel 2 letter a, dezer voorwaarden. Deze leerlingen komen voor kostelooze toelating in aanmerking vóór nog niet ingeschrevenen, mits zij bij onderzoek van goed gedrag blijken te zijn en door buitengewonen ijver uit te munten.

Artikel 6.

De directeur der school doet aan het college, belast met het bestuur over of het toezicht op de school toekomen afschriften der in de regelementen voorgeschreven periodieke beoordeelingen omtrent de vorderingen der leeringen, voor wie vrijstelling van de betaling van schoolgeld is verleend. Die afschriften doet hij vergezeld gaan van een bijzonder verslag aangaande den ijver en het gedrag der leerlingen. Het college voornoemd zendt die beoordeelingen met de opmerkingen waartoe zij aanleiding geven, aan den directeur van O.E. en N.

Artikel 7.

Vrijstelling van de betaling van schoolgeld wordt ingetrokken:

a. zoo de ouders van den leerling of deze zelf ophouden onvermogend te zijn of tot betaling van schoolgeld benevens de reis- en verblijfkosten in staat geraken;

b. zoo het blijkt dat hij die kosteloos onderwijs ontvangt zich aan wangedrag schuldig maakt. Zij kan bovendien worden ingetrokken, wanneer de rapporten over de vorderingen en den ijver van den leerling daartoe aanleiding geven.

Artikel 8.

De vrijstelling vervalt, wanneer aan het einde van een schooljaar de vorderingen van een leerling niet van dien aard zijn, dat hij tot een hoogere klasse kan worden bevorderd, tenzij uit de rapporten blijkt, dat de oorzaak daarvan een gevolg is van buitengewone omstandigheden, onafhankelijk van den aanleg of den ijver van den leerling, in welk geval de directeur van O.E. en N. hem kan vergunnen andermaal een jaar in dezelfde klasse te vertoeven.

Waar wij in het bijzonder de aandacht op vestigen is, dat geen onderscheid tusschen Europeaan en niet-Europeaan wordt gemaakt, zoodat ook onvermogende Inlanders en vreemde Oosterlingen van het kosteloos onderwijs zouden kunnen genieten. Een tweede zeer opmerkelijk beginsel van deze regeling is, dat, zoolang er voldoende plaatsruimte en leerkrachten beschikbaar zijn, allen, zonder onderscheid, die zich aanmelden en aan de gestelde voorwaarden voldoen, tot het kosteloos onderwijs worden toegelaten. Eerst dan indien het aanbod zoo groot mocht worden, dat algemeene toelating uitbreiding der bestaande inrichtingen zou vereischen, zal door den Direcreur van Onderwijs een grens worden getrokken. Wij vertrouwen echter

dat ook in dat geval het trekken dier grens slechts een tijdelijke maatregel zijn zal en de gelegenheid tot het ontvangen van onderwijs spoedig in overeenstemming zal worden gebracht met de gebleken behoefte.

Welk een machtig middel deze vrijgevige regeling van kostelooze verstrekking van middelbaar onderwijs - in Indië geheel berustend op dezelfde beginselen als in Nederland - zijn zal ter bevordering van het streven door onze Indische vrienden voorgestaan, om alle westersche beschaving in Nederlandsch Indië zooveel mogelijk een Nederlandsch karakter te doen dragen, behoeven wij niet te betoogen. Ook dáarom brengt Neerlandia hulde en dank aan den heer Rooseboom en zijn raadgevers.

C.TH.VANDEVENTER.

Amerika

In document Neerlandia. Jaargang 6 · dbnl (pagina 114-117)