• No results found

Verzameling van gegevens over vuurwapengebruik

In document Vuurwapens gezocht (pagina 192-196)

Bijlage 1: Onderzoeksverantwoording

2. Verzameling van gegevens over vuurwapengebruik

De eerste vraag van het onderzoek is in welke mate het gebruik van hand-vuurwapens in de jaren 1998 – 2000 is toe- of afgenomen. Het aantal vuur-wapenincidenten wordt in Nederland landelijk niet systematisch bijgehouden. Ook het aantal regiokorpsen dat hiervan een sluitend overzicht bijhoudt is beperkt. Dit betekende dat alleen direct raadplegen van de basisregistratie de mogelijkheid biedt om inzicht te krijgen in vuurwapenincidenten, de betrok-kenen, de aard van het wapen (wanneer het is aangetroffen) en andere voor het onderzoek relevante gegevens. In de regio's Brabant-Noord, Zaanstreek-Water-land, Limburg-Noord (vanaf 1999) en Haaglanden (tot en met 2000) wordt een separate registratie van vuurwapenincidenten bijgehouden. In deze regio's konden derhalve voor de genoemde jaren complete gegevens omtrent incidenten waarbij sprake was van een vuurwapen worden verzameld.

Uit de basispolitieregistratie in de andere politieregio's valt het aantal inci-denten waarbij sprake was van een vuurwapen niet gemakkelijk terug te halen. De belangrijkste reden is dat verbalisanten (behandelende politiemensen) deze incidenten in allerlei categorieën onderbrengen. Een aantal registratiecatego-rieën verwijst direct naar het gebruik van een vuurwapen, zoals bijvoorbeeld 'geweld met letsel met vuurwapen' binnen het systeem BPS, of 'moord-doodslag' binnen het systeem Xpol. Deze categorieën zijn relatief eenvoudig raadpleegbaar. Onze inschatting op voorhand was dat, gezien de relatieve ernst van vuurwapendelicten, deze over het algemeen in de 'juiste' categorieën in de

basisregistratie zouden worden vastgelegd, met andere woorden in categorieën die verwijzen naar het gebruik van een vuurwapen. Helaas bleek al direct dat dit een foute veronderstelling was.

In de startfase van het onderzoek werd contact gelegd met de politieregio Brabant Noord. Deze regio beschikt over een Regionaal Bureau Wapens en Munitie, waar systematisch gegevens over vuurwapenincidenten worden verza-meld en vastgelegd in een aparte registratie. Deze regio beschikt dan ook als één van de weinige korpsen over een compleet en betrouwbaar beeld van het aantal schietincidenten. Een inventarisatie van deze gegevens beroofde de onderzoekers al snel van de illusie dat vuurwapenincidenten eenduidig in gemakkelijk traceerbare categorieën in de basisregistratie worden vastgelegd. Incidenten waarbij sprake was van een vuurwapen kwamen in meer dan vijftig categorieën voor (56 om precies te zijn). Het RBWM in de regio Brabant Noord is in staat de feitelijke gebeurtenissen te volgen door dagelijks alle dag-rapporten te scannen op een aantal vuurwapengerelateerde zoektermen. Een dergelijke procedure is echter technisch niet mogelijk voor langere tijdsperio-den dan één dag. Het automatiseringssysteem zou daardoor te zwaar wortijdsperio-den belast. Bovendien dienen de gegevens die middels zo'n zoekslag worden verza-meld nog nader te worden geschoond, omdat de zoektermen vaak ook alleen verwijzen naar vermoedens van vuurwapengebruik of -bezit en niet naar feite-lijke zaken. Voor de onderzoekers was het niet haalbaar om meer dan vijftig categorieën in de basisregistratie na te lopen op vuurwapenincidenten. Sommige categorieën bevatten honderden incidenten per jaar of zelfs per maand, waarvan soms slechts in vijf of tien gevallen per jaar een vuurwapendelict betreft. Er dienden derhalve keuzes te worden gemaakt ten aanzien van de categorieën die wel en niet werden geïnventariseerd.

Daarmee zijn de problemen van gegevensverzameling echter nog niet opgelost. Een complicerende factor is namelijk dat binnen de Nederlandse politie verschillende systemen worden gehanteerd voor de basisregistratie. Het meest gangbare systeem is het Bedrijfsprocessensysteem (BPS) dat in 19 van de 25 politieregio's en bij de KMAR in gebruik is. Dit systeem is relatief snel en kent een 'bladerfunctie' zodat opeenvolgende verklaringen van verdachten of andere betrokkenen bij een incident tamelijk snel kunnen worden doorgelopen. De regio Haaglanden hanteert als enige het systeem Genesys. Echter, omdat deze regio tevens een registratie van vuurwapenincidenten in separate dossiers bijhield over de jaren 1998 – 2000, hoefde van dit systeem geen gebruik te worden gemaakt (in verband met bezuinigingen op capaciteit is aan deze papieren registratie inmiddels een eind gemaakt).

In de jaren 1998 – 2000 werd door vier van de vijf resterende regio's het systeem Xpol gebruikt. De regio Rotterdam-Rijnmond hanteerde in die periode een voorloper hiervan (Multipol), maar is inmiddels ook overgestapt op Xpol. In tegenstelling tot BPS kent Xpol een 'boomstructuur', in plaats van een bladerfunctie. Dit betekent dat voor elk inhoudelijk document eerst de hele 'boom' naar beneden dient te worden afgelopen en vervolgens, wanneer blijkt dat daarin geen relevante informatie staat, voor het volgende document eerst weer naar 'boven' moet worden teruggekeerd (en dan weer naar beneden afge-daald et cetera). Dit maakt het nagenoeg onmogelijk om in enig tempo infor-matie te raadplegen. Het systeem is bovendien traag en loopt regelmatig vast. Voor Multipol geldt hetzelfde, zij het dat dit systeem niet meer operationeel gebruikt wordt waardoor het iets sneller functioneert. Keerzijde is dat in de regio Rotterdam-Rijnmond bij de overstap op Xpol in 2001 veel gegevens uit Multipol niet zijn 'overgezet' in de raadpleegbare database. Wanneer politie-mensen op zoek zijn naar antecedenten van bij naam bekende verdachten kan informatie worden achterhaald. Wanneer op basis van delicttypen wordt gezocht is dit echter nagenoeg onmogelijk.

Op grond van deze bevindingen is gekozen voor informatieverzameling op drie manieren:

complete registratiegegevens zijn verzameld in die regio's waar dat moge-lijk was op grond van een separate registratie van vuurwapenincidenten in regio's die gebruikmaken van BPS is een selectie gemaakt van

incident-categorieën die nader zijn geïnventariseerd. Op basis van een vooraf uitge-voerde vergelijking in de politieregio Brabant-Noord is geschat dat op deze wijze 70 procent van de feitelijke vuurwapenincidenten te achter-halen valt.

in vier regio's die gebruikmaken van Xpol (of Multipol in de jaren 1998 - 2000) is afgezien van raadpleging, maar gebruik gemaakt van gegevens uit HKS. Op basis van een zoekstring zijn alle vuurwapengerelateerde inci-denten achterhaald. Deze zijn vervolgens door ons ingevoerd in de com-puter. HKS heeft echter als nadeel dat slechts informatie over het type delict en de verdachte beschikbaar is. Details over het type wapen en andere informatie kan daaruit niet worden afgeleid.

In de regio Flevoland is nadat bleek dat andere methoden (zoekstrings in HKS) niet haalbaar waren, alsnog gebruik gemaakt van Xpol. Vanwege de beper-kingen van dat systeem is alleen het aantal vuurwapenincidenten in kaart

gebracht. De gekozen categorieën zijn vergelijkbaar met die van de BPS-regio's.

De regio Friesland bleek niet in staat de door ons gevraagde informatie aan te leveren vanwege het feit dat alleen districtsgewijs gegevens opvraagbaar zijn uit het registratiesysteem.

In totaal zijn derhalve gegevens beschikbaar met betrekking tot 24 van de 25 regiokorpsen en de KMAR.

De volgende 'vuurwapencategorieën' zijn in het onderzoek meegenomen, uitgaande van BPS:

241: overval, met en zonder wapen (totaal) 303: geweld zonder letsel met vuurwapen (totaal) 313: geweld met letsel met vuurwapen (totaal) 323: geweld dodelijk met vuurwapen (totaal)

342: bedreiging (steekproef van 3 maanden per jaar)

In Xpol (regio Flevoland) zijn meegenomen de categorieën overval, straatroof, diefstal met geweld, moord, doodslag (incl. pogingen) en bedreiging (steekproef van 3 maanden per jaar).

Als restrictie voor dit onderdeel geldt dat sprake dient te zijn geweest van feitelijk gebruik van het vuurwapen. Gevallen waarin het vuurwapen bij iemand thuis is aangetroffen of waarin het vuurwapen niet daadwerkelijk is gezien door de betrokkene zijn uitgesloten. Per geval is vastgelegd:

het registratienummer BPS/Genesys (HKS registratiegegevens zijn niet vastgelegd);

datum incident; delictomschrijving; wapen aangetroffen;

wapentype (pistool, revolver, imitatiewapen, geweer, et cetera); verdachte bekend bij de politie;

verklaringen verdachte beschikbaar (met het oog op vervaardigen van profielschetsen);

registratiecategorie BPS/Genesys;

wijze van gebruik wapen (dreigen, schieten);

eventuele bijzonderheden van de zaak (met het oog op vervaardigen van profielschetsen);

In document Vuurwapens gezocht (pagina 192-196)