• No results found

Risicoprofielen

In document Vuurwapens gezocht (pagina 88-92)

5 Achtegronden van bezitters en gebruikers van een handvuurwapen

5.4 Risicoprofielen

Wanneer op individueel niveau wordt gekeken naar de aard van de antecedenten van de aangehouden verdachten en de risicofactoren waarvan sprake is, kunnen de betrokkenen in verschillende risicocategorieën worden ingedeeld. Het begrip 'risico' verwijst naar de kans dat iemand daadwerkelijk in het bezit van een vuurwapen wordt aangetroffen en naar de mogelijkheid dat dit vuurwapen ook daadwerkelijk wordt gebruikt. In de volgende tabel zijn de aangehouden verdachten in verschillende categorieën ingedeeld.

Schema 5.7: Globale risicoprofielen op basis van risicofactoren en anteceden-ten (in procenanteceden-ten, N = 470).

Risicofactoren

Antecedenten Minder dan 2 risicofactoren 2 of meer risicofactoren

Geen of alleen niet-

geweldsdelicten 22% (laag risico) 13% (verhoogd risico) Antecedenten geweldsdelicten 28% (verhoogd risico) 17% (hoog risico)

Antecedenten WWM 9% (hoog risico) 11% (hoog risico)

Hoog risico

De groep met een (relatief) hoog risico is gedefinieerd als verdachten waarbij ofwel sprake is van meer dan twee risicofactoren in combinatie met gewelds-delicten, ofwel antecedenten in relatie tot de Wet Wapens en Munitie. Deze groep omvat 37 procent van het aantal verdachten en kan nader worden onderscheiden in de volgende subcategorieën, die elkaar deels overlappen:

Veel verdachten waarbij sprake is van een hoog risico zijn actief in de 'drugswereld'. Zij zijn zelf verslaafd aan of regelmatig gebruiker van harddrugs, of betrokken bij de handel in of productie en smokkel van harddrugs. Vuurwapenincidenten vloeien in belangrijke mate voort uit onderlinge ruzies tussen de betrokken verdachten, vooral met betrekking tot schulden. Voor deze betrokkenen is criminaliteit een belangrijke bron van inkomsten. Verslaafden kunnen daarnaast betrokken zijn bij over-vallen om in hun inkomsten te voorzien. Zij kunnen zich echter ook beperken tot diefstal of inbraak.

Daarnaast binnen groeperingen die zich bezighouden met de georgani-seerde productie en smokkel van harddrugs (inclusief synthetische drugs) is sprake van een hoog risico op het gebruik van vuurwapens. Bij derge-lijke groeperingen is overigens regelmatig sprake van overlap met andere criminele activiteiten, zoals bijvoorbeeld vrouwenhandel of

georgani-seerde diefstal (bijvoorbeeld van vrachtwagens). Binnen deze groepe-ringen zijn ook zwaardere vuurwapens, zoals machinepistolen in gebruik. Jonge mannen van Antilliaanse afkomst, voor een belangrijk deel recent

geïmmigreerd in Nederland, die aangehouden zijn als verdachte van een vuurwapendelict zijn enerzijds actief in de drugswereld of de prostitutie. Anderzijds vloeien vuurwapenincidenten bij deze groep ook voort uit vernederingen in het openbaar of uit de hand gelopen ruzies (gebrek aan respect). Andere specifieke risicofactoren zijn het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats en het ontbreken van inkomsten (geen werk of school, maar ook geen uitkering). Zij kunnen derhalve als een tweede sub-groep worden onderscheiden binnen de categorie met een hoog risico. De derde subcategorie van verdachten met een hoog risico wordt gevormd

door degenen die zich bezighouden met het plegen van regelmatige en/of zware overvallen. Ten eerste gaat het hierbij om drugsverslaafden, die overvallen plegen om aan geldmiddelen te komen. Risicofactoren in dit kader zijn arbeidsongeschiktheid en het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats. Ten tweede kan een groep worden onderscheiden van verdachten die zeer regelmatig of op professionele wijze overvallen pleegt. Bij deze verdachten is sprake van eerdere contacten met politie of justitie terzake geweldsdelicten. Voor deze groep is het plegen van overvallen een reguliere bron van inkomsten, die wordt gebruikt om een 'criminele levensstijl' te financieren (dure goederen, cocaïne, et cetera). Regelmatige overvallers kunnen ook relatief jong zijn. In die gevallen worden de opbrengsten primair gebruikt voor zaken als uitgaan of eveneens drugs.

Verhoogd risico

De groep met een verhoogd risico met betrekking tot vuurwapencriminaliteit wordt gevormd door degenen die eerder contact hebben gehad met de politie terzake geweldsdelicten, maar waarbij geen sprake is van meerdere risico-factoren. Omgekeerd kan het ook gaan om verdachten waarbij juist wel sprake is van meerdere risicofactoren, maar die niet eerder terzake geweldsdelicten zijn aangehouden. Deze groep omvat 41 procent van het totale aantal verdach-ten en kan als volgt nader worden getypeerd.

In de eerste plaats zijn ook hier personen die actief zijn in de drugswereld van belang. In het eerste geval verschuift de focus echter in de richting van degenen die zich bezighouden met de productie van drugs. Met name de hennepkwekerij en coffeeshophandel speelt hier een rol, oftewel personen die in principe in relatieve rust hun activiteiten willen uitvoeren,

maar een zeker risico lopen dat zij het slachtoffer worden van rip-offs of diefstal. Vuurwapens spelen hier een rol als hulpmiddel om de eigen veiligheid te garanderen. Bij hennepkwekers is vaak sprake van een combinatie met andere risicofactoren, zoals bijvoorbeeld alcoholverslaving of het ontbreken van een zinvolle dagbesteding.

Ook personen die andere vormen van (semi-)legale activiteiten uitvoeren vallen in een groep met verhoogd risico. Te denken valt hierbij aan perso-nen die zich bezighouden met relatief zichtbare activiteiten, zoals bijvoor-beeld prostitutie of illegaal gokken, maar die bij problemen niet gemak-kelijk een beroep kunnen doen op de politie voor bescherming.

In de derde plaats is sprake van een categorie verdachten die eveneens betrokken is geweest bij gewapende overvallen, maar die deze incidenteel gepleegd hebben. Bij deze personen is vaak sprake van onderliggende schuldproblematiek, eventueel in combinatie met andere risicofactoren. Tot slot vormen relatieproblemen een belangrijke aanleiding. Het gaat

hierbij enerzijds om personen die niet eerder in aanraking zijn geweest met politie of justitie terzake geweldscriminaliteit, maar waarbij wel sprake is van risicofactoren (bijvoorbeeld alcoholverslaving, of het ont-breken van een zinvolle dagbesteding). Anderzijds betreft het verdachten die zich eerder schuldig hebben gemaakt aan huiselijk geweld, maar waarbij geen sprake is van meerdere risicofactoren, althans voor zover ze in het onderhavige onderzoek konden worden achterhaald.

Laag risico

Tot slot is er de groep met een (relatief) laag risico. Deze is gedefinieerd als verdachten die niet eerder zijn aangehouden terzake geweldsdelicten of overtredingen van de Wet Wapens en Munitie, terwijl tevens sprake was van minder dan twee (bekende) risicofactoren. Deze groep kan omvat 22 procent van het totaal en kan als volgt nader worden getypeerd.

Allereerst is ook hier relatieproblematiek aan de orde als trigger voor een vuurwapendelict. In deze gevallen betreft het personen die specifiek door dergelijke problemen overgaan tot het gebruik van een vuurwapen, maar waarbij geen sprake is van specifieke risicofactoren. Het vuurwapen is al in huis, maar om een andere reden, bijvoorbeeld vanwege een algemeen onveiligheidsgevoel. Het kan ook gaan om een vuurwapen dat in legaal bezit is.

Een tweede subcategorie wordt gevormd door jongeren die worden aan-gehouden terwijl zij op straat aan het spelen zijn met een imitatiewapen of

balletjespistool. Het betreft hierbij doorgaans jongens van 14 – 17 jaar, die dergelijke pistolen in vakantielanden hebben gekocht.

Tot slot kunnen binnen deze categorie de 'verzamelaars' worden onder-scheiden. Het gaat hierbij om personen die soms aanzienlijke hoeveel-heden vuurwapens weten te verkrijgen. Over het algemeen betreft het relatief gemakkelijk verkrijgbare imitatiewapens of gas-/alarmwapens. Op basis van deze kwantitatieve en kwalitatieve typering van risicogroepen is een nadere segmentering mogelijk van de belangrijkste groepen van verdachten. Schematisch kunnen deze uitkomsten als volgt worden samengevat:

Hoog risico - Dealers harddrugs die in direct contact met afnemers staan - Georganiseerde criminele

groeperingen (smokkel en productie harddrugs)

Verhoogd risico - Producenten van softdrugs/ hennepkwekers en handelaars in softdrugs (coffeeshops)

Drugswereld (40%)

Laag risico Nvt.

Hoog risico Regelmatige overvallers (drugs-verslaving of criminele levensstijl)

Verhoogd risico Ad –

hoc overvallers in relatie tot schuld-problematiek of andere problemen Wereld van overvallers

(40%)

Laag risico Nvt.

Hoog risico - Activiteiten in relatie tot drugs en prostitutie

- Eercultuur

Verhoogd risico Nvt Jonge Antilliaanse mannen

(13%)

Laag risico Nvt

Hoog risico Relatieproblemen in combinatie met andere risicofactoren (bijv.

verslaving aan drugs en alcohol in combinatie met geweldsanteceden-ten)

Verhoogd risico Relatieproblemen waarbij ofwel geen sprake is van risicofactoren, ofwel geen sprake is van gewelds-antecedenten

Relatieproblematiek (15%)

Laag risico Relatieproblemen waarbij geen sprake is van risicofactoren of geweldsantecedenten

In de bovenstaande tabel is weergegeven welk aandeel de verschillende 'werel-den' hebben in relatie tot vuurwapencriminaliteit. Wanneer de verdachtengroep wordt beschouwd blijkt dat 40 procent in verband staat met de drugswereld. Eveneens 40 procent is aangehouden terzake een overval of straatroof, waarvan ongeveer een kwart tevens actief is in de drugswereld (als verslaafde). Jonge Antilliaanse mannen maken 13 procent uit van het totaal, maar zijn voor een belangrijk deel eveneens actief in de drugswereld. Relatieproblematiek, tot slot speelt in 15 procent van de gevallen een rol als aanleiding tot een vuur-wapendelict (of is de aanleiding voor één van de partners om de politie in te lichten over het feit dat er een vuurwapen in huis is).

Rekening houdend met overlap kan worden geconstateerd dat deze vier hoofd-categorieën van verdachten gezamenlijk ongeveer 80 procent van de vuur-wapengerelateerde delicten (bezit en gebruik) voor hun rekening nemen, zo kan uit de onderzoeksresultaten worden afgeleid.

In de volgende hoofdstukken worden deze risicoprofielen nader ingekleurd aan de hand van achtergrondgegevens en de beschrijving van exemplarische voor-beelden uit het casusmateriaal.

In document Vuurwapens gezocht (pagina 88-92)