• No results found

Schattingen van de 'markt' voor illegale vuurwapens

In document Vuurwapens gezocht (pagina 144-149)

10 De omvang van het illegale vuurwapenbezit in Nederland

10.4 Schattingen van de 'markt' voor illegale vuurwapens

Bij de voorgaande schattingen is uitgegaan van methoden die primair gebaseerd zijn op self report gegevens, danwel gevallen waarin een overtreding van de Wet Wapens en Munitie heeft plaatsgevonden, danwel de aantallen vuurwapens die in beslag genomen zijn door de politie. Een alternatieve benadering is een vraaggerichte aanpak, met andere woorden: na te gaan waar met name behoefte bestaat aan vuurwapens en vervolgens te schatten hoe groot de omvang van de 'markt' is. Deze methode levert derhalve geen inzicht op in de omvang van het illegale vuurwapenbezit, maar wel in de verspreiding van vuurwapens waarmee opsporingsinstanties en beleidsmakers rekening moeten houden.

Zoals in hoofdstuk 5 is beschreven kan een drietal 'werelden' primair worden aangeduid als hoog risicovol in relatie tot vuurwapenbezit en gebruik. Deze werelden nemen omstreeks 80 procent van het aantal vuurwapen-gerelateerde delicten voor hun rekening, zo blijkt uit de onderzoeksgegevens. Daarnaast is sprake van (illegaal) vuurwapenbezit in bredere lagen van de bevolking, waarbij de risico's op daadwerkelijk gebruik van de vuurwapens aanzienlijk kleiner zijn. Voor opsporingsinstanties en beleidsmakers zijn uiter-aard vooral de vuurwapens interessant waarvan de kans relatief groot is dat er daadwerkelijk gebruik van wordt gemaakt. Een schatting van de hoeveelheid bezitters en gebruikers met een hoog risico kan dan ook aanknopingspunten bieden. Met dat vertrekpunt is dan ook een poging gedaan om de omvang van de verschillende werelden in kaart te brengen. Helaas dient op voorhand te worden vastgesteld dat deze inspanningen niet geleid hebben tot een afgeba-kende schatting. De profielen van de groepen waar de behoefte aan vuurwapens het grootst is konden weliswaar tamelijk gedetailleerd worden afgebakend. Het ontbreekt vooral aan goede cijfers over de omvang van deze groepen ('werelden') en de verschillende segmenten die daarbinnen kunnen worden onderscheiden. Enerzijds ontbreken registratiegegevens, anderzijds is empirisch onderzoek onvoldoende voorhanden. In het kader van het onderhavige onder-zoek zou het veel te ver voeren om behalve schattingen van de omvang van de illegale vuurwapenmarkt te vervaardigen, ook nog te proberen te bepalen hoeveel drugsdealers in Nederland actief zijn, hoeveel georganiseerde criminele groeperingen actief zijn, et cetera91. In het vervolg van deze paragraaf volgt een beknopte uiteenzetting van de bevindingen die zijn gedaan.

Drugswereld

Vuurwapens worden in bijna de helft van de gevallen aangetroffen bij verdach-ten die zich bewegen in de wereld van drugs. Dit betreft zowel gebruikers als handelaars, of personen waarop beide van toepassing is. Een specifieke cate-gorie die kan worden onderscheiden betreft de eigenaars van coffeeshops. Volgens informatie uit de Nationale Drugsmonitor bedraagt het geschatte aantal opiaatverslaafden in Nederland 25.000 – 29.000 personen. Schattingen omtrent cocaïnegebruik komen uit op 27.000 recente gebruikers. Het aantal cannabis-gebruikers wordt geschat op 323.000 personen92. Deze laatste categorie heeft weinig relevantie voor vuurwapenbezit. Die kan immers met name in verband

91 Het laatstgenoemde punt is overigens niet voor niets al een decennium lang onderwerp van controverse.

worden gebracht met het gebruik van opiaten. Gebruikers van cocaïne die werden aangehouden in relatie tot vuurwapenbezit zijn doorgaans tevens actief in de drugshandel, -productie of smokkel.

Een schatting van het aantal actieve dealers in harddrugs komt uit op ongeveer 3000 - 5000. Deze schatting is gebaseerd op de constatering dat elke dealer van harddrugs zo'n 10 – 20 personen bedient, zoals uit Amerikaans onderzoek naar voren komt93. Dealers in partydrugs (met name XTC) worden hier niet mee-gerekend.

De handel in softdrugs speelt zich in Nederland grotendeels af in (gedoogde) coffeeshops94. Een schatting van het aantal verkooppunten bedraagt 840 offi-cieel gedoogde coffeeshops en daarnaast nog 1.450 illegale verkooppunten van softdrugs95.Het aantal coffeeshops, inclusief de illegale verkooppunten, bedraagt derhalve naar schatting 2.300.

De optelsom van het aantal dealers in harddrugs en het aantal coffeeshop-houders leidt tot een schatting van omstreeks 5000 - 10.000 personen, die actief zijn in deze branches.

Met de drugsdealers, oftewel degenen die daadwerkelijk in contact staan met de afnemers, is echter nog niet de hele drugswereld in beeld. Andere personen zijn betrokken bij de productie van bepaalde typen harddrugs (in Nederland synthetische drugs) en bij de logistiek van de smokkel van cocaïne en heroïne naar Nederland. Het aantal personen dat daarbij betrokken is kan slechts bij benadering worden geschat. Het aantal criminele groeperingen dat zich in Nederland bezighoudt met de productie en smokkel van drugs is al lange tijd onderwerp van schattingen en speculaties. Een bevredigende uitkomst heeft deze discussie helaas (nog) niet opgeleverd.

Een laatste invalshoek is uit te gaan van het aantal veroordelingen voor drugs-handel. Uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat het aantal eindbeslissingen in rechtbankstrafzaken per jaar omstreeks 4.850 bedraagt. Het aantal eindbeslissingen voor softdrugshandel loopt eind jaren

93 Tonry M. en J. Wilson eds, Drugs and Crime, The University of Chicago Press, Chicago and London, 1990. p. 171.

94 Er zijn overigens wel berichten dat ook de illegale straathandel weer de kop opsteekt, als gevolg van het strengere beleid ten aanzien van coffeeshops dat in veel gemeenten wordt gevoerd. Zie bijvoorbeeld de Volkskrant, 6 mei 2000, Markt overspoeld met 'baggerwiet'.

negentig sterk op en bedraagt in 1999 een aantal van 2.570 zaken96. Per jaar worden omstreeks 7.500 personen veroordeeld voor de handel in hard- en softdrugs, zo blijkt uit CBS-gegevens. Hoeveel personen niet zijn veroordeeld is echter niet te achterhalen. Volgens een krantenbericht zou het aantal perso-nen dat zich in Nederland actief bezighoudt met hennepkwekerij alleen al 100.000 personen bedragen.

De conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat een schatting van het aantal personen dat actief is in de drugswereld, te beginnen bij degenen die in direct contact met de klant staande dealers en te eindigen met degenen die verant-woordelijk zijn voor de productie van de drugs of het binnensmokkelen ervan in Nederland, een studie op zich zou vergen. Op dit moment kan niet meer worden gezegd dan dat meerdere tienduizenden tot enkele honderdduizenden Nederlander op enigerlei wijze actief zijn in het drugscircuit. Vast staat echter dat zij in belangrijke mate de afzetmarkt voor handvuurwapens bepalen.

De wereld van de overvallers

De tweede belangrijke 'wereld' waar vuurwapens in gebruik zijn is die van de overvallers. Ongeveer veertig procent van de verdachten die in het bezit van een vuurwapen worden aangetroffen wordt aangehouden in relatie tot een overval of straatroof. Ongeveer de helft van de gebruikte vuurwapens is scherp-schietend. Ongeveer een kwart van de overvallers is drugsverslaafd.

Informatie uit het Landelijk Overvallen Registratie Systeem (LORS) wijst uit dat in de vijf jaar tussen 1996 en 2000 in totaal 6.348 overvallen werden gepleegd waarbij tenminste één persoon een vuurwapen heeft gebruikt. In 1998 werd onderzoek verricht naar de achtergrond van overvallers waarbij 8.000 personen werden onderzocht die tussen januari 1988 en januari 1998 betrokken waren bij het plegen van een overval, waarbij al dan niet een vuurwapen werd gebruikt97. Uit de resultaten van dat onderzoek valt voorts af te leiden dat de eerste twee jaar bepalend zijn voor de vraag of de overvaller uitgroeit tot een 'professional'. Het delict straatroof wordt in de statistieken van het LORS niet bijgehouden. Uit het onderhavige onderzoek komt naar voren dat tussen 1998 en 2000 in totaal 3.779 overvallen werden gepleegd waarbij een vuurwapen is gebruikt.

96 Informatie via http://www.cbs.nl.. Er kan vanuit worden gegaan dat het overgrote deel van deze strafzaken overtredingen van de Opiumwet betreft die de handel in, productie van of smokkel van drugs betreft.

Het maken van een schatting van het aantal overvallers en straatrovers dat op enig moment actief is, is een moeilijk probleem. Met name de wereld van overvallers is sterk in beweging. Jaarlijks wordt meer dan 80 procent van de overvallen gepleegd door debutanten, die voor een belangrijk deel geen gebruik (kunnen) maken van een scherpschietend vuurwapen98. Op basis van een beperkte analyse van informatie die beschikbaar is over overvallers, uitgevoerd in het kader van het onderhavige onderzoek blijkt dat ongeveer 50 procent van alle overvallen gepleegd wordt met een niet scherpschietend vuurwapen99. Voor straatroof ligt dit percentage nog aanzienlijk hoger. Het aandeel overvallers dat verslaafd is aan harddrugs bedraagt ongeveer 25 procent, zo kan worden afge-leid uit de resultaten van het onderhavige onderzoek. Daarnaast blijkt uit cijfers van de politieregio Rotterdam-Rijnmond dat Antilliaanse jongeren sterk over-vertegenwoordigd zijn als het gaat om overvalcriminaliteit en straatroof. Geconcludeerd kan derhalve worden dat er sprake is van nogal wat overlap met andere categorieën waarin sprake is van een hoog risico.

In vergelijking met de drugswereld is het aantal overvallers dat zich regelmatig schuldig maakt aan berovingen met behulp van vuurwapens waarschijnlijk aanzienlijk kleiner. Daarbij moet echter in aanmerking worden genomen dat sprake is van een aanzienlijk 'dark number'. Degenen die zich bezighouden met het beroven of rippen van collega-criminelen zullen immer niet gemakkelijk worden aangegeven bij de politie. Gezien de angst hiervoor, niet alleen in de drugswereld maar bij praktisch iedereen die zich begeeft in semi-legale of illegale activiteiten, valt te vermoeden dat het hierbij een substantieel probleem betreft. Hoewel het waarschijnlijk gaat om een groep van ten hoogste enkele duizenden 'predators' is de impact die zij uitoefenen op de behoefte aan vuur-wapens bij andere personen die actief zijn in het criminele circuit aanzienlijk.

Jonge recent geïmmigreerde Antilliaanse mannen

Recent in Nederland geïmmigreerde jonge mannen van Antilliaanse afkomst vormen in termen van vuurwapencriminaliteit een derde belangrijke risico-groep. De totale Antilliaanse bevolkingsgroep in Nederland omvat 117.000 personen. Slechts een beperkt deel van de totale bevolkingsgroep, namelijk de hierboven genoemde groep, is betrokken bij vuurwapendelicten. Omtrent de omvang van de recente immigratie van jonge mannen vanuit de Nederlandse Antillen in Nederland zijn geen gedetailleerde gegevens voorhanden. Op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat de totale

immigratie (mannen en vrouwen) vanuit de Nederlandse Antillen stijgende is van 7600 personen in 1998, naar 8800 mensen in 1999, naar 10.200 personen in 2000. Een onbekend deel van deze immigratie betreft jonge mannen die in Nederland binnen de gesignaleerde risicocategorie vallen.

Een belangrijk probleem bij het schatten van de omvang van deze groep is dat zij waarschijnlijk grotendeels opgaat in andere risicogroepen. Jonge recent geïmmigreerde Antilliaanse mannen zijn in hoge mate betrokken bij de meest risicovolle activiteiten in de drugs- en prostitutiewereld (dealen van harddrugs en pooierswerk). Daarnaast maken zij zich bovengemiddeld schuldig aan overvalcriminaliteit en straatroof. Op basis van de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek is het helaas onmogelijk om te bepalen in welke mate deze probleemgroep in de laatste jaren naar Nederland is gekomen en welk aantal personen met een vergelijkbare problematiek al langer in Nederland verblijft. Bij benadering kan worden gesteld dat de totale risicogroep enkele tienduizenden personen omvat.

Met deze drie groepen kan worden gesteld dat het grootste deel van de gevallen waarin een vuurwapen wordt aangetroffen, danwel gebruikt wordt gedekt. Tezamen zijn zij immers betrokken bij 80 procent van de vuurwapengerela-teerde delicten en dus beleidsmatig het meest van belang. Een 'natte vinger' schatting van deze markt komt uit op afzetmogelijkheden voor enkele honderd-duizenden vuurwapens. Hoeveel inwoners van Nederland daarnaast een vuur-wapen zouden willen bezitten wanneer die mogelijkheid legaal zou worden geboden is een vraag waarop wij het antwoord schuldig moeten blijven.

In document Vuurwapens gezocht (pagina 144-149)