• No results found

Relaties met andere criminele activiteiten

In document Vuurwapens gezocht (pagina 123-126)

8 Jonge, recent geïmmigreerde, Antilliaanse mannen

8.2 Relaties met andere criminele activiteiten

Vuurwapencriminaliteit waarbij jonge Antilliaanse mannen betrokken zijn is voor een belangrijk deel in verband te brengen met het feit dat de verdachten actief zijn in de drugshandel en prostitutie, of zelf gebruiker zijn van drugs. Zij hebben dus evengoed als andere verdachten in de drugswereld behoefte aan bescherming van hun eigen veiligheid. De jonge Antilliaanse mannen zijn voor-al actief in de lagere regionen van de drugs- en prostitutiewereld, in casu het dealen op straat of het uitvoeren van pooierswerk.

81 Ibid.

Ruzies over achterblijvende betalingen, leveringen van slechte kwaliteit drugs, rip-offs en eventueel daaropvolgende wraakoefeningen, of problemen over prostituees die van pooier wisselen, geven ook in Antilliaanse kringen aanlei-ding tot gewelddadige actie. Gekrenkte eer en gebrek aan respèt speelt een rol wanneer (vuurwapen-)geweld aan de orde is, maar waarschijnlijk eerder als katalyserende dan als verklarende factor. Meestal missen de betrokkenen de sociale vaardigheden om een conflict op een andere manier te beëindigen dan door middel van geweld.

Bij de verdachten van Antilliaanse is afkomst is vaak een combinatie van problematiek en crimineel gedrag aan de orde. De betrokkenen maken zich bijvoorbeeld afwisselend schuldig aan drugscriminaliteit, vrouwenmishandeling, zijn actief in de prostitutie en zijn vaak ook zelf gebruiker van drugs. De vol-gende casus vormt van deze meervoudige problematiek een exemplarisch voorbeeld.

Casus

Deze casus betreft een complex van opeenvolgende voorvallen in een stad in Zuid-Nederland waarbij de hoofdverdachte van Antilliaanse afkomst is. In juli 1999 wordt hij de eerste keer aangetroffen met een vuurwapen. de aanleiding is de aanhouding van twee uit Duitsland afkomstige Turken aan de Duits-Nederlandse grens met een hoeveelheid cocaïne. Zij verklaren die te hebben gekocht bij de hoofdverdachte. Daaropvolgend wordt huiszoe-king gedaan waarbij een pistool van het merk Makarov wordt aangetroffen, overigens zonder patronen. De verdachte woont op dat moment samen met een vriendin en haar twee kinderen van 11 en 8 jaar, beide uit een eerdere relatie. Er zijn veel problemen in de relatie vanwege het cocaïnegebruik van de hoofdverdachte. Deze verklaart geen werk en geen uitkering te hebben. Zijn partner heeft echter wel een uitkering. De inkomsten van de hoofdverdachte komen volgens zijn verklaring voor een deel uit de opbrengsten die drie prostituees zouden opleveren die voor hem in een stad in het noorden van het land werkzaam zouden zijn. Hoe hij erin slaagt te garanderen dat ook zonder zijn fysieke aanwezigheid (hij verblijft zelf immers in Zuid-Nederland) de opbrengsten (deels) bij hem terechtkomen blijft een onbeantwoorde vraag. De hoofdverdachte verklaart het pistool al drie jaar in bezit te hebben. 'Ik had dit pistool ter verdediging. Als je in een bepaald wereldje zit, met die meisjes en zo, dan moet je dit hebben' Hij had het wapen al eens afgeschoten met oud en nieuw om te zien of het werkte. Zijn vriendin was op de hoogte van het vuurwapen en bleek de patronen te hebben weggegooid om te voorkomen dat er ongelukken zouden gebeuren. In juni 2000 volgt een nieuw vuurwapendelict naar aan-leiding van een ruzie met een collega-dealer die in dezelfde straat woont. De hoofd-verdachte dreigt deze 'af te knallen als hij zijn klanten blijft pikken' en dreigt daarbij met een op een vuurwapen lijkend object. Dit wapen wordt echter bij deze gelegenheid niet aangetroffen. Wel vindt de politie bij een latere gelegenheid twee imitatiewapens in het huis van de hoofdverdachte. Voor deze bedreiging wordt hij veroordeeld tot enkele maanden celstraf. Na zijn vrijlating is hij onmiddellijk weer begonnen met het gebruik van grote hoeveelheden cocaïne. Uiteindelijk betreft het vier gram per dag. Hij wordt daarvan hoe langer hoe meer paranoïde, zo komt uit verklaringen naar voren. In september 2000 volgt de voorlopig laatste overtreding van de Wet Wapens en Munitie. De hoofdverdachte bedreigt daarbij de broer van zijn vriendin, met twee vuurwapens. Over en weer is al langer sprake van bedreigingen, naar aanleiding van de relationele problemen waarbij de

hoofdverdachte zijn vriendin mishandelt. Haar broer is zelf eveneens drugsdealer en zou de elfjarige stiefzoon van de hoofdverdachte als koerier hebben gebruikt in de tijd dat de hoofdverdachte zelf in detentie zat. Dit vormde de aanleiding tot de bedreiging met de vuurwapens. Deze had hij voor de gelegenheid geleend van een vriend. De politie treft de wapens aan bij een huiszoeking in de schooltas van één van zijn stiefzoontjes. De verdachte had de vuurwapens daarin verborgen. Tijdens de zoeking worden ook nog twee imitatiewapens gevonden. Eén daarvan had zijn stiefzoon op de kermis gewonnen.

Een kenmerk van schietincidenten waarbij Antilliaanse verdachten betrokken zijn is dat ook personen die nog maar net in Nederland zijn gearriveerd zeer snel in zware criminaliteit betrokken kunnen raken. Daarbij moet echter rekening worden gehouden met het feit dat de desbetreffende verdachten in Nederland niet in verband zijn gebracht met criminele activiteiten. Het gaat echter regelmatig om verdachten die op de Antillen al een criminele carrière hebben opgebouwd en vaak zelfs al een gevangenisstraf achter de rug hebben. Het is voorts niet altijd duidelijk of de betrokkenen niet al eerder, nog op de Antillen, met elkaar te maken hebben gehad. Een voorbeeld van een dergelijke zaak speelt zich af in een stad in het zuiden van het land, medio 2000.

Casus

Het slachtoffer is pas vier dagen in Nederland en hier naartoe gekomen omdat zijn vriendin moet bevallen. Tijdens een bezoek aan een bar krijgt hij om onduidelijke redenen ruzie met twee jongens, waarop allen uit de gelegenheid verwijderd worden. De vechtersbazen zetten de ruzie buiten voort. Degene die als slachtoffer wordt aangemerkt probeert nogmaals verhaal te halen bij de andere jongens als deze in hun auto zijn gestapt met de bedoeling weg te rijden. De latere schutter roept uit met rust gelaten te willen worden ('Kita Bo Kadena83') en zet een en ander kracht bij door in de lucht te schieten met zijn pistool (of een gericht schot af te vuren, de verklaringen van verdachten of getuigen zijn daarover niet helder). Hij kan even later worden aangehouden, waarbij het wapen wordt aangetroffen. De schutter verklaart tegenover de politie dat zijn tegenstrever zich reeds in de bar zeer agressief tegenover hem gedroeg, waarvoor hij geen reden kon of wilde geven. Degene die de schoten afvuurde is afkomstig uit een stad in het westen van het land en is reeds meerdere malen met politie in aanraking geweest, onder meer naar aanleiding van een overval waarbij gebruik werd gemaakt van een alarmwapen en voor vechtpartijen. Voor de overval is hij reeds tot 20 maanden veroordeeld geweest. Hij woont in bij zijn vader, heeft geen diploma, werk of uitkering. Hij gebruikt weed en cocaïne in combinatie, maar is niet verslaafd. De auto was geleend. Over de aanleiding om het vuurwapen te bezitten, alsmede op de vraag hoe vaak en waarom hij in de stad komt waar het voorval zich afspeelde wil de verdachte geen verklaringen afleggen. Het 'slachtoffer', die kennelijk besloten heeft in Nederland te blijven, komt korte tijd later weer in aanraking met de politie naar aanleiding van een ontvoering. Dit delict vloeit voort uit het feit dat een familielid is vermoord. Deze is neergeschoten in zijn woning. De verdachte en enkele vrienden verdenken een mede-bewoner van het pand ervan de dader behulpzaam te zijn geweest door de deur voor hem te openen. Zij willen ook graag weten of hij de moordenaar mogelijkerwijs heeft herkend.

Deze persoon wordt gedwongen in een auto te stappen. Nadat de betrokkene indringend is ondervraagd en mishandeld zijn de verdachten er voorshands van overtuigd dat hij geen verdere details kan verschaffen. In een ander deel van Nederland gooien ze hem tenslotte uit de auto. De politie kan de verdachten van deze zaak later aanhouden.

In document Vuurwapens gezocht (pagina 123-126)