• No results found

Handel in vuurwapens: verklaringen van aangehouden verdachten

In document Vuurwapens gezocht (pagina 156-160)

11 Handel in illegale vuurwapens in Nederland

11.3 Handel in vuurwapens: verklaringen van aangehouden verdachten

Verklaringen van aangehouden verdachten over de herkomst van het vuurwapen die tijdens politieverhoren worden afgelegd, worden door de politie meestal niet erg serieus genomen. De gangbare opvatting is dat de aangehouden verdachten daarover een onzinverhaal vertellen109. Op basis van de informatie die later in dit hoofdstuk gepresenteerd wordt hebben zij daarin waarschijnlijk niet geheel

107 Men moet zich daarvan overigens geen al te dramatische voorstellingen maken. Meestal wordt een kennis die toevallig een rijbewijs en auto heeft gevraagd te rijden, bijvoorbeeld omdat degene die het wapen wil kopen te jong is of zelf niet over een vervoermiddel beschikt.

108 Waarbij de ouders vaak nadrukkelijk schoortvoetend met de aankoop akkoord waren gegaan, onder voorwaarde dat hun zoon het wapen nooit mee naar buiten zou nemen.

ongelijk Over het algemeen besteden de verbalisanten in het verhoor van een verdachte die is aangehouden terzake een vuurwapendelict weinig aandacht aan de herkomst van het vuurwapen. Wanneer een verklaring enigszins in de buurt komt van iets wat de verbalisant plausibel voorkomt wordt daarmee al snel genoegen genomen. Het regent dan ook verklaringen waarin het vuurwapen is gekocht van iemand die volgens de gangbare inzichten heel wel betrokken zou kunnen zijn bij vuurwapenhandel, zoals een 'Zuid-Europees uitziend persoon, waarschijnlijk een Joego' of 'een Surinamer die altijd in de Bijlmer rondhangt, in de buurt van een voetbalstadion'. Kenmerkend voor de verklaringen is dat ze niet of nauwelijks controleerbare details bevatten.

Het voordeel van een onderzoek in alle Nederlandse politieregio's is echter dat een totaaloverzicht kan worden verkregen van de gebruikelijke verklaringen die verdachten afleggen omtrent de wijze waarop zij aan het vuurwapen zijn gekomen. Daarmee is nog niet gezegd dat deze verklaringen ook in alle opzich-ten 'waar' zouden zijn. Enerzijds zijn er aspecopzich-ten waar de verdachte weinig risico loopt met het vertellen van de waarheid, bijvoorbeeld als het gaat om de aankoopsprijs of de periode dat hij het vuurwapen al in bezit had. Gegeven het genoegen waarmee in sommige verklaringen wordt gerept van de wijze waarop is afgepingeld op de vraagprijs en de aanzienlijke consistentie in de genoemde aankoopbedragen, mag worden aangenomen dat de prijzen die worden genoemd aardig waarheidsgetrouw zijn.

Anderzijds zijn er aspecten waar de verdachte waarschijnlijk een weinig plausi-bele verklaring zal afleggen, bijvoorbeeld op vragen over degene die hem het wapen heeft geleverd en waar dit is gebeurd. Deze informatie is niettemin opgenomen in het rapport omdat het niet alleen een goed beeld geeft van de verhalen die de leveranciers kennelijk meegeven aan de afnemers om te vertellen aan de politie in geval van aanhouding, maar ook van hetgeen de verbalisanten kennelijk als een acceptabel verhaal van een verdachte beschou-wen.

Tabel 11.2: Aankoopbedrag vuurwapen volgens verklaring verdachte (N = 204). Bedrag Percentage < € 250 12% € 250 – 700 34% € 700 – 1200 19% > € 1200 3% Nvt, gekregen of geleend 10% Onbekend 22% Totaal 100%

In de tabel is weergegeven wat de aankoopbedragen zijn van scherpschietende vuurwapens. Het merendeel hiervan heeft betrekking op pistolen of revolvers. De tabel laat zien dat het meest genoemde aankoopbedrag tussen de 250 en 700 euro ligt. Het meest genoemde aankoopbedrag is € 682 (oftewel 1.500 gulden). Geweren (kogel- of hagelgeweren) zijn naar verhouding goedkoper op de ille-gale markt. Deze vuurwapens worden over het algemeen verkocht voor bedra-gen rond de 227 euro (500 gulden). De verklaring hiervoor is waarschijnlijk dat deze wapens minder gemakkelijk te verbergen of mee te voeren zijn en vanuit die optiek niet erg geschikt om ergens ongezien mee naartoe te nemen. Deze wapens liggen derhalve zowel niet goed in de markt bij personen die een vuur-wapen voor hun eigen veiligheid nodig hebben en het bij zich willen dragen, als bij degenen die er een overval of straatroof willen plegen. Dergelijke wapens worden dan ook vooral aangetroffen in woningen of auto's. Het meest prijzig zijn machinepistolen, die vanaf €1900 (4200 gulden) worden aangetroffen.

Tabel 11.3: Periode dat het vuurwapen in bezit is volgens verklaring verdachte (N = 204). Percentage < 1 week – 3 maanden 18% 3 maanden – 1 jaar 11% 1 – 5 jaar 13% > 5 jaar 6% Onbekend 52% Totaal 100%

Het grootste deel van de in beslag genomen vuurwapens waarover de verdach-ten een verklaring afleggen, blijkt binnen een jaar na aankoop door de politie te zijn aangetroffen. Het komt relatief minder voor dat een vuurwapen direct

voorafgaand aan de inbeslagname (al dan niet in relatie tot crimineel gebruik van het wapen) is gekocht. Wel is 15 procent van de vuurwapens in beslag-genomen binnen drie maanden na aanschaf. Het komt minder vaak voor dat het wapen al langer dan vijf jaar in bezit is voordat het wordt gebruikt of aan-getroffen.

De volgende tabellen bieden een overzicht van de gemeente en de lokatie waar de aangehouden verdachte volgens zijn verklaring het vuurwapen heeft gekocht. Deze gegevens bieden slechts in beperkte mate inzicht in de werkelijke plaatsen waar de vuurwapens zijn verkregen, maar laten vooral zien met welke verkla-ring in de politieverhoren wordt volstaan.

Tabel 11.4 Gemeente waar het wapen is gekocht volgens verklaring verdachte (N = 204). Percentage Amsterdam 15% Antwerpen 5% Rotterdam 8% Utrecht 5% Den Haag 5%

Andere gemeente in Nederland 25%

Andere gemeente in België 9%

Anders Buitenland 6%

Nvt, gekregen of geleend 10%

Onbekend 12%

Totaal 100%

De tabel laat zien dat de grote steden, met inbegrip van Antwerpen, in 38 procent van de gevallen worden genoemd als de plaats waar het vuurwapen is gekocht. Amsterdam neemt daarbij de belangrijkste positie in. Tot slot kan worden geconstateerd dat 20 procent van de vuurwapens door de gebruiker zelf is aangeschaft in het buitenland. Of aan de gegevens in de tabel vergaande conclusies verbonden kunnen worden is overigens de vraag. Het lijkt er ook op dat steden als Amsterdam of Antwerpen vooral worden genoemd om een 'sociaal wenselijke' verklaring af te leggen aan de politie, oftewel een plaats te noemen die op voorhand niet ongeloofwaardig klinkt. Het noemen van een klein dorp op het platteland zal ongetwijfeld nadere vragen oproepen bij een verbalisant, terwijl een grote stad dat niet doet.

Tabel 11.5: Lokatie waar het wapen is gekocht volgens verklaring verdachte (N= 204).

Percentage

Automarkt, vrije markt of beurs 8%

Op straat 11%

Horecagelegenheid 31%

Feest 1%

Woonwagenkamp 1%

Legaal gekocht wapenhandel 4%

Anders 3%

Nvt. Gekregen of geleend 10%

Onbekend 42%

Totaal 100%

Het merendeel van de vuurwapens is gekocht in een horecagelegenheid, waarbij ook hier de mogelijkheid dat de verdachten daarover een onbetrouwbare verkla-ring afleggen niet ondenkbeeldig is. Uit opspoverkla-ringsonderzoek blijkt dat horeca-gelegenheden vooral dienstdoen als plaatsen waar over de aanschaf en prijzen onderhandeld wordt, of waar simpelweg wordt afgesproken om elkaar te ont-moeten. Daarnaast wordt de verkoop op straat of op een auto- vrije of andere markt regelmatiger genoemd dan andere mogelijkheden. 4 procent van de aan-gehouden verdachten zegt het wapen te hebben gekocht bij een legale wapen-handelaar. Daarbij gaat het echter zonder uitzondering om wapenhandelaars die in het buitenland gevestigd zijn. Genoemd worden België en Tsjechië. Met name de lokaties die in de verklaringen worden genoemd kunnen over het algemeen als relatief onbetrouwbaar worden beschouwd. In de volgende para-graaf worden hier de feiten tegenover gezet zoals die uit opsporingsonderzoek naar voren komen.

11.4 Handel in vuurwapens: informatie uit opsporingsonderzoek

In document Vuurwapens gezocht (pagina 156-160)