• No results found

Hoofdstuk 5: Vergelijking van de representaties

5.1. Verwachtingsverwachting in het Efteling narratief

Vaste doelstellingen van het Eftelingbeleid zijn meer publiek aantrekken, bezoekers vermaken en hen elk een eigen, individuele belevenis geven.351 Het vermaak en individualisme van de bezoeker staat voorop. Om deze doelen te realiseren, gebruikt de Efteling verwachtingsverwachting. Via deze verwachtingsverwachting kan de Efteling anticiperen op het gedrag en de belevenis van haar bezoekers. Dit anticiperen bepaalt zo deels hoe het beleid vorm wordt gegeven: de Efteling kan verwachtingen bevestigen (normatief) of juist opponeren (cognitief) door te kiezen voor het 'onverwachte'.352 Deze keuze bepaalt niet alleen hoe een

bezoeker het park beleeft, maar ook hoe bezoekers met elkaar over het park of over een attractie communiceren. Om de verwachtingen van een bezoeker te weerspiegelen of tegen te spreken, gebruikt de Efteling beeldvorming en storytelling. Het instrument storytelling komt terug in de twee verhaallijnen die de Efteling gebruikt: enerzijds is het een sprookjespark en anderzijds hebben alle attracties, in meer of mindere mate, een eigen verhaal en thema.353 De manier waarop de beelden in een attractie worden ingezet om het verhaal, dan wel het thema, over te brengen zorgt ervoor dat de Efteling een normatieve of cognitieve reactie oproept. Zo houdt de Efteling iedere keer een spiegel voor die reflecteert naar het eigen gedachtegoed of eigen interpretaties van de bezoeker.354 Deze twee instrumenten leveren dus een elementaire bijdrage aan de belevenis van een bezoeker.355

In het kader van cultuurrepresentatie kiest de Efteling voor een cognitief beeld met normatieve elementen (stereotiepe beelden). Dit cognitieve beeld ontstaat door de – geheel in lijn met de

351 Rudi Laermans, Communicatie zonder Mensen. Een systeemtheoretische inleiding in de sociologie (Boom,

Amsterdam 1999) 236.

352 Ibidem, 251 en 284; David Seidl en Kai Helge Becker, Niklas Luhmann and Organization Studies (Liber &

Copenhagen Business School Press, Kopenhagen 2005) 64-82.

353 Monique E.J. Hover, De Efteling als ‘Verteller’ van Sprookjes (Tilburg University, Tilburg 2013) 38. 354 Ibidem.

355 Rudi Laermans, Communicatie zonder Mensen. Een systeemtheoretische inleiding in de sociologie (Boom,

111 twee verhaallijnen van de Efteling – vermenging van een cultuurrepresentatie met een verhaal of sprookje. Derhalve wordt de herkenbare representatie van een cultuur vertroebeld door sprookjeselementen en -thematisering, wat een cognitief beeld geeft dat de bezoeker verrast.

Door aan dit bevreemdende beeld juist herkenbare, stereotiepe beelden van een cultuur toe te voegen, wordt de verwachting van de bezoeker bevestigd. Het is echter opvallend dat de Efteling ervoor gekozen heeft de Oosterse en Afrikaanse cultuur te representeren met beelden die stammen uit de tijd waarop het Westen ten tijde van de koloniale overheersing het Oosten en Afrika heeft gerepresenteerd. Deze beelden zijn dus door de jaren heen dusdanig herkenbaar geworden dat ze aansluiten bij de culturele verwachtingen en zodanig een tweedelige associatie oproepen: het sluit zowel aan bij de culturele assumpties van de bezoekers als dat het de belevenis van de bezoeker intensiveert.356

De opkomst van het postmodernisme en het oriëntalisme heeft ervoor gezorgd dat het gebruik van deze representaties lastiger is geworden. Er is meer behoefte aan nuancering of duiding en minder aan stereotypering. Het is onzeker wat het effect hiervan is op de verwachting van de Eftelingbezoeker, maar het roept de vraag op in hoeverre bepaalde representaties in de huidige samenleving nog ‘cultureel houdbaar’ zijn.

De bezoekers plaatsen de attracties en verhalen binnen de herkenbare verhaallijn van de Efteling als sprookjespark. Bovendien neemt het normatieve karakter toe met elke keer dat een bezoeker een rit maakt in de attractie, omdat de cognitieve indruk van de attractie verzwakt, maar de herkenning toeneemt.357 Oftewel: de communicatie van het object – de attractie – met de bezoeker verandert. Deze 'normativering' van een attractie kan een halt toegeroepen worden door het verhaal of de beelden aan te passen, waardoor het cognitieve karakter van de attractie weer toeneemt. Dit is echter zowel technisch als financieel niet haalbaar. Omdat attracties een steeds meer normatievere reactie opwekken, wordt ook de verwachting van het gehele park aangetast. De bezoeker is steeds bekender met de attracties en verhalen, herkent deze steeds beter en vormt zo een normatieve verwachting van de Efteling als sprookjespark.

Zoals reeds vermeld, berusten (interne en externe) keuzes van de Efteling op de verwachtingsverwachting van haar bezoekers.358 De verwachtingen van het park, die met elk bezoek worden versterkt, zorgen ervoor dat de beelden die de Efteling gebruikt herkenbaar

356 David Seidl en Kai Helge Becker, Niklas Luhmann and Organization Studies (Liber & Copenhagen Business

School Press, Kopenhagen 2005) 64-82.

357 Niklas Luhmann, ‘The Paradox of Decision Making’ in: Niklas Luhmann and Organization Studies (Liber &

Copenhagen Business School Press, Kopenhagen 2005) 85-106.

112 blijven en een stempel op het park drukken.359 Dit beïnvloedt zowel de keuze voor de Efteling

als daguitje (extern), als de keuzes voor attracties in het park (intern). Door het eerste narratief te laten aansluiten op het tweede narratief biedt de Efteling een onderscheidend aanbod, wat een verhoogde kas voor de Efteling als daguitje oplevert. Voorts versterkt interne concurrentie tussen attracties de externe keuze voor de Efteling; binnen het park worden bezoekers constant door meerdere attracties aangetrokken en geënthousiasmeerd, waardoor ze weten dat zij in de Efteling een groot aanbod van plezierige attracties vinden.