• No results found

Hoofdstuk 2: De ‘Oosterse’ Efteling

2.2. Fata Morgana

Historische context: De luchtspiegeling van de Efteling

Nadat de Vliegende Fakir gebouwd is, duurt het enige tijd voordat de Efteling besluit om een nieuwe attractie te baseren op het Midden-Oosten. Pas in 1981 wordt beslist om te investeren in een nieuw, omvangrijk Oosters project:

“Aanvankelijk wordt er in 1981 gesproken over vijf grote projecten die de ‘nieuwe Efteling’ inhoud en vorm moeten geven. Dat zijn de rapid-ride, de 1001-nachtshow, de verandering van het treintraject, Gullivers Reizen en het Carcassone-project. […] In de tweede helft van 1981 krijgen de rapid-ride en de 1001 nachtshow wel steeds meer voet aan de grond.”102

Het idee en het ontwerp voor de attractie zelf haalt attractiebedenker Ton van de Ven uit het eerdergenoemde, door Pieck geïllustreerde, werk ‘Alle verhalen van 1001 nacht’.103 De

102 Henk vanden Diepstraten, De Efteling, Kroniek van een Sprookje 1952-2002 (Tirion Uitgevers, Baarn 2004)

171.

103 Redactie de Waarheid, ‘In de Efteling komt de 1001 nacht tot leven’ in: De Waarheid (24-02-1982).

39 inspiratie voor het type attractie haalde Van de Ven uit de Pirates of the Caribbean-attractie in Disney World in de Verenigde Staten. De '1001-nachtshow' zou bestaan uit verschillende zalen waar grootse, sprookjesachtige taferelen getoond werden.104 De eerste ontwerpen voor de

attractie bevatten een koepel en een minaret of juist veel torentjes en sierlijke afwerkingen (zie Afbeelding 9). Volgens het ontwerp zouden deze taferelen losse beelden uit Duizend-en-een- nacht-sprookjes laten zien, waaraan de bezoeker een eigen interpretatie en invulling zou mogen geven.105 Op deze manier zou de bezoeker uitgedaagd worden om een eigen beeld te ontwikkelen van het Midden-Oosten op basis van de beelden in de attractie.

De ontwikkeling van de attractie liep vertraging op, doordat het technische ontwerp steeds ambitieuzer werd. Zo was de wens ontstaan om mechanisch voortbewegende poppen te ontwikkelen, wat echter minimaal vier jaar zou duren om te ontwikkelen. Tevens verlangden de ontwerpers een authentiek Marokkaanse inrichting, waarvoor voorwerpen uit Marokko overgebracht moesten worden. Een kenmerkend voorbeeld hiervan zijn de geurverspreiders die de Efteling uit het Midden-Oosten liet overkomen, om kruidige geuren (zoals appel) en wierook tijdens de rit te kunnen verspreiden.

In 1985 is de naam '1001-nacht-show' veranderd in 'Fata Medina, de Verboden Stad'. Omdat gevreesd werd dat deze naam, vanwege de naam van de heilige stad Medina, aanstoot kon geven, koos de Efteling er, na een enquête onder personeelsleden, voor om Medina te veranderen in Morgana.106 Fata Morgana betekent luchtspiegeling, hetgeen goed aansloot bij het doel van de attractie. De uiteindelijke naam werd daarom 'Fata Morgana, de luchtspiegeling van de Verboden Stad'. Toen de Fata Morgana in 1986 eindelijk klaar voor gebruik was, werd veel aandacht aan haar opening gewijd. Personeelsleden verwelkomden de gasten in Marokkaanse outfits, exotische dieren voerden acts uit en er werden Oosterse drankjes en hapjes geserveerd.

De attractie bleek populair te zijn, waardoor enkele aanpassingen in de directe omgeving van de attractie volgden: er kwam een speciale Fata Morgana-winkel en Oosters evenementencomplex, het plein voor de attractie werd opnieuw betegeld, in het meer werd een watershow (Aquanura) voor de attractie aangelegd en de buitenrij werd overdekt. Tijdens de beginjaren was live entertainment een belangrijk onderdeel van de attractie; zo liep een tovenaar

104 Ton van de Ven Fan-site, Interviews: TVDVFS – Ton algemeen (14-04-2012) via

http://www.tvdvfs.nl/interviews/, laatst geraadpleegd op 29-08-2017.

105 Ibidem.

106 Henk vanden Diepstraten, De Efteling, Kroniek van een Sprookje 1952-2002 (Tirion Uitgevers, Baarn 2004)

40 rond en begeleidden Oosters verklede figuren de bezoekers naar de boten. Dit entertainment stopte – afgezien van extreem drukke dagen in de zomer – tijdelijk in 1997. In 2000 startte een veranderde act met een kamelendrijver, tapijtvlieger en steltlopers in Oosterse kostuums. De afgelopen jaren wordt de act 'Nadir de Kwakzalver' ingezet; een act met echte slangen en met echte kamelen waar bezoekers op kunnen rijden. Daarnaast kunnen bezoekers bij diverse marktkraampjes Oosterse souvenirs kopen en over de prijs onderhandelen. Bij de Fata Morgana-winkel kunnen bezoekers Oosterse producten tegen een vaste prijs kopen. Dit additionele vermaak versterkt het Oosterse gevoel van de attractie en de beleving van de bezoeker. Tot de komst van de Droomvlucht in 1992 gebruikte de Efteling de populaire Fata Morgana als promotiebeeld in verschillende kranten en (jeugd)bladen.

Visueel: De verbeelding van Fata Morgana

De attractie bestaat uit veertien verschillende ruimtes, waarbij elke ruimte verwijst naar een Duizend-en-een-nacht-sprookje of ander willekeurig Oosters beeld. Deze beelden en scènes zijn gebaseerd op tekeningen van Pieck.107 De bezoekers varen met boten door deze ruimtes heen. De attractie begint en eindigt met een junglesetting. In de eerste ruimte staat in de verte een Oosters paleis en hangen vooraan slangen in de bomen. Een tovenaar opent met een toverstaf de grote stenen poort van het paleis. De route vervolgt naar de tweede ruimte: een armenwijk, waar bedelaars om geld smeken en een man een ezel over een kapotte brug probeert te krijgen. De boot vaart vervolgens langs een markt met slangenbezweerders, een (vliegend)

107 Ibidem, 194.

41

Afbeelding 10: Overzichtsweergave van de Fata Morgana. Van rechts naar links en van boven naar onder: opstaphal, armenwijk, haven, troonzaal, schatkamer, schatkamer, kantelkamer, voorportaal, jungle, marktscène en de harem.

42 tapijt, flessen- en fruitverkopers en iemand die zijn tand laat trekken.Hierna vaart de boot het riool in, waar bezoekers twee krokodillen zien en ratten aan een kadaver zien knagen. Vervolgens stopt de boot op het sein van twee mannen. Pas als de boot gestopt is, openen zij het hek en vervolgt de route naar het voorportaal van de gevangenis, de zesde ruimte, waar de boot bij binnenkomst wordt beschoten door een Arabier bewakers naar buikdansers zitten te kijken. De boot draait naar de andere zijde. Daar is een gevangenis verbeeld. Gevangen lopen rondjes in een rad terwijl zij bewaakt worden door een wachter met een zweep. In de rotswand zijn cellen uitgehakt, waar soms gevangen, maar ook een oude bewaker met een grote gier, in zijn opgesloten. Deze cellen staan deels onder water. Een tovenaar tovert een doorgang naar de volgende scène. In deze achtste ruimte is zowel een Oosters paleis met een luierende tijger te zien als een haven waar een groot schip en kleine boot met glinsterende handelswaar liggen aangemeerd. Chique handelaars verkopen goud en wierook aan elkaar en een wachter temt een tijger. In de volgende ruimte passeert de boot een lage kade waar een schaars geklede vrouw op een sofa ligt. Achter haar borstelen verschillende dames elkaars haren, terwijl zij toegefluisterd worden door een aantal verscholen mannen achter een struik. Een roodfluwelen gordijn opent de doorgang naar de troonzaal, waar chique geklede Arabieren met elkaar praten, terwijl bedienden tussen hen doorlopen en de sultan op het hoogste punt zit. Hij is omringd door lijfwachten en buikdanseressen. Een nieuw gordijn opent en de elfde ruimte verschijnt. Een in een Oosters gewaad geklede djinn (108) neemt de gehele ruimte in beslag. Onder zijn voeten liggen juwelen, vazen, dukaten, kisten met goud en een borstbeeld. Met zijn ogen volgt hij de boot en met zijn handen houdt hij de pilaren vast van het dak, waardoor het dak schudt. Een derde tovenaar leidt de boot middels handgebaren richting een muur, maar een botsing wordt voorkomen doordat de muur splijt en een nieuwe doorgang verschijnt. Vervolgens komt de boot in een verduisterde ruimte, waarvan de muren bedekt zijn met bogen, ornamenten en waterspuwers. In de ruimte woedt een storm. De boot betreedt de op een na laatste kamer via een poort met een slangachtig hoofd, waarvan laserstralen uit de ogen schieten. Omdat de kamer een paar graden naar links is gekanteld, lijkt het net alsof de boot kapseist. Ten slotte komt de boot terug in de jungle, waarna de bezoekers de instaphal bereiken.

43 De attractie representeert de Oosterse cultuur door ‘realistische’ kenmerken uit de Marokkaanse (straat)cultuur te combineren met elementen uit Duizend-en-een-nacht-sprookjes. Opvallend is dat de beeldvorming dus in grote mate gebaseerd is op kenmerken van de Noord-Afrikaanse cultuur, zoals vrouwelijkheid, erotiek en exotisme.109 Dit is terug te zien in de wijze waarop kledingstijl, muziek en bewegingen (buikdansen) verbeeld zijn in de Fata Morgana. Hierdoor versterkt de attractie met deze beelden de homogeniteit van de Noord-Afrikaanse cultuur en Midden-Oosten-cultuur. Aan deze attractie worden sprookjesbeelden toegevoegd, zoals de djinn.110 De djinn heeft als enige element uit Duizend-en-een-nacht een eigen plaats en verhaal gekregen binnen de Efteling.111

Verhaal: Muziek en verhaal in de ‘Arabische nachtshow’

De Fata Morgana gebruikt geen expliciete storytelling. Nergens hangen bordjes en er is tevens geen audiobegeleiding tijdens de rit. Slechts een paar poppen in de attractie hebben tekst, maar zij vertellen geen verhaal. Zo zeggen de bedelaars: “Baksjies! Baksjies! Bitte, bitte Deutsche Mark. Een centje of een goelden, alsublieft! S’il vous plaît, peu d’argent! Je vous en prie. Dollars please! Baksjies!”112 Ook roepen een aantal wachters en mannen bezoekers op om niet meer verder te gaan.113 Evenmin is de attractie op één verhaal gebaseerd; juist de diversiteit aan beelden en verhalen vormen de kern van de attractie.114 Door zonder verhalende tekst en muziek, maar met verschillende beelden verhalen aan de bezoeker over te brengen, gebruikt de Fata Morgana impliciete verhaalvertelling.115 Een van de ontwerpers, Van de Ven, besefte

109 John MacKenzie, Orientalism; History, Theory and the Arts (Manchester 1995) XII.

110 Monique E.J. Hover, De Efteling als ‘Verteller’ van Sprookjes (Tilburg University, Tilburg 2013) 172. 111 Ibidem.

112 Eftepedia, ‘Fata Morgana’ via https://www.eftepedia.nl/lemma/Fata_Morgana, laatst geraadpleegd op 29-08-

2017.

113 Daarnaast zijn er ook nog verschillende geluidseffecten zoals het geluid van de tovenaars die magie

uitoefenen, dierengeluiden, de grom van de djinn en kerkergeluiden. Deze worden buiten beschouwing gelaten.

114 Monique E.J. Hover, De Efteling als ‘Verteller’ van Sprookjes (Tilburg University, Tilburg 2013) 199. 115 Ibidem 25.

44 echter dat de bezoeker de Duizend-en-een-nacht-sprookjes niet echt kent:

“Nou, Scheherazade kregen ze al bijna niet uitgesproken, daar begon het al mee, voor de verdere rest dan was het: ja, iets met Ali Baba en hoeveel rovers, waren het er veertig of zeven, dat wisten ze al niet meer. Dat was alles, dat was de kennis van de sprookjes van Duizend-en-een-nacht.”116

Hierdoor draait de Fata Morgana niet langer om herkenning van deze sprookjes, maar om herkenning van het thematische Oosterse. De achtergrond van de Duizend-en-een-nacht- sprookjes heeft zo aan betekenis ingeboet.117 Slechts de djinn zorgt voor enige herkenbaarheid bij de bezoeker. Dit is dan ook het enige element uit de Fata Morgana dat een eigen plaats en verhaal heeft gekregen in de Efteling(-media). Het voordeel van deze onbekendheid bij de bezoeker is dat de Duizend-en-een-nacht-sprookjes goed aansluiten bij het beeld van originaliteit, mystiek en verwondering dat de Efteling wil uitstralen.118 Zij willen het ‘ambassadeurschap’ voor sprookjes in het park opbouwen.119 Tevens realiseerde Van de Ven dat de 'standaard'-sprookjes waarover attracties gemaakt konden worden bijna op waren.120 Hoewel deze 'standaard'-sprookjes ook later nog gebruikt zijn voor attracties, gaf de Fata Morgana volgens Van de Ven het startsein om nieuwe, eigenzinnige sprookjes in een groot en fantastisch decor te ontwikkelen. De voor eigen interpretatie vatbare Oosterse beelden vormen daarom het verhaal van de attractie.121 De bezoeker vult het verhaal tijdens de rit zelf in: het gaat om de individuele belevenis. De spanningsboog in de attractie is, door het gebruik van schrikmomenten en verrassende wendingen in beelden en route, wel vergelijkbaar met de verhaallijn in sprookjes.122

Belevenis: De multisensorische Fata Morgana

Uit het ontbreken van een eenduidig, expliciet verhaal bij deze attractie blijkt dat het gericht is op de individuele interpretatie en belevenis van de bezoeker. Over dit type attractie schrijft de Efteling:

“Maar bij het type attractie dat wij brengen, is het heel belangrijk dat de intimiteit

116 Henk vanden Diepstraten, De Efteling, Kroniek van een Sprookje 1952-2002 (Tirion Uitgevers, Baarn 2004)

149.

117 Monique E.J. Hover, De Efteling als ‘Verteller’ van Sprookjes (Tilburg University, Tilburg 2013) 225. 118 Ibidem, 140.

119 Ibidem, 172.

120 Henk vanden Diepstraten, De Efteling, Kroniek van een Sprookje 1952-2002 (Tirion Uitgevers, Baarn 2004)

140.

121 Monique E.J. Hover, De Efteling als ‘Verteller’ van Sprookjes (Tilburg University, Tilburg 2013) 149. 122 Ibidem, 215.

45

gehandhaafd blijft en dus moet je ervoor zorgen dat je de massa weer omvormt tot individuen.”123

Volgens Kirshenblatt-Gimblett kan de keuze voor een binnen- of buitenattractie de gevoelens, zoals het gevoel van intimiteit, van een bezoeker beïnvloeden.124 Door een attractie binnen te laten plaatsvinden, kunnen invloeden van buitenaf beter geëlimineerd worden, waardoor er een sterker gevoel van onderdompeling kan worden gecreëerd.125 Om deze reden is de Fata Morgana, in

tegenstelling tot de Vliegende Fakir, een overdekte attractie: een dark ride waarbij bezoekers via een vaste route kennisnemen van beelden. De attractie neigt, door het op verwondering gelegde accent, in de categorie van passieve participatie te vallen doordat er sprake is van onderdompeling. De Fata Morgana vereist namelijk niet alleen dat de bezoeker het tafereel bekijkt, maar bevindt zich in een multisensorische omgeving waardoor er vele zintuigen worden geprikkeld.126 Binnen deze omgeving zitten bezoekers passief in de boot; er wordt van hen geen interactie of activiteit verwacht en ze hebben geen invloed op het verhaal. Deze combinatie van multisensorische omgeving, passieve participatie en de keuze voor een dark ride leggen sterk de focus op de esthetiek van de attractie, waarin de bezoeker wordt ondergedompeld.

Ook de vijf redenen van Pine en Gilmore om de belevenis van de bezoeker te versterken, lijken te zijn toegepast op de Fata Morgana. Zowel buiten als binnen de attractie worden bepaalde verwachtingen bij de bezoeker geschept door het gebruik van stereotiepe Oosterse beelden. De bezoeker ziet aan de buitenkant een omvangrijk Oosters paleis; op sommige momenten zelfs met live entertainment.127 Bij binnenkomst worden de verwachtingen versterkt door de

Oosterse vormgeving, bijvoorbeeld in de muziek, architectuur en de marktscène. Vervolgens zijn er tijdens de rit Oosterse poppen van gesluierde vrouwen, dieren, wachters en een sultan te

123 Ibidem, 217.

124 Barbara Kirshenblatt-Gimblett, Destination Culture: Tourism, Museums, and Heritage (University of

California Press 1998) 136-141.

125 Van de Ven voegt hieraan toe: tenzij er een schreeuwende consument in de gondel hangt. Ton van de Ven

Fan-site, Interviews: TVDVFS – Ton algemeen (14-04-2012) via http://www.tvdvfs.nl/interviews/, laatst geraadpleegd op 29-08-2017.

126 Monique E.J. Hover, De Efteling als ‘Verteller’ van Sprookjes (Tilburg University, Tilburg 2013) 328. 127 Henk vanden Diepstraten, De Efteling, Kroniek van een Sprookje 1952-2002 (Tirion Uitgevers, Baarn 2004)

140.

46 zien. Deze beelden worden ondersteund door de typisch Oosterse geuren die tijdens de rit verspreid worden en de muziek waarmee de rit wordt begeleid. Bijna alle zintuigen van de bezoekers worden geprikkeld, hetgeen leidt tot een versterking van het beeld; ze kunnen de belevenis niet alleen zien, maar ook horen, ruiken en deels voelen van het water. De normatieve reactie wordt bewerkstelligd door een aantal standaard beelden die geassocieerd worden met het Oosten te versterken. De invulling van het verhaal staat de bezoeker vrij, deze verwachtingen laat de Efteling door de bezoeker zelf aanpassen.

Door de veranderende vaarroute van de boot en de verschillende afgebeelde scènes, bestaat er een harmonie tussen verwondering en positieve gevoelens.128 Eventuele negatieve gevoelens worden gecompenseerd door de nadruk op verwondering.129 De combinatie van de vaarroute en de scènes creëert tevens een spanningsboog, waardoor de bezoekers niet weten wat hen te wachten staat. Het schept echter ook de mogelijkheid om de bezoekers zelf een verhaal te laten bedenken en daarin op te gaan, wat het belangrijkste doel is van deze attractie.130

De bezoekers spelen bij de Fata Morgana dus een passieve rol, waarbij ze worden ondergedompeld in de attractie. Volgens de theorie van de beleveniseconomie en het plan van de Efteling wordt de attractie hierdoor op een esthetische manier beleefd. In de attractiewinkel worden unieke memorabilia verkocht om een tastbare herinnering aan de belevenis toe te voegen. Zo kan de bezoeker niet alleen een aan de Fata Morgana gelieerd souvenir kopen, zoals een LP van het Fata Morgana-sprookje, maar ook een Oosters souvenir, zoals een waterpijp of olielamp.131 Ten slotte wordt de belevenis van de bezoeker ook versterkt door de thematisering, zoals het afbeelden van parkmascotte Pardoes in dezelfde stijl als de tovenaars.132

128 Monique E.J. Hover, De Efteling als ‘Verteller’ van Sprookjes (Tilburg University, Tilburg 2013) 215. 129 Ibidem, 138.

130 Bijvoorbeeld door het water aan te raken of de boot zelf.

131 Eftepedia, ‘Fata Morgana’ via https://www.eftepedia.nl/lemma/Fata_Morgana, laatst geraadpleegd op 29-08-

2017.

47