• No results found

Hoofdstuk 5: Vergelijking van de representaties

5.3. Stereotiepe verbeelding

Uit de voorgaande hoofdstukken is gebleken dat de Efteling sprookjes en verhalen verbeeldt door stereotiepe kenmerken in te zetten. Vergelijkbaar met wereldtentoonstellingen uit de negentiende eeuw, worden in de Efteling andere culturen getoond om publiek aan te trekken en te vermaken.364 Kwestieus is dat de complexe historische werkelijkheid achter deze stereotypes niet benoemd wordt. Volgens de Efteling wordt het verleden echter niet problematisch gebruikt, omdat de verhalen een ‘eigen’ creatie en representatie zijn.365 Hoewel niet geëxpliciteerd wordt waar de beeldvorming zich op berust – bijvoorbeeld het koloniale verleden –, wordt dit wel geïnsinueerd en liggen stereotypen doorgaans ten grondslag aan de representatie. Zodoende worden representaties gelinkt met culturen en vertroebelt de sprookjesachtige identiteit van de Efteling. De fictie (mythes en sprookjes) wordt vermengd met een bepaalde mate van 'waarheidsgetrouwheid'. Tevens ontstaat historisch culturele in- en uitsluiting, omdat de gebruikte stereotiepe kenmerken uit het verleden te herleiden zijn en een gedateerd beeld van een cultuur weerspiegelen.

Zo zijn er in de representatie van de Nederlandse cultuur zijn verschillende patronen van stereotypering zichtbaar. De drie hoofdpersonages in de Nederlandse attracties allemaal machtswelwillend, rijk en genadeloos. Alle drie kijken ze in de attractie letterlijk en figuurlijk neer op het publiek. Bovendien keren zij zich af van een christelijk motief: het niet eren van een (christelijke) feestdag, het beroven van een kerk en het niet rekening houden met het welzijn van de medemens. Om die reden moeten alle drie de hoofdpersonages boetedoen. De hoofdpersonages van Villa Volta en de Vliegende Hollander moeten als straf altijd blijven varen of vastzitten in een vervloekt huis en het hoofdpersonage van Baron 1898 vindt geen liefde.

363 Angela Ndalianis, Neo-Baroque aesthetics and contemporary entertainment (MIT Press, Cambridge 2004) 5-

25.

364 Barbara Kirshenblatt-Gimblett, Destination Culture: Tourism, Museums, and Heritage (University of

California Press 1998) 81.

114 Een ander christelijk element is terug te vinden in de vrouwelijke tegenhangers van de drie attracties: de Witte Wieven (prudentia ofwel voorzichtigheid en verstandigheid), Vrouwe Goeds (justitia ofwel rechtvaardigheid) en Catherina (temperamentia en caritas: gematigheid en naastenliefde) waarschuwen of beklagen het lot van de drie mannen, waarmee zij christelijke deugden symboliseren. De boodschap is dat het publiek moet leren van de fouten van de ‘blanke rijke mannen’.

Deze 'stereotiepe' kenmerken zijn minder controversieel dan de beeldelementen in de representaties van de Oosterse en Afrikaanse culturen. De manier waarop de Afrikaanse cultuur geportretteerd wordt is, zoals reeds omschreven, primitief, dom en lui, in navolging van het beeld van Coquilhat.366 De Oosterse culturen worden gekarakteriseerd door kleurrijke, bijna mystieke taferelen met exotische dieren en Arabische klederdracht. Deze kenmerken werken homogenisering van een groep in de hand, omdat simplificaties en generalisaties de boventoon voeren. Hierdoor wekken de attracties met Oosterse en Afrikaanse representaties de suggestie op dat deze culturen primitief of afwijkend zijn.367 Dit wordt bekrachtigd door de manier waarop afgeweken wordt van visuele codes en ingezet wordt op sfeer en muziek.368 Zo bijvoorbeeld maken de Afrikaanse attracties bijvoorbeeld gebruik van een frivool en carnavalesk karakter, puur om de bezoeker te vermaken. De bestemmingscultuur en het complexe koloniale verleden komt niet aan bod.369 Een kanttekening is dat Carnaval Festival alle culturen stereotiep zijn vormgegeven. Desondanks is het opvallend dat er bij de verbeelding van de Afrikaanse cultuur ervoor gekozen is om Dr. Livingstone in het beeld op te nemen.

Daar komt nog bij dat er bij de representatie van de Oosterse en Afrikaanse attracties weinig tot geen onderscheid gemaakt wordt tussen landen of regio’s, terwijl dit onderscheid in de Nederlandse attracties wel duidelijk aan bod komt. Zo refereren Villa Volta en Baron 1898 naar het zuiden van Nederland en refereert de Vliegende Hollander naar Zuid-Holland. Zelfs in Carnaval Festival is dit verschil voor andere gerepresenteerde landen binnen de attractie beter te zien: Europa wordt namelijk gerepresenteerd door meerdere landen, waaronder Nederland, Frankrijk en Italië, maar het gehele continent Afrika wordt door één land gerepresenteerd,

366 Redactie Looopings, ‘Monsieur Cannibale in de Efteling is goed voorbeeld van racisme’ in: Looopings (07-

12-2016) via http://www.looopings.nl/weblog/3179/Monsieur-Cannibale-in-de-Efteling-is-goed-voorbeeld-van- racisme.html, laatst geraadpleegd op 29-08-2017. Nicholas Mirzoeff, ‘Inventing the West’ in: Nicholas Mirzoeff ed, The Visual Culture Reader (Routledge, New York 1998) 177-178.

367 Mirzoeff, ‘Inventing the West’, 1998, 177-178.

368 Henk vanden Diepstraten, De Efteling, Kroniek van een Sprookje 1952-2002 (Tirion Uitgevers, Baarn 2004)

135.

369 Barbara Kirshenblatt-Gimblett, Destination Culture: Tourism, Museums, and Heritage (University of

115 namelijk Zuid-Afrika. Deze visuele code illustreert dat de Efteling Afrika slechts met één gelijksoortig beeld portretteert, terwijl in het beeld van Nederland verschillende regionale nuances aangebracht zijn. Ook in de Oosterse attracties zijn deze nuanceringen niet aangebracht. Bovendien is het doorgaans onduidelijk naar welk land in het Midden-Oosten de attractie verwijst.

Deze beelden zijn, op grond van de theorie van het postmodernisme, gedateerd en zijn een voortvloeisel van de koloniale overheersing. Niet alleen het beeld van het Oosten en van Afrika stammen uit het prepostmodernisme, maar ook de representatie van Nederland is wellicht niet meer ‘cultureel houdbaar’. De drie Nederlandse attracties staan in het teken van de ‘slechte’ blanke man, terwijl voor vrouwen een deugdelijke bijrol is weggelegd.