• No results found

Verscheidenheid van de reglementering inzake loopbaanonderbreking

In document Woord vooraf (pagina 126-130)

Ondanks diverse voorstellen van de RVA om de reglementaire teksten te verbeteren en te harmoniseren, zijn er op dit vlak nog geen resultaten. De reglementering blijft nog steeds even complex, rekening houdend met de veelheid aan stelsels.

Deze stelsels leggen specifieke regels vast voor elke activitei-tensector. Sommige sectoren zijn onderworpen aan bepalin-gen die verwijzen naar verschillende reglementaire teksten. De reglementaire teksten zijn dus talrijk, onduidelijk en ze bevat-ten leemtes, wat soms voor interpretatieproblemen zorgt.

4.

10

De uitvoering van de opdrachten van de RVA

jaarverslag 2010

De plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA’s) Sinds 1 maart 2010 is het aantal uren dat een PWA-werknemer in bepaalde activiteiten mag presteren verhoogd van 45 naar 70 uur per maand, met een maximum van 630 uur per jaar.

In  2010 heeft de Minister tweemaal afwijkingen toegekend om de PWA-werknemers de mogelijkheid te bieden hulp te verlenen aan de slachtoffers van de zware weersomstandighe-den van juli en november 2010.

De PWA-beambten blijven trouwens in belangrijke mate bijdra-gen tot de reïntegratie van de werklozen op de arbeidsmarkt.

Zij informeren hen immers intensief over de mogelijkheden ge-boden door de dienstencheques en over de tewerkstellings-maatregelen (Activa, WIN-WIN, startbaanovereenkomst, ...).

In 2010 heeft geen enkel PWA een nieuwe aanvraag ingediend om erkend te worden als dienstenchequebedrijf. Zes PWA’s hebben deze erkenning daarentegen verloren wegens meer dan twaalf maanden inactiviteit of op vrijwillige basis. Het aan-tal PWA’s erkend en actief in het systeem van de dienstenche-ques bedraagt dus 230 (op 560 PWA’s en 2 664 dienstenche-quebedrijven). In die PWA’s moeten de PWA-beambten andere taken vervullen zoals het voeren van sollicitatiegesprekken, het beheren van teams, het organiseren van de werkplanning, ...

4.10.1.2

De dienstencheques

4.10.1.2.1

Het opvolgen van de markt

De RVA en Sodexo, het uitgiftebedrijf van de dienstencheques, hebben wekelijks vergaderd over de opvolging van de markt.

4.10.1.2.2

De Adviescommissie erkenningen dienstencheques In 2010 heeft de Adviescommissie erkenningen dienstenche-ques die bij de RVA is ingericht, 790 dossiers onderzocht, als volgt verdeeld:

- 518 nieuwe erkenningsaanvragen;

- 35 aanvragen tot uitbreiding van de dienstenchequeactivitei-ten voor reeds bestaande erkenningen;

- 90  aanvragen voor een erkenning van onbepaalde duur.

Deze erkenningen waren eerder toegekend voor een periode van maximum 12 maanden, aan ondernemingen in oprich-ting of aan ondernemingen die hun statuten nog moesten aanpassen; deze mogelijkheid is afgeschaft sinds 29 juli 2009.

De laatste aanvragen tot verlenging werden in augustus 2010 behandeld;

- 147  dossiers met inbreuken op de wetgeving dienstenche-ques.

Deze dossiers met inbreuken werden voorgelegd aan de Com-missie ingevolge controles verricht door de RVA, de RSZ en de Federale Overheidsdiensten Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en Sociale Zekerheid.

De vastgestelde inbreuken kunnen leiden tot:

- de intrekking van de erkenning, indien het inbreuken betreft met betrekking tot de erkenningsvoorwaarden (beslissing van de Minister na advies van de Adviescommissie erkenningen die door de RVA werd geraadpleegd of ambtshalve intrek-king betekend door de Voorzitter van de Commissie);

- en/of de terugvordering bij de erkende onderneming van de tegemoetkoming van de overheid die onterecht werd toege-kend (beslissing van de RVA).

De intrekkingen van erkenningen in  2010 zijn als volgt ver-deeld:

- ambtshalve intrekkingen door de Voorzitter van de Commissie:

- 16 wegens faillissement;

- 53 wegens schulden ten opzichte van de RSZ;

- 10 wegens schulden ten opzichte van de RVA;

- 104 wegens inactiviteit gedurende 12 maanden;

- 2 die volgden op een beslissing tot intrekking met uitstel.

- 7 beslissingen tot intrekking genomen door de Minister;

- 69 eindes van erkenning voor bepaalde duur;

- 69 vrijwillige intrekkingen door de onderneming.

In de loop van het jaar 2010 raakten 330 ondernemingen hun erkenning dus kwijt.

Op 31 december 2010 bedraagt het totaal aantal erkende on-dernemingen dus 2 664 (na aftrek van de intrekkingen), dit is een stijging met 6,6 % in vergelijking met 2009.

4.10.1.2.3

Het informeren van de erkende ondernemingen

Sinds april  2010 worden op het Hoofdbestuur maandelijkse informatievergaderingen georganiseerd voor de erkende on-dernemingen. Voordien werden dergelijke vergaderingen al georganiseerd in de werkloosheidsbureaus, maar nu gaan ze gecentraliseerd door, is de inhoud ervan uitgebreid en sinds oktober 2010 staan zij niet alleen meer open voor de nieuwe ondernemingen, maar eveneens voor bestaande ondernemin-gen die hun kennis willen verbeteren. De onderneminondernemin-gen krij-gen er informatie over de reglementering dienstencheques, over het systeem om dienstencheques te bestellen en door het uitgiftebedrijf te laten terugbetalen, maar ook over het fede-rale en sectofede-rale Opleidingsfonds dienstencheques. Ongeveer 40 % van de uitgenodigde ondernemingen neemt eraan deel.

4.10.1.2.4

Het project Check Plus

Het strategisch project Check Plus, het vervolg van het project Check dat in 2007 van start ging, heeft tot doel de strijd tegen de fraude in de sector van de dienstencheques verder te zet-ten, door nieuwe initiatieven op te zetten om inbreuken te voorkomen en de controle op de erkende ondernemingen te versterken.

De twee grote actiepunten waren:

- betere informatie verstrekken aan de erkende ondernemin-gen door gecentraliseerde informatievergaderinondernemin-gen (zie punt 4.10.1.2.3);

4.10

De inschakelingsmaatregelen

4.

10

De uitvoering van de opdrachten van de RVA

jaarverslag 2010

129

jaarverslag 2010

128

- het versterken van controle op de erkende ondernemingen en het detecteren van nieuwe gevallen van fraude (zie punt 4.4.2.2).

4.10.1.3

Het Activaplan

Sinds 1 januari 2002 bevordert het ACTIVA-plan het aanwer-ven van langdurig werkzoekenden door het toekennen van een substantiële vermindering van de patronale RSZ-bijdragen en van een geactiveerde werkloosheidsuitkering. Deze geacti-veerde uitkering (“werkuitkering”) bedraagt in principe 500 EUR per maand voor een voltijds uurrooster. Dit bedrag wordt verhoudingsgewijs aangepast indien de werknemer niet gedurende een volledige kalendermaand voltijds werkt. De werkgever mag deze uitkering aftrekken van het nettoloon dat hij aan de werknemer betaalt.

Deze voordelen worden enkel toegekend als de aangeworven werknemer beschikt over een werkkaart waaruit blijkt dat hij voldoet aan de toekenningsvoorwaarden.

Het werkloosheidsbureau dat bevoegd is voor de gemeente waar de werkzoekende verblijft, levert de kaart af aan de werk-nemer. Met deze kaart heeft hij meer kansen op de arbeids-markt.

De werkkaart heeft een geldigheidsduur van 6 maanden, tel-kens verlengbaar met een nieuwe periode van 6 maanden, in-dien de werkzoekende aantoont dat hij nog steeds voldoet aan de voorwaarden. De kaart is geldig voor elke aanwerving die gebeurt tijdens haar geldigheidsduur.

Als de werknemer op het ogenblik van zijn aanwerving niet over een werkkaart beschikt, kan de werkgever ze binnen de 30 dagen na de indiensttreding aanvragen. Indien deze termijn niet wordt nageleefd, wordt de periode tijdens dewelke de Activavoordelen kunnen worden toegekend, verminderd met de periode die aanvangt op de dag van de aanwerving en ein-digt op de laatste dag van het trimester waarin de laattijdige aanvraag gebeurde.

Voor indiensttredingen in de periode 2010-2011 kunnen werk-nemers die behoren tot bepaalde risicodoelgroepen (ouderen, jongeren en werklozen sedert minstens 1  jaar, maar minder dan 2 jaar) aanspraak maken op een versterkte werkuitkering die in sommige gevallen kan oplopen tot 1  100  EUR per maand. Dit stelsel van versterkte werkuitkeringen noemt men

“WIN WIN”.

De RVA heeft deze nieuwe maatregel in de loop van 2010 in-tensief gepromoot. Dit bleef op het terrein niet zonder gevolg.

De RVA heeft in  2010 in het kader van deze maatregel 333  474  werkkaarten afgeleverd. Er werden 51  467  nieuwe arbeidsovereenkomsten gesloten.

4.10.1.4

Doorstromingsprogramma’s

Een werkgever (openbare dienst of VZW) die gebruik maakt van een doorstromingsprogramma, mag enkel werklozen in dienst nemen die over een geldig attest beschikken. Dit attest moet aangevraagd worden bij het werkloosheidsbureau dat bevoegd is voor de gemeente waar de werkloze woont.

Er kunnen drie situaties voorkomen:

- de werkgever stuurt zijn werkaanbieding naar de gewestelij-ke dienst voor arbeidsbemiddeling (VDAB, ACTIRIS, FOREM of ADG);

De gewestelijke werkgelegenheidsdirecties kunnen attesten aanvragen aan de hand van lijsten waarop de geselecteerde kandidaten voorkomen;

- de werkgever neemt werklozen in dienst die zich spontaan bij hem hebben aangeboden en die over een geldig attest be-schikken (de werkloze kan dit attest krijgen bij de RVA). Het attest is 3 maanden geldig;

- de werkgever kent een aantal werklozen en wil weten of zij aan de voorwaarden voldoen. Hij stuurt ze naar het bevoegde werkloosheidsbureau om een attest aan te vragen.

De werknemer die aangeworven wordt in dit programma opent voor zijn werkgever het recht op een vermindering van patronale RSZ-bijdragen en heeft zelf recht op een geactiveer-de werkloosheidsuitkering, integratie-uitkering genaamd. De werkgever mag deze uitkering aftrekken van het nettoloon van de werknemer.

4.10.1.5

Sociale inschakelingseconomie

Een werkgever die gebruik maakt van een SINE-programma (sociale inschakelingseconomie) mag enkel werklozen in dienst nemen die voldoen aan bepaalde voorwaarden. Deze werkne-mers moeten in het bezit zijn van een door de RVA afgeleverd positief attest.

De werknemer die aangeworven wordt in dit programma opent voor zijn werkgever het recht op een vermindering van patronale RSZ-bijdragen en heeft zelf recht op een geactiveer-de werkloosheidsuitkering, herinschakelingsuitkering genaamd, die een subsidie van het nettoloon van de werknemer is.

4.

11

De uitvoering van de opdrachten van de RVA

jaarverslag 2010

129

4.

10

De uitvoering van de opdrachten van de RVA

jaarverslag 2010

Sinds 1 januari 2004 reikt de RVA startbaankaarten uit in het kader van de startbaanovereenkomsten. Door middel van deze kaart bewijst de jongere dat hij (…), indien hij laaggeschoold is, recht geeft op een RSZ-vermindering.

De startbaankaart werd vanaf 1 april 2010 vervangen door de werkkaart. Dit ging gepaard met een administratieve vereen-voudiging en harmonisering.

Om deze kaart te krijgen moet de werknemer vóór hij in dienst treedt jonger zijn dan 26 jaar en voldoen aan minstens één van de volgende voorwaarden: laaggeschoold zijn, van vreemde nationaliteit zijn of gehandicapt zijn. De kaart is in principe 6 maanden geldig (zij vervalt ambtshalve wanneer de jongere 26 jaar wordt). Deze termijn kan verlengd worden indien de jongere bewijst dat hij nog steeds aan de voorwaarden vol-doet. Deze kaart is geldig voor elke aanwerving in het kader van een startbaanovereenkomst tijdens de geldigheidsduur.

Indien de jongere geen kaart bezit op het ogenblik van zijn in-diensttreding, moet hij ze aanvragen binnen de 30 dagen die volgen. Indien deze termijn niet wordt nageleefd, kan de werk-gever de eventuele RSZ-bijdrawerk-gevermindering pas genieten vanaf de 1ste dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal van de laattijdige ontvangst.

4.10.2.2

Herstructurering van een onderneming

Sedert 1 juli 2004 zijn, onder bepaalde voorwaarden, voorde-len van toepassing in het kader van een ontslag ten gevolge van een herstructurering van een onderneming, wanneer de ontslagen werknemers opnieuw worden aangeworven door een andere werkgever, dankzij de tussenkomst van een te-werkstellingscel. Deze maatregel voorziet in de mogelijkheid van een RSZ-bijdragevermindering voor de nieuwe werkgever en van een vermindering van persoonlijke RSZ-bijdragen voor de ontslagen werknemer die opnieuw is aangeworven.

De RVA betaalt de werkgever in herstructurering eventueel de kosten van het outplacement terug, ten belope van een maxi-mumbedrag van 2  000  EUR per werknemer. Het bevoegde werkloosheidsbureau van de RVA bezorgt de werknemer die aan de voorwaarden voldoet een verminderingskaart herstruc-tureringen.

Deze reglementering is vanaf 7 april 2009 gewijzigd met als gevolg een toename van het aantal begunstigden (zie pun-ten 2.1.5.4 en 2.2.2.2.3).

4.10.3

Attesten afgeleverd met het oog op aanwerving

Talrijke maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid bepalen dat de kandidaat-werknemer aan bepaalde voorwaar-den moet voldoen (uitkeringsgerechtigd volledig werkloos zijn, ingeschreven zijn als werkzoekende, ontslagen zijn in het ka-der van een herstructurering, …) om voordelen (subsidies, vrij-stelling van RSZ-bijdragen, …) te kunnen toekennen. De werk-nemer bewijst dat hij aan de vereiste voorwaarden voldoet aan de hand van een attest uitgereikt door de RVA.

De Rijksdienst stelt de attesten binnen de kortst mogelijke ter-mijn op, zodat een eventuele wedertewerkstelling zo snel mo-gelijk kan gebeuren. In 2010 werd 97,8 % van de gevraagde attesten binnen de 24 uur afgeleverd.

In 2010 is er een forse toename van het aantal afgeleverde at-testen vast te stellen. Dit is voornamelijk het gevolg van de stijging van het aantal afgeleverde werkkaarten in het kader van het WIN-WIN plan (zie punt 4.10.1.3).

Tabel 4.10

Aantal attesten afgeleverd met het oog op een aanwerving opgesplitst volgens afleveringstermijn - vergelijking 2006-2010

Binnen Binnen Na meer dan

4.

12

De uitvoering van de opdrachten van de RVA

jaarverslag 2010

4.11

Gecentraliseerde verwerking van de beslagprocedures

De gecentraliseerde verwerking betreft alle documenten uit-gaande van schuldeisers op basis waarvan de RVA ertoe ge-houden is, ofwel via de uitbetalingsinstelling ofwel via de eigen diensten, inhoudingen te verrichten op de aan sociaal verze-kerden of personeelsleden verschuldigde bedragen.

Concreet gaat het hier om uitvoerende beslagen onder derden, vereenvoudigde uitvoerende beslagen onder derden van de FOD Financiën (directe belastingen, belastingen over de toege-voegde waarde en terugvorderingen van gen en/of van verleende voorschotten op alimentatievorderin-gen), loonoverdrachten, collectieve schuldenregelingen, loondelegaties, terugvorderingen van ten onrechte verkregen sociale uitkeringen (intern, extern en binnen de EU).

De gecentraliseerde dienst Beslagleggingen zorgt voor het ge-hele land voor:

- het nakijken en analyseren van alle ontvangen documenten (dagelijkse briefwisseling);

- het invoeren van alle nuttige gegevens in de speciaal daartoe ontwikkelde informaticatoepassing;

- het verzenden van de instructies waarover de dienst of de uitbetalingsinstelling moet beschikken om het correct uitvoeren van de inhoudingen en het doorstorten van de aldus inge-houden bedragen te verzekeren.

Om een optimale dienst te verzekeren zowel ten opzichte van de schuldenaar als ten opzichte van de schuldeiser, is het steeds aan de 30 WB’s om als informatieverstrekker te antwoorden op vragen om inlichtingen. Op dezelfde wijze worden bepaalde procedures, zoals mandaten en de voorlopige bewindvoerin-gen, nog gedecentraliseerd verwerkt.

De dienst Beslagleggingen is niet enkel onderworpen aan de controle van de behandelingstermijnen via de boordtabellen, maar ook aan een kwaliteitscontrole. Conform de bestuurs-overeenkomst heeft de dienst Beslagleggingen immers een controleprocedure voor de kwaliteit van de behandeling van de dossiers ingesteld. Aan de hand van de resultaten zullen de aspecten kunnen worden bepaald waarvoor een opleiding of een betere organisatie van het werk nodig is.

Na analyse en voorbereidend werk verricht in 2007, is het stra-tegisch project DIGITAR++ effectief gestart in juni 2008.

Digitar++ is een globaal scannings- en beheersinstrument voor digitale documenten, gekoppeld aan een semi-geautomati-seerd beheer van boordtabellen, dat het mogelijk maakt de werkomstandigheden van de medewerkers van de dienst Be-slagleggingen te verbeteren, enerzijds door de consultatie van documenten zo gebruiksvriendelijk mogelijk te laten verlopen en, anderzijds, door het geleidelijk afschaffen van het papieren klassement van de gecentraliseerde dienst Beslagleggingen.

In mei 2009 is het project DIGITAR++ verder uitgebouwd en is de dienst Beslagleggingen gestart met de inwerkingtreding van de koppeling van de scanning aan een semi-geautomati-seerd beheer van de boordtabellen met een automatische be-rekening van de afwerkingstermijn per binnenkomend docu-ment.

Sinds het begin van het project DIGITAR++ werden 69  040 dossiers gescand op een globale raming van 203 760 dossiers die zich toen in het klassement bevonden. In 2010 werden 29 844 nieuwe dossiers onmiddellijk gedigitaliseerd zonder dat er ook maar één nieuw papieren dossier diende te worden ge-creëerd.

Cijfervoorbeelden van de activiteiten van de

In document Woord vooraf (pagina 126-130)