• No results found

Verantwoorde ontspanning in de open ruimte

In document BELEIDSKADER OPEN RUIMTE (pagina 80-83)

De open ruimte is een ontspanningsruimte voor de mens, een ruimte waar aan sport kan worden gedaan, een ruimte die bijdraagt tot de gezondheid door de ‘gezonde buitenlucht’ en het algemeen welbevinden. De stad heeft door de vele gezichten van de open ruimte verschillende mogelijkheden wat betreft recreatief ontspannen in de open ruimte. Deze kunnen verder worden uitgebouwd voor zowel de eigen inwoners als ter versterking van het toeristisch aanbod van Geel.

5.1.1 UITBOUW VAN EEN KWALITATIEF EN FIJNMAZIG RECREATIEF ROUTENETWERK

De open ruimte is met haar waardevolle natuurgebieden en aantrekkelijke landelijke landschappen ook de plek waar mensen zich willen ontspannen. De toeristische ontwikkeling van de open ruimte heeft bijvoorbeeld geresulteerd in de realisatie van knooppuntennetwerken voor wandelaars, fietsers en ruiters. Deze netwerken zijn echter nog niet robuust, vertonen hiaten en knelpunten en kunnen dus worden geoptimaliseerd en versterkt.

TRAGE WEGEN VANUIT EN TUSSEN DE KERNEN ALS RUGGENGRAAT VOOR DE UITBOUW VAN EEN FIETS- EN WANDELNETWERK

De stad maakt samen met het Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete een herwaarderingsplan voor trage wegen.

Het doel van het project trage wegen is om de infrastructuur van de trage wegen in Geel te verbeteren voor zowel de fietsers als voor de voetgangers en om zo bij te dragen tot meer duurzame verplaatsingen in Geel. Zij vormen dan ook de assen waarop een recreatief routenetwerk kan worden uitgebouwd. Verder is het wenselijk om het netwerk te enten op enkele attractiepunten en de kwaliteiten van het Geels landschap als belevingskader.

ZACHT RECREATIEF MEDEGEBRUIK VAN LANDBOUW- EN NATUURGEBIEDEN AFGESTEMD OP DE DRAAGKRACHT

De uitbouw van een routenetwerk is een vorm van recreatief medegebruik. In gebieden met uitgesproken hoofdfuncties, zoals de natuurlijke zwaartepunten en sterke agrarische gebieden, is dit ook mogelijk maar steevast afgestemd op het functioneren van de hoofdgebruikers en de kwetsbaarheden van deze gebieden. Dit betekent bijvoorbeekd dat in struc-tureel agrarische gebieden afstemming met het landbouwverkeer wenselijk is en de nodige hoffelijkheid aan de dag moet worden gelegd. Ook sensibilisering rond afval en zwerfvuil blijft nodig om de nefaste gevolgen in de toekomst te vermijden.

In de natuurgebieden wordt recreatief medegebruik afgestemd op de toegankelijkheidsvisie. Duidelijke instappunten moe-ten houvast geven aan de recreanmoe-ten en de meest natuurgevoelige delen ontlasmoe-ten waardoor de draagkracht niet wordt overschreden.

De Belse bossen en het valleigebied van de Grote Nete zijn de prioritaire zones om in te zetten op het inrichten van dergelijke instappunten en onthaalpoorten om een consistente toegankelijkheid af te dwingen. In de Belse bossen is het bijzonder landschappelijk kader met afwisseling van bossen en duinen immers bijzonder attractief. Een verdere inrichting van de omgeving voor zachte recreatie is mogelijk maar vraagt een overkoepelende aanpak binnen de draagkracht van de omgeving. Ook de vallei van de Grote Nete leent zich op die manier tot een verdere uitbouw van toeristisch-recreatieve

routes. Het relict van het valleilandschap van de Kleine Nete (de Zegge) is daarentegen weinig geschikt voor de uitbouw van vrij toegankelijke routes. Een openstelling van dit waterrijk natuurgebied is af te raden om de topkwaliteit van de natuur en de aanwezige relicten te kunnen behouden.

RECREATIEVE AS KANAAL HERENTALS - BOCHOLT

Het kanaal Herentals - Bocholt kan als drager van recreatieve verbindingen verder uitgroeien tot een recreatieve as. Door het verder opladen van de kanaaloevers kan deze as, ook grensoverschrijdend, nog worden versterkt. Bovendien kunnen de kansen om in de toekomst de multifunctionele en watergebonden recreatie in Ten Aard verder op te waarderen en uit te bouwen nader worden onderzocht. Hierbij is het wenselijk om de band met het dorpsweefsel te versterken.

INTEGRERATIE VAN INSTAPPUNTEN, RUSTPLEKKEN EN ONDERSTEUNENDE VOORZIENINGEN

Essentieel voor de attractiviteit van de recreatieve routes zijn het landschappelijk kader, de verkeersveiligheid, de lees-baarheid en de uitrusting. Het behouden van waardevolle erfgoed- en landschapselementen alsook het voorzien van rustpunten zijn belangrijk voor de optimale beleving. Wij willen het netwerk daarom verder ondersteunen met strategische rustpunten. Op deze rustpunten kan infrastructuur worden uitgebouwd voor de desbetreffende doelgroepen: wandelaars, fietsers en ruiters.

Figuur 34 voorbeelden van zacht recreatief medegebruik in de Mosselgoren en de Belse bossen

Bron: Kempen.be

Voor landbouwbedrijven geeft een ligging langsheen de routes zinvolle en te ondersteunen kansen op agrarische verbre-ding. De mogelijkheid om iets te drinken, te picknicken en uit te rusten op de boerderij draagt bij tot de aantrekkelijkheid van de verkoop van landbouwproducten. Dit vereist evenwel een kwalitatieve inrichting van het erf binnen het geheel van de omgeving en de route.

VERSTERKING VAN HET RUITER- EN MENNETWERK

Op het grondgebied van de stad bevinden zich reeds drie ruiterroutes: ruiter- en mennetwerk Campina, ruiter- en men-netwerk Oostelijke Kempen en ruiter- en menmen-netwerk de Merode. Het Campina - men-netwerk en het men-netwerk Oostelijke Kem-pen doen hoofdzakelijk Bel aan. Het ruiternetwerk van de Merode doet Zammel en Oosterlo aan. In de toekomst wordt het bestaand netwerk verder gevalideerd. Dit kan onder meer door het creëren van instappunten, het voorzien van trai-lerparking, bindbalk, infobord enz. Een voorbeeld hiervan bevindt zich aan de begraafplaats van Zammel.

Naast een toeristische waarde heeft het ruiter- en mennetwerk ook een lokale recreatieve waarde. Maar wij kunnen vast-stellen dat er een discrepantie bestaat tussen het bestaand netwerk en de ligging van de maneges. De missing links kunnen worden weggewerkt door uitbreiding van het ruiter- en mennetwerk.

5.1.2 SPEELBOSSEN

Bijzondere plekken voor verantwoord ontspannen in de open ruimte zijn speelbossen. Het zijn aangeduide speelzones waar men, in tegenstelling tot in andere bossen, vrij spel heeft. Zij zijn dan ook van belang als jeugdvoorzieningen in Geel.

Wij willen het net van dergelijke speelzones in en om de kernen van Geel versterken.

De Belse bossen (Kapucienenberg, Kruiswacht) en het ingericht speelbos ‘Engels Kamp’ vormen als groene speelruimten bovenlokale en gewaardeerde aantrekkingspolen. Het ‘Engels Kamp’ is recent kwalitatief ingericht. Voor de Belse bossen kan ook bijkomende inrichting van specifieke zones wenselijk zijn, mits minimalistische uitvoering en inbedding in het landschap.

Maar ook op lokaal niveau zijn speelbossen aanwezig: de Kalvarieberg in Oosterlo, het Houterveld in Larum en het Berk-venbos aan de Meulemakershoef (Geel centrum). Het behouden en het verder verfijnen van de toegankelijkheid waar nodig staan voorop. Een toegankelijksheidsregeling zorgt voor een goede zonering van de recreatie. Er moet echter ook nog worden gezocht naar nieuwe groene speelruimten die tegemoet komen aan de noden en werken van de jeugdwerk-initiatieven, in het bijzonder in Ten Aard, Winkelomheide, Stelen en in de mate van het mogelijke in de nabijheid van de twee dorpen Larum en Punt.

5.1.3 VISVOORZIENINGEN

Geel telt heel wat visvoorzieningen in de open ruimte waardoor hier geen bijkomende behoeften te verwachten zijn. Wel is het aangewezen de bestaande voorzieningen onder de loep te nemen.

Het recreatiegebied ‘Dekshoevevijver’ langs het kanaal Herentals - Bocholt bevat de stedelijke visvijver ‘De Kasseman’

maar biedt als vrij toegankelijke zone ook ruimte voor wandelen en picknicken. Dit multifunctioneel karakter is een meer-waarde maar mag omwille van de draagkracht en de bereikbaarheid van het gebied niet verder worden opgeladen.

Figuur 35 recreatieve ontsluiting Dekshoevevijver

Bron: tour de frans

De valleien van de Grote en de Molse Nete zijn bijzondere fysische structuren die worden gekenmerkt door de aanwe-zigheid van vele waterpartijen en die aanleiding geven tot het beoefenen van de vissport. Het zwaartepunt, met Domein

Netevallei en de Karperhoeve, ligt tussen E313 en Eindhoutseweg in de daarvoor gepaste recreatieve bestemmingen.

Maar daarnaast liggen ook verspreid in natuurgebied nog vele waterplassen die privaat worden gebruikt. De grote sprei-ding en de bijhorende voorzieningen geven aanleisprei-ding tot een sterke verrommeling en versnippering van deze kwetsbare zones, wat haaks staat op het gewenst aaneengesloten karakter van valleien als fysisch-natuurlijke structuren. Het is daarom wenselijk te onderzoeken of de behoeften aan visvoorzieningen in de toekomst niet collectief en publiek kunnen worden georganiseerd door omvorming van de meest geschikte vijvers naar gemene, publieke visvijvers waardoor de integratie in het landschap beter kan worden verzekerd.

5.1.4 PAARDENVOORZIENINGEN

De Geelse open ruimte kent verspreid gelegen paardenvoorzieningen, gaande van LRV-infrastructuur tot uiteenlopende private voorzieningen als paardenstallen, maneges, paardenscholen tot stoeterijen.

De paardensport heeft maatschappelijke, recreatieve en sportieve belangen maar de grens met louter landbouwecono-mische activiteiten is niet altijd duidelijk. Paard-gerelateerde activiteiten winnen in elk geval letterlijk en figuurlijk aan terrein. Maneges en andere paard-gerelateerde activiteiten (ruiterverenigingen, loopweides, rijscholen enz.) zijn een op-komende tendens die niet kan worden genegeerd en die ruimte vraagt. Deze tendens kan kansen bieden: bewaker van de open ruimte als partner van de klassieke landbouw, verbreding van de landbouw enz. Anderzijds wegen de bedreigin-gen die een autonome en verregaande eenzijdige verpaarding met zich meebrengt, zoals ruimteconcurrentie met de (klassieke) professionele landbouw, ondertussen in de Geelse open ruimte te hard door om deze tendens zich ongestuurd door te laten zetten.

Wij willen daarom planologische ondersteuning blijven bieden aan verenigingsinitiatieven maar een halt roepen aan de ongebreidelde en verspreide private ontwikkelingen die de draagkracht van de open ruimte onder druk zetten en met name een evenwichtige agrarische ontwikkeling op de helling zetten. Wij willen de mogelijkheden voor bijkomende auto-nome paardenvoorzieningen - ongeacht of zij zuiver recreatief zijn of deels als landbouwactiviteit worden bestempeld - dan ook terugschroeven en beperken tot te realiseren door functiewijziging van hiervoor geschikte sites, gelegen in aan te duiden multifunctionele open ruimtegebieden in en om de kernen (zie II 2.5 en III 6).

Zowel bestaande, als nieuwe paardenvoorzieningen moeten in ieder geval worden geïntegreerd in het landschap: beper-king van het aantal schuilhokken, beeldkwaliteit voor afsluitingen enz. Goede voorbeelden kunnen hier inspiratie bieden.

Door het vrijstellingsbesluit ontglippen momenteel ook een aantal infrastructurele elementen aan de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening. Artikel 5.1. van het vrijstellingsbesluit maakt het plaatsen van open afsluitingen of afsluitingen met dwarslatten met een maximale hoogte van 2 meter immers mogelijk. Ook schuilhokken voor weidedieren zijn onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning. Het lijkt aangewezen om naast het aanreiken van goede voorbeelden ook een aantal spelregels rond landschappelijke integratie verordenend vast te leggen.

In document BELEIDSKADER OPEN RUIMTE (pagina 80-83)