• No results found

Ruimte voor landbouw

In document BELEIDSKADER OPEN RUIMTE (pagina 70-74)

4.1.1 VRIJWARING VAN DE RUIMTE VOOR LANDBOUW

Professionele landbouw is de belangrijkste economische activiteit die in grote mate afhankelijk is van het voorhanden zijn van open ruimte. Met het oog op een toekomstgerichte voedselproductie moet voldoende agrarische productieruimte ter beschikking blijven van lokale ondernemers. Wij willen een robuuste agrarische ontwikkelruimte voorzien die bestendig is in de toekomst en ontwikkelingskansen biedt voor lokale familiebedrijven.

Het behoud van grotere agrarische gebieden is noodzakelijk voor een leefbare landbouw, maar ook minder structurele landbouwgebieden zijn in gebruik door uiteenlopende professionele landbouwactiviteiten. Naargelang de gewassen, ge-bruikte technieken, hoofd- en nevenactiviteiten zijn er immers heel wat verschillende modellen mogelijk. Naast het behoud van de agrarische gebieden is ook de diversiteit aan landbouwactiviteiten en -gebieden van belang voor de toekomst van de lokale landbouw.

4.1.2 VERFIJNING VAN DE AGRARISCHE RUIMTE

De differentiatie in de agrarische ruimte is momenteel gebaseerd op de gewestplanbestemmingen. Op het gewestplan zijn drie types van agrarische gebieden aangeduid in Geel: agrarisch gebied, landschappelijk waardevol agrarisch gebied en agrarisch gebied met ecologisch belang. Deze differentiatie volstaat echter niet langer als kader voor een evenwichtig ruimtelijk vergunningenbeleid in de open ruimte. Agrarische bestemmingen zijn bovendien, net als woongebieden, geen vrijgeleide voor bijkomend ruimtebeslag in eender welke vorm: niet alles kan en mag overal. Afstandsregels, milieuvoor-waarden, afstemming op Natura 2000 enz. hebben hun impact op het locatiebeleid binnen het agrarisch gebied. Op het moment van vergunningsaanvragen komen deze toetsen aan bod in het kader van de legaliteitstoets. Bovendien moet ook de opportuniteitstoets steevast nog nagaan of het aangevraagde in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

De landbouw is niet in elk deel van het gemeentelijk grondgebied op dezelfde wijze vertegenwoordigd en actief. Vele landbouwgebieden hebben een andere historische groei gekend, wat zich vertaalt in de ruimtelijke structuur en de land-schapskenmerken, zoals blootgelegd in het DNA-onderzoek. Maar ook een afstemming op het fysisch systeem en de doelstelling om het ruimtebeslag in te perken zijn aan de orde. Om aan een goed gestructureerde en toekomstgerichte agrarische ruimte te werken en een helder ruimtelijk beleid te voeren, zijn daarom een aantal bijkomende gebiedsgerichte uitspraken nodig. De al dan niet herbevestigde agrarische bestemmingen zijn het uitgangspunt, maar een duurzaam landbouwperspectief vraagt om een zonering waarin ontwikkelingen worden voorzien in de daarvoor meest geschikte gebieden. Ook de agrarische ondernemer is gebaat bij duidelijke gebiedsgerichte ontwikkelingsperspectieven die inzicht geven in de ontwikkelingsmogelijkheden.

RUIMTECONCURRENTIE AAN BANDEN IN STRUCTURELE AGRARISCHE GEBIEDEN TEN VOORDELE VAN PROFES-SIONELE LANDBOUW

Binnen het geheel van de agrarische ruimte in Geel is een aantal agrarische gebieden aan te duiden waar landbouw structureel sterk aanwezig is en als hoofdfunctie ruimtelijk moet worden ondersteund. In dergelijke structurele agrarische gebieden moet de professionele landbouw als hoofdfunctie de nodige kansen krijgen om zich duurzaam en zorgvuldig te handhaven. Dit betekent dat voldoende ontwikkelingskansen voor aaneengesloten professionele landbouwactiviteiten moeten behouden blijven en dat verdere aantasting en ruimteconcurrentie door ongewenste niet-agrarische activiteiten worden tegengegaan (zie hoofdstuk ll. 2.2.5). Deze gebieden lenen zich bovendien meer dan andere agrarische gebieden voor schaalvergroting en intensieve landbouwactiviteiten (zie verder).

Anderzijds is het niet de bedoeling om deze landbouwgebieden volledig te uniformiseren. In de mate van het mogelijke moet een afstemming op het fysisch systeem worden nagestreefd bijvoorbeeld door beheer van oeverzones of behoud van landschappelijk structurerende elementen. Waar valleien nog een belangrijk microreliëf vertonen, moet dit worden behouden om de eigenheid van het agrarisch landschap en de rol binnen het watersysteem niet teloor te laten gaan.

De aanduiding van de structurele agrarische gebieden is een taak die wij in de uitvoeringsfase grondig zullen opnemen in overleg met de betrokken sectoren en actoren. Maar als gebiedsgerichte indicatoren voor de aanduiding van structurele agrarische gebieden worden alvast de bebouwde herbevestigde agrarische gebieden in de landschapseenheden open landbouwlandschap en delen van het agrarisch coulisselandschap ten westen en zuidwesten van Geel centrum meege-geven.

Figuur 29 indicatieve aanduiding van structurele agrarische gebieden

Figuur 30 voorbeeld structureel agrarisch gebied: open landbouwlandschap ten noordoosten van Geel

ZORGVULDIG RUIMTEGEBRUIK IN GAVE OPEN RUIMTEGEBIEDEN

Figuur 31 voorbeeld gave open ruimte

Daarnaast is het ook belangrijk fysiek beschikbare grondgebonden landbouwruimte voor de toekomst veilig te stellen. Het zorgvuldig bewaken van de kwaliteit ‘aaneengesloten, niet versnipperde open ruimte’ dient het belang van een

toekomstgerichte landbouw zelf, maar draagt ook bij tot ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit. Door gave agrarische gebieden en aaneengesloten open ruimten die grotendeels vrij zijn van bebouwing en infrastructuur, te vrijwaren wordt ook het ruimtebeslag ingedijkt en kan plaatselijk een afstemming op het fysisch systeem worden bevorderd. In de gave open ruimtegebieden willen wij met andere woorden de open ruimte als kwaliteit bewaren. Bijkomende verharding, be-bouwing en infrastructuur worden geweerd om toenemende fragmentatie en versnippering te vermijden. Deze gebieden worden als robuuste ruimtelijke gehelen behouden en versterkt ten dienste van duurzaam grondgebonden grondgebruik in afstemming op de kenmerken van de omgeving.

De aanduiding van dergelijke gave open ruimtegebieden is eveneens een taak die nog moet worden uitgevoerd en het nodig overleg zal vragen. Maar ook hier kunnen wij al een aantal indicatoren opgeven. Naast de omgeving van waarde-volle en erkende natuur- en bosgebieden en bufferzones (de gebieden van het VEN, onbebouwde kwetsbare gebieden (gewestplanbestemmingen natuur, bos, agrarisch gebied met ecologische waarde), onbebouwde speciale beschermings-zones (in het bijzonder habitatrichtlijngebieden) wordt er zeker ook gekeken naar lokale watergevoelige open ruimtege-bieden (valleigeruimtege-bieden en onbebouwde overstromingsgevoelige geruimtege-bieden, beekvalleien en depressies). Binnen de agra-rische ruimte komen verder overwegend onbebouwde agraagra-rische gebieden in aanmerking, al dan niet met landschappe-lijke kwaliteiten, ook binnen structureel agrarisch gebied.

Figuur 32 voorbeeld gaaf open ruimtegebied in de vallei van de Kleine Nete - landbouwgebied de Zegge

Zo beschouwen wij bijvoorbeeld het herbevestigd agrarisch gebied in de vallei van de Kleine Nete dat wordt opgenomen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘vallei van de Kleine Nete en Aa van Kasterlee tot Grobbendonk’, als een gaaf open ruimtegebied waar de grondgebonden landbouwproductie in harmonie met de omgeving naar de toekomst toe veilig wordt gesteld en in overleg wordt gewerkt aan een duurzame toekomst voor deze bijzondere open ruimte.

In document BELEIDSKADER OPEN RUIMTE (pagina 70-74)