• No results found

Recreatief verblijf in de open ruimte

In document BELEIDSKADER OPEN RUIMTE (pagina 84-87)

5.3.1 JEUGDGEBONDEN VERBLIJFSTOERISME

Door de aantrekking van de Belse bossen heeft de open ruimte rondom Bel een traditie van jeugdlogies. Dit is zichtbaar op het terrein: kampverblijf Malpertuus, kampverblijf De Volmolen, jeugdverblijf de Kievit, scoutsdomein de Kruiskwacht enz. Ook de gewestplanbestemming ‘zone voor gebieden voor jeugdcamping’ bevestigt deze traditie. De stad wenst deze traditie in ere te houden en de activiteiten in deze zones te ondersteunen zolang de dynamiek niet toeneemt en heel het groen en natuurlijk karakter van de omgeving niet wordt aangetast. Daarom kan er in de betrokken gebieden enkel on-dersteunende infrastructuur worden voorzien. In Larum is het jeugdheem Zonnedauw gevestigd. De gewestplanbestem-ming ‘jeugdcamping’ is hier al verfijnd door het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Zonnedauw’ dat de ontwikkelingsperspectieven voor deze zone heeft vastgelegd.

Figuur 36 bivakdomein de Kruiskwacht Geel-Bel en historisch beeld kampverblijf Malpertuus

5.3.2 VERBLIJFSRECREATIE IN WEEKENDZONES

De stad wenst de ontwikkeling van de zones voor verblijfsrecreatie aan banden te leggen en de ontwikkelingsperspectie-ven af te stemmen op de ligging en het draagvlak van de omgeving. Voor het domein ‘Netevallei’ kan daarbij verder worden gebouwd op het BPA. Een verdere optimalisatie en inpassing in de omgeving worden onderzocht zonder uitbrei-ding van de capaciteit. Het bieden van bijkomende ontwikkelingskansen voor de ‘harde’ sportinfrastructuur en verblijfs-toerisme is niet wenselijk.

Het domein ‘Schrans’ in de vallei van de Molse Nete bestaat uit een aantal kleine private visvijvers met een beperkt aantal constructies. De aanwezige vergunde weekendverblijven kunnen worden bestendigd. Er kunnen verder mogelijkheden voor het inrichten van gemene, publieke visvijvers worden onderzocht mits de infrastructuur landschappelijk wordt inge-past en de dynamiek bewaakt. Verdere uitbouw van deze zone is - gelet op de decentrale ligging en de ligging in het open valleilandschap - niet gewenst.

Ook voor de andere zones in de vallei van de Molse Nete, de Grote Nete en de Raeybroekenloop is een versterking niet wenselijk en is een hertekening te onderzoeken.

5.4 MOGELIJKE ACTIES

5.4.1 KWALITATIEVE UITBOUW VAN HET RECREATIEF ROUTENETWERK

De stad zal werk maken van een verdere uitbouw van de toeristisch-recreatieve netwerken, niet enkel voor de toeristische attractiviteit van de open ruimte maar ook voor ondersteuning van kwalitatief wonen in Geel:

- evalueren van het huidig netwerk en beschikbare routes op hiaten, knelpunten enz.

- in beeld brengen van bouwstenen en afwegingselementen: ankerpunten, te connecteren attractiepunten, te vermijden landbouwwegen in de agrarische gebieden, netwerk van trage wegen enz.

- uitwerken van optimale routes:

- optimaliseren van het traag wegennetwerk tussen natuur- en recreatiegebieden en de woonkernen - afstemmen met toegankelijkheidsvisies voor de natuurlijke zwaartepunten

- aanduiden en uitwerken van potentiële toegangen en rustpunten - creëren van duidelijke instappunten in de natuurgebieden.

Met het oog op structureel draagvlak wordt dit best in zo ruim mogelijk overleg met de betrokken actoren uitgewerkt.

5.4.2 BEELDKWALITEIT VOOR PAARDENVOORZIENINGEN EN - INFRASTRUCTUUR

De stad zal richtlijnen voor de landschappelijke kwaliteit van paardenvoorzieningen uitwerken en vastleggen. Goede voor-beelden zijn o.a. terug te vinden in bestaande publicaties van Vlaamse provincies en regionale landschappen. Ook de regionale landschappen, actief in de provincie Antwerpen, hebben hierin de nodige expertise. Er zal worden bekeken of de inzet van een verordend instrument gewenst is om ongewenste effecten van het vrijstellingsbesluit te corrigeren.

5.4.3 ZOEKTOCHT NAAR BIJKOMENDE GROENE SPEELRUIMTEN (SPEELBOSSEN)

De stad zal de mogelijkheid tot het aanduiden van bijkomende speelbossen, in het bijzonder in Ten Aard, Winkelomheide, Stelen en in de mate van het mogelijke in de nabijheid van de twee dorpen Larum en Punt, onderzoeken om zo het netwerk van speelgroen te versterken.

5.4.4 OPMAAK VAN EEN MASTERPLAN VOOR HET KANAAL HERENTALS - BOCHOLT EN DE DEKSHOEVE-VIJVER

De stad zal onderzoeken op welke wijze de recreatieve as van het kanaal Herentals - Bocholt kan worden opgewaardeerd met bijzondere aandacht voor het opwaarderen van de multifunctionele watergebonden recreatie in verbinding met het dorpsweefsel van Ten Aard en het behouden van het laagdynamisch karakter van de recreatiezone ‘Dekshoevevijver’.

5.4.5 ONDERZOEK NAAR OPTIMALISATIE VAN RECREATIEZONES IN DE NETEVALLEIEN

De stad zal een nadere visie uitwerken voor de recreatiezones in de Netevalleien met het oog op het optimaliseren van visvoorzieningen en het aan banden leggen van verblijfsrecreatie in afstemming op de kwetsbaarheid van de omgeving.

6 KWALITATIEVE OPEN RUIMTE IN EN OM DE KERNEN

De stad beschouwt de open ruimte als een ‘mal’ die duidelijke grenzen stelt aan allerhande stedelijke en harde ontwikke-lingen (de contramal). Om duidelijk te maken binnen welke delen van Geel er een beleid geldt waarin de bescherming van de open ruimte centraal staat en waar zal worden ingezet op kernversterkend beleid, zijn in de strategische visienota 2040 de open en de bebouwde ruimte in kaart gebracht.

Binnen de bebouwde ruimte in de kernen van Geel wordt een kernversterkend beleid gevoerd om de open ruimte te kunnen beschermen. Een bijzondere rol is hierdoor weggelegd voor de open ruimte die de kernen omringt en zich dus op de grens van de open en de bebouwde ruimte bevindt, en ten tweede voor de open ruimte die de kern van Geel binnen-dringt en wordt aangeduid als ‘indringende open ruimtegebieden’. De inrichting en de belevingswaarde van deze speci-fieke open ruimtegebieden in en rond de kernen dragen bij tot het slagen van de kernversterking. Dit voegt een extra opdracht toe aan de doelstellingen van deze open ruimten.

In document BELEIDSKADER OPEN RUIMTE (pagina 84-87)