• No results found

Uitvoeren van de metingen

II. Schriftelijke bevraging

III.2. Diepte-interviews gemeente

III.2.1 Samenvatting diepte-interviews gemeentes

III.2.1.4 Uitvoeren van de metingen

De grootste klacht is dat de regelgeving niet handhaafbaar is, het is voor velen niet meer haalbaar om te meten :

- Bijna iedereen geeft aan dat de muziek stiller gezet wordt van zodra ze opgemerkt worden bij het meten (er verwijzen ook meerdere respondenten naar de testsituatie die besproken wordt in het rapport : ‘Muziekgeluid in Vlaanderen - de nieuwe

regelgeving onder de loep’ Claude Bataillie, Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek, ref. M05/05GLO-14/CB, juni 2015).

- De meetduur is ook vaak een probleem. In kleinere cafés worden ze onmiddellijk opgemerkt en een uur ergens meten is al helemaal uitgesloten.

Krogstraat 106, 1860 Meise

© Bureau De Fonseca - De dubbele norm is verwarrend en geeft problemen : eerst moet de toetsingswaarde

overschreden worden vooraleer de toetsingsnorm kan gemeten worden. Als die niet overschreden is, dan wordt de meting vaak gestopt. Dat is conform de brochure van LNE waar gesteld wordt dat beide waarden moeten overschreden worden. Maar uit ervaring weten sommigen dat dat niet klopt: ook als er aan de toetsing wordt voldaan, dan is het nog mogelijk dat de basisnorm overschreden is. Daarom zouden sommigen liever 1 enkele norm zien over een kortere periode.

Ook voor een organisator is het niet altijd makkelijk om op de juiste plaats te meten, soms gebeurt er dan achteraf een extrapolering om de foute meetplaats te corrigeren maar de praktijk is niet altijd makkelijk, het publiek mag er niet aankunnen.

De reacties van exploitanten en publiek zijn niet altijd positief, zij willen alleen maar feesten.

Maar er zijn ook jongeren die achter het idee staan.

Als dj’s niet willen meewerken moet er soms wel gedreigd worden met een pv. In sommige gemeentes komt de lokale politie niet altijd mee binnen om de situatie niet te doen

escaleren. IN andere gemeentes zegt men nooit zonder politiebegeleiding te gaan meten omdat men het risico te groot vindt om alleen te gaan meten. Er zijn ook dj’s die wel willen meewerken en dan verloopt alles goed.

Met de type 2-meters die massaal aangekocht geweest zijn, is het niet mogelijk een meting met C-weging uit te voeren. Volgens de jeugddienst in een gemeente kan je die enkel op de 3 niveaus vastleggen, als je andere normen gebruikt kan je ze niet zelf aanpassen.

De klasse 1 toestellen worden als zeer gecompliceerd bestempeld.

Er is een gemeente waar A en C-meting via modem geregistreerd worden, zo is alles continu ter beschikking. Het meten over 15 en 60 minuten wilde de lokale politie niet meer doen, vandaar dat dit systeem nu wordt toegepast. De PA krijgt ook toegang tot de resultaten en men zegt dat men sindsdien veel minder moet ingrijpen. Voor de invoering van de

vernieuwde regelgeving werd er wel gemeten door de lokale politie.

In een andere gemeente hebben ze een gelijkaardig maar nog iets uitgebreider systeem: ze wilden een meetsysteem dat geldig was voor iedereen en ze wilden het ook kunnen zien vanop afstand. Nu werken ze met meetapparatuur die via modem werkt. Op de wachtkamer bij de lokale politie kunnen ze die gegevens zien en online kunnen ze volgen hoe luid er gespeeld wordt. Er zijn verschillende niveaus van interventie afgesproken, bij klacht gaat de lokale politie ter plaatse, kijkt na hoe luid er gespeeld wordt, er wordt pv gemaakt en er wordt een print gemaakt van de laatste 3 uur. Het wordt gebruikt als documentatie bij het opstellen van een pv.

Het meetsysteem wordt verplicht van zodra een exploitant geen sluitingsuur wil opgelegd krijgen en een permanente vergunning wil verkrijgen. Van zodra ze een meetsysteem

hebben, krijgen ze categorie 2 en mogen ze 95dB(A) spelen zolang er geen overlast is of dat er klachten komen.

Bij een gemeente/stad waar ze met veel mensen op de milieudienst werken is het voordeel dat er onderling kennis kan uitgewisseld worden en dat ze ook veel controles doen (grote stad). Maandelijks worden een aantal controles georganiseerd. Het meten in een café wordt ook door hen zo goed als onmogelijk bevonden (te lange meetduur), een uur meten werd nog nooit gedaan.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

75/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca III.2.1.5 Controle door opvragen loggings

Sommige gemeentes vragen om de loggings doorgestuurd te krijgen zodat ze achteraf controle kunnen doen van de geregistreerde gegevens. Bij overschrijding komt die bepaalde organisator of dj dan op een soort ‘zwarte lijst’ te staan, er volgt een evaluatie samen met hen op het gemeentehuis of ze worden bij een herhaling van het evenement soms ook extra gecontroleerd.

Men merkt soms pas op het moment van het checken dat de meting niet correct gebeurd is (bvb. te stil dus microfoon werd niet op de correcte plaats geïnstalleerd) of dat de loggings niet voldoende interpreteerbaar zijn bvb. doordat er enkel een screenshot te zien is van de waarden.

De loggings worden in sommige gemeentes alleen achteraf opgevraagd indien er klachten zijn geweest. In andere gemeentes worden ze wel systematisch gecheckt (opgevraagd of gecheckt bij het terug binnenleveren van het uitgeleende materiaal bvb.).

Grote PA-firma’s sturen in bepaalde gevallen de data nadien spontaan door maar dit is niet overal gangbaar.

III.2.1.6 Niveaus aanpassen

De C-weging toevoegen wordt vaak aangehaald, zeker bij grotere evenementen. Sommigen doen dit al via de bijzondere voorwaarden. Het gaat er ook om de overlast te beperken.

Er kan opgemerkt worden dat verschillende gemeentes sowieso lagere normen hanteren (100 dB(A)

L

Aeq,60min passen ze nooit of heel uitzonderlijk toe). Ook voor kinderen gaan sommige gemeentes lagere normen opleggen.

Sommigen zeggen ook dat cafés aangeven max. 85 dB(A)

L

Aeq,15min te produceren, dan moeten ze niks extra doen en als er geen klachten komen is de kans op controle klein.

In een gemeente zegt men dat de problemen meestal komen door slechte isolatie of doordat ramen en deuren openstaan als men binnen 90dB(A) speelt.

Een respondent vindt dat de categorie 95 dB(A) LAeq15min te krap is, dat geeft niet voldoende ruimte om een fuif te organiseren en de 100 dB(A) LAeq60min is te ruim, de kloof tussen beide is te groot, het ideale zit ertussenin.

Men zegt ook dat 95 dB(A) snel bereikt wordt door ambiance van de mensen, het ligt niet altijd aan de muziek. Ze zijn gegaan naar 98 dB(A) over een uur, het hoefde geen 100 dB(A) te zijn, daar gaan ze niet spontaan naartoe gaan, 100 dB(A) is vaak niet nodig.

Het muziekgenre speelt ook een rol.

III.2.1.7 Manier van werken

Vaak werd gezegd dat de metingen vroeger makkelijker en sneller gingen. Vandaar dat sommigen ook gestopt zijn met het uitvoeren van metingen ‘s nachts want ze moeten een kwartier meten, worden opgemerkt, de muziek wordt stiller gezet en de meting kan niet

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

76/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca correct uitgevoerd worden dus geraken ze ontmoedigd. Een gemeente heeft een soort

leidraad opgesteld voor hun manier van werken (als voorbeeld bij een groter evenement):

1) voorafgaandelijk overleg met de betrokkenen;

2) aanvraag voor toelating indienen;

3) afsprakennota ondertekenen.

De afsprakennota omvat alle elementen die betrekking hebben op de organisatie van het evenement en op basis daarvan komt er een beslissing van het CBS. Ze herhalen in de voorwaarden van de beslissing steeds dat de geluidsnormen voor de omgeving van toepassing blijven want door de regelgeving vervallen deze normaalgezien. Een uitdoofregeling wordt eveneens standaard toegepast. Registeren van de meting wordt ook verplicht vanaf meer dan 85 dB(A)LAeq,15min. 100 dB(A) LAeq,60min wordt bijna standaard aangevraagd en meestal toegestaan.

Momenteel vraagt men de lokale politie enkel om het geluid stiller te zetten bij klachten en interventies. Er wordt geëvalueerd of de muziek te luid staat of niet, er wordt niet gemeten.

In de praktijk zou men echter willen dat de lokale politie het volgende toepast :

- Beschikt de exploitant over een toelating? (de lokale politie weet dat normaal niet dus ze moeten het vragen).

- Nakijken of er een geluidsbegrenzer of een geluidsmeter aanwezig is (als die er niet is wordt dit vastgesteld en doorgegeven).

- Het geluidsniveau moet op elk moment afleesbaar zijn van de geluidsmeter.

- Nakijken of de verplichte beschermingsmaatregelen genomen zijn.

- Nagaan of het publiek geïnformeerd en gesensibiliseerd wordt.

In een heel aantal gemeentes wordt er echter enkel bemiddelend opgetreden. In de praktijk gaat de lokale politie langs en zegt dat de muziek stiller gezet moet worden. Vanuit de lokale politie vindt men het belangrijk dat er met een meettoestel gemeten wordt en dat men niet enkel voortgaat op het gehoor.

Soms worden er ook immissiemetingen gedaan, dit is de beste manier om klachten te beoordelen.

III.2.1.8 Controles worden vaak gestuurd door klachten

Zonder klachten wordt er niet vaak spontaan gemeten. Vandaar dat er in sommige gemeentes ook nog meldings-en vergunningsplichtige inrichtingen zullen zijn die nog exploiteren zonder vergunning. Vermits ze niet spontaan gaan meten, weten ze ook niet welke geluidsniveaus er ergens gehaald worden en kan er van de gemeente uit geen initiatief komen. Wanneer er door de ligging problemen vermoed worden, vraagt men bij de melding soms ook een akoestisch onderzoek te laten uitvoeren.

In sommige gemeentes checkt de lokale politie bij klachten wel of er gemeten wordt en of ze in orde zijn met de geluidsnormen maar dit is niet overal het geval.

Krogstraat 106, 1860 Meise

© Bureau De Fonseca III.2.1.9 Preventie

Er is een gemeente die volledig de bal speelt van het sensibiliseren. In het begin hebben ze heel veel geïnformeerd en begeleid. In een eerste fase zijn ze overal zelf de meter gaan installeren, dat gaf een gevoel van geruststelling aan de organisator en een persoonlijk contact. Ze gaven ook informatie over de opstelling van de installatie en de rol daarvan op het geluidsniveau, de suggestie om meer surround te werken, want meer boxen met minder vermogen geeft een ander resultaat. Daaruit volgt een zeer goede samenwerking met organisatoren en dj’s. Preventief meten of controleren gebeurt in deze gemeente ook niet, enkel indien er klachten komen.

Een andere gemeente is intensief bezig met het voorkomen van gehoorschade, ze willen een toelichtingsavond geven over gehoorschade voor scholen en ze laten jaarlijks gratis

gehoortesten uitvoeren voor de mensen. De mensen beginnen er stilaan wel meer op te letten. Tijdens een jaarlijks evenement bieden ze ook een geavanceerde gehoortest aan zodat mensen een idee krijgen van de schade die ze al opgelopen hebben, ook al hebben ze nu nog geen vermindering van het gehoor. Preventie in het algemeen, niet alleen rond de evenementen is in die gemeente ook gangbaar.

Soms komt de lokale politie ook eens kijkje nemen, dit is bvb. het geval in een zaal in eigen beheer van de gemeente waar er constant gemeten wordt, daar checkt de lokale politie dan gewoon eens of alles in orde is maar de lokale politie doet er geen eigen meting.

III.2.1.10 Gesprekken vooraf - Evaluatie achteraf

Er wordt ook vaak vooraf (zeker bij grotere evenementen) samengezeten om alles op voorhand te bespreken, geluid maakt daar dan ook deel van uit. Deze voorbesprekingen worden door alle partijen als zeer positief ervaren.

De evaluatie achteraf wordt vaak gebruikt om evenementen naar de toekomst toe strengere normen op te leggen of niet meer toe te laten (maar dat is uitzonderlijk).

Bij klachten (ook bij cafés) gaat men in sommige gemeentes wel samenzitten met de organisator of uitbater. In één geval wordt er een indicatieve meting gedaan en dan krijgen ze richtlijnen. Pv kan enkel opgemaakt worden bij cafés als er klachten zijn van de buren en ze boven de opgelegde dB(A) gegaan zijn.

Meestal wordt er gewoon samengezeten of wordt het bijgehouden door lokale politie en/of gemeente zodat er bij een volgend evenement eventueel strengere normen kunnen opgelegd worden.

III.2.1.11 Samenwerking tussen gemeente en lokale politie

Voor de lokale politie van sommige gemeentes is geluid een zaak voor de gemeente. Volgens sommigen is lokale politie nochtans cruciaal, zeker bij gewone cafés en fuiven.

In andere gemeentes wordt er heel nauw samengewerkt en gecommuniceerd, zowel ter voorbereiding als ter evaluatie van een activiteit.

In gemeentes waar men werkt met een evenementenloket, wordt de lokale politie

automatisch op de hoogte gebracht omdat in dergelijke opzet alle betrokkenen informatie doorgespeeld krijgen of om advies gevraagd worden. De meeste gemeentes informeren de lokale politie systematisch over evenementen omdat de lokale politie op basis hiervan bvb.

Krogstraat 106, 1860 Meise

© Bureau De Fonseca extra manschappen voorziet in het weekend. In de gemeentes waar ze ook de informatie over de afwijkingen doorgestuurd krijgen, kunnen ze ook beter voorbereid naar een oproep gaan. Bij problemen en/of klachten bij een evenement koppelt de lokale politie vaak ook terug naar de gemeente zodat er bij een volgende editie rekening mee kan gehouden worden.

Een samenwerking valt of staat ook vaak met de intensiteit en de kwaliteit van de informele persoonlijke contacten, een personeelswissel kan ervoor zorgen dat er opeens minder uitgewisseld wordt. In een aantal gemeentes is er op geregelde tijdstippen overleg tussen gemeente en lokale politie, in andere gemeentes is het alleen als het noodzakelijk is.

III.2.1.12 Processen-verbaal

Processen-verbaal (Pv’s) opmaken op basis van registratiegegevens van de organisator moet volgens sommigen kunnen omdat dit alles eenvoudiger zou maken maar anderen vinden dan weer van niet. Een respondent heeft hier nl. de bedenking bij dat er geen controle is op de manier van meten dus dan zou niet iedereen op dezelfde manier beoordeeld worden.

De meesten geven aan dat de lokale politie eerder bemiddelend optreedt en dat er niet vaak pv’s opgemaakt worden omdat er ook niet vaak gemeten wordt volgens de regels van de nieuwe regelgeving.

Indien er toch een pv wordt opgemaakt, hebben sommigen geen idee van wat er daarna mee gebeurt, anderen zeggen dat de parketten niet strafrechterlijk vervolgen en alles doorsturen naar de Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer (AMMC). Deze procedure neemt wel veel tijd in beslag dus het duurt lang voor er uitspraak gedaan wordt (1

respondent geeft wel aan dat het AMMC de dossiers sneller afhandelt dan het parket). AMMC geeft ook feedback. Dat helpt hen om meetmethodes bij te sturen of de formuleringen in een pv te verbeteren. In sommige gevallen wordt er na één of meer pv’s ook een bestuurlijke maatregel opgelegd (maar dat hangt af van geval tot geval). Dat kan zijn een verplichte sluiting gedurende een paar dagen, een verplichting tot akoestisch onderzoek, het plaatsen van een begrenzer of het verplichte gebruik van een vaste installatie.

Een respondent waar gemeten wordt geeft aan dat er sinds de nieuwe regelgeving minder pv’s opgemaakt worden omdat er minder controles uitgevoerd worden. De tijdsbesteding blijft dezelfde maar het aantal behandelde dossiers is gedaald.

Er wordt ook enkele keren aangehaald dat je een dubbele overschrijding nodig hebt voor het opmaken van een pv maar een dj weet hoe hij een overschrijding op een uur moet

vermijden, nl. door enkele stillere nummers in te lassen. Het meten gebeurt ook bijna nooit onopgemerkt dus ze passen het geluidsniveau aan en dan zitten ze weer binnen de norm.

Bij het opmaken van een pv wordt soms ook rekening gehouden met de voorgeschiedenis van een evenement, organisator of dj.

Verschillende respondenten vinden dat er met het opstellen van pv’s niet veel bereikt wordt : preventie, bemiddelen en overleg worden vaak aangehaald als een betere manier om de problemen aan te pakken. Boetes blokkeren de communicatie en de medewerking terwijl er ook bij een boete soms nog dingen in orde moeten gebracht worden.

Krogstraat 106, 1860 Meise

© Bureau De Fonseca III.2.1.13 Probleem van de beschikbaarheid/tijd

De milieuambtenaren zijn in vele gevallen al overbevraagd zodat het soms lastig is om toezicht erbij te nemen. Door tijdsgebrek worden sommige problemen dan ook niet proactief aangepakt.

Handhaving is zeer arbeidsintensief als men het goed wil opvolgen.

In sommige gevallen is er bij de lokale politie niemand bevoegd en/of hebben ze geen geluidsmeter.

Een milieuambtenaar geeft ook aan dat hij het niet ziet zitten om elk weekend te gaan meten

’s avonds.

III.2.1.14 Kennis/informatie

Bij het in voege treden van de regelgeving in 2013 zijn er veel inspanningen gedaan om de organisatoren te informeren. Vele gemeentes hebben in het begin informatiesessies

georganiseerd, sommigen hebben ook zelf een brochure gemaakt. Soms met zeer matige opkomst, soms met groot succes, een respondent gaf aan dat er 90% van de genodigden van de verenigingen en organisatoren was gekomen; de regelgeving werd uitgelegd en ook de lokale politie heeft zijn verhaal gedaan. Anderen hebben samengewerkt met een PA-firma die technisch goed onderlegd was en een zeer betrouwbare partner is.

In het begin werden er weinig afwijkingen aangevraagd, dan werd vanuit de gemeente al eens gesuggereerd om het toch te doen, rekening houdend met de bijzondere voorwaarden uiteraard.

Nu merkt men nog vaak dat er bij de aanvragen niet aangegeven wordt dat ze een afwijking nodig hebben. Niet alle organisatoren zijn op de hoogte van de geldende normen. Voor de organisatoren is het een administratieve last.

Wanneer er op voorhand contact is met de organisatoren, worden er in een bepaalde

gemeentes ook concrete tips gegeven zoals bvb. geluidsbegrenzer voorzien, plaatsing van de boxen veranderen etc.

III.2.1.15 Zalen in eigen beheer

Zalen waar een vaste meetinstallatie hangt, zorgen voor minder problemen. Er is ook een gemeente waar de muziek uitvalt als de deuren blijven openstaan bvb. en men heeft ook een begrenzer geïnstalleerd, naast de vaste installatie.

Er is een gemeente die bij elke activiteit zelf de meter gaat plaatsen. Er wordt dan continu gemeten en geregistreerd en de gegevens worden achteraf bekeken. Bij overschrijding wordt er wel teruggekoppeld naar de organisator.

Een andere gemeente heeft een zaal met vaste geluidsmeter, er wordt continu gemeten en geregistreerd en de geluidsniveaus zijn ook continu zichtbaar voor het publiek op 2 plaatsen.

Ze bieden ook aan de oordoppen via hen te kopen en geven uitleg over de niveaus. De gemeente vraagt de loggings echter niet op ter controle, enkel bij klachten buigt de

jeugddienst zich erover. Als er echter een evenement in een tent is voor de jeugd, wordt er geen meter geïnstalleerd.

Nog een andere gemeente heeft verschillende zalen, ook telkens met continue meting en een vaste meetinstallatie en PA. Hun nieuwere zalen hebben een begrenzer die bij overschrijding van het niveau de lichten laat aangaan.

Krogstraat 106, 1860 Meise

© Bureau De Fonseca III.2.1.16 Uitlenen materiaal

Verschillende gemeentes lenen materiaal uit (al dan niet mits betaling van een waarborg), de manier waarop ze ermee om gaan is echter verschillend. Bepaalde gemeentes checken elke keer bij inlevering wat er geregistreerd werd. Ook de staat van de teruggebrachte meters wordt gecheckt. Hier blijkt soms wel een probleem te zijn (beschadigingen of niet zorgzaam omspringen met het materiaal komt weleens voor). Sommige gemeentes willen dat uitlenen stilaan verminderen, het was vooral een ondersteuning bij de start van de nieuwe

regelgeving. De redenering is dat geluidsfirma’s ondertussen ook kunnen instaan voor de

regelgeving. De redenering is dat geluidsfirma’s ondertussen ook kunnen instaan voor de