• No results found

Bepalingen politiereglement

II. Schriftelijke bevraging

II.5. Lokale politie en intergemeentelijke, provinciale of gewestelijke toezichthouders :

II.5.1 Samenwerking binnen het kader van de nieuwe regelgeving muziekactiviteiten . 48

II.5.2.2 Bepalingen politiereglement

Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 108 en 109.

108.Zijn er in het politiereglement bepalingen met betrekking tot muziek bv. elektronisch versterkte muziek of nachtlawaai opgenomen (eventueel GAS indien van toepassing)?(N=34) 109. Kunt u kort omschrijven welke bepalingen er opgenomen zijn in het politiereglement met betrekking tot muziek bv elektronisch versterkte muziek of nachtlawaai (eventueel GAS indien van toepassing)?(N=27)

91% van de respondenten geeft aan dat er extra bepalingen met betrekking tot muziek zijn opgenomen in de - tot de politiezone behorende gemeentes - van toepassing zijnde

reglementering (gemeentelijke reglement, GAS). De onderwerpen zijn gelijkaardig aan diegenen besproken in punt 2.1.7 (zie pagina 19).

0 1 2 3 4 5

0% 15% 50% 100%

absolute aantallen

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

54/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca

II.6. Lokale politie en intergemeentelijke, provinciale of gewestelijke toezichthouders : Handhaving

II.6.1 Controles (van het geluidsniveau op de muziekactiviteit zelf en niet in de omgeving ervan).

II.6.1.1 Meetprotocol + aantal controles

Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 111 tot en met 114.

111.Is er binnen uw organisatie een vast meetprotocol?(N=63)

112.Wie voert controles van geluidsniveau in muziekactiviteiten uit?(N=61) 113.In hoeveel percent van de gevallen worden de controles uitgevoerd door een toezichthouder, opgeleid in de materie?(N=61)

114.Hoeveel controles van het geluidsniveau op de activiteit zelf werden er door uw dienst al uitgevoerd na invoering van de vernieuwde regelgeving (1 januari 2013)?(N=60)

Bij 73% is er geen vast meetprotocol. In de meeste gevallen worden de controles op muziekactiviteiten uitgevoerd door ofwel een interventieploeg van de politiezone echter zonder de bepaling dat er steeds een deskundige toezichthouder bij aanwezig is (28%), ofwel door een toezichthouder, al dan niet vergezeld door andere toezichthouders, maar zonder interventieploeg van de politiezone ( 30%). 28 respondenten gaven hierbij extra toelichting onder het antwoord ‘andere’. Enkele gaven nadere toelichting bij hun antwoordkeuze. Verder werd er onder andere verwezen naar andere toezichthouders, toezicht uitgevoerd door OGP’s of werd er aangegeven dat er geen toezichthouder (meer) beschikbaar is.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

55/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Slechts 30% van de respondenten (dit zijn 18 personen) heeft een idee van hoe vaak de controles door een toezichthouder, opgeleid in de materie, uitgevoerd worden. 1/3 (n=6) van hen zegt dat dit nooit het geval is, 28% (n=5) daarentegen zegt dat dit steeds het geval is en nog eens 10% (n=2) zegt dat dit in 95% van de gevallen gebeurt.

Aantal uitgevoerde geluidscontroles sinds 1 januari 2013

In 38% van de gevallen werden er nog geen controles uitgevoerd.

Hieronder bekijken we het aantal uitgevoerde controles in functie van de grootte van de politiezone. Let wel, N=47 omdat niet alle respondenten die deze vraag dienden in te vullen de vraag over de grootte van hun politiezone beantwoord hebben. Het aantal respondenten ligt dus voor sommige categorieën zeer laag.

Aantal uitgevoerde geluidscontroles sinds 1 januari 2013 in functie van grootte van de politiezone (N=47)

De volgende vragen over controles worden enkel beantwoord door de respondenten waarvan hun diensten reeds controles uitgevoerd hebben. Bij herberekening geeft dit de volgende percentages: (N=37) 41% heeft minder dan 5 controles uitgevoerd, 27% heeft 6 à 10 controles uitgevoerd, 3 % 11 à 15 en 30% meer dan 15.

0 10 20 30 40 50 60

geen minder dan 5

6 à 10 11 à 15 meer dan 15

minder dan 50.000(N=25) 50.000 à 100.000(N=17) meer dan 100.000(N=5)

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

56/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca II.6.1.2 Problemen bij controles

Hieronder de resultaten van de vragen 115-117-122 en 124.

Heeft u al problemen ondervonden bij het uitvoeren van deze controles bij vraag 115 : Melding - reguliere activiteit : N= 18

vraag 115 : Melding - afwijking < 3 uur tussen 12u en 24u : N= 11 vraag 115 : Melding - afwijking mx. 12 x per jaar > 3 uur : N= 18 vraag 117 : Milieuvergunningsplichtig : N = 19

vraag 122 : Niet-ingedeelde inrichting – reguliere activiteit : N= 21

vraag 122 : Niet-ingedeelde inrichting – afwijking max. 12x per jaar : N = 20 vraag 124 : Openlucht of tent : N= 26

Onderstaande grafiek toont de percentages van de respondenten die zeggen problemen ondervonden te hebben bij een controle van de opgegeven categorie. De percentages werden telkens herberekend op basis van de respondenten die aangaven reeds controles uitgevoerd te hebben in die categorie.

% problemen ondervonden per categorie

De volgende grafiek toont aan welke problemen voornamelijk ondervonden worden bij het uitvoeren van controles voor elk van de betreffende categorieën (het gaat hier enkel over de personen die effectief een probleem geciteerd hebben in de betreffende vragen).

0 10 20 30 40 50 60 70%

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

57/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Hieronder vragen 116, 118, 123 en 125:

Waren dat problemen op het vlak van…

Soorten problemen ondervonden bij controles

De meetplaats en meetperiode bij evenementen in openlucht of tent springen er uit maar dit zijn ook voor de andere categorieën de belangrijkste problemen. Verder is ook de dubbele normering een probleem, zeker bij milieuvergunningsplichtige inrichtingen en evenementen in openlucht of tent. Bij deze laatste zorgt het meettoestel ook nog vaak voor een probleem.

De meest voorkomende antwoorden in de categorie ‘andere’, zijn specificaties bij de reeds opgegeven categorieën zijnde meetplaats, meetduur, meettoestel en oordoppen.

II.6.1.3 Manier van werken

Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 126 tot en met 129.

126.Heeft u de manier van werken bij toezicht moeten aanpassen naar aanleiding van de vernieuwde regelgeving?

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

melding (N=18)

milieuvergunning (N=11)

niet-ingedeeld (N=21)

niet-ingedeeld (incl.

openlucht of tent) (N=15)

%

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

58/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Aanpassen manier van werken in functie van de grootte van de politiezone

Iets meer dan de helft (53%) geeft aan de manier van werken te moeten aanpassen hebben naar aanleiding van de vernieuwde regelgeving. De grotere politiezones hebben de manier van werken meer moeten aanpassen dan de kleinere politiezones maar let op, de aantallen zijn zeer klein om hierover een gefundeerde uitspraak te doen!

Opgesplitst per categorie waarbinnen ze problemen ondervonden hebben geeft dit het volgende :

Aanpassing manier van werken per categorie

De vernieuwde regelgeving heeft dus een grote impact gehad op de manier van werken. Alle categorieën zitten boven de 60% en zelfs 85% voor de niet-ingedeelde inrichtingen met afwijkingen max. 12x/jaar en 80% voor de evenementen in openlucht of tent.

0 10 20 30 40 50 60 70 80

minder dan 50.000(N=11)

50.000 à 100.000(N=12)

>100.000(N=3)

ja neen

weet het niet

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

59/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Hieronder een overzicht van de vragen 127, 128 en 129.

Hoe heeft u de manier van werken bij toezicht van

vraag 127 : meldings- en vergunningsplichtige inrichtingen(N=19)

vraag 128 : niet-ingedeelde inrichtingen (met uitzondering van evenementen in openlucht of tent)(N=18)

vraag 129 : evenementen in openlucht of tent

moeten aanpassen naar aanleiding van de vernieuwde regelgeving?(N=18)

De volgende grafiek toont op welke punten de manier van werken is aangepast per categorie.

Aanpassing manier van werken

Op deze vraag is door een zeer klein aantal respondenten geantwoord. Het is dan ook moeilijk hier algemene conclusies uit te trekken. Bij de categorie ‘andere’ wordt vooral verwezen naar preventieve controles.

II.6.1.4 Evolutie controles en personeel

Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 130-134.

130.Als u het aantal controles van het geluidsniveau op de muziekactiviteiten zelf voor en na 1 januari 2013 vergelijkt, dan…

0 10 20 30 40 50 60

meer controle omgevingsnormen

minder opvallend tussen publiek

meten

meters controleerbaar op

afstand

meetstrategie niet aangepast

andere

meldings-en vergunningsplichtig niet-ingedeeld (excl. openlucht/tent) niet-ingedeeld openlucht of tent

%

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

60/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Terwijl bij de gemeentes slechts 11% aangaf dat er minder controles uitgevoerd werden, zegt hier 43% zegt dat er minder controles uitgevoerd worden. Slechts 17% (let op, n=6) geeft aan dat er meer controles uitgevoerd worden terwijl dit bij de gemeentes 36% was.

Volgens 20% zijn er evenveel controles (tegenover 34% bij de gemeentes).

Evolutie aantal controles in functie van de grootte van de politiezone

Opgelet, zeer kleine aantallen. De grafiek toont dat vooral de kleinere en middelgrote politiezones minder controles uitgevoerd hebben.

Bij de vraag naar een verklaring voor hun antwoord gaven 6 respondenten aan dat er nu meer controles uitgevoerd worden en geven hiervoor als redenen dat de regelgeving duidelijker en beter toepasbaar geworden is, dat er meer aandacht naar het onderwerp gegaan is door de nieuwe regelgeving en dus meer controles gekomen zijn maar dat het vanaf 2015 wel weer daalt omdat de organisatoren nu meer kennis bezitten over de regelgeving.

De 15 respondenten die zeggen dat er nu minder controles gebeuren geven als redenen dat de regelgeving onpraktisch en te complex is, er moet te lang gemeten worden, er is geen toezichthouder geluid meer beschikbaar bij de lokale politie.

0 10 20 30 40 50 60 70 80

<50.000(N=10) tussen 50.000 en 100.000(N=12)

> 100.000(N=3)

meer controles evenveel controles minder controles weet het niet

%

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

61/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca 133.Heeft u suggesties om de handhaving en toezicht met betrekking tot het

geluidsniveau op muziekactiviteiten zelf te optimaliseren?

De belangrijkste items uit de categorie ‘andere’ zijn : - het opnemen van een dB(C) norm

- de verplichte registratie ook als basis mogen gebruiken van een pv

- normen zijn te soepel en te hoog (gehoorschade tegengaan door oordoppen ter beschikking te stellen is niet logisch)

- simpeler maken nl. men voldoet aan de voorwaarden als men onder de toetsingswaarde blijft, daaruit laten volgen dat als men de toetsingsnorm overschrijdt, men niet aan de vergunningsvoorwaarden voldoet.

134.Vindt u dat er in het gebied waarvoor u bevoegd bent, voldoende toezichthouders m.b.t.

muziekactiviteiten zijn? Neem hierbij ook de externe toezichthouders van andere organisaties in rekening.

Bij de algemene opmerkingen met betrekking tot de handhaving komen de reeds eerder aangehaalde items hier opnieuw aan bod, nl. het probleem van bevoegde en beschikbare mensen om de metingen te doen, de kost van de apparatuur en de lange meetduur.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

62/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca II.6.2 Toestellen

II.6.2.1 Geluidsniveaumeters

Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 136 tot en met 138.

Vraag 136 : Over hoeveel geluidsniveaumeter(s) klasse 1 beschikt uw organisatie om controles van muziekactiviteiten uit te oefenen? (N=56).

137.Kan minstens één van de geluidsniveaumeters klasse 1 het lopend LAeq meten?

138. Wordt een geluidsniveaumeter klasse 1 voor elk gebruik geijkt (gekalibreerd)?

Aantal geluidsniveaumeters in functie van de grootte van de politiezone

Bijna 40% heeft geen geluidsniveaumeter klasse 1 ter beschikking om metingen uit te voeren. Wat de analyse naar de grootte van de zone betreft (let op, de categorie met meer dan 100.000 inwoners bevat slechts 5 respondenten dus de resultaten staan erbij maar de groep is eigenlijk te klein om uitspraken over te doen!), heeft 65% van de gemeentes met minder dan 50.000 inwoners geen geluidsniveaumeter klasse 1, tegenover 24% bij de zones met 50.000 – 100.000 inwoners. De zones met minder dan 50.000 inwoners hebben nooit meer dan 1 geluidsniveaumeter, enkel de gemeentes boven de 50.000 inwoners hebben er 2 of meer, wat uiteraard logisch is.

Waar er wel een geluidsniveaumeter klasse 1 beschikbaar is, kan deze in 79% van de

gevallen het lopend LAeq meten. Bij 9% is dit niet het geval, maar nog eens 12% weet niet of het kan of niet :

0 10 20 30 40 50 60 70

geen 1 2 3

algemeen(N=56) minder dan 50.000 inw.(N=22) 50.000-100.000 inw.(N=17) meer dan 100.000 inw.(N=5)

%

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

63/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca In 82% van de gevallen wordt de geluidsniveaumeter voor elk gebruik gekalibreerd. De anderen weten het niet.

II.6.2.2 Kennis, opleiding en ondersteuning met betrekking tot geluidsniveaumeters

Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 139 tot en met 143.

139.Is er volgens u binnen de dienst voldoende kennis om te werken met een geluidsniveaumeter klasse 1?(N=34)

140. Is er volgens u voldoende toegang tot een opleiding om te leren werken met een geluidsniveaumeter klasse 1?(N=34)

141. Doet u beroep op (externe) ondersteuning om te leren werken met geluidsniveaumeters?(N=33)

142.Doet u beroep op (externe) ondersteuning bij het uitvoeren van metingen?(N=55) 143.Indien u nog bedenkingen en/of opmerkingen heeft met betrekking tot de toestellen en/of het meten, dan mag u deze hieronder vermelden.(N=8)

Voor 44% van de respondenten is er voldoende kennis aanwezig binnen de dienst om te werken met een geluidsniveaumeter klasse 1 (ter vergelijking bij de gemeentes was dit 69%). 38% vindt dat er ook voldoende toegang is tot een opleiding om ermee te leren werken (bij de gemeentes was dit 59%).

Voor 41% van de respondenten is er echter niet voldoende kennis aanwezig binnen de dienst (bij de gemeente was dit 27%) en 44% vindt dat er onvoldoende gelegenheid is om ermee te leren werken (24%bij de gemeente) .

Er wordt voornamelijk aangeven dat de opleiding niet voldoende praktijkgericht is, men is er niet vaak genoeg mee bezig om de kennis te onderhouden en men vindt het te ingewikkeld.

In de helft van de gevallen (52%) wordt er nooit beroep gedaan op externe ondersteuning (vraag 141 : Doet u beroep op (externe) ondersteuning om te leren werken met

geluidsniveaumeters? ) en bij 27% wordt dit maar soms gedaan :

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

64/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca In sommige gevallen doet men wel beroep op (externe) ondersteuning bij het uitvoeren van metingen :

1/5 doet steeds beroep op (externe) ondersteuning bij het uitvoeren van metingen en 7%

meestal. Meer dan 1/3 doet echter nooit beroep op (externe) ondersteuning en 31% slechts soms.

Bij de bedenkingen en/of opmerkingen met betrekking tot de toestellen en/of het meten, haalden 8 respondenten aan dat de toestellen duur zijn, dat het meten complex is en te lang duurt, dat er nood is aan een praktische opleiding en dat men ook op de kwaliteit van de oordoppen zou moeten letten of beter nog, de geluidsniveaus laten zakken.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

65/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca

II.7. Lokale politie en intergemeentelijke, provinciale of gewestelijke toezichthouders : Communicatie over de vernieuwde regelgeving

II.7.1 Informatie voor exploitanten / organisatoren / burgers

Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 151 en 152.

151.Informeert uw organisatie exploitanten / organisatoren / burgers over de regelgeving voor muziekactiviteiten?(N=59)

152.Op welke manier informeert uw gemeente exploitanten/organisatoren/burgers over de regelgeving voor muziekactiviteiten?(N=34)

In 58% van de gevallen informeert de organisatie waarin de respondent werkzaam is de exploitanten, organisatoren en/of burgers over de regelgeving voor muziekactiviteiten. In 32% van de gevallen doen ze dat niet.

Ze informeren op verschillende manieren :

In 29% van de gevallen werden informatiesessies voor organisatoren en exploitanten georganiseerd en telkens in 26% van de gevallen werd er informatie opgestuurd naar de betrokken of wordt de brochure van de overheid ter beschikking gesteld. Verder wordt er ook nog een eigen folder ter beschikking gesteld (18%) of wordt er uitleg op de eigen website geplaatst (15%).

Bij de categorie ‘andere’ worden preventieve controle bij de opstelling, informatie via mail of gesprek en uitleg op de vergunning ook nog vermeld.

II.7.2 Bekendheid informatiebronnen

Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 153, 154, 155, 156 en 157.

153.Welk van de onderstaande informatiebronnen met betrekking tot regelgeving voor muziekactiviteiten kent u?(N=59)

154.Weet u waar u terecht kunt met vragen in verband met de regelgeving voor muziekactiviteiten?(N=59)

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

66/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca 155.Vindt u dat u zelf voldoende op de hoogte gebracht bent van de vernieuwde

regelgeving?(N=59)

156. Wat ontbrak er volgens u aan de communicatie over de nieuwe norm?(N=12)

157.Indien u nog opmerkingen en/of bedenkingen bij de informatie over de regelgeving voor muziekactiviteiten heeft mag u die hieronder neerschrijven.(N=6)

De volgende informatiebronnen met betrekking tot de regelgeving voor muziekactiviteiten zijn gekend :

De brochure over de geluidsnormen is zeer goed gekend (73%), evenals de website en de technische handleiding (beiden 61%). 14% zegt geen enkele van de genoemde

informatiebronnen te kennen.

83% geeft aan te weten waar hij terecht kan met vragen over regelgeving voor muziekactiviteiten.

59% vindt dat hij zelf voldoende op de hoogte gebracht werd van de vernieuwde

regelgeving. 19% zegt informatie gekregen te hebben maar ze was niet helemaal duidelijk.

8% vindt dat hij te weinig informatie kreeg en 5% zegt helemaal geen informatie gekregen te hebben.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

67/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Wat genoemd wordt als ontbrekend aan de communicatie over de nieuwe norm is dat het ingewikkeld is en niet praktisch. Enkele algemene opmerkingen en bedenkingen bij de informatie over de regelgeving muziekactiviteiten (opgelet slechts 4 respondenten hebben hier geantwoord) geven aan dat de regelgeving eenvoudiger moet worden.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

68/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca

II.8. Algemene conclusies deel schriftelijke bevraging

De responsgraad van 40% wijst op een zeer hoge betrokkenheid bij het onderwerp.

De meeste gemeentes hebben inrichtingen klasse 2 en klasse 3. Voor de inrichtingen klasse 3 worden regelmatig afwijkingen aangevraagd. De respondenten geven aan dat er nog inrichtingen klasse 2 en klasse 3 zijn die nog niet in orde zijn met hun vergunning of melding.

Voor de niet-ingedeelde inrichtingen worden heel wat uitzonderingen aangevraagd, zowel categorie 2 als categorie 3. Deze uitzonderingen worden grotendeels toegestaan. Hierbij worden meestal wel bijzondere voorwaarden opgelegd, vooral een sluitingsuur en een beperking op de immissie en/of de emissie.

61% van de respondenten van de gemeentes en 91 % van de respondenten van de politiezones geeft aan dat er een lokaal reglement met bepalingen over geluidshinder is.

75% van de respondenten van de gemeentes geeft aan dat er meettoestellen worden uitgeleend. Instructies worden meestal meegegeven aan de ontleners maar de toestellen worden niet systematisch gekalibreerd.

92% van de respondenten geeft aan dat de gemeente minstens een zaal in eigen beheer heeft. Volgens 60% van deze respondenten zijn maatregelen genomen naar aanleiding van de nieuwe regelgeving.

46% van de respondenten van de gemeentes en 40% van de respondenten van de politiezones geven aan geen meettoestel ter beschikking te hebben, het gaat vooral om kleine gemeentes en zones. Ongeveer 3/4 van de respondenten verklaart dat hun toestellen een lopend LAeq kunnen meten.

Het merendeel van de respondenten van de gemeentes (69%) zegt voldoende kennis in huis te hebben om een meting uit te voeren. Bij de lokale politie is dit beduidend lager: 44%.

De meerderheid van de milieuambtenaren heeft ook voldoende toegang tot opleiding en zoekt desnoods externe ondersteuning. Bij de lokale politie is dit minder het geval.

Voor beide partijen zijn de vaakst gehoorde klachten dat de opleiding te theoretisch is en dat de kennis verdwijnt door gebrek aan praktijkervaring.

Er is een goede samenwerking tussen de gemeentelijke toezichthouders en de andere toezichthouders: informatie wordt uitgewisseld, al valt het op dat lokale politie meer informatie deelt dan de gemeentelijke toezichthouders. Men heeft meestal wel een vast aanspreekpunt.

55% van de respondenten van de gemeentelijke toezichthouders en 38% van de

respondenten van de lokale politie doet geen metingen van de emissie. Van diegenen die wel

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

69/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca meten doet 2/3 van de gemeentelijke toezichthouders en 4/10 van de lokale politie minder dan 5 controles per jaar. Ongeveer 3/4 van de respondenten volgt geen vast meetprotocol.

Handhavers worden tijdens een meting vaak met problemen geconfronteerd. De meeste problemen zijn er met de meetplaats en de meetduur en de dubbele normering. De helft van de respondenten heeft zijn manier van werken aangepast en men gaat meer controleren op immissie of minder opvallend tussen het publiek meten.

70% van de respondenten van de gemeentelijke toezichthouders en 37% van de

respondenten van de lokale politie zegt dat er nu minstens evenveel wordt gecontroleerd als voorheen. 55% van de respondenten van de gemeentelijke toezichthouders en 41 % van de respondenten van de lokale politie vindt dat er te weinig toezichthouders zijn.

De meeste voorstellen voor verbetering gaan over het verkorten van de meetduur en het afschaffen van de dubbele normering. Een aantal mensen pleit voor een normering in dB(C).

De meeste voorstellen voor verbetering gaan over het verkorten van de meetduur en het afschaffen van de dubbele normering. Een aantal mensen pleit voor een normering in dB(C).