• No results found

II. Schriftelijke bevraging

III.3. Diepte-interviews lokale politie

III.4.1 Samenvattingen interviews experten

III.4.1.4 Geluidsexpert

Takenpakket :

Erkend als geluidsdeskundige en BELAC-geaccrediteerd (+ milieumanagementsysteem volgens ISO 14001)

Advies verlenen inzake milieuhandhaving en sanering

- Uitvoeren van akoestische onderzoeken voor ingedeelde en niet-ingedeelde

inrichtingen in opdracht van de toezichthoudende overheid (opdrachten voor een 70-tal gemeentes).

- Inzetten van geluidsprognosesoftware voor het kwantificeren van de impact (Geomilieu, IMMI) + webmonitoring.

- Opmaken van geluidsplannen voor zalen in bezit van de openbare besturen (EASE, validatie met metingen en nagalmtijdmetingen).

- Inzetten van meetsystemen (10Eazy) ter opvolging van het geluidsklimaat in de inrichtingen

- Bemonsteren van potentiële stiltegebieden.

- Ijken van toestellen/meetsystemen (toezichthoudende instanties).

- Staat in voor de opleiding geluid voor lokale toezichthouders en voor de politiezones.

- Uitvoeren van trillingsmetingen.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

104/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Visie :

De regelgeving inzake de nieuwe geluidsnormen heeft een proces op gang gebracht rond bewustwording van de problematiek. In de muzieksector maar ook onder jongeren waren de nieuwe normen een gespreksonderwerp. Deze dynamiek kan een bijdrage leveren omtrent het reduceren van het risico op gehoorschade. Er werden ook heel wat

sensibiliseringscampagnes gelanceerd.

Het is belangrijk dat er een fuifbeleid op lokaal bestuursniveau wordt uitgewerkt zodanig dat alle betrokken actoren kennis hebben van de regelgeving en de verplichtingen.

Er wordt voorgesteld om het verschil tussen dB(C) en dB(A) te beperken tot een bepaald niveau (vb. 15 dB) en ook om normen afhankelijk van het uur in te stellen (bv afbouwen na middernacht, na 3 u of na 5 u, al naargelang). De dB(C) norm zou in de regelgeving moeten opgenomen worden, jammer dat deze niet behouden werd.

De meetduur bij handhaving is een probleem, het is praktisch vaak niet haalbaar om 15 minuten te meten te midden van de mensen (categorieën 1 en 2). We denken hierbij aan intimidaties, manipulatie van het niveau, verstoren van de metingen, …

Meten op grote festivals (categorie 3) is makkelijker (afgebakende zone).

Een voorstel voor een realistische handhaving is niet evident. De parameter LASmax is een momentopname en geeft weinig rechtszekerheid. Misschien kan naar een SEL-waarde gestreefd worden. Een meetduur van 15 of 60 min heeft tot gevolg dat veel toezichthouders niet overgaan tot deze metingen en zoeken alternatieven (vb. GAS-reglementering). Een meetduur van vb. 5 min kan een alternatief vormen.

Onbemande metingen laten niet toe om bij te sturen en men weet pas achteraf of er

overschrijdingen waren. Als er een handhaver aanwezig is, kan er veel sneller en ter plekke bijgestuurd worden. Het eventuele argument dat een overschrijding komt door het lawaai van het publiek kan dan gecontroleerd worden want dan is er iemand ter plekke om dat te checken. Een aparte categorie voor evenementen met kinderen als doelgroep is zeker relevant.

Ook de geluidstechnici hebben nood aan meer opleiding met betrekking tot de regelgeving zodanig dat ze meer affiniteit hebben met de verschillende bepalingen en parameters.

In verband met de oordoppen: ‘ter beschikking stellen’ is te vaag, de verplichting tot actieve communicatie zou er bij moeten komen. Er zijn ook geen kwaliteitsnormen vastgelegd voor de oordoppen dus worden vaak de goedkoopste aangekocht.

De wetgever zou ook duidelijker moeten bepalen hoe geluidsplannen dienen opgemaakt te worden, nu grote verschillen qua kwaliteit mogelijk.

Het is ook jammer dat de regelgeving niets zegt over een verplichte ijking van de meettoestellen van de exploitanten, zou normaal jaarlijks moeten gebeuren (of bij problemen)  bij controles hebben we al afwijkingen vastgesteld.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

105/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca In de praktijk stellen we vast dat voor categorie 3 vaak de parameter LAeq,15min

(toetsingswaarde) wordt gerapporteerd terwijl duidelijk wordt gestipuleerd dat de parameter LAeq,60min moet gerapporteerd worden. Er is een vermoeden dat deze strategie wordt gebruikt om een surplus van 2 dB(A) te hebben. Er wordt immers in de technische handleiding gesteld dat bij het respecteren van de toetsingswaarde mag verondersteld worden dat de norm ook werd gerespecteerd. Voor categorie 3 is dit niet noodzakelijk het geval. Er werd vanuit het Departement LNE duidelijk gesteld dat beide waarden dienen gerespecteerd te worden.

In de Vlarem-trein 2014 werd hoofdstuk 6.7 aangepast: de parameter LASmax is vervangen door LAeq,1s,max. Dit kan vaak niet gemeten worden omdat er geen logging-module aanwezig is. De handhaving van dit artikel wordt nu dus nog moeilijker dan voorheen. Het is

aangewezen dergelijke wijzigingen duidelijk te communiceren. Bovendien is het aan te raden om dergelijke wetswijzigingen op voorhand af te toetsen bij de mensen die dit op het terrein moeten uitvoeren.

III.4.1.5 Geluidsexpert

Takenpakket:

- Biedt ondersteuning aan de gemeentes in de vorm van metingen (ingedeelde en niet-ingedeelde inrichtingen).

- Algemeen advies over klasse 2 inrichtingen (niet op maat).

- Advies aan de Provinciale Milieuvergunningscommissie bij beroepen klasse 2.

- Wat betreft de verleende uitzonderingen, geven we adviezen voor afwijkingen en voeren we ook metingen uit.

- Bij vraag, opleiding op maat.

- Organisatie studiedagen (overheid, politiezones, handhavers).

- Vlarem-opleiding toezichthouders.

- Verifieert de meettoestellen van de provinciale uitleendienst (niet systematisch, enkel op vraag) en/of gemeentes (dit geurt zelden).

Visie:

Bij categorie 2 en 3 is de meetplaats een groot probleem, centraal meten op de dansvloer is niet uitvoerbaar. Meestal ziet de uitbater snel dat er gemeten wordt.

De meetduur van 15 min is te lang en kan problemen geven voor de persoonlijke veiligheid van de toezichthouder

Dubbele normering is ook twijfelachtig : de wettekst is niet duidelijk: moeten beide waarden (toetsing en limietwaarde) overschreden zijn of volstaat een overschrijding van 1 van de twee? Toezichthouders weten niet of ze moeten doorgaan met meten als de parameter LASmax

overschreden is.

Wanneer de wetgever deze categorie 1 toch wil behouden, dan is het aan te raden om de LASmax te behouden, of een andere ogenblikkelijke waarde. Het systeem dat in Leuven gehanteerd wordt (de continue monitoring) kan een alternatief zijn maar is dit overal wel haalbaar?

Krogstraat 106, 1860 Meise

© Bureau De Fonseca Misschien moet er in de regelgeving toch een zekere soepelheid opgenomen worden en moet men een aantal overschrijdingen toelaten, naar analogie met de piekwaarden in de Brusselse geluidswetgeving.

De toestellen van gemeentes en politiezones zijn niet altijd aangepast aan de nieuwe regelgeving, veel gemeentes hebben geen meettoestel. Bestaande toestellen worden niet vervangen omdat de metingen te complex zijn of omdat het gemeentebestuur niet altijd wenst dat er metingen uitgevoerd worden.

Indruk dat er minder gemeten wordt voor categorie 1 (te moeilijk en te tijdrovend), men gebruikt sneller de GAS-wetgeving.

Deel geluid uit de Vlarem-opleiding voor toezichthouders is ondertussen vernieuwd en meer praktijkgericht.

Uitzondering voor kleine concerten (tussen 12 en 0u) is weinig zinvol, de immissienormen blijven immers gelden.

Discrepantie in de regelgeving. Voor ingedeelde inrichtingen cat 3 klasse 2 zijn de normen in woongebied veel strenger dan voor een vrijstaande niet-ingedeelde inrichting cat 1. Voor die laatste geldt enkel een geluidsniveau in de omgeving binnenshuis, terwijl die voor de klasse 2 buitenshuis geldt. Bij een overdrachtsmeting kan het zo gebeuren dat een inrichting maar 80 dB(A) mag spelen (omwille van de omgevingslimieten) als het ingedeeld zou zijn en 85 dB(A) als het niet ingedeeld is. Een niet-ingedeelde inrichting mag en kan dus meer hinder veroorzaken dan een ingedeelde, dat is niet logisch. Misschien moet overwogen worden om voor de cat 1 ook nomen in open lucht vast te leggen en een lichte vergunning/melding te voorzien, bv zoals een tapvergunning.

De wirwar van parameters in de regelgeving zorgt voor verwarring. De parameter LASmax is in de laatste Vlarem-trein vervangen door de parameter LAeq,1s max, er staat nergens aangegeven of het achtergrondgeluid LA95 moet gemeten worden in Fast of in Slow.

Het feit dat een lopend LAeq moet gemeten worden staat nergens in de regelgeving en is volgens hen dan ook niet verplicht. Er is een discrepantie tussen wat er in de brochure staat en wat er in de regelgeving staat.

In document Evaluatie Regelgeving Muziekactiviteiten (pagina 103-106)