• No results found

De juiste man op de juiste plaats

II. Schriftelijke bevraging

III.3. Diepte-interviews lokale politie

III.3.1 Samenvatting diepte-interviews lokale politie

III.3.1.21 De juiste man op de juiste plaats

Veel hangt af van het individu en zijn motivatie. Iemand die belang hecht aan de

bescherming en voorkoming van gehoorschade, zal zich meer dan 100% inzetten om de regelgeving uit te voeren of een manier vinden om ze praktisch uitvoerbaar te maken. Vaak kan zo iemand heel wat in gang kan zetten, soms ondanks het feit dat de middelen schaars zijn. In zones waar niemand ‘aan de kar trekt’, gebeurt vaak enkel het strikte minimum.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

94/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca III.3.1.22 Agressie

Velen hebben het over agressie naar de politiemensen toe. Een evenement betreden in uniform is vaak al niet evident, tussen het volk gaan staan met een meter trekt helemaal de aandacht. Dan worden ze een mikpunt, meestal staan er dronken mensen rondom hen die denken dat ze het feestje willen komen verstoren. Ook het materiaal wordt vaak geviseerd.

III.3.1.23 Opleiding tot toezichthouder geluid

De opleiding tot toezichthouder geluid is interessant maar niet praktisch en/of politioneel gericht. Politieambtenaren willen graag concrete informatie over wat er bvb. in een pv moet, wat er exact moet gecheckt worden etc. Meermaals werd er gesproken over een eenvoudige checklist die bij een controle gemakkelijk kan worden overlopen en aangevinkt.

Nota van de onderzoekers : Intussen werd de opleiding (naar aanleiding van vroegere

opmerkingen) reeds aangepast en sinds 5 september 2015 is de opleiding tot toezichthouder meer praktijkgericht.

Er is vaak weinig interesse in de opleiding omdat ze het ingewikkeld vinden en vaak weinig enthousiasme voor het onderwerp hebben. Bijgevolg zijn er volgens sommigen te weinig opgeleide mensen.

Volgens een respondent uit een kleine zone ligt het probleem van een gebrek aan

handhaving bij hen net aan het feit dat de zone zo klein is. De investering voor een opleiding is groot en de zone is te klein om die kennis te onderhouden. Samenwerking met naburige zones zou mogelijk moeten zijn en dan zit je weer met het probleem van de beschikbaarheid (alle evenementen vinden plaats in het weekend…).

III.3.1.24 Neutraliteit beter garanderen

Een inmenging ‘van hogerhand’ wordt vaak genoemd. Bepaalde inrichtingen krijgen wel GAS- boetes of pv’s maar als er nooit gevolg aan gegeven wordt dan vermoeden ze wel dat er andere belangen spelen. Door belangenvermenging zou het uitwerken van een degelijk handhavingsbeleid soms ook tegengehouden worden.

Enkele respondenten suggereren om de beslissingen die op gemeentelijk niveau gemaakt worden en de toestemmingen voor uitzonderingen die hier gegeven worden, over te maken aan de provincie. Een voorstel was bvb. om een geluidscel op te richten die de beslissingen van de colleges van burgemeester en schepenen controleert. Vaak blijkt de ‘ons kent ons’

problematiek toch een rol te spelen bij het al dan niet toestaan van voorwaarden, uitvoeren van controles of uitschrijven van pv’s.

Als de stad of gemeente mee organiseert is ingrijpen zeer moeilijk, de politici zijn ook aanwezig en men denkt aan het imago.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

95/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Wanneer organisatoren of exploitanten rechtstreeks gaan aankloppen en/of klagen bij

politici, oordelen deze laatste weleens zonder kennis van zaken. De politici weten bvb. niet dat er ook immissienormen gelden.

III.3.2 Positieve aspecten en suggesties tot verbetering

III.3.2.1 Positieve aspecten

Hieronder een overzicht van aspecten die als positief ervaren worden aan de regelgeving, het is een opsomming, geen orde van belangrijkheid :

- In sommige gevallen is het overleg tussen lokale politie en gemeente zeer goed, het advies van de lokale politie wordt daar meestal opgevolgd.

- Een politiezone heeft bij de verandering van de regelgeving veel gestuurd en

geholpen en merkt op dat de organisatoren het laatste jaar beter ingelicht zijn over hoe de regelgeving loopt. In het algemeen is het contact met de organisatoren verbeterd daar.

- Sommigen zeggen dat de organisatoren vroeger niet wisten wat de norm was, nu weten ze het wel, dat is een groot voordeel, omdat het nu overal hetzelfde is. De uniformiteit zorgt voor de hogere kennis bij organisatoren en dj’s.

- Sommigen merken op dat de mensen wel meer bewust worden van mogelijke gehoorschade, oordoppen beginnen op sommige plaatsen meer gebruikt te worden.

Ook sommige ouders letten meer op voor het gehoor van hun kinderen.

III.3.2.2 Suggesties tot verbetering

Hieronder een overzicht van suggesties tot verbetering die tijdens de diepte-interviews geformuleerd werden. Deze lijst geeft een overzicht van wat er vermeld is tijdens de interviews. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar belangrijkheid of uitvoerbaarheid.

- Omkeren van de voorwaarde: als er een overschrijding is van de toetsingswaarde, wordt er geacht niet te zijn voldaan aan de voorwaarden.

- Opnemen van een dB(C)-norm.

- De norm voor niet-ingedeelde inrichtingen aanpassen. Een LAeq laat dynamiek toe maar is dat voor een horecazaak nodig? Misschien kan daar naar een LAeq5s

overgegaan worden? Bv 90 dB(A) en 100 dB(C). Het voordeel is dat je veel

gemakkelijker alleen de muziek kan meten. Anders een T = 5 min nemen en 85 dB(A) 95 dB(C) hanteren.

- Voor klasse 3-inrichtingen een LAeq15min van 95 dB(A) en 105 dB(C) nemen.

- Een norm voorzien voor evenementen met kinderen, bv 90 dB(A) LAeq,15min.

- Waarom is er voor niet-ingedeelde inrichtingen enkel de muziek te meten en voor de ingedeelde inrichtingen het totale geluid inclusief publiek? Waarom niet

harmoniseren?

- Oplossing zou kunnen zijn om klasse 1-toestel op te leggen en de mogelijkheid te geven om de interventieploeg een pv te laten opstellen op basis van hetgeen ter plekke wordt afgelezen.

Krogstraat 106, 1860 Meise

© Bureau De Fonseca - (Verzegelde) geluidsbegrenzer verplichten (altijd).

- Het constant zichtbaar maken van het geluidsniveau voor het publiek. Dit zal zorgen voor een natuurlijke controle. Als mensen zich bewust zijn van de (soms te) hoge niveaus, gaan ze zichzelf al beter kunnen beschermen door bvb. de zaal te verlaten of zelf naar oordoppen te vragen.

- Een minimale afstand opleggen tussen de luidsprekers en het publiek.

- Een toezichthouder moet ook kunnen optreden in een naburige zone.

- Een toezichthouder geluid moet ook bevoegd zijn om niet-ingedeelde inrichtingen te meten.

- De huidige normen zijn zeker niet slecht maar kunnen verbeterd worden. Het

belangrijkste is dat ze handhaafbaar zijn. Zeker voor de niet-ingedeelde inrichtingen.

- Reglementering voor kermissen en rondrijdende muziek toevoegen.

- Indien een café geen melding heeft gedaan en toch klachten krijgt door te luide muziek, is het moeilijk om te verbaliseren. Verduidelijken op welke grond men kan verbaliseren.

- Cafés gaan misschien wel boven de 85dB(A) LAeq,15min maar doen best geen melding omdat ze wat isolatienormen betreft niet kunnen beantwoorden aan de regelgeving.

Een politiezone lost dit op door binnen de 6 maanden een akoestisch onderzoek te verplichten. De resultaten hiervan dienen dan om een maximum geluidsniveau vast te leggen in de bijzondere voorwaarden.

- Een overlegforum met de collega’s oprichten.

III.3.3 Conclusies diepte-interviews lokale politie

De meetduur is voor de meeste politiezones niet haalbaar wegens enerzijds tijdsgebrek (interventies moeten snel gaan) en anderzijds wegens de onmogelijkheid om 15 minuten of een uur centraal in de ruimte te meten. Ook bij diegenen die wel meten, wordt een meting van een uur zo goed als nooit uitgevoerd. De meetplaats wordt als zeer problematisch

ervaren: anoniem meten is praktisch onmogelijk en een onmiddellijk gevolg is een daling van het geluidsniveau, interactie van het publiek, agressie etc. Het meten op zich wordt ook als ingewikkeld beschouwd: veel parameters in te stellen, interpretatie niet altijd eenvoudig, etc.

Sommige zones hebben geen of geen geschikt meettoestel ter beschikking.

Er is een grote vraag naar een eenvoudigere en snellere manier van vaststellen.

Als alternatief gaat men in sommige politiezones checken op randvoorwaarden (meet en/of registreert de organisator?, is de meetapparatuur correct afgesteld?, zijn er oordoppen?, etc.). Ook gaat men overlast eerder vaststellen via een alternatieve wetgeving (bvb. GAS) omdat het veel makkelijker is en sneller gaat om te verbaliseren. Soms worden deze controles op voorhand uitgevoerd en gaat men eerder preventief te werk. In sommige politiezones is overleg een belangrijke manier om problemen te vermijden.

Interventies zijn meestal een gevolg van een klacht. Er wordt zeer zelden spontaan gemeten als controle.

Tijdens interventies is het niet altijd mogelijk een correcte vaststelling uit te voeren omdat er niet altijd bevoegde personen aanwezig zijn (probleem van beschikbaarheid) en men niet altijd over voldoende kennis beschikt om de meting correct uit te voeren omdat men het te

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

97/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca weinig moet doen. Soms wordt er ook geoordeeld (‘geluisterd’) of de klacht gegrond is zonder meting.

Bij klachten wordt er vaak bemiddelend opgetreden, dit om de klagers een onmiddellijk resultaat te geven. Men stelt echter vast dat er meestal slechts tijdelijk gevolg gegeven wordt aan de vraag om het niveau te laten dalen en dat er dus vaak meerdere interventies nodig zijn op eenzelfde evenement.

De nieuwe regelgeving focust op de normen binnen of op het evenement en

gehoorbescherming waardoor men soms vergeet dat de omgevingsnormen ook nog blijven gelden. Er werd vaak aangehaald dat organisatoren niet altijd begrijpen dat zelfs als ze binnen aan de normen beantwoorden, ze ondertussen toch de omgevingsnormen kunnen overschrijden. Organisatoren vinden dan dat ze aan de regels voldoen want ze hebben een toelating om zo luid te spelen.

De lokale politie wordt soms ook om advies gevraagd voor het opstellen van bijzondere voorwaarden.

Voor de lokale politie is de uniformiteit van de norm belangrijk omdat ze als politiezone soms over verschillende gemeentes werkzaam zijn. Een duidelijk handhavingsbeleid is heel

belangrijk om concreet te kunnen handhaven. Er moeten mensen en middelen ter

beschikking gesteld worden voor het uitvoeren van controles en dat is niet altijd het geval. In sommige politiezones maakt men van muziekgerelateerde zaken geen prioriteit en wordt er dus ook niets rond gedaan.

Een goede samenwerking tussen gemeentelijke diensten en lokale politie vergemakkelijkt vaak de handhaving omdat de lokale politie op de hoogte is van bepaalde activiteiten, advies heeft kunnen geven en voorbereid naar een interventie kan gaan (bvb. reeds weet welke bijzondere voorwaarden er van toepassing zijn). Ook voor de gemeente is het interessant achteraf feedback te krijgen over eventuele klachten zodat hier later rekening mee gehouden kan worden bij herhaling van de activiteit. Dergelijke feedback mondt in sommige gevallen uit in een evaluatie samen met de organisatoren en dient dan als verwittiging voor de volgende editie.

Indien er pv’s opgesteld worden, krijgen de mensen die de vaststelling gedaan hebben, niet vaak feedback over het verdere verloop. De termijn vooraleer er een uitspraak volgt, kan oplopen en het resultaat wordt wel gecommuniceerd maar stroomt vaak niet door tot bij de mensen zelf. Informatie hierover werkt wel motiverend.

Politieambtenaren zien de opleiding graag praktischer en meer politioneel gericht worden. De opleiding tot toezichthouder geluid werd in september 2015 reeds in die zin aangepast naar aanleiding van vroegere gelijkaardige bemerkingen.

De normen van de geluidsniveaus liggen volgens sommigen nog te hoog, ook het toevoegen van de bassen in de weging zou volgens velen de overlast aanzienlijk beperken.

Overschrijding van de toetsingswaarde zou men ook graag als overtreding zien.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

98/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Handhaven van muziekactiviteiten ligt in vele gevallen politiek gevoelig, een oplossing zou kunnen zijn om de beslissingen en controles naar een hoger niveau over te hevelen (bvb.

provinciaal in plaats van gemeentelijk niveau).

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

99/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca

III.4. Diepte-interviews experten

Hieronder volgt het verslag van de interviews met een aantal experten. Er werd niet

samengevat naar aangehaalde onderwerpen maar wel per expert. Bij de samenvatting werd de loop van het gesprek gevolgd.

III.4.1 Samenvattingen interviews experten

III.4.1.1 AMMC (Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer)

De AMMC heeft weinig zicht op wat door de parketten wordt behandeld, wat doorgestuurd wordt of wat geseponeerd wordt. Sinds de nieuwe regelgeving van kracht is, hebben ze de indruk meer dossiers over het niet naleven van de randvoorwaarden doorgestuurd te krijgen dan pv’s op basis van metingen. Ze stellen zich zelf ook de vraag of dit komt doordat er nu meer pv’s door het parket behandeld worden of dat het komt doordat er minder pv’s

opgesteld worden doordat men ofwel minder meet ofwel minder overschrijdt. Zelf ervaren ze weinig problemen met de grotere nationale evenementen maar ook hier weten ze niet of dit komt doordat er geen problemen zijn of omdat ze eventueel door het parket worden

behandeld.

Bij sommige dossiers vermelden de toezichthouders dat ze opgemerkt werden en dat men de muziek stiller gezet heeft of dat ze werden lastig gevallen door het publiek. Bij het

beoordelen van een dossier wordt altijd rekening gehouden met de voorgeschiedenis en (verzachtende) omstandigheden.

In een dossier kan het soms lang duren vooraleer er een uitspraak is, ofwel omdat het eerst reeds lange tijd bij het parket is blijven liggen voor verder onderzoek, ofwel omdat de behandeling van het dossier bij het AMMC extra tijd in beslag neemt door onder meer het opvragen van bijkomende informatie. In het verleden was de instroom aan dossiers bij de AMMC veel groter dan verwacht waardoor een snelle uitspraak/beslissing niet steeds mogelijk was. Op heden wordt de historisch gegroeide achterstand weggewerkt, waardoor de

beslissingen steeds sneller genomen worden. Verslagen van Vaststelling (VVV’s) worden wel snel doorgestuurd, aangezien deze rechtstreeks aan AMMC verzonden worden en niet via het parket gaan

Uit de dossiers blijkt wel dat de nieuwe regelgeving zorgt voor onduidelijkheid bij de

exploitanten/overtreders over de indeling nl. wie moet welke categorie aanvragen? Kleinere cafés denken dat de 85 dB(A) wel haalbaar is maar dan blijken ze daar toch boven te gaan.

Er wordt ook verondersteld dat ze een (duur) akoestisch onderzoek moeten laten doen en ook daardoor willen sommigen niets boven de 85 dB(A) aanvragen.

De toezichthouders hebben de extra info in verband met bijkomende voorwaarden en toegestane afwijkingen nodig om te weten of er een overschrijding is of niet. Als ze deze informatie niet op voorhand hebben, kunnen ze sowieso een meting uitvoeren en achteraf nagaan of de norm gerespecteerd werd of niet in functie van de al dan niet toegestane afwijkingen.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

100/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Volgens AMMC is de LAmax,slow wel al een goede indicatie voor een eventuele overschrijding, maar alles baseren op 1 seconde is niet altijd representatief.

Om een proces-verbaal te kunnen opstellen waar gevolg aan gegeven kan worden door AMMC, moet een meting steeds uitgevoerd worden door een hiertoe bevoegde

toezichthouder.

Bij de toezichthouders is er soms verwarring over de dubbele normering nl. de regelgeving is vatbaar voor interpretatie door de ‘er wordt geacht dat de 2e norm ook overschreden is als de 1e overschreden werd’, dus hoeft de 2e niet meer gemeten te worden? Duidelijker formuleren wat er moet gemeten worden om misverstanden te vermijden.

Er zou in de regelgeving ook rekening moeten gehouden worden met de bestemming omdat een klasse 3 inrichting in woongebied soms voor meer overlast kan zorgen dan een klasse 2 in een meer afgelegen gebied.

Wat de bijzondere voorwaarden betreft, hierbij dient misschien gespecifieerd te worden

‘gerelateerd aan muziek’ omdat er soms voorwaarden opgelegd worden die niets met muziek te maken hebben en dan is de vraag of ze de bevoegdheid daarvoor uit Vlarem halen?

III.4.1.2 Een intergemeentelijke vereniging

De intergemeentelijke vereniging van toezichthouders voert milieucontroles uit in opdracht van gemeentes. Wat geluid van muziekmanifestaties betreft is dit meestal niet op basis van klachten en nooit op eigen initiatief, alles wordt wel op voorhand vastgelegd.

Indien de lokale politie ter plekke komt, wordt er meestal bemiddelend opgetreden want ze worden opgeroepen voor klachten in verband met overlast naar buiten toe. Met als gevolg dat men vraagt om de muziek stiller te zetten in functie van de overlast naar buiten toe hoewel er wel een toelating is om aan dat geluidsniveau te spelen. Ze adviseren ook voor vergunningsaanvragen.

De kennis over het meten en de verwerking van de gegevens gaat zeer snel verloren als je het niet regelmatig doet, vandaar dat de meters bij veel gemeentes niet of onvoldoende gebruikt worden. De complexiteit ligt bij de verschillende parameters die moeten gebruikt worden in verschillende situaties en hoe de gegevens dan in elk van die gevallen moeten geïnterpreteerd worden. Ook de toestellen zelf zijn vaak te complex, softwarematig zou dit kunnen verbeterd worden.

Geluid maakt 10% à 20% van het takenpakket handhaving uit. Een nieuwe meter zou wel handig zijn, maar dat kost geld natuurlijk, nu moet alles in een rekentabel gegoten worden om sommige resultaten te krijgen, nu neemt het dus meer tijd in.

Met metingen op evenementen zijn er niet zoveel problemen want die gebeuren in overleg met de organisator.

Na een meting wordt een rapport opgemaakt voor de gemeente. Dit rapport is in de eerste plaats sturend bedoeld in functie van toekomstige identieke of gelijkaardige evenementen.

De intergemeentelijke vereniging wordt soms, niet altijd, bij het verdere overleg betrokken.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

101/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Er werden al pv’s opgemaakt bij het controleren van inrichtingen maar bij controle van ingedeelde inrichtingen (cafés of feestzalen) is de controle toch vooral preventief bedoeld. Er wordt, indien nodig, steeds advies gegeven om zich (administratief) in orde te brengen. Er wordt ook aan de gemeentes geadviseerd om maatregelen te nemen indien dat niet zou gebeuren.

Vaak wordt er pas beroep op de intergemeentelijke vereniging gedaan als er al een probleemsituatie is . De sturende adviezen worden meestal maar niet altijd door de gemeente gevolgd, mogelijk soms omdat de exploitant gekend is.

Bij het uitvoeren van metingen in cafés wordt er soms beroep gedaan op politiebegeleiding, meestal als er geen zekerheid is over veiligheid of mogelijkheid tot uitvoering van de

metingen. De exploitant kan mogelijk moeilijk doen, het publiek kan de meting verstoren etc.

Metingen in overleg met de exploitant zijn meestal simulaties in gecontroleerde

omstandigheden en daarom zijn er normaal geen problemen bij het uitvoeren van de meting.

Voornaamste motivatie voor een gemeente om controles te (laten) doen, is de mogelijke overlast naar de omgeving toe, de bescherming van de toehoorders komt slechts op de 2e plaats. Daarom wordt meestal preventief gewerkt, om die overlast naar buiten toe te beperken.

Uit de opgedane ervaring blijkt dat bij grote evenementen alles meestal in orde is. Bij de controle wordt aanwezigheid van geluidsmeter, oordoppen,… nagegaan wordt de meetplaats bekeken (meestal wordt op voorhand afgesproken waar alles moet komen)enz.

De nazorg, de opvolging van de dossiers (adviezen) is ook een doelstelling maar dat is niet evident. Bij grote (terugkerende) evenementen is dit beter mogelijk omdat hier telkens

De nazorg, de opvolging van de dossiers (adviezen) is ook een doelstelling maar dat is niet evident. Bij grote (terugkerende) evenementen is dit beter mogelijk omdat hier telkens