• No results found

II. Schriftelijke bevraging

III.3. Diepte-interviews lokale politie

III.3.1 Samenvatting diepte-interviews lokale politie

III.3.1.10 Omgevingsnormen

Er wordt gezegd dat de regelgeving vooral gaat over geluid binnen maar als er klachten komen van buitenaf dan moet er gemeten worden op omgevingsnormen buiten. Voor velen is overlast het belangrijkste aspect.

III.3.1.11 Contradictie tussen normen binnen of op de activiteit en omgevingsnormen

Het probleem stelt zich regelmatig dat de normen op de activiteit volledig gerespecteerd worden maar dat de omgevingsnormen toch overschreden worden. Als men dan aan de

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

90/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca organisator vraagt om de muziek stiller te zetten, toont hij zijn toelating en is het moeilijk om uit te leggen dat er ook nog omgevingsnormen zijn waaraan moet voldaan worden. Ook openstaande ramen en deuren zorgen vaak voor overlast. Er is geen directe relatie tussen de geluidsniveaus op een activiteit zelf en de omgevingsnormen. Dit bemoeilijkt de gezamenlijke aanpak van beide aspecten.

III.3.1.12 Geluidsniveaus

Volgens sommigen liggen de huidige niveaus te hoog en zou het beter zijn de normen lager te leggen.

Bovendien werd er vaak ook gezegd dat er nood is aan een andere norm voor concerten of evenementen met kinderen. Daar wordt nu niets over gespecifieerd maar is wel belangrijk.

Voorkomen is belangrijk vermits gehoorschade onherroepelijk is. Als het aan de basis strenger zou zijn, zou het probleem van de bassen ook mee opgelost kunnen worden.

Toevoeging van de bassen in de metingen wordt vaak vernoemd als een mogelijke oplossing voor het beperken van de overlast.

In sommige zones merken ze dat niemand 100 dB(A)

L

Aeq,15min aanvraagt want dan moeten ze aan teveel voorwaarden voldoen. Bij 95 dB(A)

L

Aeq,15min zijn er veel minder voorwaarden maar dat wil niet zeggen dat ze er niet boven gaan, ze moeten immers niet registreren.

Suggestie om de logica om te draaien ipv ‘als de richtwaarde niet wordt overschreden dan wordt geacht dat er voldaan is’. Dat zou moeten omgekeerd zijn: als de richtwaarde overschreden is, dan is men sowieso in overtreding.

Men zegt ook dat er geen garantie is op de bescherming van het gehoor met deze normen omdat je de bepaalde normen kan halen zolang je maar voldoende pauzes inlast (dus zeer hoge niveaus afwisselen met stilte geeft een gemiddelde dat past binnen de normen).

III.3.1.13 Bijzondere voorwaarden

Bijzondere voorwaarden blijken vaak maatwerk te zijn (afhankelijk van locatie, omgeving, de duur van het evenement, etc.). Soms wordt er advies gevraagd aan de lokale politie, soms wordt dit volledig door de gemeentelijke diensten bepaald. Adviezen van de lokale politie worden ook niet altijd gevolgd.

Wat zoal aan bod komt in de bijzondere voorwaarden :

- Sluitingsuur (maar de variaties hierin zijn heel groot en sterk afhankelijk van andere factoren zoals o.a. binnenstad of meer buitengebied, historiek binnen een gemeente, etc.).

- Een dB(C)-norm wordt in sommige zones systematisch toegevoegd.

- Afstand respecteren tot aan de gevels voor openlucht evenementen.

- Afstand respecteren tussen publiek en luidsprekers.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

91/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca - In 1 politiezone werden lagere normen opgelegd voor evenementen waarop kinderen

aanwezig zijn.

- Omwonenden informeren.

- Aanbieden oordoppen.

- Meten en registreren.

De controle op de bijzondere voorwaarden gebeurt in sommige politiezones nooit.

III.3.1.14 Oordoppen

Er wordt gezegd dat oordoppen aanwezig moeten zijn maar over de kwaliteit ervan wordt niets opgelegd. Sommigen stellen zich vragen bij het nut van oordoppen, bescherming wordt aangeboden maar een verplichting om ze te gebruiken kan moeilijk opgelegd worden.

In een politiezone wordt er voor het niet aanwezig zijn van oordoppen geen pv opgesteld (niet alle respondenten hebben dit gespecifieerd).

III.3.1.15 Uniformiteit van de norm

Dit wordt als zeer positief ervaren, de organisatoren (de ‘grotere’) en dj’s of PA mensen hebben grotere kennis over de regelgeving en zijn dus beter op de hoogte van wat ze moeten doen.

Opmerking: sommigen zijn zo goed op de hoogte dat ze ook weten hoe ze kunnen overschrijden nl. door te spelen met de C-weging.

III.3.1.16 Belang van duidelijk beleid

Het volstaat ook niet om een meter en mensen ter beschikking te hebben, er moet ook een duidelijk beleid aan gekoppeld worden. Politiezones waar er geen duidelijk handhavingsbeleid gevoerd wordt, weten ook niet hoe de controles aan te pakken. Er moet een wil zijn om van muziekactiviteiten een item op de agenda te maken en er moet mogelijkheid gegeven worden aan de mensen om het uit te voeren door een deel van hun tijd vrij te maken hiervoor.

Er is in sommige zones vraag naar een dergelijk beleid nl. voor iedereen duidelijk maken dat er systematisch metingen gebeuren, wanneer treden we op, wat doen we met

probleemgevallen, wanneer gaan we preventief werken etc..

Er blijkt ook dat men in sommige politiezones een beleid voert waarbij men er voor kiest om helemaal geen toezicht op geluidsnormen uit te voeren. Meestal komt dit van hogerhand - de politieambtenaren die op pad gaan en door hun praktijkervaring wel vaak met de

problematiek geconfronteerd worden zien het belang ervan in. De bevoegdheid wordt dan ofwel duidelijk overgedragen aan de gemeente, ofwel gewoon zo gelaten en dus gebeurt er niets mee.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

92/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Het beleid kan er ook uit bestaan dat men bij meldingen na herhaaldelijke vaststellingen zonder meting (de politieambtenaren hebben op het gehoor geoordeeld dat het te luid stond) overgaat tot het geven van een GAS-boete. Indien de situatie zich nog herhaalt volgt er een gesprek op de gemeente of bij de lokale politie. Dit systeem werkt goed in sommige

politiezones, dergelijk systeem kan de hinder van de horeca beperken.

Bij hardnekkige problemen wordt er bvb. overgegaan tot sluiting van 1 dag, een weekend of een maand.

In andere zones werkt men bvb. met een waarschuwingsbrief na enkele terechte klachten en geeft men bijkomende informatie over de normen.

III.3.1.17 Samenwerking tussen gemeente en lokale politie

Wanneer er op de gemeente een aanvraag voor een evenement binnenkomt, geven sommige gemeentes dit onmiddellijk door aan de lokale politie voor advies, anderen geven het louter informatief door of vragen enkel informatie als er twijfel is of risico op hinder. Over het algemeen krijgt de lokale politie informatie over de aanvragen door.

Het voordeel van dergelijke samenwerking is dat er enerzijds preventief kan worden gewerkt (men gaat op voorhand naar de plaats van het evenement en kijkt al na of de meting correct zal gebeuren door bvb. de plaatsing van de microfoon te checken) maar ook dat de lokale politie bij klachten al op de hoogte is van eventuele toelatingen voor afwijkingen.

Waar er geen samenwerking is, wordt er dus ook geen overleg gepleegd op voorhand en geen rekening gehouden met voorgaande ervaringen. Daardoor gaat er vaak kostbaar advies verloren.

In sommige gevallen geeft de lokale politie enkel feedback als er problemen waren tijdens het evenement en als ze opgeroepen werden. Vaak wordt dit dan gebruikt om eventueel extra voorwaarden op te leggen als het evenement nog eens zou georganiseerd worden in de toekomst (zie verder evaluatie achteraf).

De dispatching van de lokale politie kan in bepaalde zones ook onmiddellijk zien welke evenementen bezig zijn en kan ook de toegekende vergunning raadplegen.

In sommige zones vindt er regelmatig structureel overleg plaats tussen lokale politie en gemeentelijke diensten.

In bepaalde gevallen is het de lokale politie die de opgelegde adviezen controleert omdat de milieudienst reeds te veel werk heeft.

III.3.1.18 Evaluatie achteraf

Een evaluatie achteraf kan ook een instrument zijn als ‘stok achter de deur’ naar de toekomst toe. Wanneer er veel klachten waren bij een evenement dan wordt er in verschillende zones een evaluatievergadering met de betrokkenen georganiseerd. Als

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

93/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca resultaat daarvan worden bij een volgende editie strengere voorwaarden opgelegd (lager geluidsniveau, aanpassen sluitingsuur, toevoegen C-weging, etc.) of het evenement mag niet meer doorgaan (dit is wel zeer uitzonderlijk).

Ook al dient er geregistreerd te worden, in sommige politiezones gebeurt er niets met de loggings, ze worden nooit opgevraagd of gecontroleerd.

Bij klachten is het wel handig om de loggings erbij te kunnen nemen maar dat is natuurlijk steeds achteraf.

III.3.1.19 Processen-verbaal

Pv’s worden naar het parket gestuurd. Het parket stuurt pv’s vaak door naar het AMMC. De termijn voor een uitspraak kan wel oplopen. Het AMMC geeft zijn uitspraak wel door dus er wordt feedback gegeven. Dit werkt zeer motiverend in de gevallen waar de informatie doorstroomt tot bij de handhavers zelf. Dit blijkt echter niet altijd en overal het geval te zijn zodat sommige ambtenaren met het gevoel blijven zitten dat er niets met de pv’s gebeurt.

Dat binnen de parketten de pv’s nu door een vakspecialist worden behandeld, is een grote vooruitgang.

Het parket aanvaardt dat er vaststellingen gebeuren voor nachtlawaai, zonder metingen, maar deze moeten zo goed mogelijk beschreven worden, bvb. de exacte plaats waar er lawaai is waargenomen, uitvoerige beschrijving van wat er precies hoorbaar is. Dit geldt enkel voor niet-ingedeelde inrichtingen.

Een politiezone geeft aan zeer regelmatig pv’s op te stellen, de meeste echter stellen zeer weinig of nooit pv’s op.

III.3.1.20 Feedback over doorgestuurde pv’s

De politiemensen weten vaak niet wat er gebeurt met een opgemaakte pv, de feedback hierover van het parket of AMMC wordt misschien wel gegeven, maar stroomt vaak niet door tot bij hen. Het blijkt wel een belangrijk motiverend element te zijn als ze hierover

geïnformeerd worden.

Als de politiemensen het gevoel hebben dat er niets met de pv’s gebeurt, doen ze er ook geen moeite meer voor.

III.3.1.21 De juiste man op de juiste plaats

Veel hangt af van het individu en zijn motivatie. Iemand die belang hecht aan de

bescherming en voorkoming van gehoorschade, zal zich meer dan 100% inzetten om de regelgeving uit te voeren of een manier vinden om ze praktisch uitvoerbaar te maken. Vaak kan zo iemand heel wat in gang kan zetten, soms ondanks het feit dat de middelen schaars zijn. In zones waar niemand ‘aan de kar trekt’, gebeurt vaak enkel het strikte minimum.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

94/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca III.3.1.22 Agressie

Velen hebben het over agressie naar de politiemensen toe. Een evenement betreden in uniform is vaak al niet evident, tussen het volk gaan staan met een meter trekt helemaal de aandacht. Dan worden ze een mikpunt, meestal staan er dronken mensen rondom hen die denken dat ze het feestje willen komen verstoren. Ook het materiaal wordt vaak geviseerd.

III.3.1.23 Opleiding tot toezichthouder geluid

De opleiding tot toezichthouder geluid is interessant maar niet praktisch en/of politioneel gericht. Politieambtenaren willen graag concrete informatie over wat er bvb. in een pv moet, wat er exact moet gecheckt worden etc. Meermaals werd er gesproken over een eenvoudige checklist die bij een controle gemakkelijk kan worden overlopen en aangevinkt.

Nota van de onderzoekers : Intussen werd de opleiding (naar aanleiding van vroegere

opmerkingen) reeds aangepast en sinds 5 september 2015 is de opleiding tot toezichthouder meer praktijkgericht.

Er is vaak weinig interesse in de opleiding omdat ze het ingewikkeld vinden en vaak weinig enthousiasme voor het onderwerp hebben. Bijgevolg zijn er volgens sommigen te weinig opgeleide mensen.

Volgens een respondent uit een kleine zone ligt het probleem van een gebrek aan

handhaving bij hen net aan het feit dat de zone zo klein is. De investering voor een opleiding is groot en de zone is te klein om die kennis te onderhouden. Samenwerking met naburige zones zou mogelijk moeten zijn en dan zit je weer met het probleem van de beschikbaarheid (alle evenementen vinden plaats in het weekend…).

III.3.1.24 Neutraliteit beter garanderen

Een inmenging ‘van hogerhand’ wordt vaak genoemd. Bepaalde inrichtingen krijgen wel GAS- boetes of pv’s maar als er nooit gevolg aan gegeven wordt dan vermoeden ze wel dat er andere belangen spelen. Door belangenvermenging zou het uitwerken van een degelijk handhavingsbeleid soms ook tegengehouden worden.

Enkele respondenten suggereren om de beslissingen die op gemeentelijk niveau gemaakt worden en de toestemmingen voor uitzonderingen die hier gegeven worden, over te maken aan de provincie. Een voorstel was bvb. om een geluidscel op te richten die de beslissingen van de colleges van burgemeester en schepenen controleert. Vaak blijkt de ‘ons kent ons’

problematiek toch een rol te spelen bij het al dan niet toestaan van voorwaarden, uitvoeren van controles of uitschrijven van pv’s.

Als de stad of gemeente mee organiseert is ingrijpen zeer moeilijk, de politici zijn ook aanwezig en men denkt aan het imago.

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

95/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca Wanneer organisatoren of exploitanten rechtstreeks gaan aankloppen en/of klagen bij

politici, oordelen deze laatste weleens zonder kennis van zaken. De politici weten bvb. niet dat er ook immissienormen gelden.

III.3.2 Positieve aspecten en suggesties tot verbetering

III.3.2.1 Positieve aspecten

Hieronder een overzicht van aspecten die als positief ervaren worden aan de regelgeving, het is een opsomming, geen orde van belangrijkheid :

- In sommige gevallen is het overleg tussen lokale politie en gemeente zeer goed, het advies van de lokale politie wordt daar meestal opgevolgd.

- Een politiezone heeft bij de verandering van de regelgeving veel gestuurd en

geholpen en merkt op dat de organisatoren het laatste jaar beter ingelicht zijn over hoe de regelgeving loopt. In het algemeen is het contact met de organisatoren verbeterd daar.

- Sommigen zeggen dat de organisatoren vroeger niet wisten wat de norm was, nu weten ze het wel, dat is een groot voordeel, omdat het nu overal hetzelfde is. De uniformiteit zorgt voor de hogere kennis bij organisatoren en dj’s.

- Sommigen merken op dat de mensen wel meer bewust worden van mogelijke gehoorschade, oordoppen beginnen op sommige plaatsen meer gebruikt te worden.

Ook sommige ouders letten meer op voor het gehoor van hun kinderen.

III.3.2.2 Suggesties tot verbetering

Hieronder een overzicht van suggesties tot verbetering die tijdens de diepte-interviews geformuleerd werden. Deze lijst geeft een overzicht van wat er vermeld is tijdens de interviews. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar belangrijkheid of uitvoerbaarheid.

- Omkeren van de voorwaarde: als er een overschrijding is van de toetsingswaarde, wordt er geacht niet te zijn voldaan aan de voorwaarden.

- Opnemen van een dB(C)-norm.

- De norm voor niet-ingedeelde inrichtingen aanpassen. Een LAeq laat dynamiek toe maar is dat voor een horecazaak nodig? Misschien kan daar naar een LAeq5s

overgegaan worden? Bv 90 dB(A) en 100 dB(C). Het voordeel is dat je veel

gemakkelijker alleen de muziek kan meten. Anders een T = 5 min nemen en 85 dB(A) 95 dB(C) hanteren.

- Voor klasse 3-inrichtingen een LAeq15min van 95 dB(A) en 105 dB(C) nemen.

- Een norm voorzien voor evenementen met kinderen, bv 90 dB(A) LAeq,15min.

- Waarom is er voor niet-ingedeelde inrichtingen enkel de muziek te meten en voor de ingedeelde inrichtingen het totale geluid inclusief publiek? Waarom niet

harmoniseren?

- Oplossing zou kunnen zijn om klasse 1-toestel op te leggen en de mogelijkheid te geven om de interventieploeg een pv te laten opstellen op basis van hetgeen ter plekke wordt afgelezen.

Krogstraat 106, 1860 Meise

© Bureau De Fonseca - (Verzegelde) geluidsbegrenzer verplichten (altijd).

- Het constant zichtbaar maken van het geluidsniveau voor het publiek. Dit zal zorgen voor een natuurlijke controle. Als mensen zich bewust zijn van de (soms te) hoge niveaus, gaan ze zichzelf al beter kunnen beschermen door bvb. de zaal te verlaten of zelf naar oordoppen te vragen.

- Een minimale afstand opleggen tussen de luidsprekers en het publiek.

- Een toezichthouder moet ook kunnen optreden in een naburige zone.

- Een toezichthouder geluid moet ook bevoegd zijn om niet-ingedeelde inrichtingen te meten.

- De huidige normen zijn zeker niet slecht maar kunnen verbeterd worden. Het

belangrijkste is dat ze handhaafbaar zijn. Zeker voor de niet-ingedeelde inrichtingen.

- Reglementering voor kermissen en rondrijdende muziek toevoegen.

- Indien een café geen melding heeft gedaan en toch klachten krijgt door te luide muziek, is het moeilijk om te verbaliseren. Verduidelijken op welke grond men kan verbaliseren.

- Cafés gaan misschien wel boven de 85dB(A) LAeq,15min maar doen best geen melding omdat ze wat isolatienormen betreft niet kunnen beantwoorden aan de regelgeving.

Een politiezone lost dit op door binnen de 6 maanden een akoestisch onderzoek te verplichten. De resultaten hiervan dienen dan om een maximum geluidsniveau vast te leggen in de bijzondere voorwaarden.

- Een overlegforum met de collega’s oprichten.

III.3.3 Conclusies diepte-interviews lokale politie

De meetduur is voor de meeste politiezones niet haalbaar wegens enerzijds tijdsgebrek (interventies moeten snel gaan) en anderzijds wegens de onmogelijkheid om 15 minuten of een uur centraal in de ruimte te meten. Ook bij diegenen die wel meten, wordt een meting van een uur zo goed als nooit uitgevoerd. De meetplaats wordt als zeer problematisch

ervaren: anoniem meten is praktisch onmogelijk en een onmiddellijk gevolg is een daling van het geluidsniveau, interactie van het publiek, agressie etc. Het meten op zich wordt ook als ingewikkeld beschouwd: veel parameters in te stellen, interpretatie niet altijd eenvoudig, etc.

Sommige zones hebben geen of geen geschikt meettoestel ter beschikking.

Er is een grote vraag naar een eenvoudigere en snellere manier van vaststellen.

Als alternatief gaat men in sommige politiezones checken op randvoorwaarden (meet en/of registreert de organisator?, is de meetapparatuur correct afgesteld?, zijn er oordoppen?, etc.). Ook gaat men overlast eerder vaststellen via een alternatieve wetgeving (bvb. GAS) omdat het veel makkelijker is en sneller gaat om te verbaliseren. Soms worden deze controles op voorhand uitgevoerd en gaat men eerder preventief te werk. In sommige politiezones is overleg een belangrijke manier om problemen te vermijden.

Interventies zijn meestal een gevolg van een klacht. Er wordt zeer zelden spontaan gemeten als controle.

Tijdens interventies is het niet altijd mogelijk een correcte vaststelling uit te voeren omdat er niet altijd bevoegde personen aanwezig zijn (probleem van beschikbaarheid) en men niet altijd over voldoende kennis beschikt om de meting correct uit te voeren omdat men het te

Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel

www.defonseca.be

97/121 Ref:

2015R002-7

info@defonseca.be T: 02/267.05.38

T: 056/960.160

© Bureau De Fonseca weinig moet doen. Soms wordt er ook geoordeeld (‘geluisterd’) of de klacht gegrond is zonder meting.

Bij klachten wordt er vaak bemiddelend opgetreden, dit om de klagers een onmiddellijk resultaat te geven. Men stelt echter vast dat er meestal slechts tijdelijk gevolg gegeven wordt aan de vraag om het niveau te laten dalen en dat er dus vaak meerdere interventies nodig zijn op eenzelfde evenement.

De nieuwe regelgeving focust op de normen binnen of op het evenement en

gehoorbescherming waardoor men soms vergeet dat de omgevingsnormen ook nog blijven gelden. Er werd vaak aangehaald dat organisatoren niet altijd begrijpen dat zelfs als ze binnen aan de normen beantwoorden, ze ondertussen toch de omgevingsnormen kunnen

gehoorbescherming waardoor men soms vergeet dat de omgevingsnormen ook nog blijven gelden. Er werd vaak aangehaald dat organisatoren niet altijd begrijpen dat zelfs als ze binnen aan de normen beantwoorden, ze ondertussen toch de omgevingsnormen kunnen