Eindrapport
Evaluatie Regelgeving Muziekactiviteiten
volgens
Bestek nr. LNE/LHRMG/OL201300003
24 november 2015
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
2/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca
Colofon en wijzigingshistoriek
Opdrachtgever
Vlaamse overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid
Graaf de Ferrarisgebouw, Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 Brussel Opdrachtnemer
Bureau De Fonseca
Krogstraat 106, 1860 Meise
Contactpersoon Pierre De Fonseca T 02/267.05.38 info@defonseca.be
Versie Datum Wijzigingen Auteur Nazicht
24/11/2015 Eerste versie van het definitieve eindrapport
evaluatie regelgeving muziekactiviteiten S.Debruyne L. Muyshondt G.Pée
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
3/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca
Inhoudstafel
Colofon en wijzigingshistoriek ... 2
Inhoudstafel ... 3
I. Algemene inleiding ……….6
II. Schriftelijke bevraging ……….8
II.1. Overzicht categorisering respondenten... 9
II.1.1 Gemeentelijke diensten ... 9
II.1.2 Politiekorps of andere toezichthouder ... 10
II.2. Gemeentelijke diensten : Organisatie, beleid en vergunningen ... 11
II.2.1 Vergunningen, toelatingen en reglementen... 11
II.2.1.1 Meldingsplichtige inrichtingen (klasse 3) ... 11
II.2.1.2 Vergunningsplichtige inrichtingen (klasse 2) ... 12
II.2.1.3 Niet-ingedeelde inrichtingen ... 13
II.2.1.4 Bijzondere voorwaarden... 18
II.2.1.5 Geluidsplan ... 20
II.2.1.6 Aangiftes ... 21
II.2.1.7 Bepalingen gemeentelijk reglement ... 22
II.2.2 Materiaal (uitlenen) en zalen in eigen beheer ... 22
II.2.2.1 Materiaal ... 22
II.2.2.2 Zalen ... 25
II.3. Gemeentelijke diensten : Handhaving op gemeentelijk niveau ... 26
II.3.1 Toestellen (voor eigen gebruik) ... 26
II.3.1.1 Geluidsniveaumeters ... 26
II.3.1.2 Kennis, opleiding en ondersteuning met betrekking tot geluidsniveaumeters 28 II.3.2 Samenwerking binnen het kader van de nieuwe regelgeving muziekactiviteiten . 30 II.3.2.1 Samenwerking binnen de gemeentelijke diensten ... 30
II.3.2.2 Samenwerking met (andere) toezichthouders ... 31
II.3.2.3 Samenwerking met organisatoren, exploitanten en publiek ... 34
II.3.3 Controles van het geluidsniveau op de muziekactiviteit zelf. ... 36
II.3.3.1 Meetprotocol + aantal controles ... 36
II.3.3.2 Problemen bij controles ... 38
II.3.3.3 Manier van werken ... 40
II.3.3.4 Evolutie controles en personeel ... 43
II.4. Gemeentelijke diensten : Communicatie over de vernieuwde regelgeving ... 46
II.4.1 Informatie voor exploitanten / organisatoren / burgers ... 46
II.4.2 Bekendheid informatiebronnen... 47
II.5. Lokale politie en intergemeentelijke, provinciale of gewestelijke toezichthouders : Organisatie, planning en reglementen ... 48
II.5.1 Samenwerking binnen het kader van de nieuwe regelgeving muziekactiviteiten . 48 II.5.1.1 Samenwerking met andere toezichthouders ... 48
II.5.1.2 Samenwerking met de gemeentes ... 49
II.5.1.3 Samenwerking met organisatoren en exploitanten ... 50
II.5.2 Vergunningen, toelatingen en reglementen... 52
II.5.2.1 Geluidsplan ... 52
II.5.2.2 Bepalingen politiereglement ... 53
II.6. Lokale politie en intergemeentelijke, provinciale of gewestelijke toezichthouders : Handhaving ... 54
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
4/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca
II.6.1 Controles van het geluidsniveau op de muziekactiviteit zelf. ... 54
II.6.1.1 Meetprotocol + aantal controles ... 54
II.6.1.2 Problemen bij controles ... 56
II.6.1.3 Manier van werken ... 57
II.6.1.4 Evolutie controles en personeel ... 59
II.6.2 Toestellen ... 62
II.6.2.1 Geluidsniveaumeters ... 62
II.6.2.2 Kennis, opleiding en ondersteuning met betrekking tot geluidsniveaumeters 63 II.7. Lokale politie en intergemeentelijke, provinciale of gewestelijke toezichthouders : Communicatie over de vernieuwde regelgeving ... 65
II.7.1 Informatie voor exploitanten / organisatoren / burgers ... 65
II.7.2 Bekendheid informatiebronnen... 65
II.8. Algemene conclusies deel schriftelijke bevraging ... 68
III Diepte-interview en observaties ………70
III.1. Overzicht diepte-interviews en observaties ... 70
III.1.1 Diepte-interviews gemeentes en politiezones ... 70
III.1.2 Diepte-interviews experten ... 70
III.1.3 Observeren van toezichthouders tijdens handhavingsacties ... 71
III.2. Diepte-interviews gemeente ... 72
III.2.1 Samenvatting diepte-interviews gemeentes ... 72
III.2.1.1 Aanvragen evenementen ... 72
III.2.1.2 Bijzondere voorwaarden... 72
III.2.1.3 Checken op randvoorwaarden ... 73
III.2.1.4 Uitvoeren van de metingen ... 73
III.2.1.5 Controle door opvragen loggings ... 75
III.2.1.6 Niveaus aanpassen ... 75
III.2.1.7 Manier van werken ... 75
III.2.1.8 Controles worden vaak gestuurd door klachten ... 76
III.2.1.9 Preventie ... 77
III.2.1.10 Gesprekken vooraf - Evaluatie achteraf ... 77
III.2.1.11 Samenwerking tussen gemeente en lokale politie ... 77
III.2.1.12 Processen-verbaal ... 78
III.2.1.13 Probleem van de beschikbaarheid/tijd... 79
III.2.1.14 Kennis/informatie... 79
III.2.1.15 Zalen in eigen beheer ... 79
III.2.1.16 Uitlenen materiaal ... 80
III.2.1.17 Oordoppen ... 80
III.2.1.18 Uniformiteit van de norm ... 80
III.2.1.19 De juiste man op de juiste plaats en belang van een duidelijk beleid ... 81
III.2.1.20 Neutraliteit beter garanderen ... 81
III.2.2 Positieve aspecten en suggesties tot verbetering ... 82
III.2.2.1 Positieve aspecten ... 82
III.2.2.2 Suggesties tot verbetering ... 82
III.2.3 Conclusies diepte-interviews gemeentes ... 84
III.3. Diepte-interviews lokale politie ... 86
III.3.1 Samenvatting diepte-interviews lokale politie ... 86
III.3.1.1 Uitvoeren van de metingen ... 86
III.3.1.2 Checken op randvoorwaarden ... 87
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
5/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca III.3.1.3 Probleem van niet-bevoegde mensen of gebrek aan kennis tijdens
interventies ... 87
III.3.1.4 Beschikbaarheid ... 88
III.3.1.5 Eerder bemiddelend optreden ... 88
III.3.1.6 Alternatieve wetgeving ... 88
III.3.1.7 Geen prioriteit ... 88
III.3.1.8 Preventie ... 89
III.3.1.9 Controles worden vaak gestuurd door klachten ... 89
III.3.1.10 Omgevingsnormen ... 89
III.3.1.11 Contradictie tussen normen binnen en omgevingsnormen ... 89
III.3.1.12 Geluidsniveaus ... 90
III.3.1.13 Bijzondere voorwaarden ... 90
III.3.1.14 Oordoppen ... 91
III.3.1.15 Uniformiteit van de norm ... 91
III.3.1.16 Belang van duidelijk beleid ... 91
III.3.1.17 Samenwerking tussen gemeente en lokale politie ... 92
III.3.1.18 Evaluatie achteraf ... 92
III.3.1.19 Processen-verbaal ... 93
III.3.1.20 Feedback over doorgestuurde pv’s ... 93
III.3.1.21 De juiste man op de juiste plaats ... 93
III.3.1.22 Agressie ... 94
III.3.1.23 Opleiding tot toezichthouder geluid ... 94
III.3.1.24 Neutraliteit beter garanderen ... 94
III.3.2 Positieve aspecten en suggesties tot verbetering ... 95
III.3.2.1 Positieve aspecten ... 95
III.3.2.2 Suggesties tot verbetering ... 95
III.3.3 Conclusies diepte-interviews lokale politie ... 96
III.4. Diepte-interviews experten ... 99
III.4.1 Samenvattingen interviews experten ... 99
III.4.1.1 AMMC (Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer) ... 99
III.4.1.2 Een intergemeentelijke vereniging ... 100
III.4.1.3 Een parket ... 102
III.4.1.4 Geluidsexpert ... 103
III.4.1.5 Geluidsexpert ... 105
III.4.1.6 Geluidsexpert, concertorganisator en PA-verantwoordelijke ... 106
III.4.2 Conclusie interviews experten ... 108
III.5. Observaties handhaving ... 109
III.5.1 Verslag observaties handhaving ... 109
III.5.1.1 Observatie groot meerdaags festival ... 109
III.5.1.2 Observatie meerdaags festival in grote stad ... 110
III.5.1.3 Observatie danscafés in grote stad tijdens evenement ... 111
III.5.1.4 Nachtelijke observatieronde in middelgrote stad ... 111
III.5.1.5 Observatie pensenkermis-kampvuur en fuif ... 114
III.5.2 Conclusie observaties handhaving ... 116
III.6. Algemene conclusies diepte-interviews en observaties ... 117
IV. Samenvattende conclusies schriftelijke bevraging en diepte-interviews ………118
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
6/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca
I Algemene inleiding
Doel van de studie
Sinds 1 januari 2013 is er in VLAREM II een vernieuwde regelgeving voor het geluidsniveau van muziekactiviteiten opgenomen. Voor alle muziekactiviteiten waarbij elektronisch
versterkte muziek wordt gebruikt – met uitzondering van muziekactiviteiten in private inrichtingen – wordt een maximaal geluidsniveau opgelegd. Dit geldt zowel voor ingedeelde (rubriek 32.1 en 32.2 in hoofdstuk 5.32) als niet-ingedeelde inrichtingen (hoofdstuk 6.7).
Afhankelijk van het geluidsniveau van de muziekactiviteit, zijn bepaalde maatregelen van toepassing :
- Voor activiteiten met een geluidsproductie ≤ 85 dB(A) LAeq,15min moeten geen extra maatregelen worden genomen.
- Voor activiteiten met een geluidsniveau > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min moet het geluidsniveau gedurende de volledige activiteit worden gemeten en moet het geluidsniveau visueel worden weergegeven.
- Voor activiteiten met een geluidsniveau > 95 dB(A) LAeq,15min en ≤ 100 dB(A) LAeq,60min moet het geluidsniveau gedurende de volledige activiteit worden gemeten en geregistreerd. Bovendien moet het geluidsniveau visueel worden weergegeven en moeten gratis oordopjes ter beschikking van het publiek worden gesteld. Voor bijzondere gelegenheden kan het College van Burgemeester en Schepenen een afwijking toestaan en/of bijzondere voorwaarden opleggen.
- Activiteiten met een geluidsproductie > 100 dB(A) LAeq,60min zijn niet toegelaten.
- Daarnaast blijven de - al vóór 1 januari 2013 geldende - geluidsnormen voor de omgeving van kracht.
Om beter zicht te krijgen op de lokale implementatie van de vernieuwde regelgeving was er nood aan een evaluatie. Hierbij werd gepeild naar hoe met dergelijke wijziging wordt omgegaan door de lokale overheden en de lokale politie, of ze voldoende worden ondersteund, of ze hun eigen rol als lokale overheid voldoende vervullen, …. en naar de manier waarop de nieuwe regelgeving op het terrein wordt toegepast.
Methodiek
Hiervoor werd een studie opgezet die bestaat uit:
een schriftelijke bevraging van gemeentes en politiezones
een mondelinge bevraging van een aantal gemeentes en politiezones en van een aantal andere experten ter evaluatie van de implementatie van de nieuwe regelgeving voor muziekactiviteiten en de handhaving ervan.
observaties van toezichthouders tijdens vijf verschillende handhavingsacties.
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
7/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca De resultaten van deze studie worden weergegeven in de volgende hoofdstukken. Belangrijk is om voor ogen te houden dat de vragen gesteld werden met betrekking tot de handhaving van de geluidsniveaus op de muziekactiviteiten zelf en niet wat de omgevingsnormen betreft.
De studie omvat geen evaluatie van de regelgeving op zich, het gaat enkel om een peiling naar de lokale implementatie ervan. Daarom komt in dit document het standpunt van andere betrokkenen waaronder organisatoren, jongerenorganisatie, overheden, gehoorspecialisten,
… niet aan bod.
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
8/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca
II Schriftelijke bevraging
Het eerste deel van de studie omvat een schriftelijke bevraging van lokale overheden en lokale politie. Hiervoor werd, in samenwerking met de stuurgroep, een vragenlijst
opgemaakt. De vragenlijst bevat volgende thema's:
- Administratief: Vragen met betrekking tot de meldingen, de milieuvergunningen en toelatingen voor muziekactiviteiten. Vragen met betrekking tot de bijzondere voorwaarden die worden opgelegd.
- Handhaving en controles: Vragen over aantallen en evoluties in de loop van de jaren.
Vragen naar praktische (personeel en middelen) en technische uitvoerbaarheid.
- Samenwerking: Zowel met interne als externe diensten.
- Communicatie: Op welke wijze gebeurt de communicatie naar de verschillende belanghebbenden? Zijn gemeentes vanuit de Vlaamse overheid voldoende geïnformeerd over de nieuwe regelgeving?
Er werd een aparte vragenlijst opgemaakt voor lokale overheden en lokale politie. De
gestelde vragen zijn grotendeels gelijklopend maar bepaalde vragen zijn niet van toepassing voor de lokale politie bijvoorbeeld de administratieve vragen. De volledige vragenlijst is opgenomen in bijlage.
De bevraging werd uitgevoerd met behulp van SurveyMonkey, een softwaretool voor het uitvoeren van online enquêtes.
De vragenlijst werd op 14 april 2015 via persoonlijke email uitgestuurd naar 1290 potentiële respondenten van 308 Vlaamse gemeentes en intergemeentelijke verenigingen.
De 1171 Vlaamse lokale politiekorpsen werden op 15 april 2015 via een aparte mail benaderd door de Vaste Commissie van de Lokale Politie (VCLP) met de vraag de vragenlijst in te vullen.
De enquête werd afgesloten op 8 mei 2015.
In totaal werden 516 reacties ontvangen, waarvan er 412 via de link in de persoonlijke email ingevuld werden, 100 via de gewone weblink die rechtstreeks naar de vragenlijst verwees en 4 op papier ingevuld werden terugbezorgd. 391 vragenlijsten werden uiteindelijk volledig ingevuld.
Wat betreft de verwerking van de resultaten: er wordt gewerkt met het aantal respondenten en niet met het aantal gemeentes. Het kan dus voorkomen dat er verschillende respondenten uit eenzelfde gemeente geantwoord hebben. Er werd niet gevraagd naar postcode of
gemeente, daarom zijn deze respondenten moeilijk te traceren en/of te groeperen.
1 Het aantal bij aanvang van de studie. Bij afronding van de studie, eind november 2015, zijn er na fusies nog 114 politiezones in Vlaanderen.
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
9/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Bij elke vraag wordt het aantal respondenten weergegeven. Deze aantallen verschillen per vraag vermits niet elke vraag door iedereen beantwoord diende te worden of omdat sommige respondenten bepaalde vragen overgeslagen hebben. Verder is het aantal respondenten soms kleiner dan het aantal gegeven antwoorden omdat er meerdere antwoorden mogelijk zijn bij bepaalde vragen.
II.1. Overzicht categorisering respondenten
De verdeling van de doelgroepen ziet er als volgt uit:
II.1.1 Gemeentelijke diensten
Hieronder een weergave van de respondenten per dienst, per grootte van gemeente en per provincie, let wel, verschillende respondenten kunnen uit eenzelfde gemeente komen.
Binnen de categorie die zegt bij een gemeentelijke dienst te werken, is de verdeling over de verschillende diensten als volgt:
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
10/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca De grootte van de gemeente waarvoor ze werkzaam zijn:
Antwoordkeuzen reacties verdeling gemeentes
Vlaanderen
N=340 N=308 gemeentes
minder dan 10.000 inwoners 20,88 % 26,95%
tussen 10.000 en 20.000 inwoners 39,71% 43,83%
tussen 20.000 en 50.000 inwoners 30,29% 25,32%
tussen 50.000 en 100.000 inwoners 6,18% 2,92%
meer dan 100.000 inwoners 2,94% 0,97%
Bron : https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_gemeenten_in_het_Vlaams_Gewest
De verdeling per provincie:
Antwoordkeuzen reacties Totale residerende bevolking
op 1 januari 2010
N=340 N=6.251.983 inw.
Provincie Antwerpen 27,06% 27,91%
Provincie Vlaams-Brabant 20,29% 17,23%
Provincie West-Vlaanderen 19,12% 18,54%
Provincie Oost-Vlaanderen 20,88% 22,91%
Provincie Limburg 12,65% 13,41%
Bron : http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/bevolking/structuur/woonplaats/oppervlakte_dichtheid/
II.1.2 Politiekorps of andere toezichthouder
De tweede groep wordt gevormd door respondenten werkzaam bij de lokale politie (al dan niet als toezichthouder) en al de andere toezichthouders (dus diegenen die noch bij een gemeente noch bij een politiekorps werken).
De verdeling van deze groep over de verschillende diensten is als volgt:
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
11/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca De grootte van de politiezone waarin ze werkzaam zijn:
Antwoordkeuzen reacties verdeling politiezones
Vlaanderen per aantal inwoners
N=56 N=115
minder dan 50.000 inwoners 55% 65%
tussen 50.000 en 100.000 inwoners 36% 29%
meer dan 100.000 inwoners 9% 6%
Bron :http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/bevolking/structuur/woonplaats/(2012)
De verdeling per provincie :
Antwoordkeuzen reacties verdeling politiezones
Vlaanderen per provincie
N=59 N=115
Provincie Antwerpen 34% 22%
Provincie Vlaams-Brabant 10% 23%
Provincie West-Vlaanderen 22% 17%
Provincie Oost-Vlaanderen 25% 24%
Provincie Limburg 8% 14%
Bron :http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/bevolking/structuur/woonplaats/(2012)
II.2. Gemeentelijke diensten : Organisatie, beleid en vergunningen
II.2.1 Vergunningen, toelatingen en reglementen
II.2.1.1 Meldingsplichtige inrichtingen (klasse 3)
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 6, 9 en 10.
6.Zijn er in uw gemeente inrichtingen met muziekactiviteiten waarvoor een melding is gedaan voor rubriek 32.1.1° feestzalen en andere zalen of rubriek 32.2.1° schouwspelzalen van VLAREM I (klasse 3)? Het gaat hier om inrichtingen waar regelmatig (meer dan 12 keer per jaar) muziekactiviteiten plaatsvinden met een geluidsniveau >85 dB(A) LAeq,15min en
≤95dB(A)LAeq,15 min.
9.Worden er in uw gemeente aanvragen voor afwijkingen voor meldingsplichtige inrichtingen ingediend bij het college voor burgemeester en schepenen? Het gaat hier om aanvragen voor toelatingen voor muziekactiviteiten tot ≤100dB(A)LAeq,60 min die beperkt zijn tot 3 uur tussen 12u en middernacht of langer dan 3 uur duren maar in dit geval max 12 keer per jaar (en max 2x/maand en in totaal max. 24 kalenderdagen). Kunt u een inschatting maken van het aantal aanvragen per jaar?
10.Worden deze aanvragen tot afwijking goedgekeurd door het college voor burgemeester en schepenen?
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
12/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Aantal meldingen en aanvragen voor afwijking
Deze grafiek toont aan dat er in 10% van de gevallen waar er wel meldingsplichtige
inrichtingen zijn, nooit afwijkingen aangevraagd worden (het verschil tussen de 2 balken bij
‘geen’, zonder rekening te houden met het aantal inrichtingen die de respondent in zijn gemeente heeft).
Het is wel logisch dat er in de gemeentes waar er 5 of minder meldingsplichtige inrichtingen zijn (52%), er een veel lager percentage staat bij het aantal aanvragen van 5 of minder (29%) vermits er voor 1 inrichting meermaals een afwijking kan aangevraagd worden.
Daardoor ligt het percentage bij 10 of meer aanvragen (29%) veel hoger dan het percentage bij het antwoord dat er 10 of meer inrichtingen zijn (9%).
Uit vraag 10 (N=128) blijkt dat 44% van de respondenten zegt dat de aanvragen voor afwijkingen altijd goedgekeurd worden, bij 39% is dat meestal het geval, bij 13% soms en bij 4% nooit.
II.2.1.2 Vergunningsplichtige inrichtingen (klasse 2)
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vraag 14.
14.Zijn er in uw gemeente inrichtingen met muziekactiviteiten met een milieuvergunning voor rubriek 32.1.2° van VLAREM I (klasse2)? Hieronder worden muziekactiviteiten in feestzalen, schouwspelzalen en andere zalen met een maximaal geluidsniveau
>95dB(A)LAeq,15 min en ≤ 100dB(A)LAeq,60 min verstaan.
Aantal milieuvergunningsplichtige inrichtingen (N=240) 0
10 20 30 40 50 60
geen ≤ 5 > 5 en ≤ 10 >10 weet niet melding (N=250)
aanvraag afwijking meldingsplichtige inrichtingen (N=182)
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
13/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca In meer dan de helft van de gevallen (55%) zijn er 5 of minder milieuvergunningsplichtige inrichtingen in de gemeente. Bij 29% van de respondenten is er geen enkele. Het is een minderheid die er 6 à 10 (5%) of meer dan 10 (2%) heeft.
II.2.1.3 Niet-ingedeelde inrichtingen
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 20 en 23.
Wat betreft de niet-ingedeelde inrichtingen. Kunt u een inschatting maken van het aantal aanvragen per jaar bij het college voor burgemeester en schepenen om af te wijken van het maximaal geluidsniveau van 85 dB(A)LAeq,15min naar aanleiding van bijzondere gelegenheden in niet-ingedeelde inrichtingen. In deze vraag worden de activiteiten in openlucht of tent niet behandeld.
in lokaal,
max 12x/jaar aangevraagd
in lokaal, max 12x/jaar toegestaan
>85 dB(A)LAeq,15min
≤95 dB(A)LAeq,15min
>95 dB(A)LAeq,15min
≤100 dB(A)LAeq,60min
Een korte toelichting bij onderstaande tabellen:
- Het aantal respondenten dat een antwoord gegeven heeft op de vraag naar het aantal goedkeuringen wordt als basis genomen.
- De resultaten worden weergegeven in afgeronde percentages waardoor de som van een rij soms kan oplopen tot meer dan 100.
0 10 20 30 40 50 60
geen ≤ 5 > 5 en ≤ 10 >10 weet niet
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
14/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca - De resultaten zijn integraal overgenomen van de bevraging en dus niet
opgeschoond. Zo hebben sommige respondenten ingevuld dat er meer
toestemmingen zijn gegeven dan dat er aanvragen waren. Dit is mogelijk uit te leggen doordat er in gemeentes standaardtoestemmingen worden gegeven, zonder voorafgaande aanvraag. Ofwel gaat het gewoon om incoherente antwoorden.
Niet-ingedeelde inrichtingen (excl. openlucht of tent) : aantal aanvragen (%) >85 dB(A)LAeq,15min en ≤95dB(A)LAeq,15min (N=193)
Niet-ingedeelde inrichtingen (excl. openlucht of tent) : aantal aanvragen tov aantal toegestane afwijkingen bij >85 dB(A)LAeq,15min ≤95 dB(A)LAeq,15min (in %)
aangevraagd
>85dB(A)≤95 dB(A)
0 (N=13)
1 à 2 (N=21)
3 à 4 (N=23)
5 à 6 (N=17)
7 à 10 (N=28)
11 à 15 (N=24)
16 à 20 (N=16)
21 à 30 (N=16)
31 à 50 (N=13)
> dan 50 (N=12)
toegestaan 0 77 10
toegestaan 1 à 2 23 81 9 6 4
toegestaan 3 à 4 10 91 6 4
toegestaan 5 à 6 88
toegestaan 7 à 10 93 4 6
toegestaan 11 à 15 96
toegestaan 16 à 20 94 6 8 8
toegestaan 21 à 30 6 88
toegestaan 31 à 50 92 8
meer dan 50 83
0 5 10 15 20 25
0 1 à 2 3 à 4 5 à 6 7 à 10 11 à 15 16 à 20 21 à 30 31 à 50 meer dan 50
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
15/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Niet-ingedeelde inrichtingen (excl. openlucht of tent) : aantal aanvragen
(%) >95 dB(A)LAeq,15min en ≤100dB(A)LAeq,60min (N=188)
Niet-ingedeelde inrichtingen (excl. openlucht of tent) : aantal aanvragen tov aantal toegestane afwijkingen >95 dB(A)LAeq,15min en ≤100 dB(A)LAeq,60min (%)
aangevraagd >95 dB(A) en ≤100 dB(A)
0 (N=42)
1 à 2 (N=36)
3 à 4 (N=20)
5 à 6 (N=26)
7 à 10 (N=25)
11 à 15 (N=14)
16 à 20 (N=7)
21 à 30 (N=7)
31 à 50 (N=2)
toegestaan 0 95 19 5 12 4 7
toegestaan 1 à 2 5 81 15 4 29
toegestaan 3 à 4 80 4 12 14
toegestaan 5 à 6 81 16
toegestaan 7 à 10 68
toegestaan 11 à 15 93 14
toegestaan 16 à 20 86
toegestaan 21 à 30 57
toegestaan 31 à 50 100
23.Wat betreft de niet-ingedeelde muziekactiviteiten, kunt u een inschatting maken van het aantal aanvragen per jaar bij het college voor burgemeester en schepenen om af te wijken van het maximaal geluidsniveau van 85 dB(A)LAeq,15min naar aanleiding van een evenement in openlucht of tent?
openlucht of tent
aangevraagd
openlucht of tent toegestaan
>85 dB(A)LAeq,15min
≤95 dB(A)LAeq,15min
>95 dB(A)LAeq,15min
≤100 dB(A)LAeq,60min
0 5 10 15 20 25 30
0 1 à 2 3 à 4 5 à 6 7 à 10 11 à 15 16 à 20 21 à 30 31 à 50 meer dan 50
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
16/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Niet-ingedeelde inrichtingen openlucht of tent : aantal aanvragen (%)
>85 dB(A)LAeq,15min en ≤95dB(A)LAeq,15min (N=231)
Niet-ingedeelde inrichtingen openlucht of tent : aantal aanvragen
tov aantal toegestane afwijkingen bij >85 dB(A)LAeq,15min ≤95 dB(A)LAeq,15min (in %) aangevraagd >85
dB(A) en ≤95 dB(A)
0 (N=13)
1 à 2 (N=32)
3 à 4 (N=43)
5 à 6 (N=25)
7 à 10 (N=29)
11 à 15 (N=25)
16 à 20 (N=12)
21 à 30 (N=13)
31 à 50 (N=15)
> dan 50 (N=15)
toegestaan 0 92 7
toegestaan 1 à 2 94
toegestaan 3 à 4 6 95 8 7
toegestaan 5 à 6 92 3
toegestaan 7 à 10 8 2 83 7
toegestaan 11 à 15 2 96 8
toegestaan 16 à 20 4 92
toegestaan 21 à 30 100
toegestaan 31 à 50 93 7
meer dan 50 93
0 5 10 15 20 25
0 1 à 2 3 à 4 5 à 6 7 à 10 11 à 15 16 à 20 21 à 30 31 à 50 meer dan 50
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
17/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Niet-ingedeelde inrichtingen openlucht of tent : aantal aanvragen (%) >95
dB(A)LAeq,15min en ≤100dB(A)LAeq,60min (N=229)
Niet-ingedeelde inrichtingen openlucht of tent : aantal aanvragen
tov aantal toegestane afwijkingen bij >95 dB(A)LAeq,15min en ≤100 dB(A) LAeq,60min (in %)
aangevraagd >95 dB(A) en ≤100 dB(A)
0 (N=25)
1 à 2 (N=62)
3 à 4 (N=40)
5 à 6 (N=28)
7 à 10 (N=30)
11 à 15 (N=16)
16 à 20 (N=12)
21 à 30 (N=6)
31 à 50 (N=2)
toegestaan 0 100 6 10 4 7
toegestaan 1 à 2 90 15 11 13 6 8
toegestaan 3 à 4 5 75 4 7
toegestaan 5 à 6 82 10
toegestaan 7 à 10 63 50
toegestaan 11 à 15 94 25
toegestaan 16 à 20 67 17
toegestaan 21 à 30 83
toegestaan 31 à 50 50
0 5 10 15 20 25 30 35
0 1 à 2 3 à 4 5 à 6 7 à 10 11 à 15 16 à 20 21 à 30 31 à 50 meer dan 50
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
18/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca II.2.1.4 Bijzondere voorwaarden
Volgende grafiek geeft weer hoe vaak er bijzondere voorwaarden opgelegd worden in elk van de onderstaande categorieën. Vragen 7, 11, 15, 21 en 24.
7.Hoe vaak worden er bijzondere voorwaarden opgelegd bij de melding ?
11.Hoe vaak worden er bijzondere voorwaarden opgelegd in de goedkeuring voor een afwijking voor meldingsplichtige inrichtingen ?
15.Hoe vaak worden er bijzondere voorwaarden opgelegd in de milieuvergunning ?
21.Hoe vaak worden er voor niet-ingedeelde inrichtingen bijzondere voorwaarden opgelegd in de toelating van het college voor burgemeester en schepenen ?
24.Hoe vaak worden er voor evenementen in openlucht of tent bijzondere voorwaarden opgelegd in de toelating van het college voor burgemeester en schepenen?
Bijzondere voorwaarden
Deze resultaten tonen dat de meeste bijzondere voorwaarden opgelegd worden bij de goedkeuringen voor afwijken van meldingsplichtige inrichtingen (44%) en de toelatingen door Burgemeester en Schepenen voor niet-ingedeelde inrichtingen (43% - excl. openlucht of tent) en (44% - openlucht of tent). Bij de meldingsplichtige inrichtingen worden er meer soms (36%) of nooit (21%) bijzondere voorwaarden opgelegd.
Volgende grafiek toont welke bijzondere voorwaarden er zoal opgelegd worden In elk van de onderstaande categorieën. Vragen 8, 12, 16, 22 en 25.
8.Welke bijzondere voorwaarden worden er zoal opgelegd in de melding?
12.Welke bijzondere voorwaarden worden er zoal opgelegd in de goedkeuring voor een afwijking voor meldingsplichtige inrichtingen?
16.Welke bijzondere voorwaarden worden er zoal opgelegd in de milieuvergunning?
22.Welke bijzondere voorwaarden worden er zoal opgelegd in de toelating van het college voor burgemeester en schepenen?
0 10 20 30 40 50
altijd meestal soms nooit weet niet
melding (N=191)
goedkeuring afwijking meldingsplichtige inrichtingen (N=123) milieuvergunning (N=149)
CBS niet-ingedeeld (excl. openlucht of tent) (N=234) CBS niet-ingedeeld openlucht of tent (N=272)
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
19/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca 25.Welke bijzondere voorwaarden worden opgelegd in de toelating van het college voor burgemeester en schepenen (openlucht of tent)?
Soorten bijzondere voorwaarden
Bij de goedkeuring voor afwijkingen voor meldingsplichtige inrichtingen (69%) en de niet- ingedeelde inrichtingen excl. openlucht of tent (76%) en openlucht of tent (82%) is het sluitingsuur één van de meest voorkomende voorwaarden, gevolgd door de bepaling van een maximaal geluidsniveau in functie van de omgeving, hetgeen bij de goedkeuring voor
afwijkingen voor meldingsplichtige inrichtingen (69%) en niet-ingedeelde inrichtingen met activiteiten in openlucht of tent (66%) het vaakst voorkomt maar de 3 andere categorieën sluiten er zeer dicht bij aan. Op de derde plaats komt het maximale geluidsniveau in functie van gehoorschade.
Verder is het voornamelijk bij de milieuvergunningsplichtige inrichtingen waar men het akoestisch onderzoek oplegt (in 55% van de gevallen), in 27% van de gevallen wordt dit akoestisch onderzoek ook opgelegd bij de meldingsplichtige inrichtingen.
De categorie ‘andere’, omvat bij de melding en bij de goedkeuring voor een afwijking voor meldingsplichtige inrichtingen gelijkaardige maar zeer diverse antwoorden, meestal om strengere normen toe te voegen dan door de regelgeving bepaald werden zoals onder andere een minimum afstand van 1 meter respecteren tot aan de luidsprekers, resultaten
geluidsmeting indienen bij de lokale politie, permanente geluidsmeting zichtbaar maken voor het publiek, dB(C) waarde opleggen, bepalen van de plaatsing van de geluidsinstallatie, plaatsen van een geluidsbegrenzer, het aantal muziekactiviteiten beperken tot minder dan 12
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
melding (N=142)
goedkeuring afwijking meldingsplichtige inrichtingen (N=106)
milieuvergunning (N=116)
CBS niet-ingededeeld (excl. openlucht of tent) (N=188)
CBS niet-ingededeeld open lucht of tent (N=225)
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
20/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca x per jaar, oordopjes ter beschikking stellen, strengere norm voor optredens voor
hoofdzakelijk kinderen, omwonenden verwittigen en maatregelen gericht naar overlast zoals ramen en deuren dichthouden of installeren van een sas.
Bij de inrichtingen met een milieuvergunning gaat het vooral om sensibiliseren klanten, inrichten van een sas, beperken van het aantal bezoekers, geluidsbegrenzer of dB (C) norm opleggen.
Bij niet-ingedeelde inrichtingen (excl. openlucht of tent) legt het CBS vooral volgende extra voorwaarden op : uitdoofregeling, omwonenden verwittigen, registreren en meetresultaten doorgeven, dichthouden ramen en deuren, dB (C) norm, oordopjes.
Wat betreft de evenementen in openlucht of tent krijgen we gelijkaardige antwoorden, nl.
omgeving verwittigen, uitdoofregeling, registreren en doorgeven van meetresultaten, oordoppen, dB (C) norm, barrière op 1 m van boxen, max van 90 dB(A), geluidsbegrenzer.
In 1 gemeente heeft men ook opgenomen dat de meetduur van 15 minuten bij niet- ingedeelde inrichtingen vervangen wordt door 30 seconden.
II.2.1.5 Geluidsplan
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 17 en 18.
17. Wie beoordeelt de geluidsplannen voor de muziekactiviteiten waarbij een geluidsplan dient opgesteld te worden?
18.Over hoeveel zalen beschikt de gemeente waarin een geluidsplan nodig is?
Aantal zalen met geluidsplan (N=126)
0 10 20 30 40 50 60
0 1 à 2 3 à 5 6 à 10 11 à 15 16 à 25
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
21/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca De onderstaande tabel geeft weer wie de geluidsplannen beoordeelt :
In meer dan de helft van de gevallen is het de milieuambtenaar die de geluidsplannen beoordeelt.
II.2.1.6 Aangiftes
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 13 en 19.
Denkt u dat er in uw gemeente meldingsplichtige (vraag 13) of milieuvergunningsplichtige (vraag 19) inrichtingen zijn die nog geen melding hebben gedaan?
Inrichtingen waarvoor nog melding/aanvraag milieuvergunning moet gebeuren
Meer dan de helft van de respondenten (56%) denkt dat er in hun gemeente meldingsplichtige inrichtingen zijn die nog geen melding hebben gedaan. Bij de
milieuvergunningsplichtige inrichtingen daalt dit percentage tot 34% maar er blijft toch 1/3 dat denkt dat er nog milieuvergunningsplichtige inrichtingen zijn die zich nog moeten melden.
0 10 20 30 40 50 60
ja neen weet niet
meldingplichtig (N=187) milieuvergunningsplichtig (N=239)
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
22/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca II.2.1.7 Bepalingen gemeentelijk reglement
26.Zijn er in het gemeentelijk reglement bepalingen met betrekking tot muziek bv.
elektronisch versterkte muziek of nachtlawaai opgenomen (eventueel GAS indien van toepassing)?
27. Kunt u kort omschrijven welke bepalingen er opgenomen zijn in het gemeentelijke reglement met betrekking tot muziek bv elektronisch versterkte muziek of nachtlawaai (eventueel GAS indien van toepassing)?
Bijna 62% van de respondenten geeft aan dat in gemeentelijke reglementen (politiereglement of ander gemeentelijk reglement) bepalingen omtrent geluid zijn
opgenomen. Volgende elementen komen regelmatig aan bod: verbod op nachtlawaai, verbod op rustverstoring, bepalen van een algemeen sluitingsuur, verwijzingen naar VLAREM en het KB van 1977 (oude reglementering), verwijzingen naar toelatingen van het college voor burgemeester en schepenen of de burgemeester, bepalingen voor muziekactiviteiten op openbaar en/of privaat domein.
II.2.2 Materiaal (uitlenen) en zalen in eigen beheer
II.2.2.1 Materiaal
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 28 tot en met 33.
28. Leent uw gemeente geluidsmeetapparatuur uit?
29. Welke geluidsmeetapparatuur leent uw gemeente uit aan organisatoren en exploitanten?
30. Zorgt de gemeente zelf voor de ijking (kalibratie)?
31.Worden er instructies voor het gebruik van het ontleende toestel meegegeven aan de ontlener?
32.Hoe vaak wordt de meetapparatuur per jaar ontleend?
33.Heeft u opmerkingen en/of bedenkingen bij het uitlenen van apparatuur? Gelieve deze kort te omschrijven.
In 66% van de gevallen zeggen de respondenten dat de gemeente geluidsapparatuur uitleent. ( N= 306).
Er wordt aangegeven dat ze hiervoor beschikken over volgende apparatuur :
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
23/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Het merendeel van de respondenten geeft aan dat de gemeente (74%) beschikt over een geluidsniveaumeter klasse 2 die LAeq,15min of LAeq,60min kan meten. 1/4 heeft een
geluidsniveaumeter die LAmax,slow meet en slechts 7% beschikt over een geluidsniveaumeter klasse 1 om uit te lenen.
Bijna de helft van de 201 respondenten zegt niet te weten hoe vaak de geluidsapparatuur ontleend wordt, de overblijvende 108 geven volgende aantallen weer :
Aantal uitleningen meetapparatuur door gemeente (N=108)
0 5 10 15 20 25
0 1 à 2 3 à 5 6 à 10 11 à 15 16 à 20 21 à 30 31 à 50 51 of meer
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
24/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Hieronder de antwoorden op de vraag of de gemeente zelf zorgt voor de ijking (kalibratie) :
Slechts in 3% van de gevallen zegt men dat de gemeente zelf zorgt voor de kalibratie voor elke meting. In 28% van de gevallen zegt men dat de gemeente wel voor de kalibratie zorgt maar dit niet systematisch doet voor elke meting.
31.Worden er instructies voor het gebruik van het ontleende toestel meegegeven aan de ontlener?
In 7% van de gevallen helpt een gemeentelijke medewerker bij de installatie van het toestel.
34% van de respondenten gaf aan dat de gemeente niet zelf zorgt voor de kalibratie en toch geeft slechts 7% hierover instructies mee.
In de categorie ‘andere’ blijkt dat de respondenten die hier een antwoord geven niet echt op de hoogte zijn omdat het de jeugddienst/uitleendienst is die zich hiermee bezighoudt.
Wat betreft de bijkomende opmerkingen over het uitlenen van apparatuur, worden vooral 2 zaken aangehaald nl. dat de resultaten niet altijd betrouwbaar zijn doordat ze geen ervaring hebben met het toestel of het niet correct opgehangen werd en dat er te weinig respect voor het materiaal getoond wordt.
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
25/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca II.2.2.2 Zalen
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 34 tot en met 37.
34. Beschikt uw gemeente over zalen in eigen beheer?
35.Zijn er maatregelen getroffen in zalen in eigen beheer sinds de invoering van de nieuwe regelgeving voor muziekactiviteiten?
36.Welke maatregelen werden er getroffen in zalen in eigen beheer in functie van de nieuwe regelgeving voor muziekactiviteiten die inging op 1 januari 2013?
37.Heeft u nog andere opmerkingen en/of bedenkingen in verband met het nemen van maatregelen voor zalen in eigen beheer?
92% van de respondenten geeft aan dat de gemeente over zalen in eigen beheer beschikt, dit zijn 279 respondenten. Hiervan zegt 60% dat er maatregelen werden getroffen in zalen in eigen beheer sinds de invoering van de nieuwe regelgeving voor muziekactiviteiten. De maatregelen die werden getroffen zijn de volgende :
De categorie ‘andere’ omvat onder andere de volgende items : er werden extra normen opgelegd, maar lager of strenger dan de normen in de regelgeving, er werden maatregelen genomen om oordoppen te voorzien, de nodige aanvragen werden ingediend, akoestisch onderzoek werd uitgevoerd.
Bij de opmerkingen in vraag 37 haalt men onder andere aan dat er een grote kost gepaard gaat met de uit te voeren aanpassingen. Verder blijkt dat men bij recente of nog te bouwen zalen veel aandacht besteed aan akoestiek en isolatie (van de 59 respondenten die op deze vraag geantwoord hebben, geven er 28 aan geen opmerkingen te hebben).
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
26/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca
II.3. Gemeentelijke diensten : Handhaving op gemeentelijk niveau
De respondenten die op de volgende vragen geantwoord hebben, zijn betrokken bij de handhaving en het toezicht op de regelgeving rond muziekactiviteiten. Dit zijn 168 respondenten, waarvan 72% ook aangesteld is als gemeentelijk toezichthouder.
Diensten waarin deze respondenten werkzaam zijn (N=168)
II.3.1 Toestellen (voor eigen gebruik)
II.3.1.1 Geluidsniveaumeters
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 40 tot en met 42.
Vraag 40 : Over hoeveel geluidsniveaumeter(s) klasse 1 beschikt uw gemeente om controles van muziekactiviteiten uit te oefenen?
41.Kan minstens één van de geluidsniveaumeters klasse 1 het lopend LAeq meten?
42.Wordt de geluidsniveaumeter klasse 1 voor elk gebruik geijkt (gekalibreerd)?
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
27/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Aantal geluidsniveaumeters (N=168)
Bijna de helft van de respondenten zegt geen geluidsniveaumeter ter beschikking te hebben binnen de gemeente.
In functie van de grootte van de gemeente geeft dit de volgende (logische) verdeling :
Aantal geluidsniveaumeters in functie van grootte van de gemeente (N=160*)
(*eigenlijk n=168 maar van 8 respondenten hebben we geen cijfers over de grootte van de gemeente)
De grote meerderheid van de kleinere gemeentes beschikt niet over een geluidsniveaumeter klasse 1 om de controles op muziekactiviteiten uit te voeren. Het percentage dat zegt niet over een geluidsniveaumeter te beschikken daalt naarmate de grootte van de gemeente
46
36
8 5
2 2
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50
0 1 2 3 4 5
%
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
geen 1 2 3 4 5
minder dan 10.000 inw.(N=24) 10.000-20.000 inw.(N=71) 20.000-50.000 inw.(N=48) 50.000-100.000 inw.(N=11) meer dan 100.000 inw.(N=6)
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
28/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca stijgt. Omgekeerd beschikken de grootste en grotere gemeentes allemaal over minstens 1 geluidsniveaumeter en zelfs meerdere naarmate het aantal inwoners stijgt.
(Opgelet, zeer kleine aantallen, zo komt de 9% bij 50.000-100.000 inwoners (N=11) overeen met het antwoord van slechts 1 respondent en bij meer dan 100.000 inwoners (N=6) komt de 17% overeen met slechts 1 respondent.)
Waar er wel een geluidsniveaumeter klasse 1 beschikbaar is, kan deze in 76% van de gevallen het lopend LAeq meten. (Bij 12% is dit niet het geval maar nog eens 12% weet niet of het kan of niet) :
In 77% van de gevallen wordt de geluidsniveaumeter voor elk gebruik gekalibreerd (N=88).
II.3.1.2 Kennis, opleiding en ondersteuning met betrekking tot geluidsniveaumeters
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 43 tot en met 47.
43.Is er volgens u binnen de gemeente voldoende kennis om te werken met een geluidsniveaumeter klasse 1? (N=88)
44. Is er volgens u voor het gemeentepersoneel voldoende toegang tot opleiding om te leren werken met een geluidsniveaumeter klasse 1? (N=88)
45. Doet u beroep op (externe) ondersteuning om te leren werken met geluidsniveaumeters?
(N=88)
46.Doet u beroep op (externe) ondersteuning bij het uitvoeren van metingen? (N=165) 47.Indien u nog bedenkingen en/of opmerkingen heeft met betrekking tot de toestellen en/of het meten, dan mag u deze hieronder vermelden.
Voor 69% van de respondenten is er voldoende kennis aanwezig (vraag 43) binnen de gemeente om te werken met een geluidsniveaumeter klasse 1 en 59% (vraag 44) vindt dat er ook voldoende toegang is tot een opleiding.
Voor 27% (n=24) van de respondenten is er echter niet voldoende kennis aanwezig binnen de gemeente (vraag 43). Binnen deze groep is 25% (opgelet, n=6) van mening dat er onvoldoende toegang is tot opleiding om ermee te ermee te leren werken. 46% (let wel n=11) is het daar echter niet mee eens en vindt dat er wel voldoende toegang is tot een opleiding dus we kunnen ons hier misschien de vraag stellen hoe de mensen dan tot bij de opleiding gebracht moeten worden zodat ze ook van de ter beschikking staande middelen gebruik maken.
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
29/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca De redenen die gegeven worden waarom men zegt dat er niet voldoende toegang is tot opleiding om te leren werken met een geluidsniveaumeter zijn vooral dat de opleiding theoretisch is en geen praktische kennis verschaft en dat de kennis hierover niet kan onderhouden worden door de veelheid aan taken en dus verdwijnt indien ze niet periodiek herhaald wordt.
Er wordt door sommige gemeentes wel naar oplossingen gezocht vermits er toch een aantal zijn die zelf op zoek gaan naar (externe) ondersteuning om te leren werken met hun
materiaal. De antwoorden op de vraag of ze beroep op (externe) ondersteuning om te leren werken met geluidsniveaumeters zijn de volgende :
Sommige gemeentes doen ook beroep op (externe) ondersteuning voor de metingen:
De bedenkingen die gemaakt worden over de toestellen of het meten bij vraag 47 geven aan dat de beschikbaarheid van opgeleide mensen voor handhaving (meestal metingen buiten de kantooruren of slechts 1 persoon bevoegd) en de kennis om een meting correct uit te voeren (niemand heeft opleiding gevolgd of kennis verdwijnt door het niet voldoende uitvoeren van metingen), een groot probleem blijven. Verder geeft men ook dat de aankoop van een meter een grote kost is en dat uitvoeren van een meting praktisch moeilijk haalbaar is door de lange meetduur.
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
30/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca II.3.2 Samenwerking binnen het kader van de nieuwe regelgeving
muziekactiviteiten
II.3.2.1 Samenwerking binnen de gemeentelijke diensten
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 2 en 3.
2.Tot welke gemeentelijke dienst behoort u?
3. Met welke andere gemeentelijke dienst(en) werkt u samen binnen het kader van de nieuwe regelgeving muziekactiviteiten?
Bij de gemeentelijk diensten bestaat er een uitgebreide samenwerking tussen de verschillende diensten. (vraag 3, algemene vraag gesteld aan iedereen die zegt bij een gemeentelijke dienst te werken) (N=423)
Door te kijken waar de respondent zelf werkzaam is (horizontale as), wordt onmiddellijk duidelijk welke samenwerkingen zich makkelijk vormen binnen de gemeentelijke diensten.
Met de milieudienst wordt in 70 à 80% van de gevallen samengewerkt.
0 10 20 30 40 50 60%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
31/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Samenwerking volgens dienst (N=436)
II.3.2.2 Samenwerking met (andere) toezichthouders
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 48 tot en met 55.
48. Is er voor controles van muziekactiviteiten een samenwerking met toezichthouders buiten de gemeentelijke diensten?
49. Met welke toezichthouders buiten de gemeentelijke diensten bestaat er samenwerking?
50.Worden de politie en/of andere toezichthouders systematisch op de hoogte gebracht van de toegekende meldingen / vergunningen / vragen om afwijkingen voor bijzondere
gelegenheden of evenementen?
51.Wat is de reden dat de politie en/of andere toezichthouders niet systematisch op de hoogte gebracht worden?
52.Worden er afspraken gemaakt in verband met controles, met andere woorden geven de gemeentelijke toezichthouders en politiediensten of andere toezichthouders door waar en/of wanneer er controles zullen uitgevoerd worden?
53.Vindt u het belangrijk en/of nuttig dat u op de hoogte bent van deze controles?
54.Zou u het beter vinden om op de hoogte gebracht te worden van de controles?
55.Heeft u een aanspreekpunt bij de lokale politie / andere toezichthouders?
De antwoorden op de vraag of er voor controles van muziekactiviteiten een samenwerking met (andere) toezichthouders buiten de gemeentelijke diensten is, zijn verdeeld :
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
milieudienst evenementencel cultuurdienst jeugddienst
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
32/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Samenwerking met toezichthouders buiten de gemeentelijke dienst
(N=165)
Diegenen die wel samenwerken met toezichthouders buiten de gemeentelijke diensten (N=82), werken vooral samen met:
De vraag of de politie en/of andere toezichthouders systematisch op de hoogte gebracht worden van de toegekende meldingen / vergunningen / vragen om afwijkingen voor bijzondere gelegenheden of evenementen, toont de volgende verdeling :
De lokale politie en/of andere toezichthouders worden in de meeste gevallen wel op de hoogte gebracht (71% geeft aan hen van alles op de hoogte te brengen). Ter vergelijking,
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
33/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca 91% van de lokale politie en/of toezichthouders geven aan informatie doorgestuurd te
krijgen van de gemeentes (zie verder).
In de gevallen waarin men de lokale politie en/of andere toezichthouders niet systematisch op de hoogte brengt, wordt als belangrijkste reden aangegeven (63% van de 52
respondenten die vraag 51 beantwoord hebben) dat er geen vaste procedure voor bestaat.
13% (let op, n=7) zegt ook omdat er niets mee gebeurt. Redenen waarom lokale politie en/of andere toezichthouders niet systematisch op de hoogte gebracht worden, is omdat dit meestal samenhangt met een specifieke manier van samenwerken tussen gemeente en lokale politie, vragen naar informatie worden soms ook enkel in geval van problemen gesteld.
In 61% (n=99) van de gevallen (N=163) worden er geen afspraken gemaakt in verband met controles, met andere woorden: de gemeentelijke toezichthouders en lokale politiediensten of andere toezichthouders geven niet door waar en/of wanneer er controles zullen uitgevoerd worden. 71% van de respondenten (N=94) die in dit geval zijn, zou echter wel liever op de hoogte gebracht worden. Redenen hiervoor zijn onder andere dat ze de evenementen of inrichtingen beter kunnen opvolgen, dat ze ook rekening kunnen houden met de resultaten naar een volgende aanvraag voor eenzelfde afwijking, het is een verificatie op de registratie die de organisator zelf moet doen. Langs de andere kant zijn er ook die vinden dat controles beter onaangekondigd gebeuren zodat er geen risico is op waarschuwen van de uitbater of partijdigheid. In sommige gevallen gebeuren de controles op basis van klachten en zijn ze dus niet op voorhand gekend. Van de 39% (n=64) waarbij er wel afspraken gemaakt worden (N=163), vindt 94% dit belangrijk en/of nuttig, vooral omdat ze de resultaten kunnen
gebruiken bij weerkerende evenementen en zo al dan niet kunnen bijsturen voor een volgende editie, op deze manier wordt ook dubbel werk vermeden tussen lokale politie en gemeente, ook naar de organisatoren toe komt dit beter over.
De lokale politie is het belangrijkste aanspreekpunt, 84% heeft een aanspreekpunt bij lokale politie en 28% bij andere toezichthouders (dus sommigen bij beiden), terwijl er ook nog 10%
zegt geen aanspreekpunt te hebben (N=163). Opgesplitst volgens de grootte van de gemeente, blijkt dat de gemeentes vanaf 50.000 inwoners sowieso een aanspreekpunt hebben en kleinere gemeentes zeggen vaker geen aanspreekpunt te hebben (15%, 13% en 4%). Vooral gemeentes tussen de 50.000 en de 100.000 inwoners (45%) en gemeentes met meer dan 100.000 inwoners (67%) hebben een aanpreekpunt bij andere toezichthouders.
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
34/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Aanspreekpunt in functie van grootte van de gemeente
II.3.2.3 Samenwerking met organisatoren, exploitanten en publiek
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 79 tot en met 85.
Is er iets veranderd aan het contact met … vraag 79 : de organisatoren …
vraag 80 : de exploitanten … vraag 81: het publiek …
…na het in werking treden van de vernieuwde regelgeving voor muziekactiviteiten?
82.Vindt u dat de regelgeving gekend is door organisatoren en exploitanten?
83.Kunt u hieronder vermelden welke aspecten van de regelgeving niet goed gekend zijn door de organisatoren en exploitanten?
84.Vindt u dat de regelgeving voldoende toegepast wordt door organisatoren en exploitanten?
85. Kunt u hieronder vermelden welke aspecten van de regelgeving niet goed toegepast worden door de organisatoren en exploitanten?
0 20 40 60 80 100
bij lokale politie bij andere toezichthouders
neen
algemeen (N=163) minder dan 10.000 inw. (N=24) 10.000-20.000 inw. (N=70) 20.000-50.000 inw. (N=48) 50.000-100.000 inw. (N=11) meer dan 100.000 inw. (N=6)
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
35/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Contact met organisatoren, exploitanten en publiek (N=349)
In de meeste gevallen is er niets veranderd aan het contact of hebben de respondenten er niet echt een mening over. Waar er wel veranderingen zijn, zijn deze voornamelijk positief (24%, 13% en 6% tov 2%, 1% en 3% die zegt dat het contact verslechterd is). De grootste verbetering is dus vast te stellen bij het contact met de organisatoren.
Kennis organisatoren en exploitanten over regelgeving (N=347)
Slechts in 4% van de gevallen oordeelt men dat de regelgeving goed gekend is door de organisatoren en exploitanten. De helft van de respondenten vindt dat de regelgeving in grote lijnen gekend is en volgens 42% is de regelgeving niet goed of helemaal niet goed gekend. De meest voorkomende aspecten zijn dat men niet weet wanneer men aanvraag moet indienen, men kent het onderscheid tussen de verschillende categorieën niet, men weet niet hoe men juist moet meten men kan de sterkte van de verschillende geluidsniveaus niet inschatten en men weet ook niet waarom de beperkingen er zijn nl. ter voorkoming van gehoorschade…
0 10 20 30 40 50 60 70
organisatoren exploitanten publiek verbeterd verslechterd niets veranderd geen mening
%
0 10 20 30 40 50 60
goed in grote lijnen
niet goed helemaal niet goed
geen mening
gekend
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
36/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Toepassing regelgeving door organisatoren en exploitanten (N=345)
Slechts 6% van de respondenten vindt dat de regelgeving zeer goed toegepast wordt door organisatoren en exploitanten. Meer dan de helft (56%) vindt dat ze gedeeltelijk toegepast wordt. Voor 18% wordt ze niet zo goed toegepast en voor 8% wordt ze helemaal niet goed toegepast.
Bij de vraag ‘welke aspecten van de regelgeving slechts gedeeltelijk, niet zo goed of
helemaal niet goed toegepast worden’ komen volgende opmerkingen het vaakst terug : het niet aanvragen van afwijkingen, het niet respecteren van de opgelegde metingen (of fout meten), het overschrijden van de opgelegde geluidsniveaus en het niet ter beschikking stellen van oordopjes.
II.3.3 Controles (van het geluidsniveau op de muziekactiviteit zelf en niet in de omgeving ervan).
II.3.3.1 Meetprotocol + aantal controles
Deze paragraaf bespreekt de resultaten van de vragen 56, 57, 62, 63 en 64.
56.Is er binnen uw organisatie een vast meetprotocol?
57.Hoeveel controles van het geluidsniveau op de activiteit zelf werden er door uw dienst al uitgevoerd na invoering van de vernieuwde regelgeving (1 januari 2013)?
62.Kunt u aangeven hoeveel geluidsplannen er al gecontroleerd werden sinds het in werking treden van de nieuwe wet op de muziekactiviteiten?
63.In % uitgedrukt, hoeveel van deze geluidsplannen waren niet in orde?
75% van de respondenten geeft aan dat er geen vast meetprotocol bestaat binnen hun organisatie, bij 14% is dit wel het geval en 11% weet het niet (N=163).
Wat controles betreft, bij 55% van de respondenten werd er nog geen enkele controle van het geluidsniveau op een activiteit uitgevoerd door hun dienst na de invoering van de vernieuwde regelgeving.
0 10 20 30 40 50 60
zeer goed gedeeltelijk niet zo goed helemaal niet goed
geen mening
toegepast
%
Krogstraat 106, 1860 Meise BTW BE 0860.365.254 RPR Brussel
www.defonseca.be
37/121 Ref:
2015R002-7
info@defonseca.be T: 02/267.05.38
T: 056/960.160
© Bureau De Fonseca Omdat de aantallen op de vraag naar het aantal gecontroleerde geluidsplannen klein zijn, geven we de resultaten hiervan weer in absolute aantallen :
Aantal gecontroleerde geluidsplannen (N=11)
11 respondenten geven aan dat er minimum 1 geluidsplan werd gecontroleerd sinds het in werking treden van de nieuwe regelgeving op de muziekactiviteiten. Bij 5 respondenten was dat 1 plan, bij 2 respondenten waren het 3 plannen, bij nog eens 2 respondenten waren het er 5 en 15 en 50 werden tenslotte ook beiden nog 1 keer vermeld (1 gemeente gaf 50 geluidsplannen aan, aangezien het een kleine gemeente betreft is het opgegeven aantal niet geloofwaardig en werd ervoor gekozen het uit de grafiek te laten).
0 1 2 3 4 5 6
1 controle 3 controles 5 controles 15 controles absolute aantallen