• No results found

Leveren van 3 of meer kantoorwagens in politie-uitvoering op basis van een leasingcontract voor de lokale politie Antwerpen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Leveren van 3 of meer kantoorwagens in politie-uitvoering op basis van een leasingcontract voor de lokale politie Antwerpen"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

STAD ANTWERPEN

LOKALE POLITIE ANTWERPEN

Hofstraat 17 2000 Antwerpen

Prijs: € 20,00

OPEN OFFERTEAANVRAAG

BESTEK nr. LPA/2007/1035

Leveren van 3 of meer kantoorwagens in politie-uitvoering op basis van een leasingcontract

voor de lokale politie Antwerpen

Open offerteaanvraag op

Vrijdag ………..te 10.00 uur,

op het bedrijf patrimoniumonderhoud/stafdienst, afdeling aanbestedingen (gang 1ste verdieping), Desguinlei 33, 2018 Antwerpen.

Dan zal de afgevaardigde schepen of zijn plaatsvervanger overgaan tot het openen van de inschrijvingen.

VOOR BIJKOMENDE INLICHTINGEN OF OPMERKINGEN KAN U TERECHT OP NAVOLGENDE NUMMERS:

 wat betreft het indienen of inzenden en de opening van de offertes: bedrijfseenheid patrimoniumonderhoud/stafdienst/

aanbestedingen, Desguinlei 33, 2018 Antwerpen: de heer Maurice Verlackt, tel. 03 244 50 91 – fax 03 244 50 00, E-mail:

maurice.verlackt@stad.antwerpen.be

 wat betreft administratieve inlichtingen m.b.t. het dossier: lokale politie Antwerpen, aankoop en facturatie, Hofstraat 17, 2000 Antwerpen, mevrouw Anja De Bruyn, tel. 03 2208489 fax 03 220 85 55, E-mail:

Anja.DeBruyn@stad.antwerpen.be, en/of mevrouw Evelien Maesschalk, tel. 03 220 85 46 – fax 03 220 85 55, E-mail:

evelien.maesschalk@stad.antwerpen.be

 wat betreft technische inlichtingen m.b.t. het dossier: de heer Bart Goris, commissaris van politie, tel. 03 270 44 02 – fax 03 235 86 69, E-mail: bart.goris@politie.antwerpen.be en/of de heer Paul Crève, wagenparkverantwoordelijke, tel.

03 270 44 31 – fax 03 270 44 33, E-mail paul.creve@politie.antwerpen.be

(2)

HOOFDSTUK 1:

ADMINISTRATIEVE CONTRACTUELE BEPALINGEN

Artikel 1. voorwerp van de opdracht

Het leveren van drie kantoorwagens of meer in politie-uitvoering op basis van een leasingcontract op lange termijn, duur van zestig (60) maanden, met volledig onderhoud, voor de lokale politie Antwerpen. Een eventuele verlenging van de leasingtermijn met maximum 6 maanden is mogelijk tegen dezelfde voorwaarden.

Desgevallend zal een aangetekend schrijven gericht worden aan de verhuurder.

Artikel 2. wetgeving en reglementering

Voor zover er door de voorschriften van dit bestek niet wordt van afgeweken, zijn op deze aanneming van toepassing de bepalingen van:

• de wet van 24.12.1993 en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten; (BS 22.01.1994)

• het koninklijk besluit van 08.01.1996 en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; (BS 26.01.1996)

• het koninklijk besluit van 26.09.1996 en later wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en de bijlage tot vaststelling van de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken; (BS 18.10.1996)

• de wet van 15.06.2006 betreffende overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten;

• het koninklijk besluit van 15 maart 1968, houdende het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen;

• het koninklijk besluit van 26 februari 1981 en haar wijzigingen houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen.

Ingeval van tegenspraak is, wat de administratieve bepalingen betreft, de orde van voorrang als volgt:

1. de wet van 24/12/1993, het koninklijk besluit van 08/01/1996 en het koninklijk besluit van 26/09/1996 tot bepaling van de uitvoeringsregels

2. de wet van 15/06/2006;

3. het bijzonder bestek;

4. de bijlage bij het koninklijk besluit van 26/09/1996

Indien de inschrijver in het huidig bestek of in de aanvullende documenten vergissingen of leemten vaststelt (verschillen in de teksten, gebrek aan samenhang, tegenstrijdigheden, …) zodat het hem onmogelijk is een prijs te berekenen, of dat de vergelijking van de offertes niet meer opgaat, geeft hij daarvan onverwijld schriftelijk kennis aan de leidende dienst, krachtens de bepalingen van artikel 98 van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996.

Bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden waarvan in onderhavig bestek wordt afgeweken:

(3)

Art. 63

Artikel 3. aard van de opdracht

De opdracht behelst een aanneming van leveringen op basis van een open offerteaanvraag tegen prijslijst.

Artikel 4. selectiecriteria

1. opgave van een uitgebreide lijst met referenties van de laatste 3 jaar waaruit blijkt dat de inschrijver reeds talrijke voertuigen tot voldoening van de klanten heeft geleverd met vermelding van bedrag, datum en voor welke publiek- of privaatrechterlijke instanties ze bestemd waren

2. een referentielijst betreffende leveringen van voertuigen aan geïntegreerde politie.

Artikel 5. prijsopgave

De inschrijver is gehouden zijn nettoprijs op te geven in euro, voor de producten en opties vermeld in hoofdstuk 2 hierna. Alle verschuldigde taksen, rechten en kosten moeten in de offerteprijs begrepen zijn met uitzondering van de BTW. Hiervoor moet duidelijk het ten honderd in de offerte worden opgegeven.

Tevens is de inschrijver verplicht de residuwaarde op te geven voor een eventuele overname van het voertuig na beëindiging van de leasingperiode.

Artikel 6. wijze van gunnen

De gunning geschiedt aan de inschrijver die de gunstigste regelmatige offerte heeft neergelegd, rekening houdend met de volgende gunningscriteria:

1. operationele waarde van de voertuigen: 35 punten 2. prijs: 30 punten

3. technische waarde van de voertuigen: 25 punten 4. leveringstermijn: 10 punten

De beoordeling van de operationele en technische waarden zal gebeuren aan de hand van het ter demonstratie gegeven voertuig en de technische beschrijvingen.

Artikel 7. termijnen

Leveringstermijn:

De leveringstermijn dient door de inschrijver in zijn offerte te worden opgegeven.

Er moet een termijn worden opgegeven, uit te drukken in kalenderdagen, -weken of -maanden.

Bij opgave van een leveringstermijn bij benadering (toevoeging van circa e.d.) zal het bestuur bij het vaststellen van de uiterste leveringsdatum, een speling aanvaarden van maximum zeven kalenderdagen.

De leveringstermijn begint te lopen daags na de datum van verzending orderbon.

Waarborgtermijn:

(4)

In afwijking van art. 63 van de algemene aannemingsvoorwaarden dient de inschrijver de termijn van waarborg te bepalen welke door hem op de aangeboden producten wordt verleend tegen materiaal- en constructiefouten. Deze termijn gaat in de dag volgend op de totaliteit van de levering.

Gestandsdoeningstermijn:

De inschrijvers blijven door hun offerte, eventueel verbeterd door het bestuur, gebonden gedurende een termijn van negentig kalenderdagen, ingaand op de dag na de zitting voor de opening van de offertes.

Artikel 8. levering - controle en toezicht

Plaats van levering:

De voertuigen dienen afgeleverd te worden op het wagenpark van de lokale politie Antwerpen, technische dienst en economaat, Noordersingel 3, 2140 Borgerhout.

De afleveringen dienen te geschieden de eerste vijf dagen van de week tussen 8.30 en 15.30 uur. De lokalen zijn gesloten op zater-, zon- en feestdagen (inclusief plaatselijke)

Nazicht van de levering:

Het bestuur voorziet een termijn van 15 kalenderdagen voor onderzoek/en of beproeving van de geleverde goederen.

Controle en toezicht op de uitvoering

Deze aanneming geschiedt voor rekening van de stad Antwerpen. De leiding berust bij de lokale politie Antwerpen, Hofstraat 17, 2000 Antwerpen.

Leidende ambtenaar: mevrouw Anja De Bruyn, adviseur.

Verantwoordelijke voor de administratieve opvolging: mevrouw Anja De Bruyn en/of mevrouw Evelien Maesschalk.

Verantwoordelijke voor de technische opvolging: de heer Paul Crève, wagenparkverantwoordelijke, en de heer Bart Goris, commissaris van Politie. (zie titelblad)

Artikel 9. offerte

Offerte:

De offerte en de aanvullende bescheiden moeten in het Nederlands zijn opgesteld.

Voor het opmaken van zijn offerte maakt de inschrijver gebruik van de bij dit bestek gevoegde formulieren.

Indien hij deze toch op andere documenten maakt dan op het voorziene formulier moet de inschrijver op ieder van deze documenten verklaren dat het document conform het bij het bestek behorend model is.

De documenten worden door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend.

Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen, wijzigingen of eventuele (door het bestek toegestane) kortingen zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals

(5)

prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden.

Wijze van indienen:

De offerte moet worden geschoven in een definitief gesloten omslag waarop zijn vermeld: de datum van de zitting waarop de offertes worden geopend, de verwijzing naar het bestek en eventueel naar de nummers van de betrokken percelen. Bij inzending over de post, als gewoon of aangetekend stuk, moet die gesloten omslag geschoven worden in een tweede gesloten omslag met de vermelding "offerte".

De offerte moet geadresseerd zijn aan:

College van burgemeester en schepenen ten stadhuize

2000 Antwerpen

Iedere offerte moet bij de voorzitter van de zitting vóór de opening van de inschrijvingen toekomen alvorens hij de zitting opent.

Nochtans wordt een offerte die te laat toekomt, in aanmerking genomen voor zover aan volgende dubbele voorwaarde is voldaan:

1° het bestuur aan de leverancier nog geen kennis heeft gegeven van zijn beslissing,

2° en de offerte ten laatste vier kalenderdagen vóór de dag vastgesteld voor de ontvangst van de offertes bij de post als aangetekende zending is afgegeven.

AANDACHT: worden als ongeldig beschouwd de offertes welke niet op de voorgeschreven wijze worden neergelegd.

Artikel 10. bij de offerte te voegen bescheiden

1) uitgebreide lijst met referenties van de laatste 3 jaar van geleverde voertuigen;

2) referentielijst betreffende leveringen van voertuigen aan geïntegreerde politie;

3) een volledige beschrijving en/of documentatie in enkelvoud (Nederlandstalig) van de aangeboden voertuigen;

4) PVG afgeleverd door Federale Overheidsdienst Verkeer;

5) minimum 10 kleurenfoto’s van opbouw voertuig en afgewerkt voertuig;

6) omstandige beschrijving van het procédé tegen corrosie;

7) uittreksel uit het handelsregister waaruit specialisatie in constructie en inrichting speciale voertuigen blijkt;

8) foto’s en werktekeningen aanpassingswerken vroeger ingerichte voertuigen;

9) attesten van alle gebruikte materialen;

10) attest norm ISO 9002, voor zover de inschrijver dit bezit;

11) gedetailleerde werktekening(en) van volgens dit bestek om te bouwen voertuigen;

12) gelijkvormigheidsattest betreffende de kwaliteit van de pantsering en de vasthechting;

13) gedetailleerd plan van ombouw;

14) attest vervaardiging lichtbak volgens de normen ISO 9001;

15) algemene houdervergunning uitgereikt door het B.I.P.T. voor een mobiel radiozend- en ontvangtoestel;

(6)

16) RSZ-attest;

17) behoorlijk ingevuld en ondertekend offerteformulier;

18) behoorlijk ingevulde en ondertekende inventaris;

19) eventuele vrije varianten.

RSZ-attest:

De inschrijver wordt eraan herinnerd dat voor een offerte van meer dan € 5.500,00 het niet bij de offerte voegen van het in artikel 43 bis §1 van het KB dd. 25.03.1999 vereist attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, dat zijn toestand ten opzichte van deze dienst aangeeft, de nietigheid van de offerte voor gevolg kan hebben. Het originele attest (geen fotokopie) voorzien van de droogstempel van de RSZ dient voorgelegd (aangifte tot en met het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal ten opzichte van de dag van de opening der offertes).

Voor de inschrijver van vreemde nationaliteit is artikel 43 bis §2 van het KB dd. 25.03.1999 van toepassing.

Artikel 11. betaling - prijsherziening - borgtocht

Betaling van de levering:

Voor de betaling van de door het bestuur verschuldigde leasingsommen, is de leverancier verplicht per voertuig maandelijks een regelmatig opgemaakte factuur in te dienen die, mits afhouding van eventuele boetes, wordt betaald.

Voor de eerste betaling gaat de wettelijke betalingstermijn ten vroegste in op de dag van het Proces-verbaal van volledige keuring.

De facturen moeten in drievoud rechtstreeks overgemaakt worden aan het College van burgemeester en schepenen, p/a lokale politie Antwerpen, Hofstraat 17 te 2000 Antwerpen, en dienen volgende gegevens te bevatten:

• lokale politie Antwerpen;

• nummer van het bestek;

• nummer van het contract;

• nummerplaat van het voertuig.

Bij het einde van het contract wordt door de verhuurder een eindafrekening opgesteld, rekening houdende met het effectief aantal gereden kilometers. De afrekening in min of plus dient te gebeuren volgens de reële gereden kilometers. De prijs per meer of minder gereden kilometer moet duidelijk in de offerte vermeld worden.

Prijsherziening:

De eventuele schommelingen van de prijzen der producten, de lonen, de vervoertarieven, de sociale lasten en de verzekeringspremies enz. geven geen aanleiding tot herziening van de offerteprijs.

Borgtocht:

De borgtocht wordt bepaald op 5% van het aannemingsbedrag van de opdracht, afgerond naar het hoger tiental.

De borgtocht kan hetzij in speciën of publieke fondsen, hetzij onder de vorm van een gezamenlijke borgstelling of een algemene borgstelling worden gesteld.

(7)

Wanneer de borgtocht in speciën wordt gesteld dient dit te gebeuren bij de Deposito- en Consignatiekas te 1040 Brussel.

Het bewijs van borgstelling dient rechtstreeks te worden overgemaakt aan de stad Antwerpen, bedrijf patrimoniumonderhoud/stafdienst/aanbestedingen, Desguinlei 33, 2018 Antwerpen en dit binnen de dertig kalenderdagen volgend op de dag waarop de goedkeuring van zijn offerte werd betekend.

Het laattijdig overleggen van het bewijs van borgstelling geeft aanleiding tot het toepassen van sancties als volgt:

• hetzij de verbreking van de opdracht zonder enige schadevergoeding aan de leverancier;

• hetzij het toepassen van de andere maatregelen van ambtswege.

Deze sancties kunnen slechts worden toegepast voor zover het bestuur de leverancier per aangetekende brief in gebreke stelt en hem een laatste termijn verleent om het bewijs van de borgtocht te leveren.

Wanneer het bestuur van de hiervoor vermelde sancties geen gebruik maakt, geeft het laattijdig overleggen van het bewijs van borgstelling van rechtswege en zonder ingebrekestelling aanleiding tot het toepassen van een boete per kalenderdag vertraging van 0,02 percent, de postdatum geldend als bewijs, met een maximum van 2 percent van de oorspronkelijke aannemingssom.

Wanneer de leverancier na per aangetekende brief in gebreke te zijn gesteld verzuimt het bewijs over te leggen dat de borgtocht werd gesteld, houdt het bestuur deze van ambtswege van de op de beschouwde opdracht verschuldigde bedragen af; in dit geval wordt de boete forfaitair op 2 percent van het bedrag van de opdracht vastgesteld.

Aandacht: Er wordt geen borgtocht geëist wanneer de leveringstermijn dertig kalenderdagen niet overschrijdt.

Artikel 12. boeten

Boeten wegens laattijdige uitvoering:

Het louter verstrijken van de eventuele verlengde leveringstermijn stelt de leverancier in gebreke. Alle voorschriften betreffende de boeten wegens laattijdige uitvoering, treden van rechtswege in werking, zonder enige kennisgeving of bericht.

De boeten wegens laattijdige uitvoering worden berekend naar rata van 0,07 percent per kalenderdag vertraging, met een maximum van 5 percent van de waarde van de goederen waarvan de levering met dezelfde vertraging gebeurde.

Teruggave van de boeten wegens laattijdige uitvoering:

Op straffe van verval moet elke aanvraag tot teruggave van de toegepaste boeten per aangetekende brief aan het college van burgemeester en schepenen worden gericht, uiterlijk de zestigste kalenderdag te rekenen vanaf de betaling van de factuur waarop de boeten werden ingehouden.

De datum van de aantekening bij de post heeft bewijskracht voor de datum van het verzoekschrift.

Artikel 13. maatregelen van ambtswege

(8)

De maatregelen van ambtswege die van toepassing zijn in geval van in gebreke blijven bij de uitvoering van de opdracht zijn:

1° het eenzijdig verbreken van de opdracht; in dit geval verwerft het bestuur van rechtswege het geheel van de borgtocht als forfaitaire schadevergoeding;

2° de uitvoering in eigen beheer van het geheel of een deel van de niet-uitgevoerde opdracht;

3° het sluiten van één of meerdere overeenkomsten voor rekening met één of meerdere derden voor het geheel of een deel van de nog uit te voeren opdracht.

De maatregelen onder 2° en 3° worden getroffen op kosten en risico van de in gebreke gebleven leverancier.

De beslissing van het bestuur om tot de maatregelen van ambtswege over te gaan wordt bij ter post aangetekende brief aan de in gebreke gebleven leverancier of aan zijn afgevaardigde bekendgemaakt.

Artikel 14. rechtskeuze – bevoegde rechtbanken

Het Belgische recht is toepasselijk. Ingeval van betwisting zijn uitsluitend de rechtbanken van Antwerpen bevoegd.

Artikel 15. eisen inzake veiligheid en hygiëne

De inschrijver verbindt zich door zijn inschrijving tot naleving van :

• de vigerende wetten en reglementen inzake veiligheid en hygiëne;

• de aanvullende voorwaarden inzake veiligheid en hygiëne, niet noodzakelijk bij de vigerende wetgeving en reglementering opgelegd, maar onontbeerlijk om het objectief van het voorkomingsbeleid te

realiseren;

• de aanvullende eisen inzake veiligheid en hygiëne, opgelegd door het diensthoofd IDPB en de arbeidsgeneesheer.

De leverancier wordt verplicht bij de levering een attest te voegen waarin de naleving van de geformuleerde vereisten inzake veiligheid en hygiëne wordt verantwoord.

De leverancier wordt verplicht bij de levering alle instructiedocumenten inzake werking, gebruikswijze, inspectie en onderhoud, opgesteld in de Nederlandse taal, ter beschikking te stellen

Hoofdstuk 2:

Technische bepalingen

HOOFDSTUK 2:

TECHNISCHE CONTRACTUELE

BEPALINGEN

(9)

Enig artikel. hoeveelheid en beschrijving

Het leveren van kantoorwagens in politie-uitvoering op basis van een leasingcontract op lange termijn, duur van zestig (60) maanden, met volledig onderhoud, voor de lokale politie Antwerpen.

Aantal: 3

1. Algemeen:

1.1.Huurtermijn

- De huurperiode van 60 maanden vangt aan vanaf de datum van volledige keuring van het voertuig.

- Een eventuele verlenging van de leasingtermijn met maximum 6 maanden is mogelijk per aangetekend schrijven.

- Er is geen stilzwijgende vernieuwing van het contract.

- In geval van totaal verlies van het voertuig neemt het contract van rechtswege een einde.

- Blijkt in de loop van het contract dat het opgegeven kilometeraantal wezenlijk verschilt ( min 10%) van de werkelijk afgelegde afstand dan kan een herziening van het contract door het bestuur gevraagd worden met een aanpassing van de prijzen.

- De huurperiode kan een einde nemen wanneer het maximum aantal km van het contract wordt bereikt en zo het bestuur hierom verzoekt.

1.2. Algemeenheden:

Al de aangeboden materialen moeten volledig nieuw zijn en behoren tot het laatst op de

markt gebrachte model. Zij dienen te beantwoorden aan alle technische eisen gesteld door de EEG en/of door de Belgische wetgeving van toepassing op deze producten en verschenen of bekend gemaakt tot 10 dagen voor het openen van de biedingen.

1.3. Documenten:

Alle bescheiden dienen in het Nederlands opgesteld. Indien zulks niet mogelijk is dient een behoorlijk Nederlandse vertaling bijgevoegd.

1.4. Verkeersbelasting:

De voertuigen dienen ingeschreven op naam van de verhuurder. Het bestuur is vrijgesteld van verkeersbelasting. Het staat de verhuurder vrij hiervoor vrijstelling aan te vragen.

1.5. Verzekering:

Het bestuur doet het nodige voor het afsluiten van een omniumverzekering in aangenomen waarde, waarin de rechten van de verhuurder erkend worden en een eventuele franchise ten laste valt van het bestuur.

1.6. Kosten automobielinspectie:

De administratieve kosten voortvloeiend uit een eventuele keuring door de automobielinspectie zijn ten laste van het bestuur, behalve indien bij de levering een voorafgaande schouwing door de

(10)

automobielinspectie wettelijk verplicht is. Dan dient het voertuig op kosten van de aannemer gekeurd te zijn door de automobielinspectie, ten hoogste vijf dagen voor de datum van levering.

De technische kosten, voortvloeiend uit een keuring door de automobielinspectie, evenals iedere andere technische aanpassing van het voertuig ten gevolge van wettelijke voorschriften, zijn ten laste van de aannemer en worden beschouwd als zijnde deel uitmakende van de leasingprijs.

1.7. Onderaannemers:

De aannemer zal in zijn offerte vermelden welke essentiële delen van de opdracht hijzelf niet uitvoert en aan welke derden hij die deelopdracht toevertrouwt alsmede de waarde van de leveringen door andere aannemers.

2. Technische beschrijving van de voertuigen:

De inschrijver is verplicht, op straf van nietigheid, bij zijn inschrijving een beschrijving bij te voegen opgesteld volgens de indeling van dit bestek.

ALGEMENE CONCEPTIE.

A) Het gaat om voertuigen ingericht enerzijds als kantoorwagen en anderzijds bestemd voor het vervoer van personen (3 personen + 2).

De voertuigen moeten worden uitgerust als politiepatrouillewagen met striping en prioriteitsalarminstallatie volgens bestaande nomenclatuur.

B) De voertuigen moeten van een in België gecommercialiseerd type zijn. De inschrijver moet een PVG, dat door het Belgisch Ministerie van Verkeerswezen afgeleverd is, aan de technische offerte toevoegen.

C) De te leveren voertuigen moeten nieuw zijn en van het laatste model dat op de markt is. Ze moten vrij zijn van elk gebrek of elke constructiefout die zijn uitzicht, de goede werking, stevigheid of gebruiksduur kan schaden.

D) De voertuigen moeten overeenstemmen met de wettelijke bepalingen die voor dit type van materiaal op het ogenblik van de levering van kracht zijn, in het bijzonder met het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968, houdende het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen en de voorschriften van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB) en van de wetgeving op het welzijn.

E) De voertuigen dienen eveneens te voldoen aan het Koninklijk Besluit van 26 februari 1981 en haar wijzigingen houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen.

DEEL 1 : BASISVOERTUIG.

1.1. TYPE VOERTUIG.

A) Het betreffen minibussen met volgende minimum buitenafmetingen :

(11)

• lengte : 4650 mm

• breedte : 1840 mm

• hoogte : 1880 mm

B) Het ingericht voertuig moet personeel en politie-uitrustingen kunnen vervoeren voor een minimum geschat gewicht van 850 kg.

1.2. PRESTATIES.

A) Opdat het voertuig zich gemakkelijk in het wegverkeer zou kunnen voortbewegen moet het beweeglijk en voldoende snel zijn.

B) Het voertuig zal op de weg getest worden. Deze test zal uitgevoerd worden met een voertuig dat een last vervoert die overeenstemt met het minimum gewicht van het personeel met uitrusting dat aan boord kan plaatsnemen, en met de normale technische hulpmiddelen die zich aan boord van ieder dienstvoertuig bevinden.

C) De maximumsnelheid op vlakke weg met het zoals in punt B geladen voertuig moet meer dan 120 km/uur bedragen.

D) De autonomie van het voertuig moet minimum 500 km bedragen.

1.3. OPHANGING - WEGLIGGING - WENDBAARHEID.

De ophanging moet toelaten de motorprestaties ten volle te benutten vooral op bochtige wegen of in een stedelijke omgeving.

Ze moet zowel aangepast zijn aan de hoge snelheid die het voertuig kan bereiken, als aan de remvoorzieningen van het voertuig.

Het voertuig dient een optimale wendbaarheid te bieden, in het bijzonder in de stad tegen hoge snelheid.

1.4. MOTOR.

A) Turbodieselmotor met oxidatiekatalysator. Conform de Europese emissienormen geldig op het ogenblik van de levering.

B) Cilinderinhoud van de categorie 1900cc tot 2500 cc met een zo laag mogelijke CO2-uitstoot.

C) Vermogen : minimum 74 kW (100 pk)

D) Er zal veel belang worden gehecht aan het voertuig dat de beste verhouding gewicht (kg)/reëel vermogen (Watt) biedt.

E) Omwille van de operationele efficiëntie bij koud weer dienen de dieselmotors uitgerust met een apparaat dat voorkomt dat brandstoffilters en -voorfilters verstopt raken door de kristallisatie van koolwaterstofparaffine.

Dit apparaat moet in elk geval de brandstof kunnen verwarmen tijdens de voorverwarmingsperiode en de temperatuurstijging van de motor. Het apparaat voor de verwarming van de brandstof mag slechts werken als het contact ingeschakeld is en alleen bij koud weer. Het moet aangepast zijn aan de motorkracht en andere technische gegevens van het voertuig.

(12)

1.5. TRANSMISSIE.

A) Aandrijving op de voorwielen of op de achterwielen voorzien van elektronische stabilisatieregeling

B) Handbediende versnellingsbak, met de versnellingspook op de vloer of een zogenaamde “Joystick”- bediening in het dashboard, met ten minste 5 volledig gesynchroniseerde versnellingen vooruit en 1 achteruit.

1.6. STUURINRICHTING EN BESTURING.

A) De stuurinrichting van de voertuigen bevindt zich links in de rijrichting .

B) Hydraulisch bekrachtigde stuurinrichting voorzien van een veiligheidsstuurkolom.

C) De grote wendbaarheid van de voertuigen zal een beoordelingselement zijn.

1.7. REMSYSTEEM.

A) Het remsysteem dient aangepast te zijn aan de snelheid die het voertuig kan ontwikkelen.

B) Dubbel diagonaal gescheiden hydraulisch remsysteem, met een rembekrachtiger.

C) Anti-blokkeringssysteem op de vier wielen voorzien van de wettelijke homologatie.

D) Het voertuig moet voorzien zijn van schijfremmen vooraan en achteraan.

E) Automatische remkrachtregelaar (druk- en lastafhankelijk) op de achteras.

F) Onafhankelijke mechanische handrem.

G) Asbestvrije remvoering.

1.8. BANDEN EN WIELEN.

A) Het bandenstel, de reserveband inbegrepen, moet bestaan uit radiaalbanden. De banden moeten door de voertuigconstructeur in functie erkend zijn.

De banden moeten gekozen worden in functie van de topsnelheid van het voertuig, de acceleratie en de remvoorzieningen. Dat moet ook het geval zijn voor de reserveband.

B) De te leveren voertuigen moeten uitgerust zijn met banden van hetzelfde merk en hetzelfde type als die waarmee de in de offerte vooropgestelde voertuigen zijn uitgerust.

C) De voertuigen moeten met sneeuwkettingen uitgerust kunnen worden.

D) De velgen mogen niet vervaardigd zijn uit een lichte legering.

E) De wielen en de banden (reservewiel en -band inbegrepen) moeten van hetzelfde merk, type en afmetingen zijn.

(13)

1.9. ELEKTRISCHE UITRUSTING.

A) De voeding van de voertuigen is 12V DC.

B) Het voertuig dient uitgerust te worden met twee batterijen, voor type en vermogen zie 3.3 ombouw. De installatie is uitgevoerd met scheidingsrelais.

De plaats voor de tweede batterij wordt onder de bestuurderszetel voorzien.

C) Alle elektrische uitrustingen moeten door zekeringen beschermd worden. Buiten de door de fabrikant voorziene zekeringkast worden complementaire steekzekeringen geëist voor de gevraagde bijkomende uitrusting.

D) Om het gebruik van de telecommunicatiemiddelen mogelijk te maken in de aan de Politie voorbehouden frequentiebanden VHF en UHF moet de volledige elektrische installatie ontstoord worden.

E) De alternator en zijn onderdelen moeten zodanig berekend zijn dat het voertuig met zijn volledige uitrusting in alle omstandigheden probleemloos kan werken.

Het debiet van de alternator moet groter of gelijk zijn aan 100 Amp.

F) Er moet een elektrische achterruitverwarming aanwezig zijn.

G) De koplampen moeten van het type halogeen of xenon zijn.

H) Een gestandaardiseerd contact voor een sigarenaansteker moet het gebruik mogelijk maken van apparaten die maximum 100 Watt verbruiken.

1.10. KOETSWERK.

A) Zelfdragend stalen koetswerk.

B) Het koetswerk moet volledig tegen corrosie beschermd zijn. Het procédé moet in de offerte worden beschreven alsook de opvolging, de uit te voeren behandeling, en de frequentie ervan.

C) De kleur van de voertuigen moet gecommercialiseerd wit zijn.

D) Striping Lokale Politie aanbrengen volgens de nieuwe nomenclatuur .

E) Aanbrengen van de daknummering volgens de richtlijnen van de Federale Overheid. De daknummers zullen door de Lokale Politie Antwerpen aan de ombouwer medegedeeld worden.

F) Het voertuig moet volgende onontbeerlijke toegangen hebben:

• een scharnierende deur voor de bestuurder;

• een scharnierende deur voor de begeleider;

• een schuifdeur langs de rechterzijde, voorzien van een stevige sluitnok die het mogelijk maakt met open deur te rijden. De schuifdeur moet in openstand automatisch vergrendelen;

• achteraan: achterklep met ruit, met opening op minimum 80°, die in geval van nood van binnenuit kan ontgrendeld worden;

(14)

Alleen wanneer de deuren met de sleutel gesloten zijn moet de mogelijkheid bestaan om het ontgrendelen langs de binnenkant van het achterste compartiment te verhinderen.

De mogelijkheid moet bestaan om via een centrale schakelaar op het dashboard alle deuren te vergrendelen of te ontgrendelen.

G) Voor- en achteraan moet een sleephaak voorzien zijn.

H) Platte vloer in achterste compartiment.

I) Het achterste compartiment is aan beide zijden voorzien van ruiten (minimum 2 ruiten aan elke zijde).

J) Het voertuig is voorzien van achteruitrijdsensoren in de achterbumper.

1.11. COMFORT VAN HET PERSONEEL.

A) Het achterste compartiment moet uitgerust zijn met een van de motor onafhankelijke verwarmingsinrichting die bij koud weer een voldoende binnentemperatuur waarborgt in het stilstaande voertuig. De binnentemperatuur in het voertuig moet minsten 15° C bedragen bij een buitentemperatuur van -10° C.

B) De afwasbare dakbekleding moet zowel in het voorste als het achterste compartiment worden aangebracht.

Zij moet door toevoeging van isolatie tussen het koetswerk en de bekleding warmteverlies beperken.

C) De zetels van het voorste compartiment bestaan uit :

• één zetel voor de bestuurder;

• één éénzit voor begeleider/passagier;

D) Beide zetels moeten van een in de hoogte verstelbare hoofdsteun voorzien zijn.

E) De zetels van het achterste compartiment moeten aan iedere passagier in beschermingskledij (complete uitrusting) toelaten over voldoende ruimte in de hoogte en in de breedte te beschikken. De minimale plaatsbreedte voor een persoon is vastgesteld op 45 cm.

• De zetels in het achterste compartiment bestaan enkel uit de achterste zitbank. De middelste zitbank dient verwijderd.

• Alle zitplaatsen zijn voorzien van hoofdsteunen en veiligheidsgordels.

F) De zetel van de bestuurder moet gemakkelijk verstelbaar zijn in de lengterichting en dient eveneens uitgerust met een verstelbare rugleuning. Op de beide zijden van de rugleuningen worden extra verstevigingen voorzien. Dit om een snelle slijtage door de kolf van het dienstwapen te voorkomen.

G) De bekleding van de zetels moet sterk en gemakkelijk te onderhouden zijn (similileder).

H) In de ramen van het achterste compartiment dient minstens één schuifraam of klapraam voorzien.

I) Een zo laag mogelijke instapdrempel.

J) Het voertuig dient geïsoleerd te zijn ten einde geluidsoverlast te beperken.

(15)

K) Ten einde het instappen van de bestuurder en de begeleider te vergemakkelijken dienen boven deze deuren handgrepen voorzien.

L) Centrale deurvergrendeling met infrarood afstandsbediening en wegrijdblokkering.

M) Manuele airco in de bestuurderscabine met back-up naar het passagiersgedeelte.

N) Op het dak van het achtercompartiment wordt een dubbelwerkende ventilator aangebracht welke bediend wordt vanaf het dashboard. Deze ventilator kan van binnenuit afgesloten worden door middel van een rozet of is intrekbaar.

1.12. VEILIGHEID VAN HET PERSONEEL.

Met de onderstaande elementen zal inzonderheid rekening gehouden worden bij de beoordeling van de veiligheid van het personeel :

A) Het voorste en achterste compartiment moet door een stevig tussenschot van veiligheidsklasse M1 gescheiden zijn. In het bovenste gedeelte van het tussenschot is een schuifraam in veiligheidsglas met E- Keurmerk met de volgende minimum afmetingen LxB = 700 mm x 350 mm voorzien. Dit schuifraam moet vanuit het bestuurderscompartiment geblokkeerd kunnen worden.

Het tussenschot moet het gebruik van de binnenachteruitkijkspiegels mogelijk blijven maken, mag het zicht van de bestuurder niet hinderen (is niet weerkaatsend) en geen hinderend lawaai voortbrengen

B) Het ruitoppervlak van het voertuig moet zo groot mogelijk zijn en uit veiligheidsglas bestaan. De voorruit moet evenwel uit gelaagd glas vervaardigd zijn. De achterruit moet een maximaal zicht via de binnenachteruitkijkspiegel mogelijk maken. Niets mag de zichtbaarheid hinderen.

C) Een goedgekeurd airbagsysteem voor bestuurder en passagier.

1.13. SUPPLEMENTAIRE UITRUSTING.

• Gelaagde voorruit;

• 2 regelbare binnenachteruitkijkspiegels (bestuurder + begeleider) de spiegel voor de bestuurder is een veiligheidsspiegel met dag/nacht stand;

• 2 elektrisch regelbare buitenachteruitkijkspiegels (links en rechts);

• 1 reglementair geplaatst brandblusapparaat;

• 1 gevarendriehoek;

• 1 reglementaire verbanddoos;

• trekkabel in perlon;

(16)

• ruitenwissers met minimum twee snelheden + een intervalschakelaar, alsook ruitensproeier, voor- en achteraan;

• benzinetankdop met sleutel, behalve indien de toegang gebeurt langs het centraal vergrendelingssysteem;

• bestuurder en begeleider moeten elk over een zonneklep kunnen beschikken die zowel frontaal als zijdelings verstelbaar zijn;

• getinte ruiten rondom;

• efficiënte ontwaseming van voorruit, achterruit en zijruiten;

• vergrendeling van deuren en benzinetankdop;

• 3 stellen autosleutels;

• in de hoogte verstelbare veiligheidsriemen voor- en achteraan;

• massa-aansluiting van de batterij vastgelast en alle elektronische toestellen met eigen leiding aan de massa gekoppeld.

• Pré-radio installatie met minimum twee luidsprekers vooraan 1.14 ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN.

A) De aannemer verbindt er zich toe om aan de hiernavolgende voorwaarden, door een erkend dealer, die op zijn voorstel in overleg met stadsbestuur wordt aangeduid, de levering van het voertuig alsmede het volledig onderhoud volgens de instructies en aanbevelingen van de constructeur en alle herstellingen aan het verhuurd voertuig te laten uitvoeren.

B) In volledig onderhoud en alle herstellingen, dewelke zijn inbegrepen in de leasingprijs, moet o.m. verstaan worden:

a) de onderhoudsbeurten voorzien door de aannemer mits inachtneming van de voorschriften van de constructeur. Er dient eveneens rekening gehouden met de aanbevelingen van de constructeur voor gebruik in:

• overwegend stadsverkeer

• overwegend korte ritten

• zware belasting

De periode tussen twee onderhoudsbeurten zal echter nooit meer dan 15000 km of 1 jaar bedragen;

b) het onverwijld uitvoeren van alle herstellingen ten gevolge van normale slijtage, rekening houdend dat deze voertuigen 24 op 24 uur rijden;

c) alle herstellingen, ook deze voortvloeiend uit opmerkingen van de automobielinspectie en deze voortvloeiend uit ongevallen (voortvloeiend uit ongevallen worden geregeld via omnium verzekering in aangenomen waarde afgesloten door het bestuur);

d) het vervangen en/of herstellen van banden : buiten de eerste vijf banden voorziet het contract een band per schijf van 10.000 km

e) vervangen van ruiten en lichten t.g.v. steenslag of dergelijke (geen aanrijdingen);

f) er dient een pechdienst voorzien van 24 uur op 24 uur, zater-, zon- en feestdagen inbegrepen.

Pechverhelping dient te omvatten : slepen, bijstand bij pech, ongeval, inbraak, vandalisme, glasbreuk e.a..

Om éénvormigheid binnen het korps te behouden dient deze pechdienst afgesloten bij VAB.

(17)

C) indien de verhuurder ter gelegenheid van een herstelling vaststelt dat de oorzaak van de defecten te wijten zijn aan onoordeelkundig gebruik of abnormale slijtage dient het bestuur per fax hiervan verwittigd, zodat een onderzoek door de Politie kan worden gedaan alvorens extra kosten aan het bestuur kunnen worden doorgerekend. Faxnr. Politie, Logistieke Dienst : 03/270.44.33

D) Bij het einde van de opdracht dienen alle insignes van de stad alsook alle politiekentekens en -materieel verwijderd op kosten van en door de aannemer die hiervoor steeds verantwoordelijk blijft.

DEEL 2 : VEILIGHEID.

A) De voertuigen moeten voorzien worden van een permanente gedeeltelijke bescherming van het NIET beglaasde gedeelte van de voordeuren, zodanig dat het geheel (koetswerk, kogelwerend materieel) ten minste kan weerstaan aan munitie kaliber 9mm type parabellum NATO standaard, afgevuurd met handvuurwapens.

Ten einde éénvormigheid met het bestaande patrimonium te bereiken dient deze permanente bescherming geleverd en geplaatst door een door de fabrikant van het kogelwerend materiaal erkende installateur.

Indien men voor de beschermende bekleding gebruik maakt van synthetische producten moeten deze in waterdichte uitrusting worden verpakt.

Indien nodig zullen de scharnieren van de voorste deuren, met het oog op het gewicht van de bepantsering, verstevigd worden.

De schietproeven dienen op een afstand van 10 meter te gebeuren.

De leverancier moet in de offerte de aard en de ballistische waarde van de gebruikte materialen beschrijven alsook de kwaliteit van de methode van vasthechting aan het voertuig.

Een door de Proefbank van de Vuurwapens te Luik of door de Koninklijke Militaire School - Leerstoel Bewapening en Ballistiek - te Brussel afgeleverd gelijkvormigheidattest betreffende de kwaliteit van de pantsering en de vasthechting ervan moet bij de door de leverancier ingediende offerte gevoegd worden.

Het attest van de Proefbank of van de Koninklijk Militaire School mag niet langer dan één jaar afgeleverd zijn op het ogenblik dat de offerte wordt ingediend.

Een geschreven garantie met een minimumduur van vijf jaar te rekenen vanaf de leveringsdatum van het materieel moet bij de levering overgemaakt worden. Zij moet het geheel van de levering betreffen en bevestigen dat de geleverde bepantsering volledig overeenstemt met het geteste prototype.

Bij beëindiging van de huurperiode zal deze permanente bescherming op kosten van de leverancier verwijderd en/of vernietigd worden.

B) De opstelling en wegberging van de collectieve bewapening en het materieel is thans

gestandaardiseerd. In het belang van de veiligheid van het personeel wordt van deze standaardisatie niet afgeweken. De opstelling/wegberging van de bewapening en het materieel mag het personeel niet hinderen noch schade veroorzaken.

C) Beschermingsfilm voor de ruiten.

1. De zij- en achterruiten worden tegen inbraak (diefstal, vandalisme) beveiligd en de passagiers worden bij een ongeval of bij beschieting van de ruiten (verwondingen door rondvliegende glasscherven) beschermd door middel van één of meerdere beschermingsfilms die samen minimum 100 micron en maximum 250 micron dik zijn.

2. Deze bescherming moet qua doeltreffendheid levenslang gewaarborgd worden en krasbestendig, ongevoelig voor water, niet vergelend, schimmelwerend en blijvend doorzichtig zijn.

(18)

3. De film moet op de ruit aangebracht worden d.m.v. een polymerisatie van het hechtmiddel.

De film moet goed bestand zijn tegen chemische middelen zoals : oliën, alcoholen, koolwaterstoffen, organische oplosmiddelen, zuren, e.a.). De thermische weerstand moet volstaan om brandwonden te voorkomen door rechtstreeks contact met de huid bij blootstelling aan de vlam.

De schokweerstand met harde voorwerpen moet ongeveer 10 Joule bedragen zonder dat er glasscherven vallen (1 Joule = de kinetische energie die ontwikkeld wordt door een lichaam van 100 gr. dat 1 meter valt).

4. De weerstand tegen ultraviolette straling vormt een pluspunt en verschillende tinten kunnen overwogen worden waarbij de technische voorwaarden van de voertuigen nageleefd moeten worden.

D) Anti-rellenbescherming.

Aangezien de mogelijkheid bestaat dat de voertuigen zullen worden ingezet bij ordediensten moet de inschrijver bij de offerte mededelen welke oplossing(en) hij voorstelt voor de bescherming van de inzittenden. Bij meerdere oplossingen zal, na overleg met de Politie, beslist worden welke oplossing ook effectief wordt geplaatst.

• deze occasionele bescherming van de inzittenden heeft tot doel verwondingen, veroorzaakt door

glasscherven binnen het voertuig te voorkomen.

Die installatie, die steeds afneembaar dient te zijn, mag bestaan hetzij uit een traliewerk, waarvan de mazen niet groter zijn dan 1" en in matzwart geschilderd is, hetzij uit een paneel van slagvast en krasvrij lexaan.

• die occasionele bescherming dient aangebracht voor de voorruit en mag het zicht van de bestuurder en begeleider niet hinderen, ook niet bij regenval. De werking van ruitenwissers en ruitensproeiers mag door het aanbrengen van deze bescherming niet belemmerd worden.

• Een model van deze bescherming is te bezichtigen bij de Politie Financieel-Technische Dienst , Noordersingel 3 te 2140 Borgerhout.

DEEL 3 : OMBOUW.

Onder "Ombouw" wordt verstaan alle hierna genoemde aanpassingswerken die aan het voertuig worden uitgevoerd met als doel het bekomen van een volwaardig politievoertuig. Om praktische redenen en om alle latere discussies betreffende waarborg, uitvoeren van bepaalde herstellingen, e.d. te vermijden dienen deze werken uitgevoerd door een firma gespecialiseerd in het ombouwen van standaardvoertuigen tot politievoertuig. Daarom zal de aannemer bij zijn inschrijving de nodige bewijsstukken voegen:

• verplicht bij te voegen: een uittreksel uit het Handelsregister waaruit blijkt dat deze firma gespecialiseerd is in de constructie en de inrichting van prioritaire voertuigen. De inschrijving bij het Handelsregister als constructeur moet minstens één jaar oud zijn.

• verplicht bij te voegen: foto's en werktekeningen (van door de voorgestelde firma ingerichte politievoertuigen) waaruit blijkt dat deze firma in staat is alle aanpassingswerken op een degelijke en professionele wijze uit te voeren.

• verplicht bij te voegen: attesten van alle gebruikte materialen waaruit blijkt dat deze materialen voldoen aan de door het Bestuur gestelde eisen.

• Indien in bezit bij te voegen: een attest dat deze firma voldoet aan de norm ISO 9002.

• De aannemer zal tevens de nodige referenties bijvoegen. Het Bestuur behoudt zich het recht voor deze referenties te contacteren.

(19)

Het kunnen aanbieden van een volledig, volgens dit bestek, ingericht politievoertuig zal tevens een beoordelingselement zijn. De later geleverde voertuigen dienen dan ook identiek te zijn aan dit prototype.

Dit prototype kan weerhouden worden als eerste van de later te leveren voertuigen.

De ombouwer zal een waarborg geven van tenminste vijf jaar vanaf leveringsdatum tegen materiaalgebreken en constructie- of montagefouten.

De waarborg dient uitvoerig in de offerte beschreven alsook de opvolging, de uit te voeren werkzaamheden en de frequentie ervan.

3.1. PRIORITEITSALARMINSTALLATIE.

A) Een alarminstallatie bestaande uit : A.1. Op het dak:

een niet lineaire lichtbalk Federal Signal type Arjent of een gelijkaardig type met blauwe SOLARIS LED- modules

de lichtbalk is vervaardigd volgens de normen ISO9001

de lichtbalk heeft een lengte van 135 cm

de lichtbalk omvat minimum het volgende:

• aan beide uiteinden van de lichtbalk telkens één wit vast zoeklicht van 50 Watt halogeen;

• vooraan in het midden twee vaste witte zoeklichten van elk 50 Watt halogeen naar voren gericht;

• vooraan op de beide uiteinden een oranje knipperlicht van elk 27 Watt halogeen die parallel geschakeld worden met de originele knipperlichten van het voertuig (knipperdoos eventueel verzwaren);

• Lateraal telkens twee SOLARIS-LED modules, of gelijkwaardig met telkens 6 blauwe LED’s HI

• Vooraan, tussen de oranje knipperlichten en de vaste zoeklichten, telkens één SOLARIS-LED module met 9 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig en telkens één SOLARIS-LED module met 6 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig

• Achteraan, naast de lateraal geplaatste module, één SOLARIS-LED module met 9 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig

De bevestiging van de imperiaal moet als volgt gebeuren:

1. Met behulp van aan het dak van het voertuig aangepaste bevestigingsmiddelen die een uitstekende stabiliteit en stevigheid van de montage waarborgen. Deze bevestigingsmiddelen alsook de gebruikte moeren en bouten dienen vervaardigd te zijn uit roestvrij materiaal.

2. Met eventuele steunpunten die zodanig zijn opgevat en geplaatst dat ze geen vervormingen aan het dak veroorzaken.

3. Zodanig dat de oorspronkelijke kwaliteiten van water- en stofdichtheid van het voertuig behouden blijven ('marine' -bevestiging).

Het openen van deuren mag niet gehinderd of beperkt worden door de aanwezigheid van de imperiaal;

De elektrische installatie van de imperiaal en zijn toebehoren moet ontstoord worden;

(20)

De elektrische kabels tussen de imperiaal en het voertuig moeten :

1. Gestandaardiseerd zijn en voorzien zijn van een 'marineverbinding' VAMA type CT-7. Het imperiaal is voorzien van een beschermende kabel waaraan de 23-polige mannelijke stekker geplaatst is. Het vrouwelijke gedeelte van de stekker heeft een aërodynamische vorm en is vast op het dak gemonteerd.

Alle connecties in beide gedeelten van de stekker moeten gesoldeerd zijn en individueel beschermd met geïsoleerde krimpkousen.

2. Zeker een draad omvatten die verbonden is met de massa van het voertuig.

3. Zo verbonden zijn met de binnenkant van het voertuig dat :

ze niet beschadigd kunnen worden door herhaaldelijke op- en afbouw van de imperiaal;

ze gemakkelijk ontkoppeld kunnen worden;

ze de oorspronkelijke kwaliteiten behouden van water- en stofdichtheid en geluidsdemping van het voertuig waarop de imperiaal bevestigd is;

ze de inzittenden niet hinderen en deze er zich niet aan kunnen vasthouden.

4. De dak- en/of wanddoorboringen moeten zo zijn uitgevoerd dat het uitzicht niet geschaad wordt, en indringen van water onmogelijk is.

De aërodynamica van het geheel (voertuig en imperiaal) moet zodanig zijn dat :

er geen distorsie of vervorming van de onderdelen kan ontstaan, noch aan de imperiaal, noch aan het koetswerk, gelet op het feit dat het voertuig geregeld tegen zijn maximum snelheid zal gebruikt worden.

de aërodynamische geluiden die ten gevolge van de aanwezigheid van de imperiaal binnen het voertuig te horen zijn moeten tot het minimum herleid worden; de geluidsverhoging moet gemeten worden wanneer het voertuig tegen een snelheid van 120 km/h rijdt.

De stabiliteit en de initiële wegligging van het voertuig mag niet worden beïnvloed door het aanbrengen van de imperiaal.

A.2. Vooraan:

• worden in de motorgrille twee bijkomende alarmlichten, Federal Signal type Microled of een gelijkaardig type ingebouwd :

• Uitzicht wit doch in werking blauw

• Afmetingen lxbxd = 106x46x20 mm

• Met Fresnell lens , inclinatie 15°

• Elk element bevat minimum 36 LED’s met een doormeter van 5 mm

• De elementen worden zo geschakeld dat zij alternerend flitsen.

• wordt een extra relais Federal Signal type FHL2-SC of een soortgelijk type tussen de grote lichten geplaatst zodat deze alternerend knipperen bij het aanschakelen van de blauwe lichten. Deze installatie wordt automatisch uitgeschakeld bij het aanschakelen van de dimlichten of het grootlicht via de originele lichtschakelaar.

A.3. Achteraan:

(21)

Een directionele signalisatie Federal Signal Cuda Trioptic Led Signalmaster of gelijkaardig type met een lengte van 110 cm en bestaande uit 8 LED GEN III modules

De directionele signalisatie wordt achter de achterruit van het voertuig tegen de verstevigingsbalk van het dak gemonteerd zodat deze de zichtbaarheid behoudt zowel met geopende als gesloten achterklep.

Op de beide uiteinden van de directionele pijl worden blauwe LED GEN III modules voorzien. Zij werken alternerend en autonoom van de directionele pijl; doch worden samen met de zwaailichten op het dak en de flitslampen vooraan in- en uitgeschakeld.

De zes middelste LED GEN III modules zijn van een oranje kleur..

De directionele pijl moet volgens het volgende concept werken: de pijl moet herhalend opgebouwd worden door een aaneenschakeling van oplichtende modules.

Om de lichtspreiding te optimaliseren gebruikt men een Fresnell lens en één lens per blok van 3 LED’s

Volgende functies zijn minimum vereist :

een pijl van links naar rechts

een pijl van rechts naar links

een pijl vanuit het centrum naar buiten

een waarschuwingspatroon A.4. Geluidsinstallatie:

• Een elektronische sirene VAMA type ICS2010 of gelijkaardig type met afstandsbediening BTC500

• De sirene bezit de volgende tonaliteiten:

• WAIL : 12 cycli per minuut

• YELP : 170 cycli per minuut

• HI-LO : 33 cycli per minuut

• Het frequentiebereik is van 600 tot 1350 Hz.

• Voorzien van een communicatiebus RS485 voor de transmissie van de control data

• De sirene wordt aangesloten op een luidspreker Federal Signal Dynamax MS100 met een vermogen van 100 Watt. Deze luidspreker met aluminium behuizing en de volgende afmetingen BxHxD = 15x15x7 cm wordt onder de motorkap bevestigd.

• Het stroomverbruik met deze 100 Watt luidspreker zal maximaal 10 A bedragen

Via de afstandsbediening BTC500 of een gelijkaardig type zal de volledige geluids- en belichtingsinstallatie van het voertuig door middel van druktoetsen bediend worden. Ze omvat minstens de volgende functies(toetsen) :

• ON/OFF schakelaar

• Sirene aan samen met alle blauwe prioritaire lichten (lichtbalk, wisselende koplampen, blauwe lichten in directionele balk achteraan en blauwe lampen in kalender vooraan)

• Dag/nacht selectie van de sirene

• Alle blauwe prioritaire lichten

• De twee naar voren gerichte zoeklichten

• Zijzoeklicht links

• Zoeklicht rechts

• Wapenklem

(22)

• Radio

• Public Address (micro geïntegreerd in de afstandsbediening)

• Directionele pijl naar links

• Directionele pijl naar rechts

• Directionele pijl vanuit het centrum naar buiten

• Waarschuwingspatroon

• Dag/nacht selectie van de lichtintensiteit van de directionele pijl

De selectie van de tonaliteit van de sirene gebeurt door drukken op de originele claxon van het voertuig.

Het volume van de Public Address is traploos regelbaar d.m.v. een potentiometer, geïntegreerd in de afstandsbediening.

Bij het inschakelen van de sirene moet automatisch de gehele prioritaire installatie geactiveerd worden. Het aan- en uitschakelen van de overige functies moet afzonderlijk mogelijk zijn. De functietoetsen lichten op indien geactiveerd.

De opening van de wapenklem is enkel mogelijk indien de sleutel in het contact steekt en de toets op de bedieningsconsole “Gun-Lock” geactiveerd wordt. Het systeem wordt beschermd door een timerfunctie met max. 10 seconden openingstijd.

De afstandsbediening wordt op het dashboard gemonteerd buiten de ontplooiingszones van de airbags.

Alle druktoetsen worden voorzien van een passend, verlicht pictogram.

Er moet een bevestigingssysteem zijn dat toelaat om de afstandsbediening dusdanig op het dashboard te monteren dat deze zowel door de bestuurder als door de begeleider kan bediend worden.

De verbindingskabel van de afstandsbediening tot de sturingsdoos moet lang genoeg zijn om het gebruik van de geïntegreerde microfoon buiten het voertuig toe te laten.

Ten einde de éénvormigheid op alle voertuigen te bewerkstelligen dienen de positionering en de functie van de toetsen te voldoen aan het schema in bijlage.

Deze volledige installatie dient geleverd en geplaatst door de ombouwer volgens de instructies van de fabrikant. Plaatsbepaling in overleg met de Politie.

Op het einde van het contract wordt de volledige alarminstallatie automatisch eigendom van de Politie.

3.2. UITRUSTING VAN HET ACHTERSTE COMPARTIMENT.

A) Een vloer in 12mm Fins berkenhout Sortimo Soboflex of een soortgelijk type, bekleed met antislip vloerbekleding moet de volledige vloer van het achterste compartiment bedekken. Deze vloer is druk-, olie- en zuurbestendig. De vorm van de houten vloer dient aangepast te zijn aan de vorm en het profiel van de originele metalen bodem (eventueel eerst egaliseren). Deze vloerplaat moet volledig zwevend in het voertuig gelegd worden waarbij de bodemplaat van het voertuig niet doorboord mag worden om deze plaat of de inrichting te bevestigen. De inrichting wordt op deze vloerplaat bevestigd door middel van inslagmoeren welke langs onder in deze vloerplaat bevestigd worden. Alu-bescherming bij de deuropeningen. In de vloerplaat worden openingen voorzien om de originele achterbank terug op de originele bevestigingspunten in het chassis te bevestigen.

(23)

B) In het achterste compartiment wordt het volgende meubilair geplaatst:

• Tegen het tussenschot en de linkerzijwand een opbergkast volgens model en grootte in bijlage.

• Deze kast wordt vervaardigd uit plaatmateriaal (multiplex of MDF, geen spaanplaat) van tenminste 18 mm dikte in lichtgrijze kleur. Het blad wordt voorzien van een afwasbare, gladde toplaag.

• De linkerhelft (gezien vanaf de deuropening) van de kast is onderverdeeld in 3 laden. De bovenste lade heeft een minimum nuttige hoogte van 30 cm. De resterende hoogte wordt verdeeld over de 2 resterende laden. In de laden kunnen gemakkelijk A4 documenten opgeborgen worden. De laden worden gemonteerd op dubbele metalen schuifgeleiders met rollagers, zodoende kan de hele lade uitgeschoven worden.

• De rechterzijde van de kast wordt afgesloten d.m.v. een deurtje. In dit kastdeel is tevens een legplank voorzien. Deze legplank is verstelbaar in 3 hoogtes.

• Om tijdens het rijden het openrollen van de laden of het openklappen van het deurtje te vermijden zijn deze voorzien van een vergrendelsysteem. Dit systeem vergrendelt automatisch bij het sluiten van de laden of deur. De ontgrendeling gebeurt op een eenvoudige wijze, vb. door een ontgrendelknop ingewerkt in de handgreep (Geen slot met sleutel)

• Boven de laden wordt een uitschuifbaar schrijfblad ingewerkt.. Dit wordt achteraan voorzien van een eindstuk zodat volledig uitschuiven onmogelijk is.

C) Tegen het tussenschot wordt een klapstoeltje gemonteerd. Dit is vervaardigd uit hetzelfde plaatmateriaal als de kast. Dit stoeltje is voorzien van een verensysteem waarbij het automatisch opklapt als de zitplaats verlaten wordt. De bevestiging van het klapstoeltje tegen het tussenschot wordt langs de zijde van het bestuurderscompartiment extra verstevigd. De zit wordt voorzien van een kussen en overtrokken met een lichtgrijze afwasbare stof (similileder)

D) Achter de achterste bank van het achtercompartiment wordt een kast Sortimo SORPOLV10 of een soortgelijke type gemonteerd bestaande uit de volgende onderdelen :

• 1 onderbouw van 1014x465x365 mm. De onderbouw is een kast afgesloten met een klep, die evenwijdig met de kast naar boven kan geopend worden. Aan de rugzijde van de onderbouw wordt een licht polipropyleen plaat met raatstructuur geplaatst.

• 1 werkblad met de volgende afmetingen 1267x465x24xmm

• 1 rekmodule met de volgende afmetingen 1267x465x227 mm met antislipmat en 4 verplaatsbare tussenschotten

• 1 rekmodule met de volgende afmetingen 1267x353x195xmm met antislipmat en 4 verplaatsbare tussenschotten.

• Deze kast wordt vervaardigd uit metaal van een hoogwaardige kwaliteit en is in een lichtgrijze kleur geschilderd door middel van poederlak. De handgre(e)p(en) zijn vervaardigd uit (blauwe) kunststof.

• Op het einde van het contract wordt deze kast automatisch eigendom van de Politie.

• Het gedeelte boven de kast achteraan wordt van de rest van het achtercompartiment gescheiden door een een stevig metalen raster. De rastergrootte is max .1”

E) Twee getransistoriseerde TL-verlichtingen van 20 Watt worden tegen het dak bevestigd. Hiervoor worden onder de dakbekleding verstevigingen aangebracht. De eerste verlichting wordt boven de schrijftafel, de tweede boven de bergbak achteraan geplaatst. De lampen worden zo geplaatst dat er geen schaduw naar het werkvlak wordt overgebracht.

F) Naast de schrijftafel wordt een gestandaardiseerd contact, Hella nr. 8 JB 004 123-001, gemonteerd dat het gebruik van apparaten, die maximum 100 Watt verbruiken, mogelijk moet maken.

(24)

G) Een gedetailleerd plan van de ombouw, waarop de plaatsing van het meubilair en bijkomende uitrusting is aangeduid wordt bij de inschrijving gevoegd. Het niet bijvoegen van dit plan behelst automatisch de nietigverklaring van de inschrijving.

3.3. UITRUSTING TE PLAATSEN DOOR DE OMBOUWER.

A) Om een zo groot mogelijke benutbare ruimte tussen de voorzetels te verkrijgen dient de zetel van de begeleider zo dicht mogelijk tegen de rechterzijde van het voertuig geplaatst.

B) De originele batterijen worden vervangen door OPTIMA "Yellow Top" semi-tractie batterijen van min. 52 Ah, met scheidingsrelais (Bosch nr.0333009004) en diode (Bosch nr.0212911001)

C) Inrichting tegen storingen van TV en eigen radio-uitrusting (verdeler, weerstanden, schermkappen, condensator, massabanden, e.a.).

D) Een stroomgever (geleverd door de Politie) op het instrumentenbord voor aansluiting radioapparatuur.

E) Levering, plaatsing en aansluiting van een carkit CARK 91-B voor een draagbaar ASTRID radiotoestel merk NOKIA THR880i . De algemene houdervergunning van de installateur uitgereikt door het B.I.P.T. moet bij de inschrijving gevoegd worden. De 2 mogelijkheden (carkit of mobiele post) dienen allebei te worden voorzien.

F) Eén elektrische wapenhouder Falcon ELS-220 met sleutel of een gelijkaardig type voor het machinepistool wordt in het voorste compartiment tegen het tussenschot geplaatst.

G) Een staaflamp voorzien van een lamphouder en voeding (geleverd en plaatsbepaling door de Politie) wordt eveneens in het voorste compartiment tegen het tussenschot geplaatst.

H) De originele plafondverlichting wordt vervangen door een combinatie van een plafondverlichting van min.

10 Watt met aan beide zijden van deze verlichting een richtbare spot met een vermogen van min. 20 Watt en een OP/AF schakelaar voor deze spot. Deze drie verlichtingen zijn ondergebracht in één behuizing. De eventuele opening veroorzaakt door het verwijderen van de oude plafondverlichting dient op een vakkundige wijze afgewerkt in dezelfde kleur als de dakbekleding.

I) Antenne : Leveren en plaatsen van antenne(s) en leggen van de antenneleiding(en) naar het instrumentenbord in overleg met de Politie. Het gat voor antenneplaatsing dient vertind voor beter contact.

In de dakbekleding wordt onder de antenneaansluiting een afsluitbare opening voorzien die het mogelijk maakt werkzaamheden aan deze aansluiting uit te voeren zonder de hele dakbekleding te demonteren. De afsluitdop heeft dezelfde kleur als de dakbekleding.

3.4. WIJZE VAN UITVOERING DER WERKEN.

A) De aanpassingswerken en de plaatsing van de supplementaire apparatuur dienen op een degelijke en professionele wijze uitgevoerd.

B) De plaatsing van de bijkomende uitrusting (zie "Ombouw") dient te gebeuren d.m.v. bouten en zelfborgende moeren. De bouten en moeren die onderhevig zijn aan vocht dienen vervaardigd uit een roestvrij materiaal.

De wapenklem en de bijhorende steunen dienen zodanig bevestigd en gezekerd dat het verwijderen van de wapenklem en/of steunen door derden onmogelijk is.

C) De bouten moeten van een juiste doormeter en lengte zijn en dienen zo gemonteerd dat bij de werkzaamheden geen kwetsuren van enigerlei aard kunnen optreden.

(25)

D) De elektrische aftakkingen dienen te gebeuren op vaste aftakpunten. Aftakken op een draad of het gebruik van zogenaamde 'stroomdieven' is verboden.

E) Alle elektrische aansluitingen van de bijkomende uitrustingen dienen te gebeuren volgens elektrische schema's in bijlage. De draaddoorsnede; de draadkleur; de volgorde, het aantal en de stroomsterkte van de zekeringen dienen gerespecteerd. De aansluitdraden dienen uitgerust met reglementaire, genormaliseerde en geïsoleerde kabelschoenen.

F) Alle massa-aansluitingen van de bijgeplaatste apparatuur moeten aan het koetswerk gesoldeerd of aangesloten worden op negatief batterij.

G) De elektrische leidingen dienen op een zorgvuldige wijze gelegd en op regelmatige afstand (max. 30 cm) bevestigd aan het koetswerk d.m.v. strips of kabelklemmen.

H) De zekeringenkast met de complementaire steekzekeringen voor de gevraagde bijkomende uitrustingen dient op een gemakkelijk toegankelijke plaats gemonteerd binnen in het voertuig. Zij dient alle bijkomende zekeringen te bevatten.

I) De elektrische leiding naar de wapenklem dient op een degelijke manier afgeschermd, zodat het doorknippen van de leidingen en het verbinden met een hulpbatterij onmogelijk wordt.

J) Alle door de ombouw of plaatsing van bijkomende apparatuur ontstane punten of kanten, die op één of andere manier tot kwetsuren kunnen leiden dienen op een degelijke manier van een bescherming te worden voorzien.

K) Voor alle door de ombouwer bijgeplaatste schakelaars dienen zo veel mogelijk originele schakelaars gebruikt te worden die in de nog beschikbare daarvoor voorziene plaatsen op het instrumentenbord dienen geplaatst te worden.

L) Alle schakelaars dienen voorzien van een bijschrift (pictogram).

3.5. HANDLEIDINGEN.

Elk voertuig dient voorzien van de volgende documenten opgesteld in de Nederlandse taal :

• een instructieboekje

• een onderhoudsboekje met het volledig onderhoudsschema van het voertuig

• een handleiding van elke, door de leverancier geleverde supplementaire uitrusting

• een volledig elektrisch schema van het voertuig met kleurcode en verklarende tekst. Dit schema moet alle aangebrachte wijzigingen en uitgevoerde installaties bevatten.

• alle attesten van de gebruikte materialen voor de ombouw van het voertuig

• alle bescheiden voor de opvolging van de waarborg voor de ombouw van het voertuig

Indien bovengenoemde documenten niet in de Nederlandse taal beschikbaar zijn, zal de leverancier in een vertaling naar de Nederlandse taal voorzien. Deze vertaling zal samen met de originele anderstalige handleiding bijgevoegd worden.

Bij het totaal ontbreken van een handleiding zal door de leverancier eigenhandig een handleiding in de Nederlandse taal opgesteld worden van de desbetreffende apparatuur.

(26)

Opgemaakt en voorgedragen, Antwerpen, 23 maart 2007

Anja De Bruyn Adviseur

(27)

Bijlage 1 : Uitrusting met twee batterijen.

Bijlage 2 : Stroomloopschema 1.

(28)

Bijlage 3 : Stroomloopschema 2.

(29)

Bijlage 4 : Functies afstandsbediening.

Bijlage 4 : Functies afstandsbediening.

Bijlage 4 : Functies afstandsbediening.

Bijlage 4 : Functies afstandsbediening.

(30)
(31)

Bijla Bijla Bijla Bijla ge 5 ge 5 ge 5 ge 5

: : : : Mat Mat Mat Mat eria eria eria eria alka alka alka alka st st st st acht acht acht acht er er er eraa aa aa aa

n. n. n.

n.

Bijlage 6 : Inrichting kantoorrruimte.

Bijlage 6 : Inrichting kantoorrruimte. Bijlage 6 : Inrichting kantoorrruimte.

Bijlage 6 : Inrichting kantoorrruimte.

(32)

Bijlage 7 : Opbergkast kantoorrruimte.

Bijlage 7 : Opbergkast kantoorrruimte.

Bijlage 7 : Opbergkast kantoorrruimte.

Bijlage 7 : Opbergkast kantoorrruimte.

(33)

(34)

OFFERTEFORMULIER

bestek nr. LPA/2007/1035

Ik ondergetekende (naam, voornaam)………..., wonende te...………...straat, nr...,

(of indien het een vennootschap betreft)

De ondergetekende vennootschap………..., nationaliteit:………...……...hebbende haar maatschappelijke zetel te...………...…………....straat, nr.………….………..

vertegenwoordigd door:...……….. (naam, voornaam en titel),

(of indien het een tijdelijke vereniging betreft waarvan allen hoofdelijk verbonden)

De ondergetekende tijdelijke vereniging………..., nationaliteiten:………...……...………..

woonplaatsen:...………...…………...………….…….

vertegenwoordigd door:...………..

(namen, voornamen en titels),

• verbindt/verbinden zich bij deze op mijn/haar roerende en onroerende goederen, overeenkomstig de bepalingen en de voorwaarden zoals omschreven in het bestek nr. LPA/2007/1035 de levering uit te voeren aan de prijzen door mij(haar) aangegeven op de behoorlijk ingevulde inventaris gevoegd bij onderhavige offerte.

Globaal bedrag in cijfers:………

Globaal bedrag in letters:………

• verklaart/verklaren zich akkoord met de bepalingen uit voornoemd bestek, en verklaart/verklaren te hebben nagezien dat alle hier vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het door de lokale politie Antwerpen opgelegde offerteformulier, en neemt/nemen daartoe de volledige verantwoordelijkheid op ons. Hij/zij verklaart/verklaren zich bovendien akkoord dat de bestekbepalingen voorrang zullen hebben bij mogelijke tegenstrijdigheden tussen bepalingen uit het bestek en bepalingen uit de offerte. Tevens verklaar ik/verklaren wij dat onze algemene verkoop- of contractvoorwaarden niet van toepassing zijn op onze offerte in het kader van dit bestek.

Nummer rekening bij het Bestuur der Postchecks of bij een andere financiële instelling:...………...

Ondernemingsnummer: ...………..

RSZ-inschrijvingsnummer: ...………

Gedaan te...………..., op ………...20…...

De inschrijver(s) of gevolmachtigden, (handtekeningen)

(35)

Inlichtingen betreffende de inschrijver Tel. nr.:

Fax. nr.:

E-mail:

Contactpersoon:

Website:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de afgelopen decennia heeft de politieorganisatie wel eens te veel het idee gehad dat zij de samenleving moet ordenen en organiseren (‘want wie doet dat anders?’). Maar

Gemeenten met een slapende rekenkamer hebben slechte ervaringen met een vorige rekenkamer, vinden het instrument niet van toegevoegde waarde of hebben geen aandacht voor het

Gelet dat op de gemeenteraad van 04 maart 2019 goedkeuring werd verleend aan het voorstel van raadslid Hendrik Bogaert om in het beleidsplan van de gemeente Jabbeke een

Van de reis is de gemeente bovendien niet de eindbestemming, want voor veel taken geldt dat de verantwoordelijkheid weliswaar overgaat naar gemeen- ten, maar dat van daaruit voor

Voor zover er door de voorschriften van dit bestek niet wordt van afgeweken, zijn op deze aanneming van toepassing de bepalingen van:.. • de wet van 24.12.1993 en

De Nationale Selectiecommissie voor hogere officieren, voorgezeten door de Inspecteur-generaal, heeft als op- dracht aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken een

Conform de Europese emissienormen geldig op het ogenblik van de levering (met een zo laag mogelijke CO2-uitstoot). E) Omwille van de operationele efficiëntie bij koud weer dienen

Een bondige recapitulatie over de wijze waarop de slachtofferbejegening zijn intrede deed binnen de Belgische (politionele) samenleving en hoe deze, uiteindelijk, een