• No results found

Er is een tweede mondiale groene revolutie nodig om de landbouw te verduurzamen

Alleen het instellen van een mondiale Ecologische Hoofdstructuur geeft geen voldoende garanties voor een duurzaam gebruik van biodiversiteit en het veiligstellen van vernieuwbare natuurlijke hulpbronnen. Ook buiten de gebieden van de Hoofdstructuur zijn veranderingen nodig. Primair van belang voor behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit is het beperken van de bevolkingsgroei en verandering van consumptie- en productiepatronen, bijvoorbeeld het vermin- deren van het gebruik van fossiele energie per hoofd van de bevolking. Daarnaast zijn veranderingen in de bestaande landbouwpraktijken noodzakelijk. Landbouw, biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen zijn nauw met elkaar verweven. Zo is landbouwproductie afhankelijk van biodiversiteit en draagt duurzame landbouw bij aan het instandhouden van biodiversiteit, genetische variatie en landschappen. Maar de huidige landbouw heeft ook negatieve effecten op de bio- diversiteit: een toenemend ruimtebeslag, uitputting van voedingsstoffen in de bodem en omvangrijke onttrekking van zoet water. De huidige landbouwpraktijken tasten daarmee de natuurlijke kringlopen aan en verminderen het toekomstige productievermogen van de biodiversiteit.

Er is een verduurzaming van de landbouw nodig, die in staat is de groeiende wereldbevolking voldoende, goed en veilig voedsel te verschaffen. Die landbouw dient gebaseerd te zijn op goed functionerende ecosystemen binnen en buiten de landbouw. Het huidige oppervlak landbouwgebied in de wereld zou niet verder uitgebreid mogen worden, teneinde de druk op de nog overgebleven gebieden als savannen, oerwouden, steppen en toendra’s niet verder te vergroten. Om dit te kunnen realiseren dient internationale consensus te ontstaan over wereldwijde acties voor het verbeteren

van de productiviteit in de landbouw en het voorkomen van degradatie van bodems. Daarom dient traditionele, laag- productieve landbouw op potentieel hoogproductieve gronden productiever gemaakt te worden, in nauwe samenhang met het verbeteren van de levenssituatie van mensen in ontwikkelingslanden die van deze landbouw afhankelijk zijn. Gebieden die een hoge biodiversiteitswaarde bezitten of diensten leveren die moeilijk te vervangen zijn, zoals bijvoor- beeld CO2-opslag of de oogst van lokale bosproducten, worden hiervoor zoveel mogelijk ontzien. Daar is hoogproductieve

landbouw geen optie. In deze gebieden, evenals in gebieden met marginale landbouw in kwetsbare ecosystemen, wordt ingezet op het verminderen van de druk op het milieu door het verbreden van inkomstenbronnen van de lokale bevolking. Een forse productiviteitsstijging van de landbouw in ontwikkelingslanden is noodzakelijk, zonder de negatieve neven- effecten die dat in het verleden met zich meebracht. De jaarlijkse productiviteitsstijging op het huidige landbouwareaal in ontwikkelingslanden die nodig is om de wereldbevolking te voeden zal dan minimaal 1,6% moeten bedragen. Deze productiviteitsstijging is fors en is vergelijkbaar met die van de groene revolutie van de afgelopen decennia. Er is zelfs een stijging van naar eerste schatting 2,3% nodig, als ook nog 20 tot 30% van het beschikbare landbouwareaal voor biobrandstoffen zou worden benut.

Het is nog niet duidelijk welke technieken en methoden zo’n productiviteitsstijging in de landbouw tot stand zullen brengen. Sommige zijn wel voorhanden, maar worden niet toegepast vanwege hoge kosten, gebrek aan kennis en onvoldoende mogelijkheden tot toepassing in de lokale situatie. Er moeten ook nieuwe methoden en technieken ont- wikkeld worden. Er is een tweede groene revolutie nodig, die in tegenstelling tot de eerste wel binnen ecologische randvoorwaarden moet plaatsvinden. Een belangrijke uitdaging bij die groene landbouwrevolutie is een zuinig gebruik van zoet water, want tot nu toe ging productiviteitsstijging vaak gepaard met uitputting van grondwatervoorraden. Water is immers van vitaal belang voor het leven en de gezondheid van mensen en ecosystemen. Het duurzaam beheren van waterbronnen en tegengaan van vervuiling door onder andere de landbouw is daarom noodzakelijk.

Er wordt daarom niet alleen gekozen om in te zetten op of alleen hoog-technologische of alleen biologische landbouw. Het gaat vooral om een landbouw die de druk op het milieu vermindert en zo goed mogelijk aansluit bij de lokale situatie. In ieder geval dienen hoog-productieve gronden zo intensief mogelijk benut te worden teneinde voldoende ruimte te bieden aan de natuur. Een beperkte achteruitgang van de productiviteit van gronden die momenteel te intensief worden benut, is acceptabel. Daarnaast is ook overschakeling op niet-grondgebonden landbouw een middel om de druk op biodiversiteit te doen afnemen.

Zowel voor hoog-technologische als voor biologische landbouw is veel onderzoek nodig om een nieuwe groene revolutie tot stand te brengen. Voorbeelden hiervan zijn onderzoek naar natuurlijke ongediertebestrijding en bestuiving, naar het optimaal gebruiken van biodiversiteit voor verhoging van de landbouwproductie, naar de mogelijkheden om ook andere functies in landbouwgebieden te combineren en naar de ontwikkeling van nieuwe gewassen, die bijvoorbeeld bestand zijn tegen zout en droogte (via veredeling en biotechnologie). Daarbij is het van belang dat deze variëteiten breed kunnen worden toegepast en aan ontwikkelingslanden beschikbaar worden gesteld.

Voor een succesvolle groene revolutie in de landbouw is het noodzakelijk om de toegang tot genetisch materiaal beter te regelen dan nu het geval is. Enerzijds moeten daarbij de kennis van de lokale bevolking, maar ook de rechten op ontwikkelde biotechnologie voldoende beschermd worden, anderzijds moeten de resultaten van biotechnologie breed toegepast kunnen worden voor de productie van voedsel en medicijnen. Wie kennis, materiaal en technologie beschik- baar stelt via tijdelijke gebruikersovereenkomsten moet daar een billijke vergoeding voor krijgen. Bovendien is er wereldwijd toegankelijke informatie nodig over welk genetisch materiaal waar beschikbaar is.