• No results found

Thema Ruimtelijke Ordening

In document Natura 2000 Beheerplan 5. Duinen Ameland (pagina 150-154)

4.1 Plannen en Beleid

4.1.4 Thema Ruimtelijke Ordening

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) schetst het kabinet hoe

Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Het ruimtelijke en mobiliteitsbeleid wordt meer aan provincies en gemeentes

overgelaten. Hieronder valt bijvoorbeeld het landschapsbeleid. De Rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals een vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid.

Ameland behoort in de SVIR tot de regio Noord-Nederland, inclusief de Waddenzee. De regionale opgaven van nationaal belang zijn:

 Het versterken van de Energyport (Noord-)Nederland als internationaal energieknooppunt en kenniscentrum

 Het waar nodig verbeteren van de internationale achterlandverbindingen

 De ontwikkeling van een robuust kustlandschap en zoetwatersysteem ter

vergroting van de waterveiligheid en waterzelfvoorziening en het voorkomen van verdroging (met o.a. deelprogramma’s zoetwatervoorziening, IJsselmeer en Waddenzee van het Deltaprogramma

 Het tot stand brengen en beschermen van de (herijkte) EHS, inclusief de Natura 2000-gebieden en het Werelderfgoed (de Waddenzee).

Met name de laatste twee opgaven zijn ook van toepassing op Ameland. De Waddenzee wordt in de SVIR ook nog beschreven als een onderdeel van het Europese Natura 2000-netwerk en van het herijkte Natuurnetwerk Nederland. Bovendien is de Waddenzee door Unesco aangewezen als natuurlijk werelderfgoed. Het integrale beleid van het Rijk voor de Waddenzee staat weergegeven in de Structuurvisie Derde Nota Waddenzee (zie paragraaf 4.1.2).

Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening (Barro)

In het Barro zijn de rijksregels ten aanzien van de ruimtelijke inrichting van

Nederland verzameld. De hierboven omschreven nationale belangen uit de SVIR zijn juridisch verankerd in de Barro. Het bevat regels die de beleidsruimte van andere overheden ten aanzien van de inhoud van ruimtelijke plannen inperken, daar waar nationale belangen dat noodzakelijk maken. De decentralisatie van het Rijk naar de provincies van de verantwoordelijkheid voor ruimtelijke begrenzing en

beschermingsregime van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS) is ook in het Barro opgenomen.

Provinciaal Streekplan (‘Om de kwaliteit fan de romte’)

In dit plan van de Provincie Fryslân is veel rijksbeleid vertaald in provinciaal beleid en wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de provincie aangegeven. Daarmee geeft het streekplan sturing aan de uitvoering van provinciaal en regionaal beleid, bijvoorbeeld bij subsidieverlening. Het streekplan is ook integratiekader voor andere provinciale plannen met ruimtelijke aspecten. Daarnaast is het streekplan juridisch toetsingskader voor gemeentelijk ruimtelijk beleid, zoals bij de beoordeling van bestemmingsplannen. Het streekplan is dus zowel ontwikkelingsgericht, sturend als toetsend.

Kenmerkend voor alle gebruiksvormen op de eilanden is de druk op de schaarse ruimte. Bij nieuwe functies en bij uitbreiding van bestaande functies moet

voortdurend een afweging plaatsvinden ten opzichte van natuurlijke en landschappelijke waarden.

De bijzondere waarden maken de Waddeneilanden (inter)nationaal bekend en vormen een belangrijke bron voor recreatie en toerisme. De recreatieve sector zorgt voor de meeste werkgelegenheid en inkomsten op de eilanden.

Economie, verkeer en vervoer

In de dorpen is ruimte voor wonen en werken, afgestemd op de eilander situatie. De provincie zal samen met de gemeente en waterkeringsbeheerders een streekplan- uitwerking opstellen waarin nader beleid wordt geformuleerd voor bebouwing op het eiland, rekening houdend met alle zich voordoende belangen.

De benodigde ontwikkelingsruimte voor wonen en werken is aanwezig, waarbij zoveel mogelijk eerst locaties binnen bestaand bebouwd gebied worden benut en pas daarna naar uitbreidingsruimte wordt gezocht. Bij noodzakelijke uitbreidingen wordt aangesloten op de eilander bouwwijze, bebouwingsdichtheid en lokale vraag, zodat ook het ruimtebeslag zo beperkt mogelijk is. Er is ruimte voor

stedenbouwkundige kwaliteits- verbetering, voor eigentijdse bouwvormen en inrichtingswijzen die aan de eilander karakteristiek nieuwe kwaliteiten toevoegen. Er is geen ruimte voor grootschalige ontwikkelingen op Ameland. Woningbouw wordt in of aansluitend aan de dorpen geconcentreerd. Vooral Nes heeft een

concentratiefunctie voor wonen, recreatie en plaatsgebonden bedrijvigheid. Bedrijvigheid wordt geconcentreerd in de polder bij de pier waarbij aandacht wordt geschonken aan de ruimtelijke kwaliteit van deze entree van het eiland.

De provincie is tegen nieuwe opsporing en nieuwe winning van gas op het eiland.

Recreatie en toerisme

De Waddeneilanden zijn één van de toeristische topattracties van Nederland. Vanuit de provincie wordt daardoor ingezet op verdere recreatieve ontwikkeling van het gebied.

Kwaliteitsverbetering van de recreatie is nodig om concurrerend te kunnen blijven ten opzichte van alternatieve bestemmingen.

Ontwikkeling van recreatie en toerisme zijn dan ook voor de sociaaleconomische positie van de Waddeneilanden van cruciaal belang. Ook voor de sector zelf is het daarbij belangrijk dat recreatieve ontwikkelingen zijn afgestemd op de hoge landschappelijke en natuurlijke waarden van de Waddeneilanden. Binnen het

algemene principe van stabilisatie van de totale recreatiedruk per Waddeneiland –op basis van de daarover in het verleden gemaakte afspraken– is er op Terschelling en Ameland zowel kwantitatieve als kwalitatieve ontwikkelingsruimte. Voor Ameland geldt wel dat de ontwikkelruimte voor nieuwe toeristische capaciteit gekoppeld is aan de verbetering van de landschappelijke/natuurlijke kwaliteiten, met name in de binnenduinrand. Een kwaliteitsverbetering van de entree van het eiland verhoogt de toeristische attractiviteit en de landschappelijke kwaliteit van het eiland. Verder is er mee samenhang tussen recreatieve voorzieningen gewenst door de concentratie van voorzieningen en door een verbetering van de recreatieve routestructuur. Hiervoor is een totaalvisie op de recreatie voor het gehele eiland gewenst.

Een belangrijk aandachtspunt is de recreatieve draagkracht van de natuurgebieden: de ontwikkelingsmogelijkheden zijn mede afgestemd op een aanvaardbare

recreatiedruk op kwetsbare natuurwaarden. Naast plaatselijke recreatiedruk gaat het daarbij ook om de totale recreatiedruk.

In verband met veiligheidseisen en doelstellingen vanuit de natuur, is permanente strandbebouwing ongewenst. Uitzondering zijn de aangewezen locaties voor

toegestaan, en wel aan de einden van de Oranjeweg te Hollum, de Strandwegen bij Ballum, Nes en Buren.

De Provincie Fryslân heeft samen met de andere waddenprovincies, de gemeenten en het Rijk een Actieplan Vaarrecreatie opgesteld met daarin een integraal beleid voor de vaarrecreatie op de Waddenzee. Van belang hierbij is o.a. de

havencapaciteit, ruimte, veiligheid en kwaliteit van de jachthavens, de beheersing van de effecten van de vaarrecreatie op de natuurwaarden in de Waddenzee en de geleiding van recreantenstromen naar alternatieve vaardoelen.

Landbouw

De landbouw op de Waddeneilanden, en dus ook op Ameland, is nog steeds een belang- rijke economische en landschappelijke drager. Een deel van de

landbouwbedrijven is grootschalig. De productiestructuur is grotendeels gericht op melkveehouderijen en staat onder druk, doordat de mogelijkheden voor verdere schaal- vergroting beperkt zijn en de eilander situatie zorgt voor hogere

productiekosten (aan- en afvoer van producten naar de vaste wal). Voor de landbouw op de eilanden is het perspectief (naast adequate

schaalvergroting) vooral gericht op verdere verbreding en verdieping. Nieuwe vormen van gemengd bedrijf met onder meer recreatie, natuureducatie, verwerking van eigen producten en verduurzaming van de landbouw in combinatie met natuur- en landschapsbeheer, passen binnen dit perspectief.

Kenmerkend voor alle gebruiksvormen op de eilanden is de druk op de schaarse ruimte. Bij nieuwe functies en bij uitbreiding van bestaande functies moet voortdurend een afweging plaatsvinden ten opzichte van natuurlijke en landschappelijke waarden.

Voor Ameland is het van belang dat de polder in agrarisch gebruik blijft. Zowel voor de sector zelf als voor natuur (weidevogels en ganzen), landschap en recreatie, is een duurzaam landbouwperspectief van belang. De landbouwsector neemt

initiatieven voor verbetering van het ontwikkelingsperspectief van de agrariërs. De provincie en de gemeente zijn hierin ondersteunend.

Natuur en landschap

De natuurgebieden op Ameland zijn aangewezen als Vogel- en

Habitatrichtlijngebieden die vallen onder Natura 2000, de overige delen zijn overige beheergebied. Het beheerplan van het Natura 2000 gebied zal medebepalend zijn voor het ruimtegebruik op de eilanden.

Het behoud van de huidige landschappen is van belang voor de gevarieerde natuurwaarden. De landschappelijke- en natuurwaarden bepalen de

ontwikkelingsmogelijkheden voor de andere functies op het eiland.

Natuurcompensatie op het eiland wordt primair op het eiland zelf gerealiseerd.

Water en milieu

Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt rekening gehouden met de benodigde reserveringszones voor versterking van de zeekeringen (duinen en dijken) en met de omvang van het dijkringgebied (binnendijks). Op het Waddeneiland wordt langs de smalle duinen en dijken een binnen- en buitendijkse reserveringzone vastgelegd van 200 en 125 meter. Langs de brede duinen met primaire waterkering in de zeereep buitendijks een zone van 200 meter en binnendijks een zone van 125 meter. Langs de brede duinen zonder primaire waterkering in de zeereep zal dit meegenomen worden in de streekplanuitwerking voor de Waddeneilanden. Voor de drinkwaterwinning op Ameland wordt gekeken naar alternatieven voor de wadleiding, zodat het eiland zelfvoorzienend wordt. Bij het zoeken naar geschikte

aanvullende locaties voor waterwinning op het eiland vindt afstemming plaats met andere gebruiksvormen en functies.

Structuurvisie Ameland

In mei 2010 is de Structuurvisie Ameland (Inbo, 2010) opgesteld. In deze

structuurvisie is het huidige gemeentelijk beleid integraal vertaald en wordt de visie voor de ontwikkeling van Ameland in de komende 10 jaar beschreven. De

structuurvisie zelf bevat geen juridisch bindende normen, maar dient wel als een integraal ruimtelijk kader voor de actualisatie van de bestemmingsplannen.

De integrale opgave voor de structuurvisie is om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken, passend binnen de bestaande kwaliteiten. Dit betekent, gelet op de Natura 2000-doelstellingen, o.a.:

 de bestaande ruimtelijk-functionele structuur als duurzame onderlegger voor de toekomst;

 duurzaam medegebruik van EHS- en Natura 2000-gebieden in overeenstemming met het natuurbeleid, geldende uitgangspunten en in samenwerking met

beheerders en eigenaren;

 het respecteren van eilander gebruiken;

 zonering ten behoeve van een duurzaam landbouwperspectief.

De bestaande ruimtelijk functionele structuur van Ameland dient als onderlegger voor het toekomstbeeld van de gemeente. Ontwikkelingsperspectieven voor de professionele landbouw zal in hoofdzaak geconcentreerd zijn en blijven aan de zuidzijde van de verbindingsweg in de polders. Voor de landbouw wordt wel een interne zonering voorgestaan, waarbij vermenging van hobbyboeren en

professionele landbouw wordt tegengegaan. De definitieve zonering wordt pas gemaakt, nadat het Natura 2000-beheerplan voor Ameland is vastgesteld en de mogelijke gevolgen voor Natura 2000 voor de landbouwsector bekend zijn.

Ontwikkelingsperspectieven voor toerisme en recreatie zijn en blijven hoofdzakelijk aan de noordzijde van de verbindingsweg en in de kernen.

Ten aanzien van de natuurwaarden verwijst de structuurvisie naar de classificaties van de provincie, die mogelijkheden bieden voor recreatief medegebruik van EHS- en Natura 2000-gebieden. Voor het behoud en ontwikkeling van de toeristisch- recreatieve structuur op Ameland zijn o.a. twee themagerichte zoekgebieden aangewezen. Met name het zoekgebied ten noordoosten van Hollum ligt deels binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebieden.

Natuurbeleidsplan

Door de gemeente Ameland is in 2001 een Natuurbeleidsplan opgesteld. Het doel van dit plan was om “te komen tot een dialoog over de mogelijkheden en

beperkingen in de natuur op Ameland. Hierbij dienen de eilander gebruiken een duidelijke plaats te krijgen. Er wordt gestreefd naar samenwerking tussen de verschillende partijen. Dit zal, voor zover deze nog niet aanwezig is, moeten leiden tot een duurzame natuur op Ameland”. In het plan is o.a. de gemeentelijke visie t.a.v. Vogel- en Habitatrichtlijngebieden opgenomen, waaronder een aantal voorwaarden bij de afweging van een verzoek om vrijstelling, wijziging of een aanlegvergunning binnen een in het kader van Natura 2000 aangewezen gebied. De gemeente is betrokken bij het opstellen van het Natura 2000-beheerplan en brengt de punten m.b.t. Natura 2000 uit het Natuurbeleidsplan, voor zoverre deze nog relevant zijn, in het Natura 2000-beheerplanproces.

Bestemmingsplannen

Het gemeentelijk beleid is vastgelegd in bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan is het centrale document dat het grondgebruik regelt, dat bindend is voor zowel overheid als burger en waarin de gemeente Ameland (onderdelen van) de

structuurvisie juridisch verankert. Voor de Natura 2000-gebieden op Ameland is dit geregeld in het bestemmingsplan buitengebied.

Het bestemmingsplan buitengebied heeft betrekking op grond buiten de bebouwde kom van de dorpen op het eiland. Een deel heeft een agrarische bestemming en een ander deel bestemming natuur of recreatie.

De gemeente Ameland is bezig met de voorbereiding van een nieuw

bestemmingsplan voor het buitengebied. Op dit moment zijn het bestemmingsplan Waddengebied en het bestemmingsplan Buitengebied nog relevant.

Het bestemmingsplan Waddengebied (1986) is een gezamenlijk bestemmingsplan van 4 gemeenten. De hoofdoelstelling is het behoud en waar mogelijk het herstel van het karakter van de Waddenzee als een gebied met overheersende natuurlijke en landschappelijke waarden en rust, waar plaatsgebonden menselijke activiteiten voorkomen.

Met betrekking tot het landschap is deze algemene doelstelling als volgt uitgewerkt : de huidige verschijningsvorm van het gebied mag door menselijke activiteiten niet ingrijpend gewijzigd worden. Hiermee wordt niet alleen beoogd het landschap van stroomgeulen, prielen en platen in stand houden, maar ook horizonvervuiling door omvangrijke grootschalige en ‘gebiedsvreemde’ bouwwerken tegen te gaan. Het bestemmingsplan Buitengebied (1997) gaat uit van de hoofddoelstelling: behoud, herstel en/of ontwikkeling van de verschillende karakteristieke

landschapstypen (stranden, duinen, kwelders, polders en binnenduinrandzone) en waarborgen van de dynamiek daarbinnen. Vanuit landschap wordt onder andere gesteld, dat toekomstige ontwikkelingen/inrichtingen na een gedegen afweging met de natuur en landschapswaarden eventueel inpasbaar zijn.

nota Waddenzee (zie paragraaf 4.1.2) inclusief de uitwerkingen daarvan in de convenanten Vaarrecreatie en Beheer en Ontwikkeling en het provinciaal streekplan ‘Om de kwaliteit van de romte’ (provincie Fryslân, 2007). Deze bepalen in

belangrijke mate de integrale afweging van functies en daarmee het totaalbeeld en karakter van het eiland.. Beide nota’s leggen kaders vast voor behoud en

ontwikkeling van Ameland op het gebied van landschap en de ruimtelijk-functionele inrichting.

In document Natura 2000 Beheerplan 5. Duinen Ameland (pagina 150-154)