• No results found

Activiteiten met een (mogelijk) significant effect

In document Natura 2000 Beheerplan 5. Duinen Ameland (pagina 169-173)

4.4 Toetsing en beoordeling van de huidige activiteiten

4.4.3 Activiteiten met een (mogelijk) significant effect

Voor Ameland zijn er een aantal activiteiten, die in de globale toets beoordeeld als (mogelijk) significant negatief op de instandhoudingsdoelstellingen. Hierbij is een onderscheid te maken naar een negatief op de habitattypen en op de

(broed)vogelsoorten. In de volgende paragrafen zal worden die effecten op respectievelijk de habitattypen en de vogelsoorten.

Negatieve effecten op habitattypen

De onderstaande activiteiten (met het bijbehorende nummer uit de groslijst Bestaand Gebruik) kwamen in de globale toets naar voren als zijnde met een (mogelijk) negatief effect op embryonale en witte duinen.

Deelgebied Noordzeekustzone: Habitattypen en -soorten

Nr. activiteit Welke habitattypen

133 Oerdritten Embryonale duinen 239 Strandrijden Embryonale duinen

241 Crossen Embryonale duinen

Voor het effect van deze activiteiten is het gewenst om mitigerende maatregelen door te voeren ter bescherming van de genoemde habitattypen, maar ook om deze activiteiten doorgang te kunnen laten vinden. Overigens staan deze activiteiten niet op zichzelf, maar krijgen dezelfde mitigerende maatregelen als de vele

strandactiviteiten, die afzonderlijk allemaal een beperkt negatief effect hebben (zie paragraaf 4.4.4).

Ter bescherming van de embryonale en witte duinen worden mitigerende maatregelen voorgesteld voor 2 locaties, te weten op het Groene strand tussen strandpaal 5 en 7 en op de Hon ten oosten van strandpaal 23.

Voor het Groene strand geldt nu al een afsluiting van het gebied voor voertuigen. Dit gebeurt ten behoeve van de broedende vogels, maar ook voor gevoelige vegetaties. Deze afsluiting is ook ten gunste van embryonale duinen, die daar ontstaan. Er is voor de voertuigen een rijroute beschikbaar onder tussen de zeereep en het afgesloten groene strand. Deze rijroute ligt tussen strandpaal 5 en 7 onder aan de duinvoet van de zeereep.

Ten aanzien va de Hon wordt voorgesteld om het rijden met voertuigen alleen toe te staan onder de hoogwaterlijn, langs de zee, over het Noordzeestrand. Tot nu toe mag er daar volgens de APV tot aan de duinvoet gereden worden. Dat zijn de kwetsbare gebieden, waar embryonale en witte duinen voorkomen. Door het rijden met voertuigen te beperken tot onder de hoogwaterlijn op het Noordzeestrand worden deze gebieden beter beschermd. Door deze mitigerende maatregel wordt het grootste deel van de Hon gevrijwaard van verstoring van embryonale

duinontwikkeling, maar deze maatregel is ook gunstig voor strandbroeders aldaar en voor overtijende vogels op de zuidzijde van de Hon .

Conclusie: Met de voorgestelde mitigerende maatregelen ten aanzien van het

Groene strand (strandpaal 5 – 7) en de Hon (ten oosten van strandpaal 23) kunnen de bovengenoemde activiteiten met voertuigen op het strand doorgezet worden, zoals beschreven in de lijst bestaand gebruik.

Negatieve effecten op (broed)vogelsoorten

Hier zijn meerdere activiteiten in de globale toets beoordeeld als zijnde met een (mogelijk) beperkt negatief effect voor vogels. In het onderstaande overzicht worden deze activiteiten aangegeven. Daarbij is meteen een groepering aangebracht. Een aantal activiteiten vinden nu al met toestemming van de

gemeente of terreinbeheerder plaats. Daar is een aanscherping bij het verlenen van de toestemming gewenst. Verder zijn er nog losse activiteiten, die om mitigerende maatregelen vragen.

Activiteiten, welke met toestemming van de gemeente of de

terreinbeherende instantie plaatsvinden (113, 120, 143, 145, 153 en 155). Activiteiten met een gemeentelijke vergunning

Nr. activiteit Welke vogelsoorten

113 GPS/survivaltochten Meerdere, in duinen en op strand

143 Schatgraven Meerdere

145 Speurtochten Meerdere

153 Opdrachttochten en survival Meerdere 155 Teambuildingsactiviteiten Meerdere

Voor deze activiteiten wordt jaarlijks toestemming afgegeven door de gemeente Ameland of de terreinbeherende instantie. Tijdens de globale toetsing werd door de projectgroepleden gemeld dat bij deze toestemming niet tot weinig geregeld is over de omvang en de locaties. Enige bijsturing van deze activiteiten bij de toestemming is gewenst om de (significante) effecten zo klein mogelijk te houden.

Als mitigerende maatregelen bij deze activiteiten wordt dan ook de voorwaarde gesteld dat bij de toestemming door gemeente en/of terreinbeheerders ook de omvang en de locaties gereguleerd worden.

Het is nu niet altijd duidelijk wie de toestemming verleent of moet verlenen. De gemeente en de terreinbeherende organisaties gaan hierover in overleg.

Conclusie : Met de mitigerende maatregel, dat bij de toestemming door de

gemeente of terreinbeherende organisatie ook sturing wordt gegeven aan de omvang en de locatie van de activiteiten, worden effecten van de activiteiten 113, 120, 143, 145, 153 en 155 niet meer als significant beschouwd en kunnen deze activiteiten, zoals beschreven in de lijst bestaand gebruik, voortgezet worden. Overige activiteiten met een (mogelijk) significant negatief effect op (broed)vogels

Overige activiteiten met een mogelijk significant effect

Nr. activiteit Welke vogelsoorten

49 Opruimen zwerfvuil e.d. Strandplevier en dwergstern

115 Honden uitlaten Bontbek- en strandplevier en dwergstern 239 Strandrijden Bontbek- en strandplevier, dwergstern en

trekvogels

240 Jeeptocht Bontbek- en strandplevier, dwergstern en trekvogels

241 Crossen Bontbek- en strandplevier, dwergstern en trekvogels

Activiteit 49 Het opruimen van zwerfvuil, inclusief klein onderhoud op het strand

Deze activiteiten kunnen verstorend zijn voor de broedgevallen van de strandplevier en de dwergstern. Overigens is het opruimen van zwerfvuil ook ten dienste van natuur- en milieubelang. In de globale toets is het effect van deze activiteit op beide broedvogels als significant beoordeeld. Als mitigerende maatregel wordt gedacht aan de bescherming van de broedgebieden en ook het tijdstip waarop deze activiteit plaatsvindt. Wanneer dit plaatsvindt buiten het broedseizoen, dan is de verstoring uiteraard minder significant. Verder wordt qua mitigerende maatregel ook

aangesloten bij het beter beschermen van de broedgebieden door deze tijdelijk af te zetten op het strand. In de cumulatietoets (zie paragraaf 4.4.4) zijn er nog meer activiteiten, die om deze mitigerende maatregel vragen. Voor een uitgebreidere beschrijving van de beoogde mitigerende maatregelen wordt dan ook verwezen naar paragraaf 4.4.6.

Activiteit 115 Het uitlaten van honden

Het uitlaten van honden, met name als ze los lopen, is verstorend voor broedvogels. Voor duinen geldt nu al een regel dat de honden in de duinen aan de lijn moeten. In de duinen bij Ballum is een gemarkeerd losloopgebied voor honden aanwezig. Verder is het uitlaten van loslopende honden alleen toegestaan in de bossen en op het strand.

De regel dat de honden in de duinen aan de lijn horen, is voldoende, maar de naleving van deze regel, dus de handhaving is niet voldoende. Hier zal sterker op gestuurd moeten worden, zodat het uitlaten van loslopende honden in de duinen minder significant is.

Het uitlaten van honden op het strand is, met name als ze los lopen, verstorend voor broedvogels op het strand en vogels op hoogwatervluchtplaatsen. Op zichzelf is deze vorm van verstoring significant, waarvoor mitigerende maatregelen wenselijk zijn.

Eén van de mitigerende maatregelen is dat op het Groene Strand en vanaf paal 23, oostwaarts, de honden hier aan de lijn moeten om verstoring van broedgevallen en overtijende vogels te beperken.

Maar er zijn ook andere activiteiten, die op een zelfde manier verstorend zijn. Al deze activiteiten, inclusief het uitlaten van honden (115), worden meegenomen in de cumulatietoets (zie paragraaf 4.4.4). Voor deze activiteiten, die een effect hebben op broedvogels en overtijende vogels op hoogwatervluchtplaatsen, zijn mitigerende maatregelen voorgesteld. Hierbij gaat het om het beschermen van broedgebieden of hoogwatervluchtplaatsen. Voor een uitgebreidere beschrijving van de beoogde mitigerende maatregelen wordt dan ook verwezen naar paragraaf 4.4.6.

Conclusie: Met de mitigerende maatregelen Honden aan de lijn ten oosten van

strandpaal 23 en een betere handhaving van de bestaande regel dat de honden in de duinen aan de lijn moeten, worden de activiteit het uitlaten van honden (115) niet meer als significant beschouwd en kan de activiteit, zoals beschreven in de lijst bestaand gebruik, voortgezet worden

Activiteiten 239, 240 en 241 motorvoertuigen op het strand

Motorvoertuigen mogen in de regel van 15 september tot 01 mei op het strand rijden. Hierbij zijn geen routes van toepassing, behalve tussen strandpaal 5 en 7, het Groene strand. Ook mogen deze voertuigen nu rijden over de gehele breedte van het strand tot aan de duinvoet van de zeereep. Met name dit laatste is de reden dat deze activiteiten als significant beoordeeld zijn in de globale toets.

Er zijn dan ook mitigerende maatregelen gewenst om de effecten van deze vormen van strandrijden kleiner te maken. Daarom wordt voorgesteld om ten oosten van strandpaal 23 het strandrijden alleen toe te staan op het strandgedeelte onder de hoogwaterlijn. Hierdoor zijn de hoger gelegen delen van het strand tot aan de duinvoet beter beschermd en kunnen deze stranddelen zich ongestoord verder ontwikkelen met broedvogels en o.a. embryonale duinen.

Daarnaast geldt dat deze activiteiten, samen met andere activiteiten op het strand in de cumulatietoets (zie paragraaf 4.4.4) vragen om mitigerende maatregelen. Voor al deze activiteiten, die een effect hebben op broedvogels en overtijende vogels op hoogwatervluchtplaatsen, zijn mitigerende maatregelen voorgesteld. Hierbij gaat het om het beschermen van broedgebieden of hoogwatervluchtplaatsen. Voor een uitgebreidere beschrijving van de beoogde mitigerende maatregelen wordt dan ook verwezen naar paragraaf 4.4.6.

Mitigerende maatregel: Voor de activiteiten 239, 240 en 241 Motorvoertuigen op het strand wordt als specifieke mitigerende maatregel voorgesteld dat ten oosten van strandpaal 23 het strandrijden alleen toegestaan is onder hoogwaterlijn. Verder

wordt als algemene mitigerende maatregel voor alle strandactiviteiten in de cumulatietoets voorgesteld om broedgebieden en hoogwatervluchtplaatsen te beschermen tegen verstoring van de vogels. Voor een uitgebreidere omschrijving van deze algemene mitigerende maatregel wordt verwezen naar paragraaf 4.4.6.

Conclusie: Met deze mitigerende maatregelen worden de effecten van de activiteiten

239, 240 en 241 niet meer als significant beschouwd en kunnen ze, zoals beschreven in de lijst bestaand gebruik, voorgezet worden.

In document Natura 2000 Beheerplan 5. Duinen Ameland (pagina 169-173)