• No results found

Deelgebied 3b Voormalig washovercomplex Neerlands Reid / Noordzijde Kooi

In document Natura 2000 Beheerplan 5. Duinen Ameland (pagina 113-117)

3.5 Landschapsecologische beschrijving

3.5.5 Deelgebied 3b Voormalig washovercomplex Neerlands Reid / Noordzijde Kooi

Ecologische gebiedsbeschrijving

Anders dan het voormalig washovercomplex Zwanewaterduinen / Hagedoornveld werd dit gebied vermoedelijk gedomineerd door overstroming vanuit de Waddenzee, toen het nog een schaars of niet begroeide vlakte was in het begin van de 19e eeuw.

De slikafzettingen reikten hier veel verder naar het noorden dan in het westelijke washovercomplex. Pas na de aanleg van de Kooi - Oerdstuifdijk tussen 1882 en 1893, groeiden natuurlijke duinreeksen aan de noordzijde aan. Ook hier is in de huidige situatie geen sprake meer van actieve washoverprocessen. Het

oorspronkelijke washovercomplex is getransformeerd tot een natuurlijk kweldergebied, in de luwte van een complex van stuifdijken en natuurlijke duinreeksen. Het basispatroon hiervan is vastgelegd bij de aanleg van de Kooi - Oerdstuifdijk en in de 60-er jaren van de vorige eeuw nog eens bevestigd met door een nieuwe stuifdijk aan de Noordzeezijde. In de 90-er jaren is tenslotte nog een beschoeiing langs de zuidzijde van het Neerlands Reid aangelegd om verdere afkalving te voorkomen.

De huidige situatie is weergegeven in Figuur 3.47. In feite heeft dit gebied zich nu ook als duinboogcomplex ontwikkeld, evenals het voormalige washovercomplex ter hoogte van de Zwanewaterduinen. Het verschil met de Zwanewaterduinen is dat in hier een geleidelijke overgang naar een aansluitend kweldergebied ligt en vandaar vervolgens naar de slikplaten en het open water van de Waddenzee.

Het Neerlands Reid is een goed voorbeeld van een begraasde eilandkwelder. Van zuid naar noord is een fraaie zonering aanwezig van de lage kwelder (= habitatype H1310A zilte pionierbegroeiingen (zeekraal) naar de hoge kwelder (= habitattype H1330A schorren en zilte graslanden). Dat wil zeggen: van

zeekraalgemeenschappen via kweldergras- en lamsoorvegetaties naar

plantengemeenschappen met Engels gras, zilte rus en melkkruid. Hogerop vindt men tenslotte de brakke graslandvegetaties met fioringras, rood zwenkgras, aardbeiklaver, rode ogentroost en hier en daar rode bies. Daarnaast zijn er goed ontwikkelde microgradiënten langs de slenken aanwezig met op de oeverwallen

schorrenkruid in de lagere delen en zeealsemvegetaties hoger op de kwelder. Tenslotte zijn aan de randen van de lage duintjes nog elementen van

pioniervegetaties met zeevetmuur (= habitatype H1310B zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur)) aanwezig met behalve de naamgevende soort o.a. Deens lepelblad en kattendoorn.

A

B

Figuur 3.47. Voormalig washovercomplex Neerlands Reid in 2014 met (boven) hoogtekaart en onder) luchtfoto.

Mogelijk van nog groter belang is de ornithologische functie van het Neerlands Reid. Het gebied is belangrijk als broedgebied voor o.a. eidereend, kluut, visdief en noordse stern. Voor soorten als grauwe ganzen, scholeksters, bergeenden, smienten en doortrekkende steltlopers als rosse grutto’s, wulpen, zwarte ruiters,

groenpootruiters en steenlopers dient het gebied als slaapplaats en/of foerageergebied. Voor o.a. brandganzen, rotganzen, bontbekplevieren,

zilverplevieren en bonte strandlopers dient het gebied regelmatig als hoogwatervluchtplaats.

Het aangrenzende duingebied ten noorden van de Kooi - Oerdstuifdijk bestaat uit lange oost - west georiënteerde duinreeksen met tussenliggende voormalige primaire valleien. Na sluiting van de Kooi - Oerdstuifdijk zijn tussen 1900 en 1935 aan de oostzijde vanaf paal 19 een aantal parallelle ruggen ontstaan die zich in het oosten langs de noordzijde als nieuwe duinbogen rond de Oerderduinen zijn gaan krommen. Ook hierbij zijn nieuwe valleien afgesnoerd. In de meest noordelijke vallei daarvan kan bij hoge tijen een grote hoeveelheid zout water vanaf de oostzijde naar binnen stromen.

In 2007 zijn aanzienlijke delen van deze valleien door de beheerder (It Fryske Gea) geplagd. Hier zijn fraaie pioniervegetaties ontstaan met veel soorten uit het

dwergbiezenverbond en de associatie van strandduizendguldenkruid en

krielparnassia (= habitattype H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk)). De droge duinen zijn in het algemeen vrij soortenarm. Naast dichte helmvegetaties komen op veel locaties duindoornstruwelen voor maar ook struwelen van grauwe wilg. In de zeereep zijn kerven in de stuifduin langs de zeereep gemaakt om binnenwaartse verstuiving op gang te brengen.

Hydrologie van deelgebied 3b Voormalig washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk

In de noordwestelijke punt van het kweldergebied van het Neerlands Reid, die is ingesloten door twee duinruggen ( Kooiduinen en Kooi - Oerdstuifdijk) worden op basis van gemeten grondwaterstanden en hoogteligging, kwelrijke omstandigheden verwacht. Grondwater afkomstig van zowel de Kooiduinen als van het duingebied van de stuifdijk kan hier tot afstroming komen (zie ook Figuur 3.44 en bijdragen aan een gradiëntrijk milieu van zoet kwelwater overgaand in brak/zout

oppervlaktewater.

Habitattypen in deelgebied 3b Voormalig washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk

Binnen het deelgebied voormalig washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk komen op Ameland de volgende habitattypen voor (zie ook de ecologische gebiedsbeschrijving voor de context). Figuur 3.48

H1310A zilte pionierbegroeiingen (zeekraal), H1330A schorren en zilte graslanden (buitendijks), H2120 witte duinen*, H2160 duindoornstruwelen*, H2170

Kruipwilgstruwelen*. *= ook zoekgebied (Zg)

Pagina 116 van 485 Beheer en recente maatregelen in deelgebied 3b Voormalig

washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stu Beheer en recente maatregelen in deelgebied 3b Voormalig

washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk (Figuur 3.49)

 Het Neerlandsreid wordt samen met de Kooiduinen begraasd.

 In een aantal valleien ten noorden van de Kooi – Oerd stuifdijk is struweel verwijderd en is geplagd.

 In de zeereep zijn kerven aangebracht om de verstuiving te bevorderen en de dynamische ontwikkeling van de duinen te stimuleren.

Figuur 3.48. Overzicht van de habitattypen in deelgebied 3b Voormalig washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk.

Figuur 3.49. Overzicht van het beheer in het voormalig washovercomplex Neerlands Reid / noordzijde Kooi – Oerd stuifdijk.

In document Natura 2000 Beheerplan 5. Duinen Ameland (pagina 113-117)