• No results found

Stroomgebieden en waterlopen

DEEL B - VERANTWOORDING

7.3 Bedrijven en milieuzonering

7.9.1 Stroomgebieden en waterlopen

Het gehele plangebied ligt in het stroomgebied van de Dommel en behoort zowel kwalitatief als kwantitatief tot het beheersgebied van Waterschap de Dommel. In het gebied liggen diverse water-gangen waarvan De Dommel de enige hoofdwatergang is. De andere waterwater-gangen zijn grotendeels kleine perceelsloten, maar er liggen ook twee grotere zijwatergangen (DL 29 en DL 31). De perceelslo-ten monden groperceelslo-tendeels uit op deze twee zijwatergangen die vervolgens perceelslo-ten noorden van het plan-gebied, ter hoogte van de Dommelseweg, uitmonden in de Dommel. De kleine perceelsloten functio-neren alleen in natte tijden ten behoeve van de afwatering en ontwatering van de agrarische percelen gedurende korte perioden.

Buiten het plangebied ligt een monumentale watermolen, te weten de Dommelsche Watermolen.

Deze ligt op de oever van de Dommel ter hoogte van de Dommelseweg. De watermolen is voorzien van een stuw die het waterpeil in de Dommel in de zomer op 22,85 meter en in de winter op 23,00 meter boven NAP houdt.

7.9.2 Oppervlaktewaterkwaliteit

Zowel watergang DL 29 als DL 31 (zie figuur watersysteem Valkenswaard-Zuid) vervult een rol bij de afwatering van het stedelijk gebied van Valkenswaard door overstortwater te ontvangen uit het ge-mengde rioolstelsel. De overstort die loost op DL 29 wordt uiteindelijk gesaneerd. Achter de andere

overstort is een Berg Bezink Basin (BBB) gebouwd, die dusdanig is gedimensioneerd dat 50% van de vuillast wordt afgevangen en niet in het oppervlaktewater terechtkomt. Daarnaast moeten nog ande-re maatande-regelen worden uitgevoerd die uiteindelijk de vuilvracht nog meer ande-reduceande-ren en de overstort-frequentie verlagen naar eens in de twee jaar. De huidige bebouwing in het buitengebied is aangeslo-ten op de drukriolering. Bij drukriolering wordt alleen vuilwater via de riolering afgevoerd. Regenwa-ter wordt afgevoerd via een stelsel van greppels en waRegenwa-tergangen. Het afvalwaRegenwa-ter van de gemengde riolering wordt verder naar de rioolwaterzuivering Eindhoven-Noord verpompt.

Gegevens over de waterkwaliteit in de waterlopen van het plangebied zijn noch bij de gemeente Val-kenswaard, noch bij Waterschap De Dommel beschikbaar. Alleen de waterkwaliteit in de Dommel zelf wordt bemeten. Daaruit blijkt dat met name de concentraties zware metalen veel te hoog zijn en dus niet aan de norm voldoen. Daarnaast is het water ook nutriëntrijk (eutroof). Wat betreft de concentra-tie zuurstof en de zuurgraad voldoet het Dommelwater wel aan de norm.

7.9.3 Waterberging

In het Nationaal Bestuursakkoord Water is afgesproken dat het Waterschap de taak heeft om haar watersysteem in 2015 op orde te hebben en tot 2050 op orde te houden. Dit is verder uitgewerkt in het reconstructieplan en de waterbergingsvisie waarin het plangebied de functie “in te richten water-bergingsgebied” heeft toegewezen gekregen, zie figuur ‘Reconstructieplan Boven-Dommel. In deze figuur zijn tevens de bestaande/historische inundatiegebieden weergegeven. Beide gebieden zijn vast-gelegd in de Reconstructieplannen.

In het Structuurplan Valkenswaard-Zuid is ook ruimte geboden aan natuur en regionale waterberging.

Hiermee sluit het structuurplan aan bij het Streekplan van de Provincie Noord-Brabant, het reconstruc-tieplan ‘Boven Dommel’ en de Waterbergingsvisie van Waterschap De Dommel. De gemeente Val-kenswaard en Waterschap De Dommel hebben voor het deelgebied ‘Dommeldal en Het Broek’ geza-menlijk een inrichtingsvisie opgesteld, waarin de verschillende doelstellingen in het gebied optimaal een plaats hebben gekregen. Als vervolg op de inrichtingsvisie wordt een Programma van Eisen opge-steld voor het onderdeel waterberging.

Dommeldal en Het Broek44

Het Dommeldal tussen de N69 en de Dommelse Watermolen is aangewezen als gebied voor waterber-ging. In de praktijk blijkt, door de geringe capaciteit van de Dommelse Watermolen en de Dommel zelf, het nu al te functioneren als waterberging. Zo ook in 2002, toen was een groot deel van het Dommeldal, als gevolg van een hoge afvoer, overstroomd. Toen bleek dat de capaciteit van zowel de Dommel zelf als de aanwezige watermolens (Hoonder-, Venbergse en Dommelse Watermolen) niet voldoende is om de hoogwatergolf te verwerken, met als gevolg dat grote delen van het gehele Dommeldal overstroomden.

Bij een afvoergolf die eens in de 100 jaar voorkomt wordt nu al tijdelijk circa 137.000 m³ water in het gebied geborgen. Het maximaal bereikte waterpeil boven- en benedenstrooms bij de Dommelse Wa-termolen wordt dan respectievelijk NAP +23,10 meter en NAP +22,95 meter. De hoogst gemeten wa-terstand ooit bovenstrooms van de Dommelse Watermolen is NAP +23,05 meter. Het model benadert de praktijk goed en kan gebruikt worden voor de onderbouwing van de inrichtingsvisie.

44 Dommeldal en Het Broek, inrichtingsvisie ter hoogte van Valkenswaard, Waterschap De Dommel/Grontmij, december 2005 (conceptversie)

Reconstructieplan Boven-Dommel

In de inrichtingsvisie krijgt, door het verwijderen van de Dommelkades en het afgraven van maaiveld, het water meer de ruimte. Hierdoor ontstaat een zone waar het water met enige regelmaat zal ko-men. Al bij een afvoer die eens in het jaar voorkomt inundeert een groot gedeelte van deze zone. Bij een afvoer van eens in de tien jaar inundeert een iets groter gebied maar het blijft binnen de inunda-tiezone.

Bij een Dommelafvoer van iets meer dan 3 m³/s zullen de lagere delen van de inundatiezone zich be-ginnen te vullen. De gemiddelde voorjaarsafvoer van de Dommel (ter hoogte van de Dommelse Wa-termolen) bedraagt circa 1,5 m3/s. Het bergend vermogen van het Dommeldal wordt op deze manier dus wel eerder aangesproken.

Bij zowel een T=1 als een T=10 afvoer overstroomt alleen delen van de “puur-natuur-zone” en blijven de westelijke en oostelijke extensieve landbouwzones gevrijwaard van inundatie. De inundatie duurt over het algemeen niet langer dan 3 tot 4 dagen. De grotere watergang ten oosten van de Dommel zorgt ervoor dat het gebied de Hoge Akkers goed wordt ontwaterd. De grotere watergang ten westen van de Dommel zal zorg dragen voor een deel van de afwatering van het te realiseren bedrijventer-rein. Beide watergangen monden nog steeds benedenstrooms van de Watermolen uit op de Dommel.

Daarnaast wordt een watergang (omleidingsbeek) door het gebied gegraven die de Dommel boven-strooms van de Venbergse Watermolen verbindt met de Dommel benedenboven-strooms van de Dommelse Watermolen. De omleidingsbeek is weergegeven in de watersysteemkaart. Deze biedt mogelijkheden om beide watermolens pas seerbaar te maken voor vissen. Uitgangspunt van deze vispassage is wel dat deze gevrijwaard moet blijven van inundatiewater, aangezien dan de stromingminnende vissen niet eventueel in de poelen achterblijven.

Er wordt dan circa 133.000 m³ water in het gebied geborgen. Dit is ongeveer 4.000 m³ minder water-berging dan in de huidige situatie bij een afvoer van eens in de 100 jaar. Het natuurlijk inrichten van het Dommeldal door het weghalen van kades heeft dan ook maar een gering effect op het waterber-gend vermogen.

Om het gebied optimaal voor waterberging te kunnen benutten zijn twee stuwen in de grotere zijwa-tergangen geplaatst en is de T=100 afvoer bij Dommelse Watermolen begrensd op 10,8 m3/s. Dit komt overeen met een reductie van de T=100 piekafvoer van de Dommel met 30%. Verdere reductie van de piekafvoer zal leiden tot meer overlast in het dommeldal zelf. Deze situatie brengt dus ook de maxi-male berging in kaart. Omdat de Dommelse Watermolen al bij een waterstand van NAP +23,10 meter hinder ondervindt van het water, is ervoor gekozen om de knijpconstructie bovenstrooms van de Dommelse Watermolen te plaatsen. Daarnaast zal de watermolen extra beschermd moeten worden in de vorm van kades of een andere voorziening.

De hoeveelheid water die in een dergelijke situatie wordt geborgen is circa 335.000 m³. Ten opzichte van de vrije afvoer bij de Dommelse Watermolen is dat een extra berging van circa 200.000 m³. Veel belangrijker is het feit dat de afvoer van de Dommel afgetopt kan worden op een 10,8 m³/s, waardoor grote delen benedenstrooms in het Dommeldal kunnen worden ontlast van hoge piekafvoeren. De snelle stijging van de afvoer door de knijpconstructie in de nieuwe situatie is het gevolg van het dicht-zetten van de zijwatergangen waardoor al het water door de knijpconstructie wordt gestuurd. Vervol-gens blijft de afvoer gedurende 3 dagen hetzelfde. De duur van de overstroming bedraagt circa 5 da-gen. Het waterpeil nabij de Dommelse Watermolen bereikt hierdoor wel de kritische grens van NAP +23,60 méter. Bij een hoger peil zal het water over de Dommelseweg heen stromen.

7.9.4 Vispassage

Waterschap de Dommel heeft besloten om alle stuwen in de beken met de functie waternatuur en/of viswater vis-passeerbaar te maken. Vanuit het Waterhuishoudingsplan 2 (2003-2006) heeft de Dommel een combinatie van deelfunctie waternatuur en de functie viswater toegekend gekregen. Dit betekent dat zowel de stuw van de Dommelsche Watermolen als de stuw bij de Venbergsche Watermolen (ge-legen bovenstrooms van de Luikerweg) vispasseerbaar moeten worden. Het vis-passeerbaar maken van de twee stuwen mag geen consequenties hebben voor de afwatering van het stedelijk en landelijk gebied.