• No results found

BYLINE: TEKST ERIK VOERMANS, FOTO IVO VAN DER BENT SECTION: PS Maandag; Blz. 34, 35

LENGTH: 1222 woorden

27 november 2017

HIGHLIGHT: Voor zijn boek Hiphop in Nederland volgde journalist Rajko Disseldorp (24) de

Rajko Disseldorp was nog maar net uit de luiers toen hij bij Het Parool stage kwam lopen. Daar zeurde hij iedereen - onder wie steller dezes (59) - met onvermoeibaar enthousiasme aan het hoofd over een muzieksoort die een kunstredactrice van deze krant (liefhebster van klassieke muziek) in de vroege jaren negentig 'riprap, of bimbam, of hoe heet het ook al weer?' noemde, maar die hiphop bleek te heten.

"Moet je dit checken," zei Rajko Disseldorp dan, als hij weer een clip had gezien van 'een rappertje' dat hij 'tof' vond. Hij ging ook meteen al die rappertjes interviewen, waardoor de Paroollezer in rap (grapje) tempo kennis maakte met Tourist LeMC, Cho, Lijpe, Jonna Fraser, Ome Omar en Sjaf, Jerr, Mella, Emms en Edson van Broederliefde, uit wiens mond Disseldorp de onsterfelijke woorden "Wat is Het Parool eigenlijk?" optekende. Emms wist trouwens het antwoord: "Het Parool is net zoals de Volkskrant, een big tori."

Geen van de genoemde namen, en het waren er nog veel meer, komen voor in Disseldorps boek Hiphop in Nederland, de portrettering van een scene in de vorm van tien interviews. Wel in het boek: Hef, Ronnie Flex, Ali B, Boef, Typhoon, Ares, Fresku, Bokoesam, Sticks en Sevn Alias. Hij sprak ze allemaal meerdere malen, in de auto, in de kleedkamer, aan de keukentafel of vlak voor een show.

Na mijn begroeting van de auteur, waarbij onvermijdelijk de woorden 'yo' en 'sup' vallen en waarin het schudden der handen heeft plaatsgemaakt voor een minichoreografietje dat begint met een 'boks' (vuisten zacht tegen elkaar), verder gaat met een pirouette, een gehoekte salto met dubbele schroef, drie diepe kniebuigingen en eindigt met twee klopjes met de rechterhand hand op het hart, stel ik hijgend en rood aangelopen van de inspanning de eerste vraag.

Hoe ben je tot de selectie van de rappers gekomen?

"Ik denk dat ik eerst een algemeen boek over hiphop wilde schrijven - met de geschiedenis, de oorsprong, hoe het is ontstaan - maar wat mij het meest fascineert aan die hiphop, zijn de rappers zelf. Dus toen werden het persoonlijke verhalen. Het gaat daardoor minder over muziek, maar meer over hoe de rappers zich hebben ontwikkeld. Ja. Denk ik. Bij de selectie ging het om de actualiteit, want hiphop is nu groter dan ooit. In Nederland is het by far het grootste muziekgenre. Clips die vele miljoenen views halen zijn niks bijzonders. Ronnie Flex haalt meer dan 300 miljoen views en streams op YouTube en Spotify. Boef ook. Verder was het een keuze op gevoel. Wie hebben mij het meest geraakt?"

Wat betekent hiphop voor jou?

"Ha, dat is de meest gestelde vraag in het boek. Iedereen gaf een ander antwoord. Voor mij is het: durven zeggen wat je denkt, je angsten en kwetsbaarheden laten zien, je problemen. Daarom spreekt het zoveel jongeren aan: ze kunnen zichzelf erin herkennen."

Wat was het eerste hiphopnummer dat jou aansprak?

"Diggy Dex, Dezelfde spijt. Ik was vijftien. Mijn ouders waren gescheiden toen ik twaalf was. M'n moeder had cd's van Borsato en Gordon in huis liggen, dus ik had nog een lange weg te gaan. Diggy Dex rapte over zijn passie voor hiphop en dat zijn omgeving daar weinig mee kon. Dat vond ik tof. Hier gebeurde iets anders dan bij die andere Nederlandstalige artiesten. Ik vond Diggy Dex creatiever met taal en oprechter en directer van inhoud. Toen ben ik erin gaan duiken."

Had je je boek dan niet moeten beginnen met Diggy Dex?

"Je eerste meisje, daar ben je later ook niet meer mee. Toch? Dat is niet de vrouw met wie je later trouwt. Ik denk dat het andere rappers zijn met wie ik..."

Wil trouwen.

"Wil trouwen, ja, haha. Goeie kop dit."

Nu moet ik je even streng toespreken. Ik citeer. 'Er is voor mij geen wereld waar meer diepgang is te vinden. Misschien komt literatuur het meest in de buurt, maar zelfs daar wint hiphop het wat mij betreft van'. Serieus?

"Ja. Ik vind dat. Een schrijver heeft voor een roman zestigduizend woorden nodig. Sticks rapt: 'Ik gaf haar hemel, ik gaf haar hel, eigenlijk kun je zeggen, ik gaf haar alles van mezelf'. Dat is voor mij veel directer dan ellenlange teksten waar ik nog geen raad mee weet."

"Ik denk dat ik op mijn veertigste nog steeds naar hiphop luister. Maar ik geef toe: mijn moeder geeft les aan groep acht en die kinderen vinden hiphop tof, dus misschien moet ik me zorgen maken dat ik dezelfde muzieksmaak heb als twaalfjarige kinderen."

Mag ik nog even opmerken dat 'hel' niet rijmt op 'zelf'?

Wat ik ook niet helemaal snap, is de fascinatie voor gasten die in de bak hebben gezeten, dope hebben gedeald en voor wie vrouwen 'bitches' zijn.

"Toen ik opgroeide luisterde ik naar Hef. Hij rapt inderdaad over drugs dealen in Hoogvliet, in Rotterdam, over bitches, maar toch voelde ik daaronder een laag van een jongen die zoekende was, een kwetsbaarheid. Ik denk niet dat ik die verzin. En ik vond het ook mooi dat hij en ik, die een totaal verschillende achtergrond hebben, elkaar vinden in die muziek. Je hóeft ook helemaal niet street te zijn om goed te kunnen rappen. Het kan net zo goed een witte jongen op het vwo zijn. Ik bedoel, Diggy Dex heeft universiteit gedaan."

Ben je zelf eigenlijk een beetje street?

"Totaal niet, joh. Ik ben een burgerlijke jongen. Wat is dat eigenlijk, street? Street is een straat."

Werd je een beetje geaccepteerd door die rappers?

"Niet meteen. Toen ik de eerste keer Sevn Alias interviewde, zat ie onderuitgezakt voor me, met z'n jas tot z'n kin dichtgeritst, capuchon over z'n ogen. Hij zei ook niet veel. Waar moet dit heen? dacht ik toen. Maar bij vervolggesprekken opende hij zich. Ik ken hun muziek natuurlijk goed. Ze voelden dat die ook voor mij belangrijk is."

Fresku zei dat je 'onveilig moet leven', omdat je anders in een sleur komt en de tijd dan veel te snel voorbij gaat. Ging je daarom al na twee jaar weg bij de krant?

"Nee, ik speelde al met die gedachte. Ik zoek naar manieren om mezelf te ontwikkelen. Om dingen te durven. Daar heeft dit boek ook bij geholpen. Ik wilde keuzes maken. En ik kies niet voor de krant, maar voor andere projecten, zoals het cabaretduo dat ik met m'n broer heb - Rajko en zijn Broer heet dat. Twee jaar geleden stonden we in de finale van het Groninger Studenten Cabaret Festival. We hebben ook getourd. Die draad wil ik weer oppakken. De ambitie is om over twee jaar avondvullend te gaan. Verder wil ik schrijven."

Literatuur? Die minder diepgang heeft dan raps?

"Ja. Weet je wat het is? Bij interviews voel ik een bepaald ongemak - dat is leuk, hè? Ik voelde me nooit op m'n gemak of op m'n plek als interviewer. Dat heb ik bij vrij schrijven wel. Of het goed is wat ik schrijf weet ik niet, maar het vóelt wel goed. Dat heb ik misschien wel van die rappers geleerd. En dat is tof. "