• No results found

inmiddels een echt merk geworden is (Tijd voor Twee 11 november 2013).

BIJLAGE 5 TRANSCRIPTIES INTERVIEWS 5.1 Interviews met de ouders

5.2 Interviews met de leerkrachten

5.2.3 Stephanie 11 april

J: Kan je jezelf introduceren?

S: Ja, ik ben Stephanie. Ik ben 26 jaar en ik ben leerkracht van groep 4 en wij kijken naar Het Sinterklaasjournaal.

J: Gelooft iedereen in je klas nog in Sinterklaas?

S: Nee, nee. Ik denk een derde niet en twee derde wel. Zoiets. Misschien is dat nog te veel.

J: Welke sinterklaasprogramma’s ken je?

S: Het Sinterklaasjournaal dus en je hebt ook de andere programma’s, dat is dan meer, weet je, De Club van Sinterklaas, ja wat heb je nog meer. Ik kijk altijd naar de

programma’s die ik vroeger altijd keek. Dan had je Dag Sinterklaasje, weet je wel, met die ene Piet die samen met Sinterklaas in een kasteel woonde.36 Dus dat laat ik ze zien.

Maar, vooral: Het Sinterklaasjournaal. Dat is ook wel de rode lijn door de school heen.

J: Want school doet dus ook mee met de verhaallijn van het programma?

S: Ja, met z’n allen. Als Sinterklaas dan aankomt op 4 of 5 december is dat altijd wel met het verhaal van Het Sinterklaasjournaal.

J: Kan je me uitleggen wat voor programma Het Sinterklaasjournaal is?

S: Nou, het gaat over de intocht. En over wat er dan allemaal verkeerd gaat. Over de problemen. En het leven van Sinterklaas in Nederland en wat er dan allemaal mis gaat. Is dat goed verwoord?

J: Ja prima, ha ha! Vind je het een goed programma?

S: Ja, maar vooral omdat er zoveel meer is dan alleen het kwartiertje op TV. Er is vorig jaar, of al twee jaar geleden, een boek uitgegeven. Het voorleesboek van Het

Sinterklaasjournaal. Dat gebruik ik. Ja, want de vormgever van het boek heeft haar kinderen ook bij ons op school zitten en zo kwam ik aan dat boek. Nou ja en het

lespakket dat je altijd kan bestellen. Dat bestellen wij niet, maar ik weet dat het er is. En wat ze vorig jaar hadden met die stickers op die munten. Met dat sinterklaasgeld. Nou ja, dat weet je? Dat je er gewoon veel meer bij kan doen dan alleen het kwartiertje kijken in de klas.

J: Ja precies. En is er iets wat je minder goed vindt aan het programma?

S: Ja, maar misschien komt dat door mijn eigen leeftijd. Dat ik denk van: “Wat is dit slecht geacteerd!” Maar, echt gewoon… Ja… En dat je ook gewoon die acteurs herkent zoals, ja weet ik veel wie er dan meedoen. Dat ik dan denk: “Wat is dit slecht.” Maar, kinderen zien dat niet.

J: Vind je het zelf leuk om ernaar te kijken?

S: Nou, dan irriteer ik me wel, maar het staat wel altijd in m’n agenda, van: “Eerste aflevering dan en dan.” Want als op dinsdag, of op maandag, de eerste aflevering is, dan kijken wij het pas de dag erna op school. Dus ik zit dan wel altijd thuis alvast even te kijken. Dus in dat opzicht vind ik het wel leuk. Ik ben wel echt nieuwsgierig. Vooral ook naar waar de kinderen de volgende dag mee komen. Dat vind ik het belangrijkst. Ik volg het echt om met de kinderen mee te kunnen praten. Ja, omdat dat leeft bij de kinderen en daar moet ik gewoon in die twee weken dat Sinterklaas er is op inhaken.

J: En hoe doe je dat?

36 Dag Sinterklaas is een Vlaamse kinderserie uit 1992 en 1993 over de belevenissen van

Sinterklaas en zijn Piet (Bart Peters) in hun kasteel. De serie kreeg in 1994 de prijs voor het beste televisieprogramma van de Belgische Radio- en Televisiekritiek (Nederlands Filmfestival: Dag

S: Nou, met de school hadden we bijvoorbeeld, toen het geld kwijt was, een verhaal daar omheen verzonnen. Dat het geld bij ons op school gevonden was. Dus ja, zo verzinnen we elk jaar iets nieuws, wat dan wel aansluit bij Het Sinterklaasjournaal. Volgens wij hebben we alleen afgelopen jaar iets anders gedaan. Toen waren de Pieten verdwenen en we hadden een helikoptergeluid afgespeeld en toen kwamen de Pieten op het dak nadat Sinterklaas al tien minuten op het schoolplein rondliep. Maar, we kijken echt ieder jaar of we iets met Het Sinterklaasjournaal kunnen. Met het geld kon dat. Je had ook iets met die mist, weet je nog?

J: Ja, dat was vorig jaar.

S: Ja precies. Nou, dan leg ik in de klas uit wat mist is. Daar hang ik dan weer een les aan. Dus zo maak ik er wel echt gebruik van. Want er was ook een kindje bang voor die mist. Lief he? Ha, ha! Maar, na de uitleg over de mist niet meer. Dat hielp.

J: Hoe vaak kijken jullie naar Het Sinterklaasjournaal in de klas?

S: Elke dag. Ja. Elke dag. In de eerste pauze. Via het digibord. Ze spelen ook heel vaak die spelletjes die er dan bij zijn gemaakt op de website. En ze willen altijd dat ik de kleurplaten van de website uitprint. Ze zijn er echt wel mee bezig.

J: Praat je ook veel met de kinderen over de ontwikkelingen in het programma?

S: Nee, we kijken het gewoon. Of ik laat ze weleens vertellen waar het over gaat. Dan zeg ik: “Hee, ik heb het vrijdag niet gezien, heb ik iets gemist?” Dan laat ik hun navertellen wat er gebeurd is. En dat kunnen ze. Dat is niet zo moeilijk, ha ha! Het is echt populair. En ze zeggen dan ook, dat vind ik altijd heel leuk, dat neem ik dan zelf ook over, net als Sinterklaas die dat altijd zegt: “Dag hoor.” Dus dat zeggen zij nu ook altijd en ik ook: “Dag hoor.” Leuk toch? Ja, zo leeft dat. Zo leuk vinden ze het.

J: Zijn er nog speciale personages die de kinderen heel erg aanspreken?

S: Ja, ik zal vast personages opnoemen die anderen ook opnoemen. Ik zit even te denken wat z’n naam ook al weer was. Z’n pak is blauw met oranje. ‘Pietje Paniek’! Ja, paniek. Kinderen gaan dan door de klas rennen terwijl ze roepen: “Paniek, paniek, paniek!” Ja, dat gebruiken ze met alles. Als ik iets kwijt ben: “Paniek, paniek, paniek!” Ha, ha! Ja, dat. Hij leeft gewoon. Of als ze aan het kleuren zijn, dan kleuren ze de Piet echt altijd blauw met oranje. Hij is echt populair. “Paniek!” Ha, ha!

J: En er is tegenwoordig een discussie gaande over Zwarte Piet. Kan je me uitleggen waar die discussie over gaat?

S: Ja, over de huidskleur van Piet. Zwarte Piet. Er zijn mensen die het daar niet mee eens zijn. Dus dat.

J: Hoe sta je er zelf in?

S: Ja, wisselend. De ene dag denk ik: “Ach, laat dat gewoon zo” en de andere dag: “Ja, als dat echt mensen kwetst, waarom niet. Dan kan het ook gewoon veranderd worden.”

J: Kan je je herinneren hoe Het Sinterklaasjournaal met Zwarte Piet om is gegaan?

S: Nou ja, de roetpieten, he? En volgens mij hebben we de kaaspieten en de

stroopwafelpieten langs zien komen en de clownspiet. Maar, afgelopen jaar volgens mij niet heel veel.

J: Wat vind je van hoe Het Sinterklaasjournaal met de discussie omgaat?

S: Ja, ik vind het helemaal oke hoe ze ermee omgaan. Ik vind dat dat geen rode lijn moet zijn in het verhaal en de vreugde die de kinderen ervan hebben. Laat dat maar lekker bij de volwassenen. Zoiets.

J: De discussie laait ieder jaar weer op. Vind je dat er een oplossing moet komen?

S: Ja, dat moet wel een keer afgelopen zijn, maar wat de oplossing is weet ik niet.

S: Nou, Dieuwertje Blok. Nee hoor. Grapje! Ha, ha! Nee. Ik denk ook eigenlijk niet dat er een oplossing gaat komen. Nee, maar het moet wel afgelopen zijn, maar wie dat moet doen dat weet ik niet.

J: Zou Het Sinterklaasjournaal leidend kunnen zijn in de discussie?

S: Ja, dat denk ik wel. Ja, Het Sinterklaasjournaal kan leidend zijn in de discussie. Omdat daar zoveel kinderen naar kijken. Het Sinterklaasjournaal is echt bepalend. Maar ja, wie besluit er dan binnen Het Sinterklaasjournaal. Ik bedoel: dan veroorzaken zij weer discussie of krijgen zij alles over zich heen. Je doet het nooit goed.

J: Maar, als zij een besluit zouden nemen, zou je het programma daarin dan ook volgen?

S: Ja, dan doen wij mee! Op school hebben we nu ook geen Zwarte Pieten meer. We hadden er dit jaar een met vegen en een met een metallic gouden discopiet kleur want er zijn bij ons op school ook wel ouders die meegaan in die discussie en daar totaal achter staan en die kan je gewoon niet vergeten.

J: Weet je door welke omroep het programma wordt gemaakt?

S: Ja. De NTR toch?

J: Klopt!

S: Tien punten!

J: Ha, ha! Ken je nog meer programma’s van de NTR?

S: Phoe… Nou, nee.

J: Je hebt bijvoorbeeld ook Het Klokhuis en Sesamstraat...

S: Ja! Is Huisje Boompje Beestje ook niet van de NTR?37

J: Ja, dat is inderdaad ook van de NTR.

S: Ik zie het zo in beeld. Ha, ha. En die programma’s passen ook allemaal goed bij elkaar.

J: Hoort Het Sinterklaasjournaal wat jou betreft echt thuis bij een Publieke Omroep, zoals de NTR?

S: Nee, niet per se. Het had net zo goed door een commerciële omroep uitgezonden kunnen worden. We kijken toch wel, maar ik hoef er geen reclame tussen! Ha, ha! Laat dat voorop staan, maar verder maakt het toch ook niet zoveel uit. Het kan ook van de TROS zijn of wat dan ook. Want wat heeft de omroep ermee te maken dat het nu zo vormgegeven wordt, niet veel toch? Dus het maakt niet zoveel uit.

J: Oke. Maar, vind je dat de NTR, die als Publieke Omroep Het Sinterklaasjournaal maakt, een keuze moet maken in het debat over Zwarte Piet?

S: Ik vind het lastig. Ik denk dat zij, als zijnde: de Nederlandse zender, dat zij daar wel een stem in kunnen hebben. Dat accepteer je toch beter dan wanneer RTL4, bij wijze van spreken, een keuze maakt. Toch wel. Als er iets gebeurt in Nederland, zap je toch als eerst naar Nederland 1, 2 of 3. Zij zijn het gewoon. Dat is gewoon Nederlandse TV. Zoiets.

J: Even kijken hoor, wat ik je nog wil vragen…

S: Je weet veel vragen uit je hoofd!

J: Ha, ha! Op een gegeven moment onthoud je ze wel! Oke. Je had het erover dat de kinderen de spelletjes van Het Sinterklaasjournaal spelen in de klas. Kan je daar iets meer over vertellen?

S: Ja. Ze spelen de spelletjes op de computer want we hebben ook iPads op school, maar daar werkt de website niet helemaal goed op. Dus dan verspringen er dingen of je kan

37 Tot 2014 zond de NTR bij SchoolTV het programma Huisje Boompje Beestje uit. In het programma kwamen onderwerpen over mensen, natuur, techniek en het milieu aan bod (NTR:

dingen niet afspelen of openen dus de computer is beter. En we hebben computers in de klas.

J: En hoe gaat de sinterklaasviering verder bij jou op school? Los van het moment dat Sinterklaas langskomt op school.

S: Nou, ze mogen ook hun schoen zetten. Zo blijf je bezig, ha ha! Maar, dat zijn wel leuke dingen hoor. En dan komen eerst twee Pieten, dat zijn dan kinderen uit groep 8 op school, die vertellen dat de kinderen hun schoen mogen zetten. En dan zetten ze in die week dus ook hun schoen en daar doen de leerkrachten dan zelf iets leuks bij. Wat had je nou vorig jaar toch, o ja die ‘Rommelpiet’!38

J: Ja!

S: Nou: dat leefde. Dus mijn hele lokaal was een grote chaos. Toen zei ik: “Nou, dan hoop ik dat morgenochtend ‘opruimpiet’ langskomt!” Ha, ha! Maar, die kwam niet… Maar, zo spring je dan ook weer in op het journaal.

J: Vind je het programma een leuke aanwinst voor het sinterklaasfeest?

S: Ja, ja. Ja! Je hebt iets waardoor het levend blijft. En ook de kinderen die niet meer geloven, die doen wel altijd mee in het verhaal. Dat is wel heel leuk. En het is ook niet zo dat ze dan verklikken: “Ja, het is allemaal nep!”

J: Waarschuwen ouders jou ook als hun kinderen niet meer geloven?

S: Nou, aan het begin van het schooljaar, in de eerste week van het schooljaar in

september, hebben we een ouderavond. En ik zeg altijd: “Mochten de kinderen niet meer geloven in Sinterklaas, dan wil ik dat graag weten en ik vraag aan jullie om tegen die tijd echt even met de kinderen te bespreken dat ze eventjes hun mond houden.” Zodat ze gewoon even meespelen en het niet verpesten voor anderen. Het eerste jaar dat ik voor de groep stond, heb ik dat niet gezegd. Toen liep ik daar gewoon tegenaan. Dus dit scheelt wel want, weet je, als je op onverwachte momenten krijgt: “Die bestaat niet!” Ja, leg dan nog maar eens, aan een kindje dat echt nog gelooft, uit dat het gewoon wel echt is. In mijn eerste jaar was ik daar niet op voorbereid.

J: Heb je altijd lesgegeven aan groep 4?

S: Ik heb altijd voor groep 3 en groep 4 gestaan, ja. Ik vind groep 3 heel leuk omdat ze dan leren lezen, dat is gewoon echt het leukst. En omdat het nog kleuters zijn: ze leven overal in mee. Dat is heel grappig. En afgelopen schooljaar had ik het een beetje gehad met groep drie. Dat was allemaal routine geworden en ik hoef niet meer een handleiding in te kijken en ik weet wat er moet gebeuren en ik weet alle toetsen uit m’n hoofd. Het was gewoon niet leuk meer. En toen kreeg ik dus groep 4 en nou wil ik weer 3. Ha, ha!

J: Ha, ha! Nou, heel erg bedankt voor je tijd. Wat vond je van het interview?

S: Nou, gezellig. Prima. Ik heb ook veel interviews afgenomen en volgens mij heb je overal rekening mee gehouden. Helemaal prima.

J: Ben ik nog iets vergeten te vragen?

S: Nee, hoor. Volgens mij hebben we alles gehad!

38 In 2015 introduceerden de makers van Het Sinterklaasjournaal een nieuw personage: de ‘Rommelpiet’. Deze Piet haalde overal in Nederland de boel overhoop omdat hij zijn knuffel kwijt was (Het Sinterklaasjournaal Jaaroverzicht 2015).