• No results found

Soms geef ik een cijfer dat nul keer meetelt’

Simon Verwer en Jasper Rijpma (in 2014 Leraar van het Jaar) geven het vak Grote Denkers aan het Hyperion Lyceum. Ze willen formatief toetsen een plek geven in hun lessen. Hoe? Dat zijn ze aan het onderzoeken.

Simon: ‘Grote denkers is een nieuw vak, dat anders is dan leerlingen gewend zijn. We willen dat de kinderen zichzelf gaan zien als “denker in wording”. Dat vraagt een abstractievermogen dat zij nog niet ontwikkeld hebben.’

Jasper: ‘We geven het vak met z’n vijven en zijn bezig met de ontwikkeling van het curriculum. Daar gaat veel tijd in zitten. We stellen onszelf de vraag wat we met het vak willen bereiken en welke attitudes, kennis en vaardigheden daarbij horen. Bij attitudes en vaardigheden is de doorlopende leerlijn belangrijk. Die zijn we nu aan het ontwikkelen voor socratische gespreksvoering.

Elke dinsdag staan we bij ons “Grote Denkers-bord”, een soort verbeterbord, en gaan het gesprek met elkaar aan. Socratische gespreksvoering en formatief toetsen zijn thema’s waar we momenteel mee bezig zijn.’

Simon: ‘Ik vroeg me af hoe je feedback kunt geven op socratische gespreksvoe- ring. Dat was de aanleiding om me in formatief toetsen te gaan verdiepen. Een van mijn doelen is dat brugklassers in staat zijn bepaalde stappen te zetten in hun den- ken. Nu geef ik feedback als: “Wat ik interessant vond in je verslag is de koppeling die je maakte met je eigen ervaring en dat je je gevoelens beschrijft die erbij komen kijken wanneer je een uitvinder bent.”’

Jasper: ‘Je kunt kennisdoelen en attitudedoelen formuleren. Attitudedoelen zijn in het vak Grote Denkers: je kwetsbaar op durven stellen, autonome gedachtes ontwikkelen, jezelf gaan zien als grote denker…

Ik werk zo veel mogelijk met feed-up. Dat betekent dat ik van tevoren aangeef wat ik van de leerlingen verwacht. Vandaag voerden de leerlingen socratische ge- sprekken. Op het bord stond waar het gesprek aan moest voldoen. De leerlingen die toekeken, mochten tips en tops geven. Dat was mooi om te zien: leerlingen gaven elkaar waardevolle, gerichte feedback. Die peer feedback wil ik verder verken- nen.’

Simon: ‘Formatief toetsen is niet teaching to the test maar testing to teach, zoals René Kneyber eens twitterde. Dat veronderstelt dat je weet wat je wilt testen, maar naar die helderheid zijn we nog op zoek. Bijkomend voordeel is dat je door forma- tief te toetsen de cijferdruk verlaagt. We hebben op het Hyperion afgesproken dat we minder cijfers geven. Ik streef naar twee cijfers per periode.’

Jasper: ‘Leerlingen vragen om cijfers; zo hebben wij hen nu eenmaal geconditi- oneerd. Daarom geef ik wel eens een cijfer voor een toets die helemaal niet meetelt. [Simon, hard lachend: “Echt?”] Vervolgens ga ik deze bespreken. Pas daarna geef ik een toets die wél meetelt. Toch sta ik in de sectie bekend als “de cijferjunk”. Maar ik geef er nog maar drie hoor.’

Simon: ‘Ik hoor van de leerlingen dat ze het fijn vinden dat ze minder cijfers krijgen, maar ze zijn wel gestrester als er een toets is. We moeten kinderen meer meenemen in de vraag: waar sta je nu? En: ben je klaar voor die toets? Ik wil naar de situatie dat leerlingen vol zelfvertrouwen een toets maken, omdat ze weten dat ze genoeg geoefend en geleerd hebben. Er zijn nog wel dingen te doen voordat er bij ons op school een balans is tussen formatief en summatief toetsen.’

Jasper: ‘Er gelden hier geen harde afspraken over toetsing. We hebben wel een leerlingprofiel opgesteld van de ideale leerling: Joep. Daarin staat wat Joep moet kennen en kunnen als hij het Hyperion Lyceum verlaat. Als je van daaruit terugre- deneert, hoort daar een aantal vakoverstijgende denkvaardigheden bij. Daarom zijn we bezig met project-based learning, waarbij ook formatieve evaluatie een rol speelt. Het project Athene bijvoorbeeld is een samenwerking tussen de vakken klassieke talen, geschiedenis, tekenen en Grote Denkers. De inhoud leren ze in de vaklessen, tijdens de projecturen werken ze aan een product. Vanaf volgend jaar willen we de leerlingen beoordelen en feedback geven volgens een nieuw systeem, dat ontwik- keld is door de sectie lichamelijke opvoeding. Het zou mooi zijn als we hierin peer

feedback kunnen integreren.’

Simon: ‘Het liefst zou ik met ieder kind een individueel gesprek voeren over zijn werk, maar met dertig leerlingen in de klas kan dat niet altijd. Peer feedback is een alternatief, maar ik vraag mij af op welke wijze leerlingen op een goede manier kun- nen oordelen over elkaars werk. Ik merk dat leerlingen nu veel meer kunnen met de feedback die ik geef, en dan zijn ze ook intrinsiek gemotiveerd.

Ik stel elke week “de vraag van de week”. Deze week is dat: wat is de relatie tus- sen denken en twijfelen? Ik wil dat leerlingen nadenken over wat er in hun hoofd gebeurt als ze met deze vraag aan de slag gaan. Zo maken we inzichtelijk welke stap- pen je kunt doorlopen om een filosofische vraag te beantwoorden.’

Jasper: ‘Formatief toetsen kost tijd. Met flipping the classroom kun je tijd win- nen, hiermee ben ik dan ook aan het experimenteren. Ik zoek naar een wissel- werking tussen formatief en summatief toetsen. Ik geef leerlingen bijvoorbeeld de opdracht een website te maken waarop ze laten zien wat ze geleerd hebben. Eerst plaatsen ze hem op ‘proef’ in Google Classroom en geef ik feedback. Pas als ze die verwerkt hebben, krijgen ze een cijfer. Formatief evalueren is belangrijk, want daar vindt het leren plaats.’

Wilma Kippers, Christel Wolterinck, Kim Schildkamp en