• No results found

Formatieve evaluatie heeft een positief effect op zelfsturing en motivatie bij

basisschoolleerlingen’

Interview door Maartje Nix

Kelly Meusen promoveerde in 2015 op een onderzoek naar de effecten van formatieve evaluatie op zelfsturing en motivatie bij basisschoolleerlingen. Zelf gaf ze jarenlang les in het basisonderwijs. Sinds 2012 is ze docent aan de pabo van Avans Hogeschool in Breda. Kelly Meusen promoveerde in 2015 aan de Open Universiteit in Heerlen op haar proefschrift getiteld Bridging the Gap between Primary and Secondary Educa- tion: Fostering Young Adolescents Self-regulation by means of Formative Assessment.

Waarom wilde je het effect van formatieve evaluatie bij basisschool- leerlingen onderzoeken?

‘De overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is enorm. Ineens wordt er veel meer van leerlingen verwacht: ze moeten huiswerk maken en leren voor toetsen. Daarvoor moeten ze kunnen plannen en hun eigen leren steeds meer gaan sturen. Het lijkt soms alsof men verwacht dat deze vaardigheden zich spon- taan ontwikkelen, maar de meeste kinderen hebben hulp nodig bij het verwerven van zelfsturingsvaardigheden. Daardoor ontstond de vraag of het zelfsturend leren in het basisonderwijs gestimuleerd kan worden door formatief evalueren, zodat kin- deren daar in het voortgezet onderwijs profijt van hebben.’

Wat versta je precies onder ‘zelfsturing’?

‘Zelfsturing in het onderwijs is het zelfstandig sturen van je eigen leerproces. Je leerproces in handen nemen en er verantwoordelijkheid voor dragen. Het is de vaardigheid om eigen werk te beoordelen, verbeterpunten te signaleren en daaraan te werken. Bij de bereidheid om je eigen leerproces te sturen speelt motivatie een grote rol. Daarom hebben we motivatie in het onderzoek meegenomen.’

Hoe heb je het effect van formatieve assessments onderzocht?

‘Aan het onderzoek hebben ongeveer zevenhonderd leerlingen deelgenomen. Alle leerlingen kregen schrijfopdrachten. De leerlingen in de controlegroep werkten hun schrijfopdrachten uit zoals ze gewend waren in hun reguliere programma, dus zonder formatief toetsen. De leerlingen in het experiment ontwikkelden zelfstu- ringsvaardigheden door de schrijfopdrachten formatief te toetsen. Daarbij beoor- deelde de ene groep leerlingen hun eigen schrijfopdrachten (self-assessment), ter- wijl de leerlingen in de andere groep elkaars werk beoordeelden (peer assessment).

Bij formatief toetsen is onder andere het bespreken van criteria en het geven van feedback belangrijk, zodat de leerling weet waar hij zich op dat moment bevindt en hoe hij verder kan. De leerkrachten overlegden dan ook samen met de kinderen op welke beoordelingscriteria de schrijfopdracht beoordeeld moeten worden. Daarna begonnen de leerlingen met de opdracht, waarbij ze zich afvroegen wat ze al ken- den en konden en wat ze nog nodig hadden om de doelen te behalen. Plannen, kritisch kijken naar schrijfstrategieën en informatie verzamelen kwamen daarna aan bod.

Na enige tijd werd het tussenproduct geëvalueerd en mochten leerlingen hun schrijfopdracht aanpassen op basis van ofwel hun eigen beoordeling en feedback, ofwel die van een ander. Tot slot werd het eindproduct door de leerling zelf of door een medeleerling beoordeeld. Deze procedure hebben we nog twee keer herhaald, met een steeds moeilijkere, grotere schrijfopdracht.’

Hoe kwamen jullie op deze aanpak?

‘Onze aanpak is gebaseerd op de vijf kernstrategieën bij formatief toetsen van Black en Wiliam. Zij stellen dat formatief toetsen het effectiefst is als er toetsdialogen plaatsvinden – dat zijn gesprekken tussen de docent en zijn leerlingen over de cri- teria die worden getoetst –, als er feedback wordt gegeven, als er peer assessment of self assessment plaatsvindt en als de kwaliteitscriteria worden gedeeld. Deze vijf kenmerken hebben we daarom in het formatieve evaluatieproces opgenomen.

Wat kwam er uit je onderzoek?

‘Na een halfjaar op deze manier te hebben gewerkt, zagen we dat leerlingen zich veel bewuster waren van de vaardigheden die nodig zijn om zichzelf te sturen en dat formatieve evaluatie een mooie context is om dat proces in gang te zetten. En door- dat kinderen zelf verantwoordelijk waren voor hun ontwikkeling, waren ze veel gemotiveerder.

Met het onderzoek is aangetoond dat je kinderen door formatief te toetsen zelf- sturingsvaardigheden kunt bijbrengen. Daarbij maakt het niet uit of je dat via self- assessment of via peer assessment doet.

Daarnaast had deze aanpak een positieve invloed op de motivatie van leerlingen. En het mooie was dat de motivatie en vaardigheden tot zelfsturing ook in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs nog aanwezig waren. Opvallend daarentegen was dat bij de controlegroep de lagere score op zelfsturing en motivatie in het eerste jaar hetzelfde bleef.’

Wat betekent dit onderzoek voor het voortgezet onderwijs?

‘Wij dachten: als we leerlingen in het basisonderwijs leerstrategieën kunnen mee- geven, dan komen ze geoefender aan in het voortgezet onderwijs. Uit de resulta- ten van dit onderzoek blijkt dat wanneer al in het basisonderwijs formatief toetsen wordt ingezet en de leerlingen zelfsturingsvaardigheden ontwikkelen, de leerlingen daardoor met een groter repertoire aan leerstrategieën aan het voortgezet onderwijs beginnen. Als er ook in het voortgezet onderwijs formatief zou worden getoetst, dan zou deze ontwikkeling kunnen worden voortgezet.

Het is heel belangrijk dat leerlingen leren hoe ze moeten plannen, hun werk beoordelen, huiswerk maken en een toets voorbereiden, maar als een kind dat niet gewend is en nog niet kan, is het voortgezet onderwijs een hele opgave.

Bij mijn zoon op school zie ik dat toetsen nog maar weinig worden nabesproken en vaak nog gezien worden als eindpunt. Het zou goed zijn als in het voortgezet onderwijs formatief toetsen en leerstrategieën meer aandacht zouden krijgen. Zo leren kinderen hóé ze moeten leren. En als je handvatten hebt om het leren aan te pakken, lukt het ook beter en word je veel gemotiveerder. Vaak daalt de motivatie van leerlingen namelijk omdat het ze niet lukt en de handvatten niet hebben om het anders te doen. En naarmate de complexiteit en hoeveelheid lesstof toeneemt, wordt het steeds lastiger en frustrerender om dit aan te pakken.’

Wat raad je docenten aan die formatief willen gaan toetsen?

‘Wat wij gedaan hebben met het ontwikkelen van schrijfvaardigheid is natuurlijk ook bij andere domeinen en vakken mogelijk. Het is een kwestie van uitproberen wat werkt en wat niet, van zoeken naar de balans. Je hoeft niet in één keer alles for- matief te toetsen. En bedenk dat de inspanning die het kost om formatief toetsen te integreren jou en je leerlingen straks heel veel oplevert. Wanneer leerlingen er steeds geoefender in raken om zichzelf en hun medeleerlingen te beoordelen, heb jij daar als docent uiteindelijk veel voordeel van. Dus: begin klein, bij deelgebieden, en borduur voort op je successen.’

Renske de Kleijn, Frans Prins, Christel Lutz,