• No results found

Reacties gemeenten en marktpartijen Reacties op het wetsvoorstel

In document Kwaliteitsmanagement (pagina 84-90)

Kwaliteitsmanagement algemeen

Bijlage 3 Reacties gemeenten en marktpartijen Reacties op het wetsvoorstel

NVB Vereniging voor ontwikkelaars en bouwondernemers

De NVB is hard in haar oordeel over het wetsvoorstel. Waar de NVB eerder gematigd positief was over de private kwaliteitsborging, oordeelt de vereniging nu dat het zijn doel voorbij schiet. Daarbij richt de NVB de kritiek uitsluitend op de wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek. De verplichte aanbieding van een verzekering zou het huidige waarborgstelsel ( van Woningborg en SWK) uithollen. Het verlenging van de termijn van het opschortingsrecht helpt de consumenten niet en de omkering van de bewijslast bij gebreken leidt tot

juridificering van het proces en hogere administratiekosten, aldus de NVB. Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland (VBWTN)

De VBWTN reageert in lijn met de eerdere documenten over dit thema. In een gedetailleerde reactie wijst de VBWTN de minister op een groot aantal bezwaren tegen het huidige wetsvoorstel, terwijl de private

kwaliteitsborging als zodanig niet ter discussie wordt gesteld. Zoals verwacht focust de VBWTN met name op de wijzigingen in Wabo en Woningwet. Een belangrijk punt in het betoog van de VBWTN is dat het wetsvoorstel teveel zaken verwijst naar een AMvB, terwijl die zaken van dermate belang zijn, dat die in de wet thuishoren. Ten slotte haalt de VBWTN ook de landelijke inspectiedienst weer van stal.

Vereniging Eigen Huis (VEH)

De VEH kiest als vertrekpunt logischerwijs de positie van de consument. Hoewel dat in het wetsvoorstel stevig is aangezet met verschillende aanpassingen in het BW vindt de VEH dat niet ver genoeg gaan. Het vertrouwen in de bouw is kennelijk zodanig laag dat de VEH aandringt op nog verdergaande aanscherping. Opvallend in de reactie van de VEH zijn de zorgen om de kosten van het private stelsel voor de consument aan de ene kant, terwijl de door de VEH voorgestelde aanvullende maatregelen ongetwijfeld ook zullen leiden tot flinke kostenverhogingen. Verder twijfelt de VEH of het wetsvoorstel wel een effect zal hebben op de bouwkwaliteit.

Fundament advocatuur (Remco Smith)

Remco Smith benadert het wetsvoorstel vanuit zijn jarenlange ervaring met de bepalingen in het BW die gaan over de aansprakelijkheid van de aannemer na oplevering (7:758 BW). De omkering van de bewijslast bij gebreken na de oplevering van het werk stuit veel partijen tegen de borst. De aansprakelijkheid lijkt hier haast onbegrensd. Remco Smith doet een aardig voorstel dat veel van die bezwaren kan wegnemen door een formulering te geven, die discussies over gebruiksschades (krassen, deukjes en andere kleine beschadigingen), voorkomen. De gebreken die de aannemers kende of behoorde te kennen tijdens de uitvoering van het werk vallen, naast de verborgen gebreken, onder de aansprakelijkheid van de aannemer. Ten slotte breekt Remco Smith een lans voor de vele goedwillende bedrijven, die staan voor hun werk.

Brandweer Nederland en Raad Directeuren VeiligheidsregioDe brandweer is opvallend mild in haar oordeel over het wetsvoorstel. De kritiek richt zich uitsluitend op de inrichting van de kwaliteitsborging en dan vooral op een wettelijke borging van de rol van de brandweer in het nieuwe stelsel. Dat moet gestalte krijgen door een verplichte advisering door de brandweer in de hogere risicoklassen. Dat is overigens geen nieuw geluid. Hier wordt al veel langer voor gepleit. Ten slotte pleit de brandweer voor een opleverdossier, dat niet alleen voldoende, maar vooral actuele informatie bevat. Het is een grote uitdaging om dat te realiseren. Wie moet dat gaan doen? De brandweer maakt van de gelegenheid gebruik om te laten weten dat het steekt dat ze geen deel uitmaakt van de Stuurgroep die het ministerie over de inrichting van het stelsel adviseert.

Aannemersfederatie Nederland (AFNL) en OnderhoudNL

De AFNL en OnderhoudNL hebben hun reacties gebundeld en dat lijkt logisch als je de inhoud ervan bekijkt. Beide partijen zijn overwegend positief over het wetsvoorstel en spreken van kansen voor de bouw. Aan de andere kant spreken ze hun zorg uit voor de in onderaanneming werkende bedrijven, die, als daar geen aandacht aan wordt besteed wel eens letterlijk het kind van de rekening kunnen worden. AFNL en OnderhoudNL wijzen verder op de definitie van woning in het BW, die in de rechtspraak zo wordt uitgelegd dat verbouwingen en uitbreidingen er niet onder vallen. Dit lijkt in tegenspraak met de inzet van de minister en de Tweede Kamer.

Aedes

Aedes is uitgesproken voorstander van het wetsvoorstel. De vereniging van woningcorporaties constateert dat de bouw niet altijd naar behoren presteert en ermee weg kan komen. Zowel de aanpassingen van het BW als Ww en Wabo kunnen wat dat betreft rekenen op de steun van Aedes. De vereniging pleit ook voor een strikte scheiding van verantwoordelijkheden tussen gemeenten en de kwaliteitsborger, zoals VBWTN dat ook stelt. Aedes merkt op dat de bouw van huurwoningen moet worden gezien als een eenvoudige bouwopgave en derhalve in een lage risicoklasse kan worden ingedeeld. Ten slotte pleit Aedes ervoor om het legesstelsel aan te pakken. Als je er niet meer van bent, kun je er ook niets voor rekenen.

Gemeente Rotterdam

De reactie van de gemeente Rotterdam begint met de zin dat de gemeente zich volledig aansluit bij de reactie van de VBWTN. Toch bestaat de behoefte zelf ook nog drieëneenhalf A4'tje toe te voegen. Er bestaat niet zoiets als 'een beetje zwanger' schrijft Rotterdam, dus 'als je er niet van bent, dan ben je er ook niet van'. Toch probeert de gemeente via de bouwveiligheidsplannen nog een voet tussen de deur te krijgen. Dan wil de gemeente de technische specificaties van het bouwwerk beoordelen; toch een beetje zwanger dus? Rotterdam slaat de plank mis als wordt beweerd dat private partijen niets zoiets als een toetsmatrix kennen. Toch eens BRL 5019 goed lezen of bij BRIS informeren naar BRIStoets.

Platform Voorbereiding Stelselherziening (PVS)

Het PVS is een platform dat een dertigtal organisaties vertegenwoordigt. Sommige van de deelnemers in het platform hebben overigens ook een eigen reactie gegeven. Het PVS plaatst een groot aantal kanttekeningen bij het wetsvoorstel. Een opvallende opmerking is de aanbevelin gom de Raad van Accreditatie (RvA) een rol

toe te kennen in het stelsel van kwaliteitsborging. Het PVS stelt dat 'checks and balances' in het voorstel niet goed zijn geborgd bij de toelatingsorganisatie en dat de RvA een deel van die raken zou moeten opnemen. Dat zou kunnen betekenen dat toegelaten instrumenten langs de accreditatie-lat zullen worden gelegd. Een tweede opvallende suggestie is het voorzien in een basisinstrument voor meer risicoklassen. Dat lijkt een kansloze oproep, omdat de insteek van het ministerie juist is dat de markt in instrumenten moet voorzien. Instituut voor Bouwrecht/Vereniging van Bouwrecht-advocaten (IBR/VBR-A)

De reactie van IBR/VBR-A is het resultaat van een expertmeeting, waarbij een groot aantal marktpartijen waren betrokken. Een aantal van die partijen hebben overigens ook zelf een reactie gegeven. Zoals mag worden verwacht van juristen is de reactie op onderdelen erg technisch, maar wat vooral blijft is de conclusie dat er nog veel vragen zijn en of de twijfel of de doelstellingen (verbetering positie consument en verbetering bouwkwaliteit) met dit wetsvoorstel worden bereikt. Nieuw argument is de onderzoeksplicht van de

opdrachtgever bij de oplevering. Die lijkt, door het verschuiven van de aansprakelijkheid voor 'alle' gebreken naar de aannemer, te vervallen.

Gemeente Almere

De gemeente Almere betrekt de reactie op het wetsvoorstel vooral op de eigen situatie. Een groot deel van de bouwopgave van Almere valt binnen de laagste risicoklasse en daarmee is deze gemeente al snel 'aan de beurt'. Zoals eerder de VBWTN in het visiedocument pleit Almere voor supervisie door de gemeente (niet slechts een beetje zwanger dus). Daarvoor voert Almere aan dat kwaliteitsborgers onvoldoende kennis hebben van de lokale omstandigheden, zoals de bodemopbouw en het bouwen naast bestaande belendingen. Hier overschat Almere naar mijn mening het unieke van hun situatie. De lokale omstandigheden zijn altijd uitgangspunt voor een ontwerp en het bouwen. De kwaliteitsborger moet er op toezien dat dat op een correcte manier gebeurt. Ten slotte, Almere heeft een waardevolle gedetailleerde reactie gegeven op de teksten.

Bouwend Nederland (BNL)

BNL heeft een zeer gedetailleerde en gedegen reactie gegeven op het wetsvoorstel met als vertrekpunt dat er al veel goed gaat in de bouw, maar dat verbetering mogelijk en noodzakelijk is. In die zin staat BNL positief tegenover de intenties van het wetsvoorstel. Verder roept het voorstel naar de mening van BNL nog (te) veel vragen op en is nadere uitwerking nodig. BNL bepleit meermaals om de bouwsector te betrekken bij die uitwerking van het stelsel en de inrichting van de toelatingsorganisatie. De verlenging van de

opschortingstermijn en de aansprakelijkheid na oplevering zijn voor BNL onacceptabel. BNL adviseert de minister de tijd te nemen: "Kwaliteit gaat boven snelheid". Ten slotte, BNL wijst op de positie van de verschillende partijen in het nieuwe stelsel, te weten consument, professionele opdrachtgever, ontwerper, bouwer, bevoegd gezag, kwaliteitsborger en de instrumentbeheerder, hun onderlinge relaties en hun

onderlinge (on)afhankelijkheid. Iets te vaak naar mijn smaak hanteert BNL het argument dat het niet (te) veel mag kosten. Dat lijkt op gespannen voet te staan met het streven van het ministerie om juist een hogere bouwkwaliteit te stimuleren.

NLingenieurs is in het algemeen tevreden met de lijn van het ministerie. Wel brengt de branchevereniging van advies- en ingenieursbureaus terecht in dat bouwkwaliteit meer is dan het voldoen aan het Bouwbesluit en stelt dat er een cultuuromslag in de bouw nodig is. Daarbij roept NLingenieurs de overheid als belangrijke opdrachtgever voor de bouw op daarin het voortouw te nemen en een cultuuromslag bij opdrachtgevers en bouwers te bevorderen. Niet geheel onverwacht vraagt NLingenieurs aandacht voor de onafhankelijke positie van de toetser ten opzichte van de ontwerper. De branchevereniging acht het verenigen van die twee rollen binnen één bureau onder voorwaarden wel acceptabel.

Branchevereniging van Nederlandse Architectenbureaus (BNA)

De reactie van de BNA strookt in veel opzichten met die van NLingenieurs. Ook de BNA is positief over de intenties van het wetsvoorstel en bevestigt dat de bouwkwaliteit moet worden verbeterd en dat de consument centraler moet worden gesteld. Wat dat laatste betreft vindt de BNA dat het wetsvoorstel nog niet ver genoeg gaat. In welke richting de BNA daarbij denkt blijft echter onbenoemd. De BNA ziet in tegenstelling tot veel andere betrokkenen nog wel een rol voor het bevoegd gezag bij het toezicht op de werking van het stelsel. De eerder door VBWTN bepleite landelijke inspectiedienst komt in de reactie van de BNA terug. Ook het eindoordeel over de risicoklasse, waarin een bouwwerk moet worden ingedeeld, zou volgens de BNA bij het bevoegd gezag moeten komen te liggen. Daarin gaat de BNA verder dan de VBWTN zelf wil. Ten slotte valt te lezen dat de BNA de minister het opmerkelijke advies geeft ook vergunningvrij bouwen onder

kwaliteitsborging te plaatsen.

Greenspirator (Jan-Willem van de Groep)

In een blog op zijn website reageert Jan-Willem van de Groep op het wetsvoorstel. Of hij deze reactie ook heeft ingediend bij het ministerie is mij niet duidelijk, maar de reactie is de moeite waard om hier op te nemen. Wie Jan-Willem kent kan de insteek van zijn verhaal wel inschatten. Hij is voorvechter van een omslag in de bouw naar energieneutraal of zelfs energieleverend bouwen. De Greenspirator pleit voor het afleveren van een gebouw in plaats van opleveren. De verplichting, die op de aannemers rust is niet te bewijzen dat de cijfers kloppen, maar dat prestaties worden waargemaakt. Dus geen EPC-berekening, maar een energieprestatiegarantie. De reactie bevat ook praktische aanbevelingen. Zo stelt Jan Willem dat de verlenging van de opschortingstermijn van drie naar 15 maanden onwenselijk en contraproductief is voor de bouw.

Nederlandse Verbond Toelevering Bouw (NVTB)

De NVTB staat positief tegenover het wetsvoorstel en ondersteunt het streven naar een heldere

verantwoordelijkheid voor de bouw. Uit de reactie komt naar voren dat de NVTB zich nog wel wat zorgen maakt over de effecten van de voorgestelde maatregelen. De aanbiedplicht voor de bouwer en het vrijwillige gebruik van het aanbod van een verzekering door een consument leidt volgens de NVTB niet tot het gewenste resultaat. Opdrachtgevers zullen zich mogelijk laten leiden door economische motieven om geen gebruik van de verzekering te maken. Dat leidt tot een ongelijk speelveld en (te) dure verzekeringen. Ten slotte ziet de NVTB kansen voor Erkende Technische Oplossingen (ETO) zoals door het Expertisecentrum Regelgeving Bouw is voorgesteld en voor certificatie met het KOMO-keurmerk.

VNO-NCW en MKB-Nederland

VNO-NCW en MKB-Nederland zijn gematigd in hun oordeel over het wetsvoorstel. Zij stellen het onduidelijke onderscheid tussen zakelijke en niet-zakelijke opdrachtgevers aan de orde. MKB-ondernemers zouden in veel gevallen als niet-zakelijke opdrachtgevers moeten worden beschouwd. Voorts pleiten de werkgeversorganisaties ervoor dat vooral bij eenvoudige bouwwerken de aannemer zelf de kwaliteit kan borgen. Voorkomen dient te worden dat het stelsel leidt tot complexe procedures en hoge kosten voor aanvragers van vergunningen.

Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (Neprom)

De reactie van de Neprom heeft een negatieve toonzetting. Er worden vraagtekens gezet bij nut en noodzaak van het wetsvoorstel alsof de Neprom het rapport van de commissie Dekker nooit heeft gelezen. Met name de wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek kunnen niet op enige steun van de Neprom rekenen. Het is duidelijk dat het referentiekader van de Neprom de projectmatige woningbouw voor consumenten is. Dat de projectontwikkelaars zich storen aan enkele passages in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel is ook begrijpelijk. Daarin is de Neprom overigens niet de enige organisatie. De vereniging benadrukt meermaals dat het wetsvoorstel te weinig onderscheid maakt naar de aard van het project en de

deskundigheid van de opdrachtgever. Ten slotte vraagt de Neprom aandacht voor de kostenconsequenties van het nieuwe stelsel. Het is duidelijk dat de projectontwikkelaars niet langer de hoge leges willen blijven betalen.

De volledige reactie van Neprom leest u hier.

 Aedes: “Regel helder wie wat doet bij toetsing van bouwkwaliteit”

 AFNL / OnderhoudNL: “Wetsvoorstel biedt kansen voor professionalisering”  Bouwend Nederland: “Gevolgen voor bedrijfsleven onvoldoende in beeld”  BNA: “Kwaliteit ligt bij de bouwsector zelf”

 Brandweer Nederland: “Borg wettelijke betrokkenheid bij bouwen”  ERB-Rigo: “Ingebruiknamevergunning gemeente noodzakelijk”  Gemeente Almere: “Minimum toets- en toezichtsniveau vastleggen”  Gemeente Rotterdam: “Privaat moet ook echt privaat zijn”

 Neprom: “Beter nadenken over noodzaak en gevolgen wetsvoorstel”

 Neprom, Woonbedrijf, Woonbond, Vac.wonen en VEH: “Hoe gaat het nu eigenlijk werken straks?”  Dit document geeft antwoord op een deel van de vragen…

 NLIngenieurs: “Aandacht nodige voor bredere kwaliteit dan Bouwbesluit”  NVB: “wetsvoorstel slecht voor bouw en consument”

 NVTB: “Geen spaak in het wiel van de herstellende woningmarkt”

 Platform voorbereiding Stelselherziening: “Ontzorgen, verzekerde prestatie en onafhankelijke toetsing”

 Vereniging Bouw- en woningtoezicht Nederland: “Als we er niet meer van zijn dan zijn we er niet meer van!”

 Vereniging Eigen Huis: “pak ongelijkheid in rechtspositie tussen bouwer en consument zo snel mogelijk aan”

 VACpunt Wonen – Adviescommissies Wonen: “Gebruikskwaliteit zou centraal

moeten staan in de voorgenomen wetswijziging”

 VNO-NCW: “Evalueer het stelsel voordat met andere bouwwerken wordt gestart”

 Diverse reactie vanuit de advocatuur: “Verruiming aansprakelijkheid aannemer voor fouten”

http://www.bwtinfo.nl/upload/document/826/VBWTN%20-%20reactie%20consultatie%20wetsvoorstel% 20PKB%20versie%2012%2009%202014.pdf

https://vng.nl/files/vng/brieven/2013/attachments/20130502_bijlage-reacties-gemeenten-op- omgevingswet.pdf

In document Kwaliteitsmanagement (pagina 84-90)