• No results found

Vragenlijst Good Work Project

I. OPENING: GOALS AND PURPOSES

1. What kinds of things are you trying to accomplish in your work right now?

2. Is there a goal in your work that gives meaning to what you do that is essential to making your work worth-while?

a. What is it?

b. Why is this goal important?

c. Are there other comparable ones?

d. How do you know when they have been met?

3. In your work, to what or to whom do you feel responsible or loyal?

II. BELIEFS AND VALUES

4. Are there specific qualities that have contributed to your achievements?

(qualities = attributes: e.g. determination, persistence) a. Qualities that hinder achievements?

5. Which of your personal beliefs contribute to your achievements?

(beliefs = world view: e.g. determination, persistence)

6. Do you feel that your beliefs conflict with the dominant values in your area of work?

7. Would it be different if you were working on your own or in another organization?

III. THE WORK PROCESS (PERSONAL LEVEL) 8. What of your work are you most proud?

a. To what do you attribute your success in this endeavor?

b. May we have a copy of this work?

c. How important is creativity for your work?

d. What qualities are instrumental to your creative process?

e. What role does reflection play in your creative process?

f. What qualities inhibit your creative process?

g. Is it necessary to take risks?

IV. POSITIVE AND NEGATIVE PRESSURS IN YOUR AREA OF WORK 9. Reasons that make it difficult for you to achieve your goals?

a. Constraints of work place?

b. Relate a specific situation?

c. Unique to your area of work?

d. Practical economic concerns/money?

90 e. What roles do prestige and fame play?

10. What kind of work is rewarded/discouraged?

a. Is innovation/creativity rewarded?

b. What are innovations that have changed your work process?

c. How do you work differently form when you started?

d. Does your job allow for time alone, to reflect?

V. FORMATIVE BACKGROUND Childhood/Adolescence

11. Reflecting on your formative years as a child or adolescent, what influences do you view as most salient in the way you approach your professional work?

a. Influence of family background?

b. How you spent your time as a child? What would a person have seen if they shadowed you for a day when you were a child?

c. As a child, were you intensely involved in one or more activities? Which ones?

d. Influential religious and spiritual factors?

12. Do you remember the first time you thought of yourself as a (subject’s professions)?

Mentor/Training

13.What attracted you initially to your area of work?

14. Describe your training.

15. Have you had any mentors who have significantly influenced how you approach your work and/or how you have made crucial decisions in your career?

a. An influential book, experience or project?

b. Any ‘anti-mentors’?

c. Weaknesses of your mentors?

VI. PERSPECTIVES ON YOUR AREA OF WORK 16. What do you like about your area of work? Dislike?

a. What does your area of work do well, not so well?

b. Example of a piece of work you respect, don’t respect?

c. If you were in a higher position of authority, how would you do things differently?

d. What direction do you see for the future of your area of work?

e. Does your work serve the public?

Training the next generation

17. How well does your area of work train young people to have the qualities that you think are important? How would you train them differently?

a. How would you advise a young person who is thinking about a career in your area of work?

b. Promising or warning signs of a young person in your area of work?

c. What would you change about young people in your area of work?

d. Is it important for you to work with young people?

e. What’s important for you to transmit through words or deeds?

91 f. What are you learning from the people you mentor?

VII. COMMUNITY AND FAMILY RELATIONS

18. What do you consider to be your principal community(ies)?

a. Do you retain ties with communities in which you grew up?

b. Are you an active member of communities outside of work?

c. To what extent is your family related to your work?

d. How do you balance family/private life and work?

e. Do religious or spiritual concerns play an important role in your life?

VIII. ETHICAL STANDARDS

19. Some people say that the standards in your area of work are more ethical than they used to be and some say are less ethical. What has been your experience?

20. Can you tell me about an incident in your area of work where you weren’t sure about the right course of action?

a. How did it become clear to what to do?

b. How do you deal with beliefs/practices you disagree with?

c. Has it become harder to do work that you consider to be responsible and ethical?

21. Are there things that you would not do in your profession, even though it is not illegal?

IX. CLOSING

22. We are coming to the end of our interview, is there anything you would like to add?

a. Check notes for things left out

b. May I follow up with you in the future?

92 Bijlage 2 Overzicht interviews

Respondent Geslacht Duur interview Pagina’s transcript

1 Man 69 min, 56 sec 18

2 Man 80 min, 25 sec 19

3 Man 82 min, 32 sec 19

4 Man 83 min, 25 sec 21

5 Man 120 min, 20 sec 32

93 Bijlage 3 Coderingsschema A

Indicator Citaat

A1 X

A1.1 ‘En daar moet je ook als accountant maar je verantwoordelijkheid voor nemen.

Voor je subjectiviteit.’ (Respondent 2)

‘Maar ik kan niet verhinderen dat iemand te hard rijdt, en dat mag ook niet in Nederland en zo zie ik het wel. Ik probeer het wel redelijk zwart wit van waar is mijn verantwoordelijkheid. Ja als iemand dat zo wil, moet je dat doet.’

(Respondent 4)

‘Ik wil wel mee helpen om binnen de regels op te lossen en het maximale eruit te halen, de grenzen op te zoeken, daar zijn grenzen voor. Als ik vind dat je daar een goed verhaal voor hebt. Net als bij mensen, die spiegel. Dat vind ik het niet erg om mee te denken. Ik ben niet de moraalridder van het bedrijf want dan kunnen ze me meteen naar huis sturen als je die rol inneemt als accountant in business.’

(Respondent 4)

‘Nou kijk, je ziet natuurlijk dat Arthur Andersen ten gronde is gegaan omdat uiteindelijk accountants niet voor het belang stonden waarvoor ze opgesteld stonden maar meer voor het privé belang’ (Respondent 4)

‘Gewoon rattengedrag, en gewoon puur rattengedrag, afpakken, elkaar niet

gunnen, achterbaksheid, mensen wegtrekken, hoeveel voorbeelden wil je hebben.’

(Respondent 5)

‘Daar heb ik heel lang mee gestruggled maar je weet ook dat het overal gebeurt maar ja dat is niet goed voor je humeur. En een van mijn collega’s wat ik echt een rat vond, die is een stuk jonger dan ik. Die heeft me een paar dingen geflikt en ik hoorde laatst dat die eruit geflikkerd is, dat was wel een tjakka moment’

(Respondent 5)

‘Er kunnen andere belangen in het geding zijn. Dat kan vanalles zijn. Ik verbaas me iedere keer weer als accountants op feesten en partijen met informatie rondstrooien over klanten, dingen die ze meemaken. Dat is best lastig.’

(Respondent 5)

‘Ja het niet-integer handelen van collega’s is een duivels dilemma. Of het nou vaktechnisch niet integer handelen, of een klant’ (Respondent 5)

‘Wat je wel ziet, is dat bij de mensen die in die inner circle zitten, is een

ongelooflijke mate van ontkenning. Nee het wil er echt niet in. Omdat ze er zelf

94 een rol in hebben gespeeld dus die hebben niet actief of bewust aan mee gewerkt maar ze hadden het wel kunnen weten. Dan zie je veel ontkenning en proberen weg te drukken. Ja. Iedereen vindt het verschrikkelijk als er een mede partner iets flikt. Ze weten dat het echt niet kan maar het is wel een zwart boek. Het is geen leasons learned verhaal. Ja, angst. In elk geval angst denk ik. En korte termijn denken’ (Respondent 5)

A1.2 ‘Je wil ook voor je team staan, je wilt voor je collega’s staan maar door de situatie heb je soms ook een tegenstelling tussen het belang van de individu en het belang van de organisatie en in het samenspel de belang van de organisatie in relatie tot de toezichthouder, de rechtgevers kan je ze niet alle drie overeind houden. Dan denk ik dat in dat spel we gedwongen zijn om bepaalde stappen te nemen.’ … ‘Ja ten koste van het individu’ (Respondent 1)

‘Dat is hetzelfde als met mensen in de gezondheidszorg, je moet inspringen in de behoeften van je patiënten. Als je dat niet doet, moet je het vak niet doen.’

(Respondent 2)

‘Ik ben het meeste trots als mensen hebben als ik ergens start een verwachting van me. Als ik die verwachting invulling kan geven. In gesprekken praat je over dit en dat en kun je dat en hoe ga je dat doen? Als ik dan die verwachting maak. Ik ben eigenlijk trots als mensen zeg maar een bovengemiddelde waardering hebben van mijn prestatie, want dan hebben we blijkbaar in de gesprekken over wat er moet gedaan worden en blijkbaar geef ik er invulling aan en dat krijg ik er vaak het meest plezier in’ (Respondent 4)

A1.3 ‘Dus het is vooral dat mensen een bewuste keuze moeten maken en het niet mooier maken dan dat het is, maar ik denk niet dat dat nog gebeurt want generatie Y is toch anders. In mijn tijd had ik collega’s die de accountancy ingingen omdat het een goedbetaalde onbezorgde boterham was, maar als je daarvoor het beroep kiest, dan nee dan gaat het niet lang duren’ (Respondent 1)

‘Als je het doet om het geld te verdienen, zal je merken dat de kostprijs nogal hoog is. En als je de innerlijke motivatie enkel uit geld haalt, dan strand je. Zoals stress en burn-outs.’ (Respondent 1)

‘Te lang loyaal is een valkuil en kan een mindere kwalificatie zijn voor een goede accountant’ (Respondent 2)

‘Ja, heb je wel eens het gevoel gehad dat die persoonlijke overtuigingen van jou conflicteerden met de belangrijkste beginselen van je vak?’ Respondent: ‘Nee. Dat geloof ik niet. Nee, maar misschien ligt dat aan mij dat ik mijn eigen beginselen en die van het vak een beetje vereenzelvig.’ (Respondent 2)

‘Gek genoeg ben ik inderdaad het meest trots op de situaties waarin ik onafhankelijk gedacht heb en niet doorbroken heb’ (Respondent 2)

95

‘Als ze het karakter ervoor hebben, zou ik het aanraden, maar ik denk dat er andere vakken zijn waar je ook veel plezier in kan hebben en misschien nu meer dan vroeger. Is misschien gek maar ik heb het gevoel dat het vak vroeger mooier was. Het was veelzijdiger, het was meer inbreng vanuit je zelf, maarja..’

(Respondent 2)

‘Ik kreeg toen van kantoor het signaal dat dat ook wel een beetje ver ging. Maar ik had het wel gedaan. Als dit mijn enige klant was geweest en een eigen kantoor had, dan was het daar gestopt.’ (Respondent 2)

‘dat met de toename van de hoeveelheid regels, dat er misschien nu meer halve bak juristenopleiding dan accountants. Dat zou kunnen. En aan de andere kant denk ik dat er terecht veel aandacht is voor integriteit. Meer dan vroeger. Waarbij ik wel met de vraag stel, of je integriteit kan leren, dat gevoel van

rechtvaardigheid dat dat niet kan, dat hoort wat mij betreft een beetje in de mens te zitten.’ (Respondent 3)

‘Waar wordt je nu blij van in het kader van de zingeving, probeer 80% van je tijd bezig te zijn met dingen waar je energie van krijgt, dan 20% dingen te doen waar je geen energie van krijgt.’ (Respondent 3)

‘Nou ten opzichte van mezelf vooral, veel meer dan ten opzichte van anderen. Ik heb denk ik best een hoog eigen verantwoordelijkheidsbesef en moraliteit en intrinsieke motivatie en werkethiek.’ (Respondent 4)

‘Want je ben natuurlijk geen controlerend accountant maar heeft dat publieke belang voor jou betekenis?’ Respondent: ‘Nee nul. Maar dat had het, dat heeft meer te maken met mijn eigen normen en waarden. Ik vind je moet de dingen doen zoals ze zijn en heb al gezegd administratie is geschied schrijven. Daar heb je een aantal subjectieve elementen in, die moet je kunnen duiden. Daar spiegelen we iemand op of daar, overleg je met je controlerend accountant waarom je het op die manier ziet’ (Respondent 4)

‘Ik heb er helemaal vrede mee dat ik tien keer zoveel verdien als een monteur maar als dat honderd keer is, zeg ik, nee zoveel meer waarde heb ik niet. Dat kan niet zo zijn. Althans ik geloof daar niet in, dat is niet mijn drijfveer. Ik wil dat ook niet. Ik vind het prima als waarde gecreëerd wordt, maar het moet wel eerlijk zijn wat mensen daarvoor moeten doen.’ (Respondent 4)

‘Dus ik heb wel situaties gehad waarvan ik zeg van en dat is door de jaren heen gekomen, mijn integriteit is wel mijn belangrijkste asset. Die hou ik vast en het maakt mij niets uit als mensen dingen doen die niet horen’ (Respondent 4)

‘Ja ik zeg altijd er zijn genoeg mensen met een rubberen rug. Ik heb die niet. Ik doe dingen niet voor geld. Ik doe wel dingen voor geld en misschien zou ik wel te

96 verleiden zijn tot maar dan moet de prijs zo enorm hoog zijn dat ik de rest van mijn leven verzekerd ben. Anders niet’ (Respondent 4)

‘Ik denk dat ik leid onder een grote mate van loyaliteit. Dat ik me daar zelf wel eens wat teveel voor wegcijfer. Misschien in de beroepsgroep komt het vaker voor. Plichtsbesef, of het loyaliteit is, weet ik niet helemaal maar het is wel een grote mate van plichtsbesef, dat kan ook loyaliteit zijn.’ (Respondent 5)

‘Nou meer welke kwaliteiten ontbeerde of hebben je in de weg gezeten?’

Respondent: ‘Misschien sociale souplesse om over waarden en normen heen te gaan. Daar heb ik wel mee geworsteld.’ (Respondent 5)

‘Ja als je dan vervolgens te horen krijgt, je het gesprek in gaat en informatie deelt dat je misschien wel gelijk hebt maar niet moet opschrijven. Dat raakt aan mijn waarden en normen. In mijn taakopdracht als compliance officer. Daar heb ik ongelooflijke moeite mee. Dat wringt.’(Respondent 5)

‘Nee wij zijn helemaal niet zo hard. Als we harder waren geweest, hadden we nu minder ellende gehad. We hadden die normen veel eerder aan moeten trekken.’

Interviewer: ‘is het dan niet verrassend dat jouw normen en waarden dan eigenlijk best overeen komen met de bedoeling van jullie vak. Maar dat dat bij een groot deel toch moeilijker ligt dan bij jou? ’Respondent: ‘Ja dat is volstrekt verloren gegaan. De accountant zou dat wel in de essentie moeten zijn.’ (Respondent 5)

‘Was toch een soort reünie. Dat vond ik fantastisch. Dat vind ik leuk. En dan hoor je toch wel dat je heel veel hebt meegegeven, als part van de job wat je dan eigenlijk gedaan hebt. Het vak en ook andere dingen, dat ze daar heel veel aan gehad hebben. En dat heb je wel bijgedragen. Dat vond ik wel een heel mooi moment, niet per se het binnenhalen van een klant. Ik heb leuke klanten gehad en leuke dingen binnengehaald maar dat zijn geen hoogtepunten.’ (Respondent 5)

‘Toen bleek dat ze moeite hadden met deponeren en met transparantie in de verslaggeving, dat vond ik al een hele vervelende. Dat zinde me al niet. Nou toen ben ik er nog wat verder in gedoken en toen bleek het ook om sekslijnen te gaan.

Ja dat mag. Maar van mij niet, maar ik heb geen zin in levend vlees in mijn vak.

Punt. Die grens ga ik niet over. Ik heb geen moeite met het geen levend vlees, maar zodra er levend vlees aan te pas komt, of mogelijk mensen die achter de telefoon zitten, die daar niet helemaal vrijwillig zitten. Dat is de streep, gewoon keihard. Die accountantsorganisatie zei ook joh daar gaan we niet over

discussiëren.. Dus dat is niet illegaal, maar er ligt wel een streep. Ja. Ik zou ook nooit hoe legaal het ook is, een hasj, of coffeeshops doen. Zou ik niet doen. Punt.

Doe ik gewoon niet. Hoe legaal het ook is. Klaar. ’ (Respondent 5)

‘Dat is 1. Dan moet hij die zelf het waarden en normen en de guts hebben om het intern te bespreken en dan moet de organisatie zeggen we gaan het wel of niet doen. Maar zo simpel is het niet’ (Respondent 5)

97

A2 X

A2.1 ‘Je wil ook voor je team staan, je wilt voor je collega’s staan maar door de situatie heb je soms ook een tegenstelling tussen het belang van de individu en het belang van de organisatie en in het samenspel de belang van de organisatie in relatie tot de toezichthouder, de rechtgevers kan je ze niet alle drie overeind houden. Dan denk ik dat in dat spel we gedwongen zijn om bepaalde stappen te nemen.’ … ‘Ja ten koste van het individu’ (Respondent 1)

‘Ja zeker, vroeger in mijn opleiding werd dat helemaal ingeprent. Daar waren discussies over die de hele tijd teruglinken en dat was als vertrouwingsman van het maatschappelijk verkeer en dat was toch echt niet zo maar een kreet.’

(Respondent 2)

‘Dat is hetzelfde als met mensen in de gezondheidszorg, je moet inspringen in de behoeften van je patiënten. Als je dat niet doet, moet je het vak niet doen.’

(Respondent 2)

‘Ik bedoel, ja tuurlijk had het management dat zelf moeten bedenken maar ja ook in dit geval was het management zelf tegen. Wij, een maatschappij die failliet gaan, dat kan helemaal niet’ (Respondent 2)

‘En dat kan dus nu niet meer, dus terwijl de hele maatschappij versnelt, moet jij je werk dus zo organiseren dat je een heleboel dingen van tevoren moet doen’

(Respondent 2)

‘Ik vind dat je absoluut dienstbaar moet zijn, want als je dat niet doet of je lacht erom, dan moet je je eigenlijk in een hoekje gaan zitten schamen, en niet gaan werken’ (Respondent 3)

‘Ik ben het meeste trots als mensen hebben als ik ergens start een verwachting van me. Als ik die verwachting invulling kan geven. In gesprekken praat je over dit en dat en kun je dat en hoe ga je dat doen? Als ik dan die verwachting maak. Ik ben eigenlijk trots als mensen zeg maar een bovengemiddelde waardering hebben van mijn prestatie, want dan hebben we blijkbaar in de gesprekken over wat er moet gedaan worden en blijkbaar geef ik er invulling aan en dat krijg ik er vaak het meest plezier in’ (Respondent 4)

‘En daarnaast is het ook wel het stuk wat ik altijd erg leuk gevonden heb, is het overdragen van kennis. Dat bevredigt mij zeker’ (Respondent 5)

‘Nou ik maakte me laatst zorgen om een van die partners die had een opdracht aanvaard en ik zei ik begrijp niet dat je dat gedaan hebt, want dat gaat ontsporen.

Dan doe ik een belletje naar de baas. Is dat nou loyaliteit of kwaliteit? Ik voel me

Dan doe ik een belletje naar de baas. Is dat nou loyaliteit of kwaliteit? Ik voel me