• No results found

Persoonsnamen

In document Technische Handleiding (pagina 113-116)

Volgens de hoofdregel (zie 10.2.1) worden persoonsnamen met een hoofdletter geschreven. Dat geldt zowel voor voornamen als voor familienamen. Ook initialen krijgen een hoofdletter. De hoofdletter blijft behouden in de genitiefvormen, verkleinwoorden en meervoudsvormen van die namen. Enkele voorbeelden:

- Ahmed, Anny, Claude, Georges, Jacky, Joachim, Kim, Manuela, Nasira, Wibi, Assepoester, Pallieter, Alzheimer, Doumbia Holvoet, Kiesekoms, Lebrun, Mahoudi, Martinez, Rossini, Stam, Terpstra

- J.C.T. Perk, A. Stokmans

- Joachims aankoop, Manuela’s huis, Holvoets hobby’s, Rossini’s werken, Hommes hoest (hoest van Homme), Hommes’ hoest (hoest van Hommes)

- Kimmetje, Marieke, Nasiraatje, Wibietje - de Doumbia’s, de Kiesekomsen, de Lebruns

De volgende voorbeelden noemen een fictieve persoon, soms bij personificatie, en worden daarom ook met hoofdletter geschreven:

- Jan Modaal, Jan Publiek, Jan Rap (en zijn maat), Jan en alleman, Jan met de pet, Magere Hein, Piet Snot

- Moeder Aarde, Pietje de Dood, Vadertje Tijd, Zwarte Piet

Wanneer het woord niet als persoonsnaam fungeert, dat wil zeggen niet naar een individueel persoon met die naam verwijst, maar een soortnaamkarakter heeft, wordt doorgaans een kleine letter geschreven. Vaak, maar niet altijd, is daarbij een

onbepaald lidwoord mogelijk. In zulke woorden valt ook de spatie tussen delen van de oorspronkelijke naam weg. Voor voorbeelden in samenstellingen zie 10.3.3 en 10.3.5. Enkele voorbeelden:

(hij heeft) alzheimer, een benjamin, een casanova, een catweazle, een donjuan, een donquichot, een dorknoper, een frankenstein, een ganimedes, een janklaassen, een janplezier, een jansalie, een jan-van-gent, een jantje-van-leiden, een jerommeke, een judas, een kuifje, een pietje-precies,een quasimodo, een swiebertje

Bij de persoonsnamen moet worden gelet op de volgende vijf gevallen:

10.3.1 Familienamen

In het algemeen geldt zowel in Nederland als België dat de schrijfwijze van familie-namen, net als die van namen van gemeenten, onveranderlijk is.

In Nederland is het echter gebruikelijk om bij familienamen het voorzetsel of het lidwoord met een kleine letter te schrijven wanneer een voornaam of voorletter aan de familienaam voorafgaat. Volgens de Belgische wetgeving blijft ook de spelling van lidwoorden en voorzetsels in officiële stukken onveranderd. Dat betekent bijvoorbeeld dat de en van in de familienamen van adellijke personen altijd met kleine letter worden geschreven. De namen van niet-adellijke personen worden met hoofd- of kleine letters geschreven, afhankelijk van hun officiële schrijfwijze in het bevolkingsregister. Enkele voorbeelden:

- het Nederlandse systeem:

De Jong, Van Ostaijen, de heer De Jong, mevrouw A. de Jong, G. ter Horst, C.M. op de Beek, De Jong-van Dijk, dr. De Jong, Jasperina van den Bos, Jasper de Korte, Els de Schepper, Paul van Ostaijen, jonkheer Van Beijma thoe Kingma - het officiële Belgische systeem:

De Jonghe, Van Ostaijen, de heer De Jonghe, mevrouw A. De Jonghe, J. Ter Burg, K. Op de Beeck, De Jonghe-Van Dijck, dr. De Jonghe, jonkheer van Outryve d’Ydewalle, G. van Outryve-d’Ydewalle, Jasperina Van den Bossche, Jasper De Corte, Els De Schepper, Paul Van Ostaijen

10.3.2 Namen van heilige personen

De namen van heilige personen worden, net zoals dat voor alle persoonsnamen het geval is, met een hoofdletter geschreven. Ook de beschrijvende namen (bijvoorbeeld de Heilige Geest), vaste verbindingen en naar die personen verwijzende voornaam-woorden worden met een hoofdletter geschreven. Wanneer men bijzonder respect of ontzag wil uitdrukken, mag men samenstellingen en afleidingen van die heilige persoonsnamen ook met een hoofdletter schrijven (maar zie ook 10.3.4). Enkele voorbeelden:

- Allah, Boeddha, God, Isis, Jahweh, Jehova, Jezus, Jupiter, Manitoe, Minerva, Mohammed, Satan, Sint-Cecilia, Shiva, Christus’ leven, Mohammeds geloof, Heiland, Heilige Drievuldigheid, Heilige Geest, Hemelse Vader, Onze-Lieve-Heer, Schepper

- Uw Koninkrijk, Zijn Lichaam

- Antoniusorde, Boeddhabeeld, Godsgezant, Godskind, Godsrijk, Mariakapel, pseudo-Maria

- Mariaal (maar ook mariaal, zie 10.3.4)

Wanneer de persoon zelf niet centraal staat, zoals in de volgende voorbeelden, wordt een kleine letter gespeld:

een bronzen christus, boeddhahouding, christusdoorn, jezusfreak, sint-bernards-hond, sint-luciakers, venushaar, een jehova (= Jehova’s getuige), godallemachtig, de god van de oorlog, geest, mariaal (maar ook Mariaal, zie boven), schepper

10.3.3 Eponiemen

Als de persoonsnaam een eponiem is, dat wil zeggen een soortnaam die op een eigennaam teruggaat en niet ter aanduiding van de door de eigennaam genoemde persoon zelf fungeert, wordt een kleine letter geschreven (zie ook boven, einde van 10.3). Enkele voorbeelden:

- een abraham (pop), anita, assepoes, benjamin, bob, hooligan, johnny, judas, marina, mecenas, pallieter, pierrot, sara, sjonnie

- alzheimer (= ziekte van Alzheimer), braille, colbert, diesel, down, hodgkin, kafka (bijvoeglijk naamwoord: absurd), pfeiffer (= ziekte van Pfeiffer, klierkoorts), röntgen, zeppelin

- een nieuwsgierig aagje, een vrolijke frans, de ware jakob, de jan uithangen, een jansalie, een dolle mina, een ongelovige thomas

Samenstellingen en afleidingen van zulke woorden behouden een kleine letter:

- anita-achtig, voetbalhooligan, hooliganisme

- alzheimerpatiënt, colbertjasje, colbertje, downsyndroom, dieselmotor, dieselen, hodgkinpatiënt, jansaliegeest, kafka-achtig, non-hodgkinlymfoom, pfeifferachtig, röntgenapparaat

Wanneer het gaat om een merknaam of om het rechtstreekse product van de

artistieke, wetenschappelijke of ambachtelijke activiteit van de betrokken persoon, is de eigennaam in het bewustzijn van de taalgebruiker zo sterk aanwezig dat zulke woorden toch met een hoofdletter worden geschreven. Voorbeelden:

- een Fokker, een Lamborghini, een Porsche

- een Rembrandt, een Stradivarius, een Van Eyck, een Chanel, een Gaultier, een Thonet

10.3.4 Afleidingen van persoonsnamen

Afleidingen van persoonsnamen krijgen een kleine letter. Enkele voorbeelden:

christen, boeddhist, elisabethaans, freudiaans, jungiaans, hitleriaans, kafkaiaans, maoïst, mariaal, marxisme, platonisch, rembrandtesk, sapfisch, victoriaans

Let op: afleidingen met het suffix -achtig worden behandeld als samenstellingen (zie 10.3.5).

10.3.5 Samenstellingen met persoonsnamen Algemeen principe

uniciteit

Samenstellingen met persoonsnamen behouden in de regel hun hoofdletter wanneer de verwijzing naar een uniek persoon pregnant aanwezig is. Dat geldt ook voor afleidingen met -achtig. Enkele voorbeelden:

- Beatlesplaat, Bowieconcert, Gergievdirectie, Hitlergroet, Hitlerretoriek,

Jonkheer van Beijma thoe Kingmaprijs, Karel de Grotehogeschool, Marshallplan, Shakespearesonnet, Da Vincitekening, Tina Turnerafscheidstournee

- Johannes Vermeerachtig, Leopold II-achtig, Verhofstadtachtig geen uniciteit

Er wordt een kleine letter geschreven wanneer de eigennaam niet als zodanig fungeert, dat wil zeggen niet direct naar een unieke persoon verwijst, zodat het samengestelde woord geparafraseerd kan worden als ‘een soort van...’, bijvoorbeeld een salomonsoordeel is ‘een soort van oordeel’. In zulke samenstellingen valt ook de spatie tussen delen van de oorspronkelijke naam weg. Voorbeelden:

argusogen, augiasstal, excuustruus, gideonsbende, hermesstaf, harrypotterbril, hitlersnorretje, molotovcocktail, pyrrusoverwinning, salomonsoordeel,

tantaluskwelling, tantebetjestijl, weckfles

In het algemeen geldt dat woorden die de ene keer wel direct verwijzen naar de persoon en de andere keer niet, naargelang van de betekenis op twee manieren geschreven kunnen worden. Een paar voorbeelden:

het Marshallplan (plan van minister G.C. Marshall) – een marshallplan voor de noodlijdende faculteiten

de Venusberg (geogr. naam) – een venusberg (schaamheuvel, stuk van de handpalm) Venustempel (aan Venus gewijd) – venustempel (bordeel)

Speciale gevallen

Het principe dat een eigennaam in een samenstelling met kleine letter wordt geschreven als hij niet naar de persoon zelf verwijst, is consequent toegepast in de volgende twee groepen van woorden.

1) Plant- en diernamen

Plant- en diernamen in de vorm van een samenstelling met een persoonsnaam krijgen een kleine letter. Enkele voorbeelden:

darwintulp, linnaeusklokje, napoleonswilg, picassovis, przewalskipaard, sint-bernardshond, weddellzeehond

2) Namen van uitvinders, ontdekkers, ontwerpers, wetenschappers

Samenstellingen met de naam van een wetenschapper, uitvinder of ontdekker krijgen een kleine letter wanneer de eigennaam niet als zodanig functioneert. Enkele

voorbeelden:

beckmannomlegging, bernoulli-effect, berlitzmethode, brailleschrift,

büchnertrechter, coopertest, dopplereffect, downsyndroom, elliottgolf, fröbelschool, gibbsfunctie, higgsdeeltje, lugerpistool, montessorionderwijs, planckconstante, salkvaccin, strooptaak, taylorstelsel, vanderwaalskracht, zalmnorm

Terwijl de namen van uitvinders, ontdekkers en dergelijke een kleine letter krijgen in samenstellingen waar de naam niet dient ter identificatie van een uniek persoon, wordt in omschrijvingen in de vorm van een woordgroep, en in andere samenstel-lingen waarin zo’n eigennaam gebruikt wordt om een locatie, gebouw, werk en dergelijke eenduidig te identificeren de hoofdletter bewaard omdat hier de verwij-zing naar de persoon sterker doorweegt. Voorbeelden:

- de wet van Boyle-Gay Lussac, de constante van Planck, de ziekte van Alzheimer, het syndroom van Down

- Einsteinzaal, Max Planckinstituut, Montessoribiografie

In document Technische Handleiding (pagina 113-116)