• No results found

Overzicht van de technische termen uit de paragrafen 3 tot en met 6 Hieronder volgt een overzicht van de in dit hoofdstuk besproken technische termen die

semantisch Bijbelonderzoek

7. Overzicht van de technische termen uit de paragrafen 3 tot en met 6 Hieronder volgt een overzicht van de in dit hoofdstuk besproken technische termen die

van belang zijn in relatie tot semantisch onderzoek. Ze zijn opgenomen in alfabetische volgorde.

Atemporele relatie: de relatie tussen trajector en landmark wordt niet geprofileerd

binnen een bepaalde periode.

Basis: term die gebruikt wordt bij het analyseren van woordbetekenissen. Bij een woord

wordt een profiel afgezet tegen de basis en deze basis is noodzakelijk om de betekenis van een woord te begrijpen. Het vormt de conceptuele inhoud die noodzakelijk betrokken is op de expressie.

Categoriseren: de dingen die we meemaken in de externe wereld, maar ook onze

gevoelens en gedachten uit onze interne wereld, indelen in categorieën.

Concept: idee in het hoofd van een taalgebruiker, dat gebruikt wordt om

onderscheidingen te maken. Kan ook mentaal beeld of begrip genoemd worden.

Conceptuele benadering: benadering die stelt dat elke symbolische relatie die gelegd

wordt tussen een fonologische en semantische structuur, een mentaal begrip oftewel een concept is.

Domein: term die gebruikt wordt bij het analyseren van woordbetekenissen. Het kan

gedefinieerd worden als de algemene achtergrondkennis bij een woord.

Encyclopedische kijk op woordbetekenissen: bij de betekenis van een woord kan

sprake zijn van een bredere conceptualisatie waar elementen in opgenomen zijn die niet letterlijk in het woord naar voren komen, maar deel uitmaken van hoe de taalgebruiker zijn leefwereld beschouwt.

Fonologische structuur (of fonologische unit): deel van elk woord of concept, heeft

betrekking op de klanken en op de tekens waarmee een taal weergegeven wordt.

Ground: vormt het perspectief van waaruit gesproken wordt. Omvat bijvoorbeeld de

participanten in de gebeurtenis, de plaats en tijd en de situationele context.

Grounding: een woord wordt geplaatst in het perspectief van waaruit gesproken wordt. Instance: een entiteit wordt specifiek beschreven ten opzichte van een bepaald schema. Landmark: Vormt binnen het conceptualiseren van een relatie het deel dat, ten opzichte

van de trajector, het minste aandacht krijgt.

Matrix: geheel van domeinen bij een woord.

78 Taylor, Cognitive Grammar, 389-392.

46

Profiel: term die gebruikt wordt bij het analyseren van woordbetekenissen. Het is dat

aspect van een woord dat specifiek naar voren gebracht wordt en afgezet wordt tegen de basis.

Prototype: de instance die het meest representatief of treffend is.

Prototypisch scenario: geeft het meest representatieve patroon van handelingen,

gebeurtenissen of gedragingen weer.

Relationele zelfstandige naamwoorden: profileren een ding, maar maken daarnaast

ook deel uit van een relatie met een andere entiteit. Deze relatie wordt niet geprofileerd, maar wel altijd verondersteld.

Schema: een abstracte weergave van een entiteit, kent meerdere instances.

Semantische structuur (of semantische unit): deel van elk woord of concept, heeft

betrekking op de betekenis van het woord.

Symbolische relatie of symbolische unit: de verbinding tussen een fonologische en

een semantische structuur. Is symbolisch omdat het conventioneel van aard is en een concept weergeeft.

Symbolic thesis: de basisveronderstelling van Cognitive Grammar. Elk woord bestaat

uit een symbolische relatie tussen een fonologische en een semantische structuur.

Temporele relatie: de relatie die geprofileerd wordt tussen trajector en landmark duurt

een bepaalde periode.

Trajector: vormt het belangrijkste element binnen het conceptualiseren van een relatie

en krijgt de meeste aandacht. Staat aldus tegenover de landmark.

Bij dit overzicht dient opgemerkt te worden dat Taylor een woord beschouwt als een symbolische relatie. Tevens maakt hij gebruik van het equivalent symbolische unit. De betekenis van een woord wordt gevormd door de semantische structuur of semantische unit binnen de symbolische relatie. Hoewel deze inzichten in deze studie gevolgd worden, zal gesproken worden over woorden en over woordbetekenissen, om zo de leesbaarheid van de tekst te bevorderen.

In hoofdstuk 2 zal uiteengezet worden hoe bovenstaande beginselen van Cognitive Grammar toegepast zullen worden in deze studie. Het betreft met name de wijze waarop, door middel van de noties trajector en landmark, bestudeerd kan worden in welke (a)temporele relaties de te onderzoeken woorden gebruikt worden, en hoe op basis van de noties profiel, basis en domein hun betekenis kan worden vastgesteld.

8. De receptie van cognitieve semantiek binnen de exegese

Zowel binnen onderzoek naar de Hebreeuwse Bijbel, als naar het Nieuwe Testament, wordt gebruikgemaakt van inzichten uit de cognitieve psychologie en linguïstiek. Zo worden grammatica en syntaxis vanuit cognitief oogpunt bestudeerd, wat ook wel

47 aangeduid wordt als Construction Grammar,79 maakt men gebruik van cognitieve semantiek of van beide.

Voor wat betreft de studie naar de Hebreeuwse Bijbel is in paragraaf 3.1 reeds gewezen op de methode die Van Wolde ontwikkeld heeft voor cognitief-semantisch Bijbelonderzoek. Deze methode past zij toe in verschillende publicaties.80 Door Andrew T. Abernethy wordt een vergelijkbare methode gevolgd, daar hij gebruikmaakt van de technische termen profiel, basis en domein, en bij het gebruik van deze termen verwijst naar zowel Taylor als Van Wolde.81

In andere studies is weliswaar sprake van cognitieve semantiek, maar wordt geen gebruik gemaakt van Cognitive Grammar. Daarentegen worden andere theorieën en methoden binnen het geheel van Cognitive Linguistics toegepast, waaronder Image Schemas, Prototype Theory, Conceptual Frame Theory, Conceptual Metaphor Theory,

Mental Space Theory en Conceptual Blending Theory.82 Conceptual Blending Theory kan

ook aangeduid worden als Conceptual Integration Theory83 en kan beschouwd worden als een verdere ontwikkeling en verfijning van Conceptual Metaphor Theory.84 Deze theorieën en modellen worden zowel individueel benut als met elkaar gecombineerd,85 of gebruikt in relatie met (een vorm van) Construction Grammar.86 Van Wolde noemt enkele van de studies waarin cognitieve semantiek is toegepast.87 Een uitgebreider 79 Stephen Shead, Radical Frame Semantics and Biblical Hebrew: Exploring Lexical Semantics (Biblical Interpretation Series 108; Leiden, Boston: Brill, 2011), 69. Cognitive Grammar zoals uiteengezet wordt door zowel Langacker als Taylor, is een vorm van Construction Grammar.

80 Zie de publicaties die besproken worden in paragraaf 4.1.1.1. van hoofdstuk 4 en daarnaast Ellen van Wolde. ““Creation Out of Nothing” and the Hebrew Bible.” pp. 157-176 in Creation Stories in Dialogue.

The Bible, Science and Folk Traditions. R. Alan Culpepper and Jan G. van der Watt, eds. Biblical

Interpretation Series 139. Leiden, Boston: Brill, 2016. Ellen van Wolde. “Chance in the Hebrew Bible: Views in Job and Genesis 1.” pp. 131-149 in The Challenge of Change: A Multidisciplinary Approach

from Science and the Humanities. Klaas Landsman and Ellen van Wolde, eds. The Frontiers Collection.

Cham: Springer, 2016. Ellen van Wolde. “A Cognitive Linguistic Study of the Concept of Defilement in Ezekiel 22:1-16.” pp. 257-271 in Biblical Interpretation and Method: Essays in Honour of John Barton. Katherine J. Dell, Paul M. Joyce, eds. Oxford: Oxford University Pres, 2013. Van Woldes publicaties waarin cognitieve semantiek wordt toegepast en die verschenen zijn voorafgaand aan Reframing

Biblical Studies, noemt zij in Van Wolde, Reframing Biblical Studies, 8.

81 Zie Andrew T. Abernethy, “The Ruined Vineyard Motif in Isaiah 1-39: Insights from Cognitive Linguistics.” Biblica 99.3 (2018): 334-350.

82 Marilyn E. Burton, The Semantics of Glory. A Cognitive, Corpus-Based Approach to Hebrew Word

Meaning (SSN 68; Leiden, Boston: Brill, 2017), 11. Joel B. Green, Bonnie Howe, “Introduction,” in Cognitive Linguistic Explorations in Biblical Studies (eds. Bonnie Howe and Joel B. Green, Berlin: De

Gruyter, 2014), 3-6. Miranda Vroon-van Vugt, “Dead Man Walking in Endor. Narrative Mental Spaces and Conceptual Blending in 1 Samuel 28” (Ph.D. diss. Tilburg University, 2013), 18-19.

83 Vroon-van Vugt, “Dead Man Walking in Endor,” 19-20. 84 Burton, The Semantics of Glory, 16-17.

85 Bijvoorbeeld Mental Spaces en Conceptual Blending in Vroon-van Vugt, “Dead Man Walking in Endor,” 19-20.

86 Zo maakt Elizabeth R. Hayes, The Pragmatics of Perception and Cognition in MT Jeremiah 1:1-6:30 (BZAW 380; Berlin, New York: Walter de Gruyter, 2008), 2-3 gebruik van de TD Approach, waarbinnen onder andere Conceptual Blending en Cognitive Grammar, zoals vormgegeven door Langacker, met elkaar gecombineerd worden. Shead, Radical Frame Semantics and Biblical Hebrew, maakt gebruik van Cognitive Metaphor Theory, Mental Spaces and Blending Theory en van Construction Grammar. 87 Van Wolde, Reframing Biblical Studies, 8. Daarnaast noemt Van Wolde, Reframing Biblical Studies, 8

ook enkele studies waarin sprake is van cognitieve grammatica.

48

overzicht is gemaakt door Marilyn E. Burton. Dit overzicht vangt eind jaren negentig van de vorige eeuw aan, toen cognitieve semantiek voor het eerst zijn intrede deed in de Bijbelwetenschap, en eindigt met publicaties die vijf tot zes jaar geleden verschenen zijn.88

De Conceptual Metaphor Theory, Conceptual Blending Theory, Conceptual Integration Theory en Frame Theory worden ook gebruikt in studies naar het Nieuwe Testament.89 Ook zijn er publicaties waarin zowel semantiek als grammatica vanuit cognitief oogpunt wordt onderzocht.90 Cognitive Grammar zoals deze uiteengezet is door Taylor is echter, voor zover ik heb kunnen nagaan, nog niet toegepast binnen Nieuwtestamentisch semantisch onderzoek.

88 Burton, The Semantics of Glory, 17-24. Aan dit overzicht kunnen uiteraard andere en meer recente

publicaties worden toegevoegd. Het betreft hier onder andere David E. Stein. “Cognitive Factors as a Key to Plain-Sense Biblical Interpretation: Revolving Cruxes in Gen 18:1-15 and 32:23-33” in

Open Theology 4,1 (2018): 545-589. Hanneke van Loon. Metaphors in the Discussion on Suffering in Job 3-31. Visions of Hope and Consolation. Biblical Interpretation Series 165; Leiden, Boston: Brill,

2018. Johan de Joode. Metaphorical Landscapes and the Theology of the Book of Job. An Analysis of

Job’s Spatial Metaphors. Vetus Testamentum Supplements 179. Leiden, Boston: Brill, 2018. Alison

Ruth Gray, Psalm 18 in Words and Pictures: A Reading Through Metaphor. Biblical Interpretation Series 127. Leiden, Boston: Brill, 2014. Philip D. King. Surrounded by Bitterness. Image schemas and

metaphors for conceptualizing distress in Classical Hebrew. Eugene: Pickwick Publications, 2012. J.A. de

Prenter. “The Contrastive Polysemous Meaning of Ḥērem in the Book of Joshua: A Cognitive Linguistic Approach.” pp. 473-488 in: The Book of Joshua. E. Noort, ed. Bibliotheca Ephemeridum Theologicarum Lovaniensium 250. Leuven: Peeters, 2012.

89 Zie onder andere Ralph Bisschops. “Metaphor in Religious Transformation: “Circumcision of the Heart” in Paul of Tarsus.” pp. 294-332 in Religion, Language, and the Human Mind. Paul Chilton and Monika Kopytowska, eds. Oxford: Oxford University Press, 2018. Kar Yong Lim, Metaphors and Social Identity

Formation in Paul’s Letters to the Corinthians. Eugene: Wipf & Stock, 2017. William E.W. Robinson, Metaphor, Morality, and The Spirit in Romans 8:1-17. Early Christianity and its Literature 20. Atlanta:

SBL Press, 2016. Frederick S. Tappenden. Cognition, Metaphor, and Transformation. Early Christianity and its Literature 19. Williston: SBL Press, 2016. Jennifer Houston McNeel, Paul as Infant and Nursing

Mother: Metaphor, Rhetoric, and Identity in 1 Thessalonians 2:5-8. Early Christianity and its literature

12. Atlanta: SBL Press, 2014. Beth M. Stovell, Mapping Metaphorical Discourse in the Fourth Gospel:

John’s Eternal King. Linguistic Biblical Studies, Leiden, Boston: Brill, 2012. Aleksander Gomola,

“Conceptual Blending with moral accounting Metaphors in Christian Exegesis” in Cognitive Semantics 2 (2016): 213-236. Robert H. von Thaden Jr., “Pauline Retorical Invention. Seeing 1 Corinthians 6:12-7:7 through Conceptual Integration.” pp. 99-114 in Cognitive Linguistic Explorations in Biblical Studies. Bonnie Howe and Joel B. Green, eds. Berlin: De Gruyter, 2014. Kirsten Marie Hartvigsen, Prepare the

Way of the Lord: Towards a Cognitive Poetic Analysis of Audience Involvement with Characters and Events in the Markan World. Beihefte zur Zeitschrift für die neutestamentliche Wissenschaft und die

Kunde der älteren Kirche 180. Berlin, Boston: De Gruyter, 2012. Yoon-Mark Park, Marks’ Memory

Resources and the Controversy Stories (Mark 2:1-3:6). Linguistic Biblical Studies 2; Leiden, Boston: Brill,

2010. Bonnie Howe. Because You Bear This Name: Conceptual Metaphor and the Moral Meaning of

1 Peter. Biblical Interpretation Series 81. Atlanta: Society of Biblical Literature, 2006.

90 Zie bijvoorbeeld: Sang-Il Lee, Jezus and Gospel Traditions in Bilingual Context: A Study in the

Interdirectionality of Language. Beihefte zur Zeitschrift für die neutestamentliche Wissenschaft und

die Kunde der älteren Kirche 186. Berlin, Boston: De Gruyter, 2012. Hoewel er verwezen wordt naar

Cognitive Grammar zoals uiteengezet is door Taylor, wordt deze niet gebruikt om woordbetekenissen

49

Hoofdstuk 2

De werkmethode. Een concrete toepassing