• No results found

Overheidszorg voor den landbouw

In document H H H IH IJ^HHHHHHHHHMHHHHHBHiV (pagina 93-100)

ï. Belastingen in arbeid

3. Overheidszorg voor den landbouw

Verschillende economische problemen, voortspruitend uit de algemeene crisis, bleven een groot deel van den arbeid en den tijd der Af deeling L a n d b o u w v a n het D e p a r t e m e n t van Landbouw, Nijverheid en H a n d e l in beslag n e m e n .

Als grondslag van de in 1933 genomen wettelijke maatregelen m e t betrekking t o t rijstimport en rijstdistributie ( I . S. 1933 nos. 299 en 300) werd in den loop v a n 1932 het geheele rijstvraagstuk in gezette bestudeering genomen, waarbij

o.m. in beschouwing werden genomen de mogelijkheid van betaling van de landrente in n a t u r a en het treffen van maatregelen tot distribueering van plaatse-lijke rijstsurplussen ter verzorging van de voedselvoorziening.

De berichtgevingsdienst van den landbouw-economischen toestand had regelm a t i g voortgang. De overzichten werden geregeld door de Kleine W e l v a a r t s -commissie bij h a a r maandelijksche publicaties gevoegd. De berichten o m t r e n t stand en a a n p l a n t der voedingsgewassen in de Buitengewesten werden periodiek in h e t Economisch Weekblad gepubliceerd.

I n z a k e den voedseltoestand in Nederlandsch-Indië en de mogelijkheid van mechanischen rijstbouw werden adviezen uitgebracht.

Naar aanleiding van vele verzoeken om inlichtingen terzake werd een volledig overzicht gepubliceerd van alles w a t de kedele (soja) cultuur betreft.

I n de beoordeeling van verzoeken tot uitstel van canonbetaling voor onder-nemingen, welke tengevolge van de crisis in financieele moeilijkheden zijn ge-raakt, werd de Afdeeling Landbouweconomie ingeschakeld door eene beslissing van de Indische Eegeering, welke inhield, dat daartoe strekkende aanvragen ter beoordeeling m o e t e n worden voorgelegd aan eene informeele commissie, waarin h e t Hoofd dier afdeeling of een door h e m aan te wijzen plaatsvervanger zitting n a m .

H e t verwerken van de uit de ressorten van den Landbouwvoorlichtingsdienst ontvangen economische kwartaalverslagen vond regelmatig plaats. Bij de samen-stelling v a n deze verslagen werd m e d e gebruik gemaakt van de welwillende medewerking van het Algemeen Syndicaat van suikerfabrikanten in Nederlandsch-Indië en de Deli Plantersvereeniging.

D e crisisproblemen lieten niet veel tijd over voor verdere verwerking v a n h e t materiaal betreffende I n l a n d s c h e cultuur- en bedrijfsontledingen. I n verband m e t de bezuiniging werd niet tot publicatie van de afgesloten onderzoekingen over-gegaan. Slechts werd in roneogram een bedrijfsanalyse over de bevolkings koffie-cultuur in Tapanoeli en S u m a t r a ' s W e s t k u s t gereed gemaakt.

H e t vraagstuk betreffende de wenschelijkheid van de invoering van eene rubberrestrictie eischte in den aanvang van h e t jaar wederom veel a a n d a c h t . E e n e uitvoerige n o t a werd hierover door de Afdeeling Landbouweconomie opgesteld, terwijl h e t Hoofd dier afdeeling naar E u r o p a vertrok teneinde inlichtingen te verstrekken bij de door de Engelsche en Nederlandsche Eegeeringen gevoerde officieele besprekingen.

O m t r e n t de bevolkingsrubbercultuur verschenen de „ N e g e n d e " tot de

„Twaalfde berichtgeving o m t r e n t de bevolkingsrubbercultuur". N a a r aanleiding van een verzoek van de Eegeering van Britsch Malakka om te geraken tot een m e e r gedetailleerde en uniforme rubberstatistiek in beide betrokken landen, beoordeelde de afdeeling de resultaten van eene proeftelling van bevolkingsrubber in Palembang'.

Ter voorbereiding' van de inmiddels ingevoerde restrictiemaatregelen ten aan-zien van de suiker- en t h e e c u l t u u r werden door de afdeeling de noodige onder-zoekingen ingesteld en gegevens verzameld.

D e Landbouwvoorlichtingsdienst bleef zich m e t het voorlichtingswerk in zake den I n l a n d s c h e n landbouw aanpassen aan de veranderde omstandigheden, welke eene geheel andere waardeering der cultuurgewassen m e t zich m e d e b r a c h t e n en waardoor ook vraagstukken van bedrijfsintensiveering, aanwending van kunst-mest, landbouwwerktuigen en arbeidskrachten van aard veranderden. H a d in h e t vorig jaar de voedsellandbouw, vooral in de Buitengewesten reeds een geheel

90 DE ECONOMISCHE TOESTAND.

andere p l a a t s in de I n l a n d s e h e samenleving ingenomen, vooral t e n koste van de rubbercultuur, in dit jaar werd dit verschijnsel nog geaccentueerd. De bevolking bleef zich echter niet alleen bepalen tot voedsellanclbouw, m a a r zocht ijverig naar andere gewassen, ter vervanging van de gedeprecieerde handelsgewassen.

Behalve v r a c h t e n en bloemen trokken daarbij de kruidnagel, nootmuskaat, peper en andere specerijen, cacao, aetherische oliën, geneeskrachtige kruiden en gommen en harsen meer aandacht, zoodat de landbouwconsulenten hierover meermalen advies u i t b r a c h t e n .

Aangaande de peperoultuur en de kruidnagelcultuur werden in verschillende ressorten waardevolle waarnemingen verricht.

De enquête n a a r het ladangvraagstuk werd voortgezet en de resultaten werden gedeeltelijk verwerkt. ' H e t zeer omvangrijk materiaal kon echter nog m e t vol-ledig bewerkt worden.

De proefnemingen, waarop h e t werk v a n den landbouwvoorlichtingsdienst is gebaseerd werden, voorzoover de bezuinigingen het toelieten, voortgezet. Op J a v a werden de resultaten van de genomen oriënteerende en vakkenproeven nader getoetst, terwijl de uitkomsten dienden als p u n t van uitgang bij nieuw aan-gelegde proeven betreffende rijstvariëteiten m e t inheemsche en buitenlandse he rijstsoorten, bemesting m e t k u n s t m e s t en groenbemesters, grondbewerkmg, be-vloeiing en vrachtopvolging.

I n W e s t - J a v a bleek het vraagstuk der fosfaatbemesting bij rijst in vele ge-vallen samen t e h a n g e n m e t het optreden van wortelrot, hetwelk de uitwerking der bemesting t e niet deed. Inmiddels waren tegen wortelrot resistente rijst-variëteiten gevonden en onder de bevolking verspreid, zoodat aan dit onderdeeL meer a a n d a c h t werd besteed, hetgeen succes opleverde. Bij verder doorwerken van dezen maatregel, waartoe een zaadtuin van 7 ha werd aangelegd, kan de bemesting weder gepropageerd worden. Ook in Oost-Java werden tegen wortelrot goed bestand gebleken rijstvariëteiten verder onder de bevolking verspreid i n Oost-Java werd zeer veel a a n d a c h t besteed aan het invoeren en bekend m a k e n van kedele-soorten (soya), waartoe vele proeven ter vergelijking m e t de inheem-sche variëteiten werden aangezet. Speciale a a n d a c h t werd besteed aan de vroeg-of laatrijpheid. o m d a t uit de proeven bleek, dat zulks v a n grooten invloed was op de a a n t a s t i n g door dierlijke plagen. Zoowel bij de w i t t e als bij de zwarte varië-teiten blonken vele zuivere lijnen boven de inheemsche populaties uit.

Oriënteeringen m e t de slijmziekte-vrije kat j ang-tanah-variëteit (Arachis) Schwarz 21 leverden gunstige resultaten op.

I n Midden-Java k w a m duidelijk t o t uiting, dat in het bijzonder de roodo lateritische gronden en de lichte kleisoorten voor groene bemesting zeer gevoelig zijn, zoodat de rijstproductie daarvan bij deskundige toepassing b e l ^ g r i j k kaï-worden opgevoerd. Demonstraties m e t katoen m h e t Pemah-gebied m Midden-J a v a m o c h t e n t e n tweeden m a l e niet tot resultaten leiden.

Toepassing van de gogorantjah-cultuurmethode in streken van Oost-Java waar bodemgesteldheid en regenval de gewone m e t h o d e bezwaarlijk m a k e n , wordt verder gepropageerd.

I n W e s t - J a v a werden op groote schaal stekken geleverd van superieure cassave-variëteiten. . ,

N a a s t bemesting van eenjarige gewassen door middel van ondergeploegde groenbemesters, vond ook bodemverbetering bij overjarige cultures meer en meer belangstelling. Speciale vermelding verdient in dit opzicht het uitzaaien van groenbemesters in klappertuinen in Tjiamis ( W e s t - J a v a ) .

M e t de demonstraties voor de conversie van oude hybride-theetuinen m de veel beter produceerende Asam-theetuinen werd op beperkte schaal voortgegaan.

Al deze conversies slaagden uitstekend en gaven duidelijk aan hoe m landbouw-technischen en economischen zin een I n l a n d s c h e t h e e t u i n behoort t e worden aan-gelegd en geëxploiteerd. P e r m a n e n t e landbouw op hellingen m Priangan m e t waarborgen tegen afspoeling werd m e t succes gedemonstreerd m samenwerking m e t de betrokken grondeigenaren.

I n de Buitengewesten werden de proeven m e t betere rijstvariëteiten voort-gezet, waarbij dan óf verhooging van de opbrengst bij denzelfden levensduur óf vermindering van het risico bij gebruik van vroegrijpende padi-variëteiten op den voorgrond stond.

De bemesting m e t k u n s t m e s t en h e t gebruik van groenbemesters werden hier evenals in de ressorten op J a v a verder aanbevolen, voorzoover de veranderde economische omstandigheden dit niet verhinderden.

I n enkele streken viel m e e r belangstelling waar te n e m e n voor verbouw van tweede gewassen na rijst, teneinde eenigszins tegemoet t e komen aan de ver-mindering van inkomsten uit de overjarige handelsgewassen. Dit k w a m tot uiting in grootere leveringen van geselecteerd maïszaad, groentezaden zooals kool en uien, peulgewassen en b a t a t e n .

Ten behoeve van de kruidnagelcultuur ter W e s t k u s t van S u m a t r a werden op verschillende plaatsen kweekbedden aangelegd, welke p l a n t m a t e r i a a l opleverden, dat gretig aftrek vond. E v e n e e n s werd voortgegaan m e t verstrekking van goed p l a n t m a t e r i a a l van koffie, welk gewas op S u m a t r a in vele gevallen nog een der belangrijke bronnen van inkomsten bleef vormen.

De proeven m e t snoei, onderhoud, beschaduwing en verjonging van koffie-tuinen werden voortgezet, waarbij bleek, dat betrekkelijk geringe klimaats-verschillen op de koffie zeer grooten invloed uitoefenen, zoodat voor iedere streek een afzonderlijk onderzoek n a a r de beste cultuurmethode moet worden ingesteld.

N a a s t de demonstraties door middel van door den landbouwvoorlichtingsdienst of vooraanstaande landbouwers aangelegde demonstratievelden, beginnen de lezingen m e t lichtbeelden bij de propaganda van aanbevelenswaardige cultuur-maatregelen hoe langer hoe meer diensten t e bewijzen.

Vooral in de Buitengewesten, waar de toestanden in de volkshuishouding op de veranderde omstandigheden snel reageeren, blijft voortdurend contact van den landbouwvoorlichtingsdienst m e t de landbouwers van het grootste belang, eener-zijds om t e n aanzien van eventueel noodzakelijke maatregelen goed gefundeerde adviezen t e k u n n e n verstrekken, anderzijds om de bevolking zoo goed mogelijk op de hoogte te houden van de factoren, welke op h u n bedrijf van invloed zijn.

De lezingen m e t lichtbeelden, die dikwijls 500 t o t 1000 menschen onder het gehoor van de adjunct-landbouwconsulenten brengen, vormen daarbij een machtig hulp-middel. I n zeven ressorten zijn gemakkelijk verplaatsbare projectie-apparaten m e t bijbehoorende lichtbronnen in gebruik, w a a r m e d e tot in de verst afgelegen streken demonstraties worden gegeven. De Afdeeling L a n d b o u w van het D e p a r t e m e n t van L a n d b o u w , Nijverheid en H a n d e l verzorgt de samenstelling van iSeries licht-beelden, waartoe eene uitgebreide collectie foto's ter beschikking staat. D e resul-t a resul-t e n van lezingen m e resul-t lichresul-tbeelden resul-treden aan den dag in den vorm van resul- toe-n e m e toe-n d e aatoe-nvragetoe-n om p l a toe-n t m a t e r i a a l , latoe-ndbouwwerktuigetoe-n, k u toe-n s t m e s t etoe-n ver-zoeken om adviezen. Deze r e s u l t a t e n moesten steeds blijvend vastgelegd worden door persoonlijk contact van de a m b t e n a r e n van den voorlichtingsdienst m e t de aanvragers.

H e t a a n t a l in de landstalen gedrukte landbouwblaadjes bleef gedurende 1932 constant. Onder den druk der omstandigheden bleek echter overal bet aantal betalende abonnés achteruitgegaan. Door versobering en het goedkooper worden van papier en drukkosten kon op de exploitatie zooveel bezuinigd worden, dat de uitgave voor 1933 nog verzekerd is.

Naar aanleiding van een verzoek van verschillende volksonderwijzers, om de inhoud v a n de landbouwblaadjes dienstbaar t e m a k e n aan het plattelands-onder-wijs, werd eene serie artikelen gereed gemaakt als handleiding voor de onderwijzers.

H e t personeel van den voorlichtingsdienst bleef zich voortdurend^ op de hoogte houden van den voedseltoestand in h e t ressort, de werkgelegenheid in de Inlandsche bedrijven en bij de Europeesche cultuurondernemingen, de oogst-verwachtingen, de b e s t e m m i n g van gronden, die niet meer door de

cultuur-ondernemingen worden geoccupeerd, h e t vaststellen van plantregelingen en waterregelingen, h e t prijsverloop van de voedingsmiddelen en verplaatsing van de voedselvoorraden. Tevens werd voortgegaan m e t het uitbrengen van adviezen

92 DE ECONOMISCHE TOESTAND.

aan het Binnenlandsch B e s t u u r , den Irrigatie-dienst en het Volkscredietwezen, m zake a a n p l a n t en uitbreiding der gewassen, grondhuur, bevolkingsreserves, eri-pachtsaanvragen, boschreserveeringen, credietaanvragen voor landbouwkundige

doeleinden, enz. , I n de meeste ressorten had de landbouwconsulent en een ot meer der

adjunct-landbouweonsulenten zitting in het bestuur der volkscredietbanken.

Door de steeds toenemende geldschaarschte werd het aanbrengen van ver-beteringen, welke een uitgave in contanten vereischten, voor de bevolking aan steeds grooter bezwaren onderhevig. E c h t e r werden de arbeidskrachten om dezelfde reden zooveel goedkooper, dat alleen zuivere materiaalsuitgaven, zooals aankoop v a n k u n s t m e s t en landbouwwerktuigen, eene belemmering vormden. H e t gebruik van groenbemesters en de vraag naar goed p l a n t m a t e r i a a l , hetwelk grootendeels in n a t u r a betaald wordt, n a m e n toe. Deze toeneming kan m e t blijken uit de hoeveelheid zaad van groenbemesters, welke door den dienst werd verspreid — namelijk 440 quintalen, tegen 700 quintalen in 1931 —, o m d a t h e t gebruik van zaad uit eigen zaadtuinen veel grooter is dan de door den voorlichtingsdienst ver-strekte hoeveelheid. Dit l a a t s t e k a n beschouwd worden als eene aanwijzing, m welke m a t e de propaganda in nieuwe gebieden voortschrijdt.

Ook op J a v a werden groote hoeveelheden uitgezocht zaadgoed en k u n s t m e s t door den dienst geleverd, namelijk 1030 quintalen zaaizaad v a n rijst, l o i quin-talen zaaizaad van kedele, 104 quinquin-talen zaaizaad van Arachis 3 0 ? quinquin-talen p l a n t m a t e r i a a l aardappelen, 75 quintalen p l a n t m a t e r i a a l uien, /80 kg koitiezaaa, 99 000 koffiestumps en ïlOOO k a p o k s t u m p s . '• _

I n minder groote hoeveelheden werden nog groentezaden, tabakszaden, vrucnt-boomen en chemicaliën voor ziektebestrijding verstrekt.

Ook in de Buitengewesten werd aan de vermenigvuldiging en verspreiding \ an goed zaad- en p l a n t m a t e r i a a l , zoowel in eigen tuinen als bij de bevolking, alle a a n d a c h t besteed. , ,

H e t gebruik van groenbemesters n a m vooral toe m de gewesten Celebes Manado, Bali en Lombok, de Wcsterafdeeling van Borneo, S u m a t r a s Westkust

£*Y) I n TÏÏ-Î n OFM i

I n de centra van groentencultuur ter Oostkust en W e s t k u s t v a n S u m a t r a ver-kocht de dienst aanzienlijke hoeveelheden Europeesche groentezaden. De geneele omzet in de Buitengewesten bedroeg f 6700, tegen f 7000 in 1931. Deze terug-gang werd veroorzaakt door de lager gestelde prijzen; in gewicht n a m de omzet t o t .

De verstrekking van zaaizaad van uitgezochte rij stsoorten vond voortgang n totaal werden in de Buitengewesten 152 quintalen zaad verkocht, Mais kedele

(soja) en Arachis werden geleverd in hoeveelheden van 26, 38 en à, ^ ' ^ a l e n

{ D e belangstelling in de kruidnagelcultuur bleef, ter S u m a t r a s W e s t k u s t toe-n e m e toe-n . V a toe-n de kweekbeddetoe-n kotoe-ndetoe-n ruim 22 000 platoe-ntjes aatoe-n de bevolkitoe-ng

ver-* D e hoeveelheid verkochte zaadkoffie van Eobusta- en Arabica-koffie bedroeg 440 kg terwijl van de kweekbedden 93 000 planten werden geleverd

De hoeveelheid k u n s t m e s t , door bemiddeling van den dienst verkocht, liep eenigszins terug, ondanks h e t feit, dat de prijzen overalL sterk _konden worden gereduceerd. De omzet bedroeg 2120 quintalen, tegen 2600 quintalen m 193 .

B e h a l v e h e t door den tuinbouwvoorlichtingsdienst ter beschikking van de bevolking gesteld materiaal, werden in totaal 5300 vruchtboomen geleverd

Plaatselijk was verder van belang de levering van aardappelpoters, de ver-strekking v i n bestrijdingsmiddelen tegen plantenziekten en van varkensvergift de levering van zaad van tabak, gambir, uitgezochte d a p p e r s , kapok en peper.

I n Tapanoeli werd voortgegaan m e t de demonstratie van eenvoudige

koffie-nulpers, w a a r v a n er eenige konden worden geplaatst. . Op h e t onderwijs aan de Middelbare Landbouwschool en de Cultuurscholen te

Soekaboemi en Malang moest bezuinigd worden hetgeen é d i t e r g e p e r k t kon blijven t o t het opheffen van parallelklassen, zonder dat de aard v a n het onderwijs daardoor werd aangetast. De Middelbare Landbouwschool te Buitenzorg leverde 22 de Cultuurschool t e Soekaboemi 38 en die te Malang 33 leerlingen at.

De landbouwbedrijfsscholen (6 op J a v a en 2 in de Buitengewesten) leverden t e z a m e n 53 leerlingen af.

De eenvoudigste vorm van landbouwonderwijs, door, middel van cursussen, n a m in 1932 sterk toe, o.m. doordat in de provincie Midden-Java een aantal cur-sussen werd geopend, terwijl het a a n t a l in W e s t - J a v a werd uitgebreid. W a r e n er het vorige jaar in totaal 62, t h a n s steeg dit aantal tot 120, w a a r v a n 11 in de Buitengewesten.

H e t aantal cursussen tot opleiding van volksonderwijzers steeg van 6 t o t 7.

H e t a a n t a l adjunct-landbouwconsulenten, d a t op de normaalscholen de land-bouwkundige opleiding der standaardschoolonderwijzers verzorgt, bleef 8.

De na-opleiding dezer onderwijzers werd uitgebreid m e t het opleidingsbedrijf Tegalgondo bij Soerakarta. Op het bedrijf bij Buitenzorg werden behalve 10 onder-wijzers v a n W e s t - J a v a nog 9 onderonder-wijzers uit de Buitengewesten in opleiding genomen, zoodat in totaal 29 onderwijzers een jaar den landbouw in de practijk beoefenden.

Op 38 (vorig jaar 20) standaardscholen waren opgeleide onderwijzers belast m e t het geven van „ p l a t t e l a n d s o n d e r w i j s " in de 6de klassen dier scholen m e t landbouwleerplan.

H e t a a n t a l proeftuinen van den landbouwvoorlichtingsdienst werd uitgebreid m e t een tuin in Oost-Java, terwijl ter W e s t k u s t van S u m a t r a twee proeven m e t sinaasappelen en mandarijnen werden aangezet. M e t uitzondering v a n enkele

proeven zijn de o n d e r s t a m m e n - en variëteitenproeven in de centra nu volledig.

Vernïelding verdienen de o n d e r s t a m m e n djeroek manis besar en djeroek limo, die beide resistent schijnen t e zijn tegen de in de laagvlakte zeer gevreesde Diplodia-aantasting e n . d e voor sinaasappelen geschikte sour orange, die uit Ceylon werd ingevoerd, ter vervanging' van de hier gebruikelijke sour orange-variëteiten, die chlorotische oculaties opleverden.

Te P a s a r Minggoe werd een aantal boomen uitgeplant als pete, djengkol, kajoe djaran, kélor e. d. om op den duur ook p l a n t m a t e r i a a l te k u n n e n ver-strekken van die boomen en ia-uiden, welke een belangrijke rol spelen in de bijvoeding der bevolking.

De Diplodia-aantastingen werden verder bestudeerd in samenwerking m e t h e t Algemeen Proefstation voor den L a n d b o u w .

D e verschillende proef- en zaadtuinen leverden voor eene waarde van ruim f 32 000 aan p l a n t m a t e r i a a l .

Voortgezette onderhandelingen m e t den Dienst der Staatsspoor- en tramwegen en m e t de Koninklijke P a k e t v a a r t Maatschappij leidden tot een uitgebreid onder-zoek naar de afzetgebieden der verschillende vruchten- en groentencentra en de wijze van vervoer, hetwelk waardevolle resultaten opleverde.

De proeven van verzending van v r u c h t e n naar E u r o p a werden afgesloten m e t eene publicatie in h e t Economisch Weekblad n°. 1, terwijl proeven m e t ver-zending van a n a n a s en pisang werden voortgezet.

I n het belangrijk afzetgebied voor fruit en groenten t e Singapore werd een adjunct-landbouwconsulent geplaatst ter bestudeering van de marktcondities. Als een der eerste r e s u l t a t e n valt t e vermelden het geregeld publiceeren van de markt-prijzen in de I n h e e m s c h e pers. De vruchtensoorten djeroek van Garoet, Malang en Bali, mangga, kesemek, doekoe en salak ondervonden t e Singapore geen con-currentie, terwijl andere v r u c h t e n als r a m b o e t a n , sawo en pompelmoes in bepaalde

seizoenen een goede kans m a a k t e n .

De Koninklijke P a k e t v a a r t Maatschappij n a m in overweging, de vrachtprijzen voor fruit en groenten n a a r Singapore t e verlagen, terwijl voor fruit naar de Buitengewesten reeds een gunstiger tarief in werking trad.

De bijencultuur werd verder bestudeerd, waarbij o. a. gunstige resultaten werden verkregen m e t het brengen van de k a s t e n n a a r een kapokland in den vollen Oostmoesson.

H e t onderzoek naar de voeding der bevolking werd m samenwerking m e t het Hoofd van de Afdeeling Nijverheid voortgezet. Op dit gebied werden zeer waarde-volle gegevens verzameld.

9-1 DE ECONOMISCHE TOESTAND.

Verschillende publicaties zagen h e t licht, o. a. : een artikel over „ D e voeding der bevolking en de e r f c u l t u u r " in Koloniale Studiën X V I n°. 5, mededeelmgen nopens „ D j e r o e k " en „ B i j e n t e e l t " , als uitgaven van de Volkslectuur en kleine publicaties in de „ K o r t e B e r i c h t e n " en in het Economisch Weekblad.

H e t Algemeen Proefstation voor den Landbouiv bleef in de Overheidszorg voor den landbouw een belangrijk aandeel behouden.

H e t Landbouwkundig I n s t i t u u t hield weer regelmatig besprekingen m e t de provinciale landbouwvoorlichtingsdiensten nopens de halfjaarlijksche plannen voor

de uit t e zetten veldproeven, waarbij steeds ook zaken van meer algemeenen en principieelen aard tot discussie aanleiding gaven. Deze voor de bestudeering van de landbouwtechnische vraagstukken van belang zijnde s a m e n k o m s t e n werden m 1932 ook voor de Vorstenlanden belegd. Veel interesse bleek t e b e s t a a n voor een meer modernen, goedkooperen opzet van de vakkenproeven.

H e t aantal observatie-aanplantingen ter eerste toetsing van nieuwe rassen der verschillende cultuurgewassen n a m in bevredigende m a t e toe. Meer dan voorheen wordt t h a n s door bastaardselectie getracht hoogwaardiger rassen te verkrijgen, n a d a t voor rijst, aardnoten, kedele en cassave de moeilijkheden bij de uitvoering-der kruisingen waren overwonnen. Selectiewerk op oude laterietgronden zal in de toekomst k u n n e n geschieden op terreinen van het voormalige particuliere land Tjitajam, die in 1932 ter beschikking k w a m e n .

Bij de Onderafdeeling voor overjarige gewassen werden de waarnemingen o m t r e n t de geschiktheid van bepaalde leguminosen als schaduwboom voortgezet;

in samenwerking m e t den landbouwvoorlichtingsdienst werd begonnen aan de studie van de technische mogelijkheden ter verbetering van de pepercultuur op B a n g k a ; voorts had de houtolie-leverende Aleurites speciale a a n d a c h t . I n den proeftuin voor kapok nabij P a t i kon reeds een proefaanplant van een a a n t a l be-langrijke kruisingscombinaties worden aangelegd.

Op het Scheikundig L a b o r a t o r i u m werden enkele eenvoudige analyses van een groot aantal monsters cassave-wortels verricht t e n behoeve v a n de selectie van dit gewas en ter beoordeeling van het in bemestingsproeven verkregen product. Voorts werd voor datzelfde gewas een onderzoek naar de behoefte aan minerale plantenvoedingsstoffen beëindigd; een overeenkomstig onderzoek voor maïs werd weer opgevat en voltooid. Analyses werden verricht om een inzicht te verkrijgen in het verloop en h e t r e n d e m e n t van het ensileeren van veevoer op Madoera, terwijl veel tijd werd besteed aan het analyseeren van Bengaalsch gras van een proefveld, waar verschillende bemestingen waren toegepast om gras m e t betere minerale samenstelling t e verkrijgen. Ten slotte werden behalve een stijgend aantal analyses van m e s t m o n s t e r s , verschillende bepalingen verricht ten behoeve van onderzoekingen, welke in gang zijn op het P l a n t k u n d i g Laboratorium.

H e t werk aan dit P l a n t k u n d i g L a b o r a t o r i u m verricht t e n behoeve van de kapokselectie had voor dit overjarig gewas relatief spoedige resultaten, daar door eene iets gewijzigde oculatie van oogen der nieuw verkregen hybriden op oudere boomen inderdaad een groot a a n t a l vruchten werd verkregen. Bij de bestudeering van de factoren, welke de v r u c h t d r a c h t bepalen, bleken de hoeveelheid reserve-stoffen en de hoeveelheid v r u c h t h o u t de grootste beteekems t e hebben I n aan-sluiting aan de in het vorig Verslag vermelde ervaring o m t r e n t de beteekems van m a n g a a n voor de rijst werd de invloed van verschillende mangaan-concentraties op den groei van de rijst nagegaan in watercultures ; die invloed bleek afhankelijk van de variëteit van het ontwikkelingsstadium en van de samenstelling der voedings-oplossing zeer speciaal van den vorm, waarin de stikstof werd gegeven. Onen-teerende 'onderzoekingen o m t r e n t het mangaan-gehalte in den grond van n a a s t elkaar in een sawah voorkomende gezonde en door m e n t e k aangetaste plekken gaven meermalen groote verschillen, zoodat het mangaan-vraagstuk bij het plantenphysiologisch onderzoek van de mentek-ziekte alle aandacht verdient. Ver-schillende waarnemingen bij het door hybridiseering verkrijgen van tegen gomziekte resistente o n d e r s t a m m e n voor djeroek-soorten leidden tot de opstelling van ver-klaringen voor de inwerking van h e t entrijs op den onderstam. Uit het m e t kracht

geëntameerd onderzoek van de Diplodia-gomziekte van djeroek moest worden

afgeleid, d a t die ziekte door een reeks vormen van dien schimmel kan worden veroorzaakt. E e n proef ter preventieve bestrijding leverde nog geen resultaat. _

Aan h e t I n s t i t u u t voor P l a n t e n z i e k t e n m o e s t tengevolge van de inkrimping van het a a n t a l onderzoekers een nog grooter deel v a n den tijd dan vroeger besteed worden aan h e t verstrekken van adviezen. Gunstige r e s u l t a t e n werden wederom verkregen m e t de in samenwerking m e t den landbouwconsulent t e Tandjoeng bij Brebes doorgevoerde zaaitijdregeling ter bestrijding van den witten rijstboorder.

Veel a a n d a c h t werd besteed aan de bestrijding van de veldrat m e t behulp van

Veel a a n d a c h t werd besteed aan de bestrijding van de veldrat m e t behulp van

In document H H H IH IJ^HHHHHHHHHMHHHHHBHiV (pagina 93-100)