• No results found

Aardolie en aardgas

In document H H H IH IJ^HHHHHHHHHMHHHHHBHiV (pagina 137-141)

Overheidszorg voor den veestapel

5. Aardolie en aardgas

a. Productie. H e t mag als een verblijdend teeken beschouwd worden, dat niet alleen de sterke achteruitgang der olieproductie in 1931 tegenover vooraf-gegane jaren in 1932 tot stilstand is gekomen, m a a r er bovendien eene niet onbe-langrijke productievermeerdering valt t e constateeren, waartoe alle groote olie-maatschappijen hebben bijgedragen. Uit de volgende tabellen moge dit nader blijken.

E u w e olie-producties in tonnen van 1000 kg.

1931 1932 Midden-Java 305 074 *) 288 633 Oost-Java en Madoera 240 324 * ) 226 473 P a l e m b a n g 1 348 360 ^ 1 7 1 0 432 Djambi 2 2 1 0 9 6 237 490 Oostkust van S u m a t r a 164 279 184 096 Atjeh en Onderh 324 114 360 724 Borneo 1 3 1 6 099 1 2 0 5 467 Tarakan 7 3 1 1 9 3 8 3 1 8 8 7 Boenjoe 5 321 ^ 6 353 Ceram 42 190 41 609 Totalen 4 698 050 ^ 5 093 164

J) Verbeterd cijfer

134 Öfi ECONOMISCHE TOESTAND.

of samengevat naar de verschillende eilanden:

1931 1932 J a v a en Madoera 545 398 l) 515 106

S u m a t r a 2 057 849 ^ 2 492 742 Borneo, Tarakan en Boenjoe 2 052 613 ^ 2 043 707 Ceram 42 190 4 1 6 0 9

Totalen 4 698 050 x ) 5 093 164

M e t deze productie zal Nederlandsch-Indië de zesde plaats onder de olie-produeeerende landen der wereld innemen, terwijl zijn aandeel in de wereld-productie van aardolie vermoedelijk tot 3 % zal zijn gestegen. Dit is het hoogste percentage, dat de aardolie-industrie in die gewesten tot nog toe bereikt heeft.

Van de in Nederlandsch-Indië verkregen ruwe olie-productie (in t o n n e n van 1000 kg) was het aandeel der drie groote oliemaatschappijen als volgt verdeeld:

1931 1932 Bataaf sehe P e t r o l e u m Maatschappij 3 643 113 ^ 3 869 476 Nederlandsche Koloniale P e t r o l e u m Maatschappij 777 390 9 1 1 7 7 1 Nederlandsch-Indische Aardolie Maatschappij 277 124 3 1 1 4 9 4

De aardgasopbrengst bedroeg 9 0 1 4 0 3 kgton, tegen 682 464 kgton in 1931. Deze vermeerderde opbrengst is toe t e schrijven aan de verhooging der gasproductie.

b . Verwerking. De verwerking van de r u w e olie — m e t uitzondering van 838 240 ton olie v a n T a r a k a n en Boenjoe, welke direct als stookolie verkocht werd

— had plaats in de raffinaderijen van de Bataaf sehe P e t r o l e u m Maatschappij te Balikpapan ( B o r n e o ) , Wonokromo en Tjepoe ( J a v a ) , Pladjoe en Pangkalan-b r a n d a n ( S u m a t r a ) en van de Nederlandsche Koloniale Petroleum Maatschappij t e Kapoean ( J a v a ) en Soengei Gerong ( P a l e m b a n g ) ; in de raffinaderijen te Pladjoe en P a n g k a l a n b r a n d a n werd ook de ruwe olie van de Nederlandsch-Indische Aardolie Maatschappij verwerkt.

I n deze raffinaderijen werden gezamenlijk 3 945 211 kgton ruwe olie verwerkt, waarbij de volgende eindproducten werden verkregen:

Benzine 1 320 614 kgton 2)

Kerosine 710 338 ,, Besidu, Diesel- en Solar-olie 1 6 9 0 964 ,, Smeeroliën 19 614 ,, Impregneerolie 1 1 2 9 3 ,, Paraffine 48 738 ,, Asfalt 7 244 ,, Cokes 363 ,, Terpentijn 52 ,, Sproei- en slopolie 518 ,, Dist. gassen en verliezen 135 473 ,, 3 945 211 kgton

c. Verkoop. W a a r aan de in het vorig Verslag vermelde restrictie-maat-regelen nog steeds de h a n d wordt gehouden, kan m e n op grond van de in 1932 toegenomen ruwe olie-productie tot eene betere marktpositie in het buitenland concludeeren.

De binnenlandsche m a r k t bleef rustig en prijshoudend, doch de afzet is verder teruggeloopen.

1) Verbeterd cijfer.

2) Hieronder 171 757 kgton benzine, verkregen uit de behandeling van aardgassen.

6. Zoutwinning.

Overzicht van den Dienst der Zoutregie ' ) • Bij G . B . 15 Nov. 1932 n°. 29 ( I S nos 561 en 562) werd het monopoliegebied uitgebreid m e t de residentie Manado en de zoutregie aldaar ingevoerd m e t ingang van een nader t e bepalen ' I n verband inet 's L a n d s financieelen toestand werd bij G . B . 18 Oct. 1932 n". 4 ( B b . n°. 12906) m e t ingang van 21 October 1932 eene algemeene pnjs-verhooging voor het briketzout ingevoerd van 2 cent per briket.

Mede werd m e t ingang van 21 October 1932 de leveringsprijs van briketzout aan d s provincies, welke tevoren f 76,80 per ton van 80 p a k k e t t e n bedroeg (40 % van den monopolie-prijs), gewijzigd en per ton gesteld op den monopolie-prrjs, verminderd m e t f 51.20 ( v g l G . B . 7 Dec. 1932 n». 13, I . S. n». 584).

De voorloopige financieele u i t k o m s t e n van den dienst m 1932 zun in atgeronde cijfers opgenomen in h e t volgend overzicht (de definitieve u i t k o m s t e n worden ver-nield in het jaarverslag van den dienst en in deel I I van dit Verslag).

Uitgaven.

Algemeen beheer van den dienst f 134 850

A a n m a a k en aankoop 2 153 100

Fabriekmatige bewerking en verpakking 1 4 5 5 400 Vervoer en verkoop 2 780 550 Totaal f 6 523 900 Opbrengst.

Eigen verkoop f 6 646 900

Verkoop aan de provincies 8 329 700

Diversen 1 5 6 3 5°

Totaal f 15 132 950

Bovendien had in 1932 eene toeneming van de zoutvoorraden plaats ter waarde van f 153 95.0, zoodat het batig saldo bedroeg f 8 763 000.

Aanmaak en aankoop van ruw zout. I n 1932 werd de productie der zoutlanden gesteld op 207 000 ton, zijnde ongeveer de behoefte voor één jaar consumptie.

De zoutproductie bedroeg op de bevolkingslanden :

Soemenep 47 020 ton in 1932, tegen 48 211 ton in 1931 P a m e k a s a n 38 062 ,, ,, 1932, ,, 35 741 ,, ,, 1931 S a m p a n g 86 346 ,, ,, 1932, ,, 8 1 2 8 1 ,, ,, 1931 en op de eigen l a n d e n :

N e m b a k o r - W e s t 17 191 ,, ,, 1932, ,, 2 1 0 0 8 ,, ,, 1931 Grisée 8 135 ,, ,, 1932, „ 10 055 ,, ,, 1931 Gersik-Poetih 10 864 ,, ,, 1932, ,, 16 076 „ ,, 1931 of in totaal 207 618 t o n in 1932, tegen 212 372 ton in 1931.

Voor den aankoop van het losse zout op de bevolkingslanden werd aan de zoutwinners op Madoera uitbetaald f 1 071 421 in 1932, tegen f 1 321 869 in 1931

De op de verschillende zout-etablissementen op einde 1932 aanwezige voorraad los zout bedroeg 1 3 5 8 200 ton, tegen 1 3 0 8 036 ton einde 1931.

n Nopens de instelling en indeeling van den dienst, zoomede den omvang van het monopoliegebied, is eene uiteenzetting gegeven op blz. 188 van het Verslag 1931.

136 BH ECONOMISCHE TOESTAND.

De einde 1932 aanwezige voorraad los zout was opgeslagen in 132 zout-pakhuizen en 150 z.g. openluchtopschuringen. De vermindering van het aantal zoutpakhuizen is het gevolg van afbraak der daarvoor in aanmerking komende oudste der tijdelijke gebouwen.

D e bij G . B . 9 Sept. 1931 n°. 40 ingestelde zoutaankoopcommissie — zie Verslag 1932, blz. 126 — is in April 1932 ontbonden.

Fabriekmatige bewerking en verpakking. I n totaal werd in 1932 door de beide fabrieken eene hoeveelheid van 119 612 t o n los zout v a n den Z o u t a a n m a a k ter verwerking ontvangen, tegen 172 489 t o n in 1931.

D e productie bedroeg 108 989 ton briketzout, tegen 156 885 ton in 1931. I n eerstgenoemde hoeveelheid is begrepen 4059 ton gejodeerd zout (bestemd voor bestrijding van den endemischen krop in verschillende streken van h e t regie-gebied). Deze vermindering der productie was het gevolg v a n de omstandigheid, dat beide fabrieken om bezuinigingsredenen gedurende de eerste drie m a a n d e n van 1932 zijn stilgelegd.

Door beide fabrieken werd in 1932 afgeleverd 128 693 ton briketzout, tegen 138 481 ton in 1931.

De voorraad, in totaal in beide fabrieken op 31 December 1932 aanwezig, bedroeg 8608 ton briketzout, tegen 28 314 ton einde 1931.

Voor de verpakking van het briketzout werd in 1932 1205 ton uit E u r o p a be-trokken karton verbruikt, tegen 1631 ton in 1931.

Gemiddeld waren in beide fabrieken 1210 arbeiders per dag werkzaam, tegen 1631 in 1931.

N a d a t in 1931 bij den Z o u t a a n m a a k de mogelijkheid was gebleken om uit ruw los zout door herkristallisatie in de open lucht een genoegzaam zuiver uitgangs-product t e verkrijgen, voor de fabricage van tafelzout, werd in 1932 de vervaar-diging van bedoeld product bij de fabriekmatige bewerking en verpakking ter h a n d genomen.

Voorts werd dit uitgangsproduct bewerkt tot tafelzout, waartoe eene wals-inrichting, uit E u r o p a betrokken, zoomede eenige andere toestellen, deels in Nederlandsch-Indië aangeschaft, deels in de eigen ateliers vervaardigd, werden opgesteld.

Tegen het einde van 1932 k w a m de eerste partij tafelzout gereed t o t eene hoeveelheid van 31 ton.

H e t ligt in de bedoeling, dit product, dat het intusschen wettig gedeponeerde handelsmerk „ M a d z o " ontving, bij wijze van proef door de firma Geo W e h r y & Go te doen verkoopen. H e t „ M a d z o " - t a f e l z o u t is verpakt in kartonnen pakjes, in-houdende 250 gram en in flesschen m e t beugelsluiting, inin-houdende ruim 600 gram.

Vervoer en verkoop. E i n d e 1932 bestond de vloot van het dienstonderdeel Oost-Java-zeevervoer uit vijf sleepbooten, twee stoomlichters, twee motorlichters en zeventien zeelichters, m e t een gezamenlijk laadvermogen v a n 3570 ton.

E e n sleepboot en een zeelichter werden buiten bedrijf gesteld, terwijl 2 motor-lichters, afkomstig van den in 1931 opgeheven Kerintji-kustvaartdienst, aan de vloot werden toegevoegd. Voorts werd nog opdracht gegeven tot den bouw van een stalen 435 tons zeelichter bij de Droogdok Maatschappij „Tandjong-Priok"^

Door de vaartuigen van dezen vervoersdienst werden in 1932 afgelegd 117 165 zeemijlen, tegen 116 513 zeemijlen in 1931, terwijl aan los en verpaktzout, kolen en materialen vervoerd werd 88 979 ton, tegen 133 428 ton in 1931.

I n 1932 werd h e t vervoer van los zout van de zoutlanden n a a r het visscherij-c e n t r u m Bagan-siapiapi, hetwelk t e voren t e n deele door de Koninklijke Paket-vaart Maatschappij werd bewerkstelligd, geheel in eigen beheer genomen.

De in 1931 t e Kalianget gebouwde sleephelling werd in gebruik genomen. N a a s t deze sleephelling werd een eenvoudige werkplaats opgericht, ter vervanging van

een uit tijdelijk materiaal opgetrokken oude werkloods.

De vloot van h e t Pontianak-riviervervoer onderging geen wijziging.

I n 1932 werden door de vaartuigen van dezen vervoersdienst afgelegd 23 646 zeemijlen, tegen 28 147 zeemijlen in 1931, terwijl vervoerd werden 2755 ton

goederen en zout benevens 3428 passagiers, tegen 2947 ton goederen en zout benevens 4829 passagiers in 1931. • ' .

H e t voor den verkoop b e s t e m d los en verpakt zout, afkomstig van de zoul-landen en de fabrieken, werd vervoerd door: o. het Oost-Java-zeevervoer t o t eene hoeveelheid van 47 787 ton in 1932, tegen 56 842 ton in 1931; ^ . . ^ K o n i n k l i j k e P a k e t v a a r t Maatschappij t o t eene hoeveelheid van 66 767 ton in 1932, tegen 74 834 t o n in 1931; c. de Madoera S t o o m t r a m Maatschappij tot eene hoeveelheid van 37 520 ton in 1932, tegen 37 530 ton in 1931.

Zoutverkoop. Bij Ord. van 11 April 1932 ( I . S. n°. 142) werd de, voor geschreven voorraad verpakt zout, aanwezig m de provincies, gesteld op eene hoeveelheid, toereikend voor t e n m i n s t e 3 m a a n d e n verbruik, d o o r d i e n bedlocg de voorgeschreven voorraad voor de provincies West-, Midden- en Oost-Java respectievelijk eene hoeveelheid, toereikend voor t e n minste vrjf, vier en d u t

mT adnnd e drie provincies werd in 1932 geleverd 9 1 8 4 4 ton verpakt zout, tegen 103 370 ton verpakt zout in 1931 en 1743 ton los zout tegen 2045 ton m 1931.

Voor de hoeveelheden, alsmede de opbrengst v a n h e t door de provincies m h a a r gebied verkochte los en verpakt zout wordt verwezen naar de betrekkelijke opgaven in deel I I van dit Verslag. ,!, ,Ü,VU •.,, ,

I n het onder den dienst der Zoutregie ressorteerend gebied (Buitengewesten en Vorstenlanden) vertoonde de verkoop van verpakt zout eene geringe t o e n a m e ' ( 4 0 304 ton in 1932, tegen 40 035 ton in 1931), hetgeen is toe t e schrijven aan de

de in h e t vorig Verslag vermelde uitbreiding van het regiegebied.

" I n hetzelfde gebied bedroeg de verkoop van los zout, verstrekt voor visschern-doeleinden en aan industrieele ondernemingen, in 1932 18 381 ton, tegen 21110

mi l e t grootste deel v a n laatstbedoelde!! verkoop had plaats in het visscherij-c e n t r u m Bagan-siapiapi (17 030 ton in 1932, tegen 20 119 ton m 1931 .

De visscherijbedrijven ondervonden in toenemende m a t e den terugslag van de economische depressie. Aangezien door de daling der verkoopsprnzen van gezouten visch de prijs v a n het daarvoor benoodigde.zout eeni t e g r o o t deel der onkosten ging vormen, werd deze prijs bij G . B . 13 Sept. 1932 n». 22 ( B b . n . 12881) — S e v u l d bi G . B . 7 Dec. 1 9 3 2 V 3 ( B b . n°. 12936) - verlaagd en wei voor h e W o u v e r n e m e n t Oostkust van S u m a t r a van f 5,35 tot f 4 per zak van 100 kg inclusief verpakking en voor de overige L a n d s z o u t p a k h m z e n , waaruit los zout voor het zouten van visch wordt verstrekt, van 8 cent per kg e x c l u s i f verpakking tot

f 3 ner zak van 50 kg inclusief verpakking. ...

I n overleg m e t den dienst der Opiumregie en m e t h e t B m n e n l a n d s c h B e s t u u r werd een aanvang gemaakt m e t de combinatie der daarvoor in aanmerking komende zout- en opiumverkoopbeheeren in de Buitengewesten

Geopend werden eene verkoopplaats voor los en verpakt zout t e Soengei Goe n-toeng (res. Biouw en Onderhoorigheden) en eene verkoopplaats voor los zout te S a n (res Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo , terwijl de verkoopplaatsen voor verpaW zout t e B a b a t en M o l a r a Koeang (res. P a l e m b a n g ) werden opgeheven.

In document H H H IH IJ^HHHHHHHHHMHHHHHBHiV (pagina 137-141)