• No results found

102.De overheden maken nog maar weinig gebruik van de kennis en kunde van de overige actoren uit het 

netwerk,  wat  zijn  neerslag  heeft  op  de  inzet  van  de  publiekrechtelijke  middelen  door  de  overheid.  De  gemeenten moeten meer gebruik gaan maken van het beschikbare netwerk door het gemeenschappelijk  maken  van  het  probleem  van  permanente  bewoning.  De  bedrijfsmatige  exploitatie  is  daarbij  een  goed  instrument.  Hier  kunnen  immers  de  voorwaarden  worden  omschreven  hoe  het  recreatiepark  moet  worden  gebruikt.  De  gemeente  kan  de  beheerder  helpen  en  andersom  om  het  recreatiepark  te  laten  gebruiken conform de bestemming. Bij het aanpakken van het probleem van permanente bewoning dient  de gemeente dus verder te kijken dan alleen de gebruiker van de recreatiewoning. De rol van de actoren  van de gebruikersmarkt is minimaal te noemen. Naast het feit dat ze ongeregeldheden kunnen melden,  kunnen  ze  nog  onbewust  bewijs  leveren  op  het  gebied  van  de  digitale  koppelingen  van  de  overheidsadministraties. Onder voorwaarden is het mogelijk om de gegevens uit de administraties uit te  wisselen.  

 

Van  de  marktpartijen  moet  de  recreatiepark  beheerder  als  centrale  partner  worden  gezien  bij  het  beheersen van permanente bewoning van recreatiewoningen. Ook dient de gemeente meer in contact te  treden met de recreatiepark eigenaren en individuele recreatiewoning eigenaren c.q. beleggers om het  probleem  gemeenschappelijk  te  maken.  Woningcorporaties  dienen  permanente  bewoning  van  recreatieverblijven bij de huisvestingsvraagstukken te betrekken. Professionele partijen zoals Notarissen, 

Banken  en  makelaars  dienen  bij  te  dragen  aan  de  informatieplicht  en  hebben  een  rol  in  de 

informatieplicht met betrekking tot de wet‐ en regelgeving.   

Discours 

Permanente  bewoning  past  het  minst  goed  binnen  de  NEO‐moderniseringsdiscours  en  het  beste  in  de  discours het platteland als vestigingsruimte. De Verordening Ruimte gaat nog steeds in hoofdzaak uit van  de Neo‐moderniseringsdiscours. Hierbij is een duidelijk beleid te herkennen dat het buitengebied zoveel  mogelijk  onnodige  verstening  moet  tegengaan.  De  verstedelijking  wordt  gebundeld  in  de  stedelijke  gebieden. Het buitengebied moet een open karakter hebben en houden. De gemeenten zijn verplicht dit  beleid  te  volgen  en  te  vertalen  in  de  bestemmingsplannen.  De  wetgever  heeft  met  de  Wet  op  de  Ruimtelijke  Ordening  (WRO)  en  later  de  Wet  ruimtelijke  ordening  (Wro)  via  het  bestemmingsplan  een  hiërarchische overheidssturing nagestreefd gebaseerd op de Neo‐moderniseringsdiscours.     10.3  BEANTWOORDING DEELVRAAG 2    Tweede deelvraag:   Hoe gaan gemeenten in het onderzoekgebied in de regio Noord‐Brabant in de praktijk om met  permanente bewoning op recreatieparken?     De gemeenten met een recreatiepark binnen de gemeentegrenzen, hebben allemaal te maken in meer of  mindere mate met het voorkomen van permanente bewoning van recreatieverblijven. Enkele gemeenten  hebben geen last van permanente bewoning, maar het merendeel van de gemeenten heeft wel te maken  met  permanente  bewoning.  De  gemeenten  hebben  in  ieder  geval  beleid  beschikbaar  om  permanente  bewoning aan te pakken. Een enkele gemeente heeft geen specifiek beleid, maar het merendeel heeft wel  specifiek beleid opgesteld al dan niet onder dwang van de VROM inspectie. 

   

103.

Bij handhaving worden de instrumenten last onder dwangsom of last onder bestuursdwang ingezet. Voor  handhaving  op  permanente  bewoning  wordt  alleen  het  instrument  last  onder  dwangsom  ingezet.  Voor  handhaving  op  bouwregelgeving  wordt  veelal  bestuursdwang  ingezet.  Daarnaast  zijn  de  volgende  bijzondere dan wel afwijkende handhavingsinstrumenten ingezet:  ‐ Periodieke sluiting: Het recreatiepark is alleen het recreatieseizoen geopend (Someren);  ‐ De gemeenten Asten, Bernheze, Geldrop‐Mierlo hebben specifiek beleid inzake het inschrijven in  het GBA. De gemeente Asten schrijft alleen in als men in het bezit is van een gedoogbeschikking.   ‐ De gemeente Bernheze vraagt een kopie van de huurovereenkomst, maar schrijft ook in als men  aandringt dat deze niet vereist is bij een GBA inschrijving.  ‐ De gemeente Geldrop‐Mierlo schrijft niet in op recreatieparken en neemt een weigeringsbesluit.  Tegen  dit  weigeringsbesluit  GBA  staan  rechtsmiddelen  open.  Het  ligt  aan  de  inhoud  van  het  bezwaar  tegen  dit  weigeringsbesluit  of  men  alsnog  gaat  inschrijven.  Deze  gemeenten  begeven  zich op glad ijs, men wijkt immers af van het geldende wettelijke kader. De overige gemeenten  informeren over de strijdige situatie van permanente bewoning met het bestemmingsplan, maar  schrijven  conform  de  wettelijke  verplichting  in.  In  alle  gevallen  gaat  er  een  seintje  richting  de  afdeling die belast is met handhaving. 

‐ Bij  legalisatie  verstekken  alle  gemeenten  een  persoonsgebonden  beschikking  en  gaan  ze  nooit  over tot een directe woonbestemming. Persoonsgebonden overgangsrecht is bij geen gemeenten  vastgelegd in het bestemmingsplan. 

‐ De  gemeente  Deurne  en  Geldrop‐Mierlo  heeft  naast  de  bestuursrechtelijke  middelen  contact  gezocht  met  de  campingbeheerder.  Ze  treden  gezamenlijk  op  en  helpen  elkaar  met  de  informatievoorziening. Ook helpen ze elkaar om bewijslast te verzamelen. De campingbeheerder  van  dit  landelijke  keten  doet  er  alles  aan  om  permanente  bewoning  te  voorkomen  en  oude  gevallen probeert op te lossen. Dit betreft het landelijke keten De Roompot vakantieparken. Met  doet dit op vrijwillige basis en dus niet via de bedrijfsmatige exploitatie die bijvoorbeeld in een  bestemmingsplan  kan  worden  vereist.  Het  sluiten  van  een  overeenkomst  bedrijfsmatige  exploitatie  biedt  nog  extra  zekerheden.  Hiermee  voorkomt  de  campingbeheerder  dat  hij  wordt  gezien  als  medepleger  van  permanente  bewoning.  De  gemeente  heeft  zijn  handhavingspartner  gevonden  en  kan  met  minder  financiële  en  personele  middelen  toch  het  gewenste  resultaat  bereiken.  

‐ Andere gemeenten zoeken momenteel naar formele neven bestemmingen om met vergunningen  of ontheffingen op basis van beleid strijdig gebruik al dan niet tijdelijk te reguleren. Te denken is  huisvesting voor privé problemen en arbeidsmigranten.  

De  gemeente  Asten  loopt  hiermee  voor  op.  Andere  gemeenten  verzetten  zich  juist  tegen  elke  vorm  van  nevenfuncties  zoals  de  gemeente  Deurne  en  Geldrop‐Mierlo.  Gemert‐Bakel  is  momenteel aan het bekijken of herbestemming naar andere vormen van wonen en huisvesting  tot de mogelijkheden behoort. Ook in de gemeente Boekel overweegt men in het kader van zorg  recreatie een geschikte herbestemming te vinden voor het overschot aan recreatiewoningen.   

Wat  opvalt  is  het  grote  aantal  gemeenten  in  het  jaar  2011  geen  prioriteit  heeft  gegeven  aan  het  handhaven  op  het  thema  permanente  bewoning.  Men  zal  andere  vormen  van  controle  en  handhaving  moeten gaan overwegen en samen gaan werken met marktpartijen zoals de campingbeheerders. 

       

Permanente bewoning op recreatieparken

104.

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN