netwerk, wat zijn neerslag heeft op de inzet van de publiekrechtelijke middelen door de overheid. De gemeenten moeten meer gebruik gaan maken van het beschikbare netwerk door het gemeenschappelijk maken van het probleem van permanente bewoning. De bedrijfsmatige exploitatie is daarbij een goed instrument. Hier kunnen immers de voorwaarden worden omschreven hoe het recreatiepark moet worden gebruikt. De gemeente kan de beheerder helpen en andersom om het recreatiepark te laten gebruiken conform de bestemming. Bij het aanpakken van het probleem van permanente bewoning dient de gemeente dus verder te kijken dan alleen de gebruiker van de recreatiewoning. De rol van de actoren van de gebruikersmarkt is minimaal te noemen. Naast het feit dat ze ongeregeldheden kunnen melden, kunnen ze nog onbewust bewijs leveren op het gebied van de digitale koppelingen van de overheidsadministraties. Onder voorwaarden is het mogelijk om de gegevens uit de administraties uit te wisselen.
Van de marktpartijen moet de recreatiepark beheerder als centrale partner worden gezien bij het beheersen van permanente bewoning van recreatiewoningen. Ook dient de gemeente meer in contact te treden met de recreatiepark eigenaren en individuele recreatiewoning eigenaren c.q. beleggers om het probleem gemeenschappelijk te maken. Woningcorporaties dienen permanente bewoning van recreatieverblijven bij de huisvestingsvraagstukken te betrekken. Professionele partijen zoals Notarissen,
Banken en makelaars dienen bij te dragen aan de informatieplicht en hebben een rol in de
informatieplicht met betrekking tot de wet‐ en regelgeving.
Discours
Permanente bewoning past het minst goed binnen de NEO‐moderniseringsdiscours en het beste in de discours het platteland als vestigingsruimte. De Verordening Ruimte gaat nog steeds in hoofdzaak uit van de Neo‐moderniseringsdiscours. Hierbij is een duidelijk beleid te herkennen dat het buitengebied zoveel mogelijk onnodige verstening moet tegengaan. De verstedelijking wordt gebundeld in de stedelijke gebieden. Het buitengebied moet een open karakter hebben en houden. De gemeenten zijn verplicht dit beleid te volgen en te vertalen in de bestemmingsplannen. De wetgever heeft met de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en later de Wet ruimtelijke ordening (Wro) via het bestemmingsplan een hiërarchische overheidssturing nagestreefd gebaseerd op de Neo‐moderniseringsdiscours. 10.3 BEANTWOORDING DEELVRAAG 2 Tweede deelvraag: Hoe gaan gemeenten in het onderzoekgebied in de regio Noord‐Brabant in de praktijk om met permanente bewoning op recreatieparken? De gemeenten met een recreatiepark binnen de gemeentegrenzen, hebben allemaal te maken in meer of mindere mate met het voorkomen van permanente bewoning van recreatieverblijven. Enkele gemeenten hebben geen last van permanente bewoning, maar het merendeel van de gemeenten heeft wel te maken met permanente bewoning. De gemeenten hebben in ieder geval beleid beschikbaar om permanente bewoning aan te pakken. Een enkele gemeente heeft geen specifiek beleid, maar het merendeel heeft wel specifiek beleid opgesteld al dan niet onder dwang van de VROM inspectie.
103.
Bij handhaving worden de instrumenten last onder dwangsom of last onder bestuursdwang ingezet. Voor handhaving op permanente bewoning wordt alleen het instrument last onder dwangsom ingezet. Voor handhaving op bouwregelgeving wordt veelal bestuursdwang ingezet. Daarnaast zijn de volgende bijzondere dan wel afwijkende handhavingsinstrumenten ingezet: ‐ Periodieke sluiting: Het recreatiepark is alleen het recreatieseizoen geopend (Someren); ‐ De gemeenten Asten, Bernheze, Geldrop‐Mierlo hebben specifiek beleid inzake het inschrijven in het GBA. De gemeente Asten schrijft alleen in als men in het bezit is van een gedoogbeschikking. ‐ De gemeente Bernheze vraagt een kopie van de huurovereenkomst, maar schrijft ook in als men aandringt dat deze niet vereist is bij een GBA inschrijving. ‐ De gemeente Geldrop‐Mierlo schrijft niet in op recreatieparken en neemt een weigeringsbesluit. Tegen dit weigeringsbesluit GBA staan rechtsmiddelen open. Het ligt aan de inhoud van het bezwaar tegen dit weigeringsbesluit of men alsnog gaat inschrijven. Deze gemeenten begeven zich op glad ijs, men wijkt immers af van het geldende wettelijke kader. De overige gemeenten informeren over de strijdige situatie van permanente bewoning met het bestemmingsplan, maar schrijven conform de wettelijke verplichting in. In alle gevallen gaat er een seintje richting de afdeling die belast is met handhaving.
‐ Bij legalisatie verstekken alle gemeenten een persoonsgebonden beschikking en gaan ze nooit over tot een directe woonbestemming. Persoonsgebonden overgangsrecht is bij geen gemeenten vastgelegd in het bestemmingsplan.
‐ De gemeente Deurne en Geldrop‐Mierlo heeft naast de bestuursrechtelijke middelen contact gezocht met de campingbeheerder. Ze treden gezamenlijk op en helpen elkaar met de informatievoorziening. Ook helpen ze elkaar om bewijslast te verzamelen. De campingbeheerder van dit landelijke keten doet er alles aan om permanente bewoning te voorkomen en oude gevallen probeert op te lossen. Dit betreft het landelijke keten De Roompot vakantieparken. Met doet dit op vrijwillige basis en dus niet via de bedrijfsmatige exploitatie die bijvoorbeeld in een bestemmingsplan kan worden vereist. Het sluiten van een overeenkomst bedrijfsmatige exploitatie biedt nog extra zekerheden. Hiermee voorkomt de campingbeheerder dat hij wordt gezien als medepleger van permanente bewoning. De gemeente heeft zijn handhavingspartner gevonden en kan met minder financiële en personele middelen toch het gewenste resultaat bereiken.
‐ Andere gemeenten zoeken momenteel naar formele neven bestemmingen om met vergunningen of ontheffingen op basis van beleid strijdig gebruik al dan niet tijdelijk te reguleren. Te denken is huisvesting voor privé problemen en arbeidsmigranten.
De gemeente Asten loopt hiermee voor op. Andere gemeenten verzetten zich juist tegen elke vorm van nevenfuncties zoals de gemeente Deurne en Geldrop‐Mierlo. Gemert‐Bakel is momenteel aan het bekijken of herbestemming naar andere vormen van wonen en huisvesting tot de mogelijkheden behoort. Ook in de gemeente Boekel overweegt men in het kader van zorg recreatie een geschikte herbestemming te vinden voor het overschot aan recreatiewoningen.
Wat opvalt is het grote aantal gemeenten in het jaar 2011 geen prioriteit heeft gegeven aan het handhaven op het thema permanente bewoning. Men zal andere vormen van controle en handhaving moeten gaan overwegen en samen gaan werken met marktpartijen zoals de campingbeheerders.
Permanente bewoning op recreatieparken