Inspectie Regio Zuid en aan het college van Gedeputeerde Staten. In de raadsvergadering van 19 mei 2005 heeft de gemeenteraad van Dongen besloten om in te stemmen met het voornemen van burgemeester en wethouders om bij de voorbereiding van de komende integrale herziening van het bestemmingsplan Buitengebied het legaliseren van de permanente bewoning van de recreatiewoningen op het bungalowpark De Donge als uitgangspunt te nemen en daartoe de nodige stappen te ondernemen. Ondanks de al jarenlang bestaande feitelijke situatie van bebouwing en verharding is het perceel opgenomen in de Ecologische Hoofdstructuur. De actuele waarden rechtvaardigen dit al lang niet meer. Gedeputeerde Staten hebben bij besluit van 5 juli 2005 de aanduiding "bos" verwijderd van de natuurdoeltypenkaart en van de kaart inrichtingssubsidie basis‐ en pluspakketten. Ook is de aanduiding GHS van de kaart verwijderd. Op deze manier is legalisatie mogelijk gemaakt. De locatie heeft in 2007 de bestemming Wonen gekregen. Sinds 2007 er sprake van een kleinschalige woonwijk die beschikt over alle noodzakelijke voorzieningen.
8.5 ONDERZOEK RECREATIEPARK NAAR WOONWIJK: RECREATIEPARK STILLE WILLE OIRSCHOT
In de gemeente Oirschot loopt er momenteel een onderzoek naar de mogelijkheden om een groot recreatiepark dat al vele jaren te maken heeft met permanente bewoning om te zetten naar een woonwijk (Oirschot, 2006). Het betreft het recreatiepark Stille Wille. Het ruimtelijk bureau Tauw is belast met het onderzoek naar de haalbaarheid. Dit is echter nog in de onderzoeksfase (Tauw, 2011). Het recreatiepark is momenteel gepresenteerd als Landgoed (www.stillewille.nl).
8.6 HET DEENS MODEL
Het Deens model geeft aan iedere oudere het recht om permanent in een recreatiewoning te gaan wonen. Het is dus geen generaal pardon. Het is dan ook wettelijk verankerd dat iemand van 67 jaar of ouder, of ouder is dan 60 jaar en pensioen gerechtigd is, in een recreatiewoning mag bewonen als men deze recreatiewoning tenminste 8 jaar in bezit heeft. Het is dus een persoonsgebonden recht wat daarnaast ook object gebonden is. Het vervalt bijvoorbeeld bij verhuizing en het is niet uitwisselbaar met uitzondering bij overlijden aan de echtgenoot of echtgenote, samenwonende partner of persoon met wie men een duurzaam huishouden heeft gevoerd. Het verschil met het Nederlandse beleid is dat het beleid in Denemarken een gecentraliseerd beleid is en dat de pensioenregeling in Nederland verschilt met deze in Nederland. In Nederland is het beleid inzake permanente bewoning gedecentraliseerd tot de gemeente als het bevoegde orgaan. Daarnaast is in Denemarken het recreatieseizoen wettelijk vastgelegd van 1 oktober tot 31 maart. Het is in Denemarken niet toegestaan een recreatiewoning te gebruiken voor recreatieovernachting, tenzij het gemeentebestuur een ontheffing voor overnachting heeft verleend.
Een soortgelijk beleid wat speciaal gericht is op ouderen is in Nederland bij brief van 29 november 2005 (Kamerstukken II, 2005‐2006, 30 300 XI, nr. 69) aangeboden. Al snel bleek dat de Tweede Kamer hier niet open voor stond. Het verbod op permanente bewoning van een recreatieverblijf is niet in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit heeft de Raad van State uitgemaakt in de uitspraak ABRS 22 juni 2005, 200500544/1. Ten aanzien van artikel 1 van het eerste protocol bij het EVRM overweegt de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, dat dit verbod niet strijdig is met het EVRM.
“Voor zover de in de bestemmingsregeling neergelegde beperkingen van het gebruik van de
recreatiewoning al zijn aan te merken als aantasting van het recht op ongestoord genot van het eigendom als bedoeld in artikel 1 van het eerste protocol bij het EVRM, biedt deze EVRM‐bepaling de mogelijkheid om in het algemeen belang het gebruik van eigendom te reguleren. De ter plaatse geldende bestemmingsplanregeling tot beperking van het gebruik van de woning voor recreatieve doeleinden, is een zodanige regulering.
87.
‐Van schending van artikel 1 van het eerste protocol bij het EVRM is dan ook geen sprake. Ten aanzien van artikel 6 van het EVRM overweegt de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State dat het opleggen van een last onder dwangsom niet is te beschouwen als een "criminal charge" in de zin van artikel 6 van het EVRM, nu het besluit niet is gericht op een verdergaande benadeling dan die welke voortvloeit uit de juiste toepassing van bij of krachtens de wet gestelde voorschriften, en niet is gericht op leedtoevoeging.”
In Nederland wilde de regering geen dergelijke regeling. Nu dat het wetsvoorstel Vergunning onrechtmatige bewoning is ingetrokken, kan er op lokaal niveau door gemeenten eigen beleid worden gemaakt met betrekking tot het herbestemming tot woonwijk dan wel op andere gronden beleid ontwikkelingen om persoonsgebonden beschikkingen af te geven. 8.7 CONCLUSIE De gemeenten met een recreatiepark binnen de gemeentegrenzen, hebben allemaal te maken in meer of mindere mate met het voorkomen van permanente bewoning van recreatieverblijven. Enkele gemeenten hebben geen last van permanente bewoning, maar het merendeel van de gemeenten heeft wel te maken met permanente bewoning. De gemeenten hebben in ieder geval beleid beschikbaar om permanente bewoning aan te pakken. Een enkele gemeente heeft geen specifiek beleid, maar het merendeel heeft wel specifiek beleid opgesteld al dan niet onder dwang van de VROM inspectie.
Bij handhaving worden de instrumenten last onder dwangsom of last onder bestuursdwang ingezet. Voor handhaving op permanente bewoning wordt alleen het instrument last onder dwangsom ingezet. Voor handhaving op bouwregelgeving wordt veelal bestuursdwang ingezet. Daarnaast zijn de volgende bijzondere dan wel afwijkende handhavingsinstrumenten ingezet: Periodieke sluiting: Het recreatiepark is alleen het recreatieseizoen geopend (Someren); ‐ De gemeenten Asten, Bernheze, Geldrop‐Mierlo hebben specifiek beleid inzake het inschrijven in het GBA. De gemeente Asten schrijft alleen in als men in het bezit is van een gedoogbeschikking. ‐ De gemeente Bernheze vraagt een kopie van de huurovereenkomst, maar schrijft ook in als men aandringt dat deze niet vereist is bij een GBA inschrijving. ‐ De gemeente Geldrop‐Mierlo schrijft niet in op recreatieparken en neemt een weigeringsbesluit. Tegen dit weigeringsbesluit GBA staan rechtsmiddelen open. Het ligt aan de inhoud van het bezwaar tegen dit weigeringsbesluit of men alsnog gaat inschrijven. Deze gemeenten begeven zich op glad ijs, men wijkt immers af van het geldende wettelijke kader. De overige gemeenten informeren over de strijdige situatie van permanente bewoning met het bestemmingsplan, maar schrijven conform de wettelijke verplichting in. In alle gevallen gaat er een seintje richting de afdeling die belast is met handhaving.
‐ Bij legalisatie verstekken alle gemeenten een persoonsgebonden beschikking en gaan ze nooit over tot een directe woonbestemming. Persoonsgebonden overgangsrecht is bij geen gemeenten vastgelegd in het bestemmingsplan.
‐ De gemeente Deurne en Geldrop‐Mierlo heeft naast de bestuursrechtelijke middelen contact gezocht met de campingbeheerder. Ze treden gezamenlijk op en helpen elkaar met de informatievoorziening. Ook helpen ze elkaar om bewijslast te verzamelen. De campingbeheerder van dit landelijke keten doet er alles aan om permanente bewoning te voorkomen en oude gevallen probeert op te lossen. Dit betreft het landelijke keten De Roompot vakantieparken. Met doet dit op vrijwillige basis en dus niet via de bedrijfsmatige exploitatie die bijvoorbeeld in een bestemmingsplan kan worden vereist. Het sluiten van een overeenkomst bedrijfsmatige exploitatie biedt nog extra zekerheden.
Permanente bewoning op recreatieparken