• No results found

82.De gemeente Asten heeft in 2011 nieuw beleid gemaakt, maar de uitvoering laat nog op zich wachten

Wat  opvalt  in  het  beleid  van  de  gemeente  Asten  is  dat  ze  een  nieuwe  peildatum  hebben  vastgesteld.  Hierdoor  wordt  de  groep  permanente  bewoners  een  stuk  kleiner.  Daarmee  is  de  groep  beter  handhaafbaar en hoeft men minder handhavingscapaciteit in te zetten (Gesprek van Amersfoort, 2011).    

Het  merendeel  van  de  gemeenten  heeft  geen  actieve  uitvoering  gegeven  aan  de  handhaving  op  het  gebied  van  permanente  bewoning.  De  gemeente  Deurne  heeft  bijvoorbeeld  permanente  bewoning  van  arbeidsmigranten  wel  als  thema  aangemerkt  en  zien  daar  op  toe.  Ze  hebben  daarbij  als  argument  de  gevaarzetting  en  brand  onveilige  situaties  die  deze  doelgroep  met  zich  meebrengt  door  overbevolking.  Voor het overige handhaven zij op ad hoc basis (Vragenlijst, 2011). Ook zijn er gemeenten die de papieren  werkelijkheid van het GBA als leidraad aanhouden en daarmee de werkelijke permanente bewoners niet  in  het  vizier  hebben.  Dit  wordt  ook  als  zodanig  onderkend  in  het  onderzoek  van  de  VROM  inspectie,  al  worden daar geen conclusies aan verbonden. Daarbij geven alle gemeenten aan dat inschrijving verplicht  is en men ook inschrijft wanneer iemand zich komt melden.  De gemeenten zijn dus goed op de hoogte  van de wettelijke verplichtingen. Wel gaat men verschillend om met inschrijvingsverzoeken. De methode  van de gemeente Asten valt zoals gezegd het meest op. Binnen de gemeente Asten schrijft men alleen in  indien men in het bezit is van een  persoonsgebonden  beschikking.  Hierdoor heeft  men de  laatste  jaren  minder personen ingeschreven in het GBA. Voor de overige gemeenten geldt dat er de laatste jaren geen  toename is te constateren. Ook zijn er enkele gemeenten waar helemaal geen personen zijn ingeschreven  in het GBA. Ze merken daarbij wel op dat dit niet betekent dat er zich geen permanente bewoning voor  doet.  De  overige  gemeenten  geven  aan  te  veronderstellen  dat  er  ook  gevallen  zijn  van  permanente  bewoning  waarbij  geen  actuele  inschrijvingen  in  het  GBA  aanwezig  zijn.  Veelal  betreffen  dit  tijdelijke  bewoners zoals arbeidsmigranten of mensen die de woning als tijdelijke noodhuisvesting gebruiken. Het  betreft voornamelijk de doelgroep van korte huurders. Ook mensen in het grijze gebied van permanente  bewoning hebben zich niet ingeschreven in het GBA. Dit betreffen voornamelijk jongeren en ouderen die  elders  een  postadres  hebben.  Ze  blijven  zo  uit  het  vizier  van  de  gemeente.  De  gemeenten  hebben  ook  niet voldoende financiële middelen en capaciteit om het dit inzichtelijk te maken. Daarnaast moet er goed  worden bekeken of het handhaven geen doel op zich gaat worden, zonder te kijken naar de functionaliteit  en haalbaarheid om van het recreatiepark weer een volwaardig recreatiepark te maken. Alle gemeenten  hebben  specifieke  bestemmingsplanbepalingen,  maar  er  is  behoefte  aan  uniforme  bestemmingsplan  voorschriften  waaraan  een  duidelijk  en  transparant  handhavingsprogramma  kan  worden  gekoppeld.  Nu  zijn er teveel regionale verschillen zijn, is er teveel ruis op het gebied van handhaving van de regels van  het bestemmingsplan.     ACTOREN  De actorenanalyse geeft op basis van karakteristieken weer met welke soorten doelgroepen gemeenten  te maken kunnen hebben. Het is zo inzichtelijk met welke problemen deze actoren te maken hebben en  hoe  hier  het  beste  in  ruimtelijke  beleidsmatige  zin  kan  worden  omgesprongen.  Op  de  recreatieparken  binnen  het  onderzoeksgebied  zijn  geen  noemenswaardige  verhuisbewegingen  te  constateren.  Ook  is  veelal  niet  bekend  of  er  verhuisbewegingen  binnen  het  park  zijn.  Het  zijn  voornamelijk  de  niet  ingeschrevenen die snel  en veel verhuizen. Dit betreffen voornamelijk  de  arbeidsmigranten  en  tijdelijke  bewoners in verband met privéproblemen. Het actief handhaven op een recreatiepark kan wel een reden  zijn om te gaan verhuizen. Op het recreatiepark de Kanthoeve zijn in de tijd dat er gehandhaafd is veel  permanente  bewoners  die  geen  beschikking  hadden  vertrokken  van  het  park.  Hiervoor  zijn  veelal  arbeidsmigranten teruggekeerd en geen recreanten. De huiseigenaren hebben juist ook deze doelgroep  benaderd om hun onroerend goed te huren. Dit is veelal gebeurd via een uitzendbureau of rechtstreeks  via het bedrijf waar deze arbeidsmigranten werkzaam zijn. Daarnaast schrijven veel personen zich niet in. 

83.

Dit betreffen voornamelijk de tijdelijke bewoners in het kader van noodhuisvestiging en arbeidsmigranten  (Gesprek,  Kramer  2011).  Deze  doelgroep  is  flexibel  qua  huisvesting  en  kunnen  ook  makkelijk  andere  al  dan  niet  tijdelijke  woonruimte  vinden.  Jongeren  en  ouderen  schrijven  zich  niet  in,  om  zo  op  papier  te  kunnen  voldoen  aan  het  begrip  recreant.  Deze  doelgroepen  zijn  door  vele  gemeenten  dan  ook  niet  feitelijk inzichtelijk. Deze doelgroep is goed op de hoogte van de wet‐ en regelgeving met betrekking tot  permanente bewoning en neemt het risico van de pakkans vaak voor lief. 

 

De gemeenten Gemert‐Bakel en Asten zijn van mening dat recreatieparken ook kunnen dienen voor de  opvang voor tijdelijke noodhuisvestiging voor mensen met privéproblemen (Gesprek Kramer, 2011). Ook  de  gemeente  Landerd  wil  huisvesting  van  sociale  problemen  en  arbeidsmigranten  in  onderschikte  aantallen  toelaten  (20%).  De  gemeente  Schijndel  en  de  gemeente  Boekel  zijn  van  mening  dat  dit  moet  kunnen  als  het  maar  voor  een  korte  termijn  is  en  eigenlijk  even  lang  er  aanwezig  is  als  een  normale  recreant  (Gesprek  Hermans  en  Waals,  2011).  De  bewoner  moet  zich  dan  ook  gedragen  als  “normale”  recreant.  De  gemeente  Bernheze  is  van  mening  dat  dit  moet  worden  opgevangen  in  de  reguliere  woningvoorraad,  maar  onderkent  dat  er  wel  personen  met  sociale  problemen  zijn  gehuisvest  op  recreatieparken.  Voor  arbeidsmigranten  zijn  er  in  Bernheze  wel  voorzieningen  aanwezig,  desondanks  wonen toch veel arbeidsmigranten op recreatieparken (Gesprek Hendriks, 2011). Beleidsmatig zijn ze van  mening  dat  huisvesting  op  recreatieparken  geen  goede  oplossing  is,  en  dit  de  bestemming  recreatie  verstoord. De gemeente Geldrop Mierlo en Sint Oedenrode zien een recreatiepark in sommige gevallen  wel als plaats waar sociale problemen tijdelijk kunnen worden opgevangen. Wel geven deze gemeenten  aan dat arbeidsmigranten niet tot deze groep behoren. De gemeente Deurne ziet een recreatiepark alleen  voor de functie recreatie en niet voor andere vormen van huisvesting. In de gemeente Someren volgt men  dezelfde denkwijze als in de gemeente Deurne. Ze geven aan dat er geen permanente bewoning is op de  recreatieparken  binnen  de  gemeente  (Gesprek  Kuijken,  2011).  De  samenwerking  met  de  recreatieparkeigenaar of beheerder die de visie van het voorkomen van permanente bewoning ook deelt  is  daarbij  een  vereiste  (Gesprek  Kuijken,  2011).  Samenvattend  kan  er  geconstateerd  worden  dat  er  verdeeldheid is tussen de gemeenten. Veel gemeenten zien recreatieparken dan ook tevens geschikt voor  het huisvestingsprobleem van arbeidsmigranten op te vangen.  Andere gemeenten  zien  voor dit  gebruik  geen  ruimte  op  de  recreatieparken.  Ditzelfde  geldt  in  mindere  mate  voor  de  huisvesting  van  sociale  problemen. 

 

DISCOURS 

De  recreatieparken  in  het  onderzoeksgebied  liggen  allemaal  in  het  landelijke  gebied  nabij  bos‐  en  natuurgebieden (Vooronderzoek, 2011). De discours van het scheiden van functies uit het verleden is hier  door  nog  duidelijk  zichtbaar.  Wel  komen  er  in  het  buitengebied  steeds  meer  functies  bij.  Het  betreffen  voornamelijk    recreatieve  (neven)  functies.  Dit  heeft  indirect  te  maken  dat  er  steeds  meer  agrarische  bedrijven  verdwijnen.  Dit  is  een  landelijke  tendens.  De  gemeenten  in  het  onderzoeksgebied  geven  nog  steeds  aan  behoefte  te  hebben  aan  een  recreatiepark,  en  willen  dan  ook  allemaal  dat  permanente  bewoning  verdwijnt  op  deze  recreatieparken.  Enkele  gemeenten  willen  het  recreatiepark  wel  hoofdzakelijk gebruiken voor recreatie, maar zien ook mogelijkheden voor tijdelijke noodhuisvesting van  sociale  gevallen  en  huisvesting  van  arbeidsmigranten  (Vragenlijst,2011).  Duidelijk  is  dat  deze  functies  elkaar  bijten  en  veelal  niet  optimaal  samen  gaan.  Het  recreatiepark  is  na  verloop  van  tijd,  niet  meer  aantrekkelijk voor recreanten. Zeker niet als deze functies door elkaar op het recreatiepark aanwezig zijn  en deze personen gebruik maken van dezelfde faciliteiten. De recreant wil weg uit zijn woonomgeving en  wil recreëren. Bij een recreatiepark met permanente bewoning lijkt het voor de recreant dat hij aan het  recreëren is in een reguliere woonwijk.  

Permanente bewoning op recreatieparken

84.

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN