• No results found

Oriëntatiepunten voor de straftoemeting

In document Ernstige verkeersdelicten (pagina 110-113)

In het kader van het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht) zijn

oriëntatiepunten voor de straftoemeting geformuleerd, waar rechters bij het bepalen van de straf acht op kunnen slaan. Sinds 2016 zijn niet alleen

oriëntatiepunten voor het bestraffen van meerderjarigen opgenomen, maar ook oriëntatiepunten inzake het bestraffen van minderjarigen. In het navolgende wordt van een bespreking van de oriëntatiepunten inzake het bestraffen van minderjarigen afgezien, om dezelfde redenen als waarom eerder van een bespreking van de sanctiearsenaal in het jeugdstrafrecht werd afgezien.

Bij de commune delicten die bij de berechting van ernstige verkeersdelicten een rol kunnen spelen, zijn slechts enkele oriëntatiepunten geformuleerd. Bij bedreiging in de vorm van inrijden op een persoon geldt sinds 11 maart 2016 een oriëntatiepunt van 4 maanden gevangenisstraf onvoorwaardelijk. Agressie in het verkeer kan blijkens de toelichting een strafverzwarende omstandigheid zijn. Voor zover het feit is begaan tegen een politieagent, een buitengewoon

opsporingsambtenaar, een toezichthouder, een professionele hulpverlener of een functionaris in het openbaar vervoer 'kan de in het oriëntatiepunt genoemde straf worden verhoogd met 33% tot 100%', aldus de toelichting.

Bij mishandeling en zware mishandeling gelden de huidige oriëntatiepunten sinds (respectievelijk) 22 november 2013 en 28 januari 2011.92 Mishandeling, enig letsel ten gevolge hebbend kent een oriëntatiepunt van 750 euro. Mishandeling met behulp van een slagwapen of door een kopstoot, enig lichamelijk letsel ten gevolge hebbend, kent een oriëntatiepunt van 120 uur taakstraf. Bij zware mishandeling in de vorm van het opzettelijk toebrengen van middelzwaar lichamelijk letsel met behulp van een wapen (niet zijnde een vuurwapen) hoort een oriëntatiepunt van 7 maanden gevangenisstraf. Het opzettelijk toebrengen van zeer zwaar lichamelijk letsel met behulp van een wapen (niet zijnde een vuurwapen) kent als oriëntatiepunt 1 jaar gevangenisstraf. Bij deze

oriëntatiepunten geldt eenzelfde strafverhoging in het geval het slachtoffer politieagent (etc.) is.

Oriëntatiepunten zijn voorts vastgesteld bij art. 6 WVW 1994; de huidige versie geldt sinds 18 november 2016. Deze oriëntatiepunten zijn opgenomen in een tabel. Eerder zagen wij dat de Richtlijn voor strafvordering ter zake van

verkeersongevallen en verlaten plaats ongeval ook met een tabel werkt. Beide tabellen lijken sterk op elkaar. In beide wordt onderscheid gemaakt tussen drie

92

Eerder golden (vanaf 31 oktober 2008) andere oriëntatiepunten; de verschillen zijn echter enkel terminologisch van aard en ook de geïndiceerde straf is dezelfde.

99

schuldgradaties: een zeer hoge mate van schuld, ernstige schuld en aanmerkelijke schuld. In beide is alcoholgebruik een strafverzwarende omstandigheid en is de strafverzwaring groter als het , alcoholgebruik hoger is dan 570 microgram per liter uitgeademde lucht. En in beide tabellen is de ernst van de gevolgen voor het slachtoffer het vertrekpunt bij de strafbepaling en wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen lichamelijk letsel en tijdelijke ziekte, zwaar lichamelijk letsel en de dood.

De in de oriëntatiepunten opgenomen uitgangspunten voor straffen komen in belangrijke mate met die in de richtlijnen overeen. Het uitgangspunt bij het bepalen van de straffen varieert van een geldboete van 1000 euro en een rijontzegging van 3 maanden (lichamelijk letsel of tijdelijke ziekte, geen

alcoholgebruik, aanmerkelijke schuld) tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 jaar en een onvoorwaardelijke rijontzegging van 5 jaar (dood,

alcoholgebruik hoger dan 570 microgram per liter uitgeademde lucht, zeer hoge mate van schuld). De oriëntatiepunten voor de straftoemeting sporen echter niet altijd met de uitgangspunten voor de strafeis. Bij ernstige schuld, lichamelijk letsel en geen alcoholgebruik bijvoorbeeld noemt de richtlijn als eis een taakstraf van 90 uur naast een onvoorwaardelijke rijontzegging van 6 maanden; het

oriëntatiepunt rept van 120 uur taakstraf naast 6 maanden rijontzegging. Indien er sprake is van lichamelijk letsel, aanmerkelijke schuld en alcoholgebruik is de eis wat betreft de taakstraf ook lager dan het oriëntatiepunt, en hetzelfde geldt bij zwaar lichamelijk letsel, geen alcoholgebruik en aanmerkelijke schuld. Voor het overige sporen de uitgangspunten voor de strafeis en de oriëntatiepunten.

Tussen 31 oktober 2008 en 18 november 2016 gold een vorige versie van de oriëntatiepunten. Daarin werd (aanvankelijk in overeenstemming met de geldende richtlijn) onderscheid gemaakt tussen drie schuldgradaties: een aanmerkelijke verkeersfout, een grove verkeersfout en wegpiraterij/roekeloos rijden. Maar ook toen al varieerden de oriëntatiepunten van een geldboete van 1000 euro en een rijontzegging van 3 maanden (lichamelijk letsel of tijdelijke ziekte, geen alcoholgebruik, aanmerkelijke verkeersfout) tot een

onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 jaar en een onvoorwaardelijke

rijontzegging van 5 jaar (dood, alcoholgehalte hoger dan 570 microgram per liter uitgeademde lucht, wegpiraterij/roekeloosheid). Nieuw, ten opzichte van deze versie, is dat de toelichting van het thans geldende oriëntatiepunt er op wijst dat 'naast alcoholgebruik in ieder geval ook weigering alcoholonderzoek, ernstige overschrijding van de maximumsnelheid, bumperkleven, geen voorrang verlenen en gevaarlijk inhalen' volgens de wet strafverzwarende omstandigheden zijn.

De thans geldende oriëntatiepunten die zien op art. 8 WVW 1994 zijn op 9 april 2015 vastgesteld. De in deze oriëntatiepunten gehanteerde tabellen zijn, zo zegt

100

de toelichting op de oriëntatiepunten, ‘oorspronkelijk afgeleid van de OM-Polarisrichtlijnen voor het rijden onder invloed, maar kunnen daar thans van afwijken.’ Er zijn vijf tabellen die telkens bestaan uit een veelheid aan schalen: een normering van rijden onder invloed aangaande het besturen van 1) auto’s en motoren, 2) brom- en snorfietsen, gehandicaptenvoertuigen met motor, 3)

fietsen, gehandicaptenvoertuigen zonder motor, 4) motorrijtuigen waarbij sprake is van een beginnend bestuurder, 5) brom- en snorfietsen,

gehandicaptenvoertuigen met motor waarbij sprake is van een beginnend

bestuurder. Het komt er grofweg op neer dat bij lagere alcoholgehaltes van adem of bloed enkel een onvoorwaardelijke geldboete aangewezen is, hogere

alcoholgehaltes zijn gekoppeld aan hogere geldboetes én een (al dan niet

voorwaardelijke) rijontzegging, terwijl de hoogste alcoholgehaltes zijn gekoppeld aan een onvoorwaardelijke taakstraf en een onvoorwaardelijke rijontzegging. De toelichting op de oriëntatiepunten wijst op een aantal strafverzwarende

omstandigheden, zoals verkeersgevaarlijk gedrag en relevante recidive binnen een periode van vijf jaar (waaronder ook kan vallen de aanvaarding van een transactievoorstel of de oplegging van een onherroepelijke strafbeschikking). In een dergelijk geval is een ophoging naar een volgende of daaropvolgende schaal geïndiceerd. Bij meervoudige recidive wordt in ieder geval een rijontzegging opgelegd, zo wordt in de toelichting gesteld.

De oriëntatiepunten inzake art. 8 WVW 1994 zijn een aantal keren

gewijzigd. In de afgelopen jaren zijn niet of nauwelijks veranderingen aangebracht in de hoogte van de toepasselijke geldboeten en in de duur van de

rijontzeggingen. De belangrijkste wijziging die in de afgelopen jaren is

aangebracht, heeft betrekking op de duur van de taakstraf in de hogere schalen. Eind 2013 is die duur verhoogd (telkens ongeveer een verdubbeling). In gevallen waarin bij de bestuurder van een auto of motorrijtuig bijvoorbeeld een

ademalcoholgehalte is gemeten van 1196 (schaal XIII) was het uitgangspunt een rijontzegging van 18 maanden alsmede een taakstraf van 42 uren. Na de wijziging bedraagt de aangewezen taakstraf 80 uren.

Zoals gezegd geeft de toelichting op de oriëntatiepunten aan dat zij van de richtlijnen van het OM kunnen afwijken. Als de geldende oriëntatiepunten naast de Richtlijn voor strafvordering rijden onder invloed van alcohol en/of drugs en rijden tijdens een rijverbod (2015R055) wordt gelegd, zijn inderdaad verschillen zichtbaar. In de eerste tabel, betreffende het onder invloed besturen van auto's en motoren (niet door een beginnende bestuurder) hanteren de oriëntatiepunten in de eerste schaal een tarief van 300 euro; de richtlijn hanteert een tarief van 325 euro. En er zijn meer verschillen. In schaal 5 bijvoorbeeld noemt de richtlijn als uitgangspunt 650 euro boete naast 4 maanden onvoorwaardelijke

101

euro naast een voorwaardelijke rijontzegging van 6 maanden. Dat is welhaast een uitnodiging om verzet in te stellen. Bij de hogere ademalcoholgehaltes zijn de tarieven voor first offenders wel weer gelijk.

Oriëntatiepunten zijn ten slotte ook nog vastgesteld in verband met art. 9 lid 1 WVW 1994 (besturen van een motorrijtuig tijdens een ontzegging van de

rijbevoegdheid) en art. 9 lid 2 WVW 1994 (besturen van een motorrijtuig in geval van een (gedeeltelijk) ongeldig verklaard rijbewijs). Deze beide oriëntatiepunten zijn betrekkelijk eenvoudig en gelden al sinds 7 december 2007. Voor het (doen) besturen van een motorrijtuig waarvoor het bezit van een rijbewijs is vereist tijdens de ontzegging van de rijbevoegdheid staat een onvoorwaardelijke

gevangenisstraf van 2 weken onvoorwaardelijk. En ook voor het (doen) besturen van een motorrijtuig in geval van een (gedeeltelijk) ongeldig verklaard rijbewijs staat een gevangenisstraf van 2 weken onvoorwaardelijk.

In document Ernstige verkeersdelicten (pagina 110-113)