De voorschriften bestaan uit een serie artikelen, die naar hun aard zijn geordend in een zestal delen. Deze delen zullen hieronder afzonderlijk worden beschre-ven.
4.2.1. Inleidende bepalingen
Het eerste deel van de voorschriften betreft de begrips- en meetbepalingen. Deze zijn bedoeld om misverstanden bij de interpretatie van het plan te voorko-men. In de begripsbepalingen worden de belangrijkste begrippen die in het plan worden gebruikt nader gedefinieerd.
In de meetbepalingen wordt nader gedefinieerd hoe de in het plan bedoelde af-standen, inhoudsmaten en oppervlakten gemeten moeten worden.
4.2.2. Beschrijving in hoofdlijnen
De "Beschrijving in hoofdlijnen" geeft de beleidsmatige inhoud van het plan weer en is met name bedoeld als toetsingskader bij het verlenen van vrijstellingen en bij het wijzigen van het plan.
De vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden die in het plan zijn opgenomen gel-den niet zonder dat is voldaan aan het gestelde in de "Beschrijving in hoofdlij-nen". Om misverstanden hieromtrent te voorkomen is in alle artikelen waar vrij-stellings- en wijzigingsbevoegdheden zijn opgenomen, ondanks het feit dat dit ju-ridisch niet noodzakelijk is, tevens een lid opgenomen waarin wordt verwezen naar het in acht nemen van de "Beschrijving in hoofdlijnen".
4.2.3. Bestemmingsbepalingen
De bestemmingsbepalingen bevatten voorschriften met betrekking tot het ge-bruik van de gronden die op de plankaart voor de bewuste bestemming zijn
aan-geduid. De bestemmingsbepalingen zijn, naar hun aard, ingedeeld in een aantal elementen, die in de tekst herkenbaar zijn door een extra vermelding boven de bepalingen:
Bestemmingsomschrijving
Per bestemming zijn onder dit element de doeleinden weergegeven waarvoor de bewuste gronden zijn bestemd. Alle onder de navolgende elementen opgeno-men bepalingen zijn gerelateerd aan deze doeleinden. Gebruik van de gronden, inclusief de zich hierop bevindende bouwwerken, dat in strijd is met de doelein-den waarvoor de grondoelein-den zijn bestemd, is ingevolge het bepaalde in de "Alge-mene gebruiksbepalingen" verboden en als zodanig ook strafbaar. Een uitzonde-ring hierop vormt slechts het gebruik dat is toegestaan volgens de "Overgangs-bepalingen".
Gebruik
Voor een aantal bestemmingen is, onder een apart element, nadrukkelijk ver-meld welk gebruik niet is toegestaan. Hiermee is een nadere afweging gemaakt tussen doeleinden die met elkaar strijdig kunnen zijn en met de belangen van de omgeving.
Bouwvoorschriften
Voor alle bestemmingen is vermeld welke, aan de doeleinden gerelateerde, be-bouwing is toegestaan. Voor de toegestane bebe-bouwing zijn voorschriften opge-steld met betrekking tot de toegestane omvang en situering. Bij een aantal be-stemmingen, waaronder met name de agrarische bebe-stemmingen, is een onder-scheid gemaakt in bebouwing op bouwpercelen enerzijds en bebouwing hierbui-ten anderzijds.
Vrijstelling
Onder een groot aantal bestemmingen zijn, met gebruikmaking van het bepaalde in artikel 15 van de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO), vrijstellingsbevoegd-heden opgenomen. Met behulp hiervan kunnen Burgemeester en Wethouders vrijstelling verlenen van elders in het plan gestelde bepalingen. Hiermee wordt het plan flexibel gehouden ten aanzien van ontwikkelingen die wel te verwachten zijn, maar waarvan de juiste omvang en situering vooralsnog niet zijn te voor-zien. In het eerste lid van deze elementen wordt telkens verwezen naar de "Be-schrijving in Hoofdlijnen", waarvan de bepalingen bij het verlenen van vrijstellin-gen in acht vrijstellin-genomen dienen te worden.
Aanlegvergunning
Om te voorkomen dat een terrein minder geschikt wordt voor de verwerkelijking van de in de doeleinden beschreven bestemming en ter handhaving van een verwerkelijkte bestemming is onder een groot aantal bestemmingen, met ge-bruikmaking van het bepaalde in artikel 14 van de WRO, een stelsel van aanleg-vergunningen opgenomen. Hierin is aangegeven welke werken en werkzaamhe-den vergunningplichtig zijn en onder welke voorwaarwerkzaamhe-den de bewuste vergunnin-gen door Burgemeester en Wethouders kunnen worden verleend.
Het uitvoeren van de genoemde werken en werkzaamheden zonder aanleggunning is ingevolge het bepaalde in de "Algemene gebruiksbepalingen" ver-boden en als zodanig ook strafbaar.
4.2.4. Dubbelbestemmingsbepalingen
Naast de hierboven genoemde bestemmingsbepalingen kent het plan dubbelbe-stemmingsbepalingen. Deze bevatten voorschriften met betrekking tot het ge-bruik van de gronden die op de plankaart voor de bewuste dubbelbestemming zijn aangeduid. De dubbelbestemmingsbepalingen zijn, op dezelfde wijze als de bestemmingsbepalingen, ingedeeld in een aantal elementen, die in de tekst her-kenbaar zijn door een extra vermelding boven de bepalingen.
De relatie tussen de onderliggende "gewone" bestemmingen en de dubbelbe-stemmingen is geregeld in de "Voorrangsregeling dubbelbedubbelbe-stemmingen". Deze geeft aan dat bebouwing, ook al is deze volgens de onderliggende bestem-mingsbepaling toegestaan, slechts is toegestaan als deze tevens is toegestaan volgens de dubbelbestemmingsbepaling. Met betrekking tot het toegestane ge-bruik van de gronden en met betrekking tot de aanlegvergunningen, zijn zowel de onderliggende, als de dubbelbestemming van toepassing.
4.2.5. Algemene bepalingen
Dit deel bevat de artikelen, waarvan de bepalingen de bestemmingen en dub-belbestemmingen te boven gaan:
Antidubbeltelbepaling
De "antidubbeltelbepaling" voorkomt het ongewenst meervoudig toepassen van dezelfde bepalingen.
Voorrangsregeling dubbelbestemmingen
De voorrangsregeling dubbelbestemmingen geeft aan dat bebouwing, ook al is deze volgens de onderliggende bestemmingsbepaling toegestaan, slechts is toe-gestaan als deze tevens is toetoe-gestaan volgens de dubbelbestemmingsbepaling. Met betrekking tot het toegestane gebruik van de gronden en met betrekking tot de aanlegvergunningen, zijn zowel de onderliggende, als de dubbelbestemming van toepassing
Algemene gebruiksbepalingen
Dit artikel bepaalt dat gebruik op een wijze strijdig met de in het plan gegeven bestemming verboden is. Tevens is een bevoegdheid opgenomen waarmee Bur-gemeester en Wethouders vrijstelling geven in geval van een niet door dringen-de redringen-denen gerechtvaardigdringen-de beperking van het meest doelmatige gebruik. De-ze vrijstelling, is volgens constante jurisprudentie vereist bij een algemeen ver-bod van strijdig gebruik.
Op grond van artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieube-heer zijn inrichtingen aangewezen als behorend tot een categorie van inrichtin-gen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken. Deze "geluidzone-ringsplichtige inrichtingen" zijn expliciet uitgesloten.
Ook voor een aantal andere gebruiksvormen is onder voorwaarden bepaald dat deze zijn uitgesloten. Dat betreft de plaatsing van kampeermiddelen, het gebruik als seksinrichting en escortbedrijf en het gebruik als paardenbak, tennisbaan, vijvers en zwembaden groter dan 10 m2 en (midget)golf.
Algemene vrijstellingsbepalingen
Dit artikel bevat een aantal bijzondere vrijstellingsbepalingen die van toepassing zijn op het gehele plangebied.
In dit artikel wordt verwezen naar de "Beschrijving in Hoofdlijnen", waarvan de bepalingen bij het verlenen van vrijstellingen in acht genomen dienen te worden.
Uitzondering op de toepasselijkheid van deze algemene vrijstellingsbepalingen vormen de uiterwaarden in verband met het daarvoor specifiek geldende beleid. Daarvoor geldt een groot aantal, in lid 1 genoemde, van deze algemene vrijstel-lingsbepalingen niet.
Algemene Wijzigingsbepalingen
Dit artikel bevat bevoegdheden waarmee Burgemeester en Wethouders het plan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de WRO, kunnen wijzigen. Een aantal van deze wijzigingsbevoegdheden heeft betrekking op meerdere be-stemmingen en/of dubbelbebe-stemmingen, terwijl andere wijzigingsbevoegdheden betrekking hebben op slechts één bestemming of dubbelbestemming.
In dit artikel wordt verwezen naar de "Beschrijving in Hoofdlijnen", waarvan de bepalingen bij het wijzigen van het plan in acht genomen dienen te worden. Uitzondering op de toepasselijkheid van deze algemene wijzigingsbevoegdhe-den vormen de uiterwaarwijzigingsbevoegdhe-den in verband met het daarvoor specifiek gelwijzigingsbevoegdhe-dende beleid. Daarvoor geldt een groot aantal, in lid 1 genoemde, van deze wijzigings-bevoegdheden niet.
Algemene procedurebepalingen
Dit artikel bevat de procedurevoorschriften welke in acht genomen moeten wor-den bij het verlenen van een vrijstelling of een wijziging.
4.2.6. Overgangs- en slotbepalingen Dit deel bevat drie artikelen.
Strafbepaling
Dit artikel bepaalt nadrukkelijk welke overtredingen van het bestemmingsplan strafbaar zijn volgens het bepaalde in artikel 1a onder 2o van de Wet op de eco-nomische delicten. Als strafbaar zijn aangemerkt overtredingen van het alge-meen verbod op gebruik dat in strijd is met de bestemming en overtredingen met betrekking tot de aanlegvergunningstelsels.
Overgangsbepalingen
Dit artikel bevat bepalingen met betrekking tot bouwwerken en gebruik die vol-gens het nieuwe plan niet zijn toegestaan, maar die voorheen legaal aanwezig waren.
Met betrekking tot bouwwerken is bepaald dat bestaande bouwwerken (in de "Begripsbepalingen" gedefinieerd als "bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woning-wet of krachtens die Woning-wet gegeven voorschriften"), gedeeltelijk mogen worden vernieuwd of veranderd. Daarnaast is, in overeenstemming met constante juris-prudentie, een uitbreiding tot 110% van de inhoud toegestaan. In geval van een calamiteit mag de bebouwing, mits de aanvraag voor een bouwvergunning bin-nen een periode van 18 maanden wordt ingediend, in zijn geheel worden ver-nieuwd.
Met betrekking tot gebruik is bepaald dat bestaand gebruik (in de "Begripsbepa-lingen" gedefinieerd als "gebruik dat op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan, voor zover betrekking hebbend op het desbetreffende gebruik, bestond") mag worden voortgezet, mits de strijdigheid met het plan niet wordt vergroot.
Slotbepaling
Dit artikel bepaalt de aanhaaltitel van de voorschriften.
4.3. Beschrijving