• No results found

Opleiding en kennis

In document Monitor Duurzaam Nederland 2011 (pagina 69-75)

maatschappelijk domein

3.11 Opleiding en kennis

• Ondanks verbeteringen nog steeds veel voortijdige schoolverlaters • Kwaliteit van onderwijs daalt

• Wetenschappelijke output op hoog niveau • Europese R&D-doelstellingen ver weg

3.12

Materiële welvaart en economie

• Qua materiële welvaart staat Nederland er goed voor

• Productiviteit als belangrijkste aanjager van economische groei • Arbeidsparticipatie fors toegenomen

• Meer mensen werken minder uren

• Potentiële beroepsbevolking zal krimpen door vergrijzing • Productiviteitsgroei essentieel voor de toekomst

• Nederlanders relatief positief over verwacht inkomensniveau in de toekomst

3.13

Financiële houdbaarheid

• Netto financiële positie ten opzichte van het buitenland • Pensioenen

• Overheidsschuld en sociale zekerheid

3.14

Handel, hulp en grondstoffen

• Groot aandeel Nederland in handel en hulp • Groot aandeel in natuurlijk kapitaal • Risico op ‘resource curse’

3.15

Ongelijkheid

• Ongelijkheid naar geslacht • Ongelijkheid naar opleidingsniveau • Ongelijkheid naar etnische herkomst • Ongelijkheid naar leeftijd

3.1 Inleiding

Dit hoofdstuk gaat in meer detail in op 14 verschillende maatschappelijke domeinen die van belang zijn voor duurzame ontwikkeling. Deze zijn opgebouwd uit een of meer the- ma’s, dezelfde die voorkomen in de dashboards (zie hoofdstuk 2). In 3.1.1 wordt een over- zicht gepresenteerd van de indicatoren voor de verschillende maatschappelijke domeinen. De uitroeptekens die hier staan bij een aantal thema’s signaleren dezelfde punten van zorg als eerder genoemd bij de scores in hoofdstuk 2, namelijk de klimaatverandering, de afname van de biodiversiteit, het beslag op natuurlijke hulpbronnen elders, de lage scores op kennisindicatoren, de financiële houdbaarheid en de achterstandspositie van niet-wes- terse allochtonen. Dit hoofdstuk zal bij de bespreking van de diverse beleidsdomeinen na- der ingaan op deze aandachtsgebieden.

De verdeling van de thema’s over de maatschappelijke domeinen is een andere, meer praktijkgerichte dan die over dashboards. Doordat in afzonderlijke dashboards aandacht wordt besteed aan het ‘hier en nu’, ‘later’ en ‘elders’, komen sommige thema’s in meerdere dashboards voor: zo is opleiding zowel in het heden als voor de toekomst van belang. In dit hoofdstuk komt elk thema slecht op één plek terug. Het schema van 3.1.2 geeft de verde- ling van de thema’s over dashboards en domeinen.

In de beschrijving per maatschappelijk domein worden naast hoofdindicatoren ook subin- dicatoren gebruikt. Hierdoor ontstaat een completer beeld. Hoofdindicatoren geven vaak de algemene stand van zaken weer, maar lenen zich niet altijd voor beleidsbeïnvloeding. Om vooruitgang te boeken binnen een thema moeten doorgaans onderliggende zaken worden aangepakt. Bij een subindicator gaat het vaak om zaken die wel beïnvloedbaar zijn door beleid. Denk bijvoorbeeld aan overgewicht (een subindicator) dat wel kan wor- den beïnvloed door overheidsmaatregelen en van belang is voor de gezonde levensver- wachting (de hoofdindicator).

In dit hoofdstuk komen ook de beleidsdoelen aan de orde, voor zover deze voor een be- paald thema zijn gesteld. Tevens wordt, waar mogelijk, Nederland vergeleken met de Eu- ropese Unie.

Samenvatting trend van NL Maatschappelijke domeinen Samenvatting positie van NL in EU Welzijn Klimaat en energie Lokale milieukwaliteit Biodiversiteit en landschap Gezondheid Wonen en woonomgeving Mobiliteit Veiligheid

Sociale participatie en vertrouwen Opleiding en kennis Materiële welvaart en economie

Financiële houdbaarheid Handel, hulp en grondstoffen

Ongelijkheid Trend met negatief effect op duurzaamheid, of lage internationale positie

Neutraal of onbekend effect van trend op duurzaamheid, of gemiddelde internationale positie Trend met positief effect op duurzaamheid, of hoge internationale positie

Geen data beschikbaar voor vergelijking met andere EU-landen

Elke cirkeldiagram is opgebouwd uit een aantal indicatoren (zie hoofdstuk 2 en Annex). Het aantal indicatoren is niet voor alle cirkels gelijk. Elke indicator krijgt een kleur: rood, geel, groen of grijs (zie legenda). De kleuren geven overigens geen inzicht in de grootte van verschillen tussen landen.

3.1.2 De verdeling van thema’s over dashboards en maatschappelijke domeinen Dashboards uit hoofdstuk 2

Kwaliteit van leven Hulpbronnen Nederland in de wereld

Thema’s in hoofdstuk 2 Dashboard Paragrafen in hoofdstuk 3

KvL Hb Wrld Welzijn

3.2 Welzijn Klimaat

• •

3.3 Klimaat en energie Energie

• •

Bodemkwaliteit

Waterkwaliteit

3.4 Lokale milieukwaliteit

Luchtkwaliteit

• •

Natuur

• •

3.5 Biodiversiteit en landschap

Land

Gezondheid

3.6 Gezondheid

Wonen

3.7 Wonen en woonomgeving

Mobiliteit

3.8 Mobiliteit

Veiligheid

3.9 Veiligheid

Sociale participatie en vertrouwen

• •

3.10 Sociale participatie en vertrouwen Instituties

• •

Vrije tijd

Opleiding

• •

3.11 Opleiding en kennis Kennis

Materiële welvaart

3.12 Materiële welvaart en economie

Bestaanszekerheid

Arbeid

Fysiek kapitaal

Pensioenen

3.13 Financiële houdbaarheid Schuld

Hulp

Handel

3.14 Handel, hulp en grondstoffen

Grondstoffen

3.2 Welzijn

– Nederlanders zijn tevreden met hun leven. Die tevredenheid is ook naar internationale maatstaven groot.

– Ze zijn ook positief over hun woning en de besteding van de vrije tijd.

– Nederlanders zijn nu meer tevreden met hun opleiding dan tien jaar geleden. Ze scoren hier echter niet hoger dan de Europese middenmoot.

– De gezonde levensverwachting is de afgelopen tien jaar toegenomen. Het oordeel over de eigen gezondheid is echter niet veranderd.

– Nederlanders schatten hun welzijn op veel terreinen hoger in dan op grond van objec- tieve scores verwacht kan worden.

In deze monitor wordt de tevredenheid van burgers met hun bestaan als maat voor welzijn gehanteerd. Het bruto binnenlands product is een belangrijke indicator gebaseerd op de productie, inkomens en bestedingen in de markteconomie. Dit is een belangrijke graadmeter voor de welvaart van een samenleving. Andere zaken die eveneens van belang zijn voor het welzijn van een samenleving worden echter niet meegenomen in het bbp. De tevredenheid van mensen hangt immers van meer af dan alleen van welvaart. Zaken als veiligheid, gezondheid, relaties en een prettige woonomgeving spelen ook een rol. Er bestaat zeker een verband tussen het bbp per hoofd en het gemiddelde tevreden- heidsniveau dat inwoners rapporteren. Vooral in de groep relatief arme landen lijkt een stijging van het gemiddelde materiële welvaartsniveau gepaard te gaan met een stijging van het tevredenheidsniveau. Bij landen met een bbp groter dan 10 duizend euro per capita is deze relatie kleiner of verdwenen. Bij hoge-inkomenslanden zoals Nederland

3.2.1 Indicatoren Welzijn

Thema Indicator Eenheid Waarde in

het meest recente jaar Jaarlijkse verande- ring sinds 2000 Positie van NL in de EU

Welzijn Tevredenheid met het leven gemiddelde waarde op schaal 0–10 7,7 n.s. 4 (21)

Gezondheid Zelfgerapporteerde gezondheid % (zeer) goed 82% n.s. 4 (27)

Wonen Tevredenheid met woning gemiddelde waarde op schaal 1–10 8 n.s. 1 (27)

Onderwijs Tevredenheid met opleiding gemiddelde waarde op schaal 1–10 7,5 0,9% 9 (27)

Vrije tijd Tevredenheid over vrije tijd % (zeer) tevreden 86% 0,4% 5 (27)

Bestaanszekerheid Eigen financiële situatie % komend jaar minimaal gelijk 80% n.s. 7 (27)

Veiligheid Onveiligheidsgevoelens % onveilig gevoel 26% n.s. 5 (21)

Ongelijkheid Tevredenheid over inkomensongelijkheid % tevreden 45% n.s. 3 (21)

Instituties Vertrouwen in instituties % dat voldoende vertrouwen heeft 62% n.s. 3 (21) Natuur Tevredenheid over groene ruimte gemiddelde waarde op schaal 1–10 7,6 n.s. 7 (27) n.s.: niet significant.

leiden hogere niveaus van het bbp per hoofd niet altijd tot navenant hogere tevreden- heidsscores. Dit komt onder andere doordat een toenemend inkomen toenemende materiële wensen creëert. Als die wensen harder toenemen dan het inkomen, dan bestaat er zelfs een kans dat mensen ontevreden worden. Onder deze ontevredenheid ligt soms ook het feit dat het inkomen van mensen in de directe omgeving sneller is toegenomen. In 3.2.1 zijn alle welzijnsindicatoren die onderdeel uitmaken van de indicatorenset op een rijtje gezet. In de meeste gevallen gaat het om de mate waarin mensen tevreden zijn met hun bestaan. Naast een rapportcijfer over het leven in het algemeen komt de tevreden- heid van burgers met specifieke aspecten van hun bestaan aan de orde.

Nederlanders tevreden, welzijnstrend stabiel

Nederlanders geven een gemiddeld rapportcijfer van 7,7 voor de algehele tevredenheid met hun bestaan. Nederland komt daarmee binnen Europa op een vierde plaats (zie 3.2.2). Voor de meeste van de overige indicatoren scoort Nederland ook goed. Als de scores op de Europese ranglijst worden vergeleken, blijkt dat Nederland voor een groot aantal thema’s bij de subjectieve scores hoger op de ranglijst staat dan bij de objectieve. Nederlanders schatten hun welzijn op een fors aantal aspecten kennelijk positiever in dan op grond van objectieve scores verwacht zou worden. De relatief hoge mate van welzijn in Nederland is over de afgelopen tien jaar in grote lijnen constant gebleven. De tevredenheid met het

3.2.2 Tevredenheid naar land, 2008

waardeoordeel (score 1–10) 2 3 4 5 6 7 8 9 DenemarkenFinland Zweden NederlandSpanje België Verenigd KoninkrijkCyprus DuitslandSlovenië Polen SlowakijeFrankrijk Estland Roemenië GriekenlandLetland Portugal HongarijeBulgarije Bron: ESS.

onderwijs is heel licht toegenomen, maar Nederland is met het rapportcijfer van 7,5 een middenmoter in Europa.

In document Monitor Duurzaam Nederland 2011 (pagina 69-75)