• No results found

6 Doelstelling 2: bevordering van interoperabiliteit

6.7 Open standaarden

Naast het vragen om specifieke open standaarden die op de comply or explain lijst staan, oftewel de versies van standaarden waar de te leveren software gebruik van zou moeten maken, is het ook mogelijk om ten aanzien van de niet specifiek genoemde koppelvlakken te eisen, dan wel te wensen, dat deze gebruik maken van open standaarden. Een organisatie kan immers van tevoren nog niet weten welke applicaties er in de toekomst noodzakelijk zijn en van welke standaarden deze gebruik zullen maken. Rothenberg, Botterman en Van Oranje-Nassau omschrijven interoperabiliteit daarom vooral als een open-eind-aanpak, aangezien het de samenwerking mogelijk moet maken tussen nieuwe en onvoorziene systemen.417 Het is dan verstandig, zeker met het oog op eventuele toekomstige wijzigingen, om te eisen dat de software voor al haar koppelvlakken, en dus niet alleen voor de koppelvlakken die tijdens de aanbestedingsprocedure relevant leken, gebruik maakt van open standaarden. Een dergelijke eis heeft een heel ander doel dan de comply or explain-instructie. Die laatste is in zijn uitwerking vooral prescriptief en wil

interoperabiliteit bevorderen door te harmoniseren. Het lijkt ook meer gericht te zijn op het harmoniseren van de samenwerking tussen overheden. De meer algemenere

aan-open-standaarden-in-het-voortgezet-onderwijs.pdf

413 Seyffert ea 2009.

414 Seyffert ea 2009, p. 23, 26.

415 Seyffert ea 2009, p. 36.

416 Seyffert ea 2009, p. 40.

417 Rothenberg, Botterman en Van Oranje-Nassau 2008, p. 74.

eis om open standaarden is daarentegen niet gericht op harmonisatie. Het schrijft de kenmerken voor waar de mogelijk te leveren en te gebruiken standaarden aan moeten voldoen, terwijl het daardoor ook de interoperabiliteit kan bevorderen. Het nadeel van deze methode is overigens wel dat een algemene eis of wens om open standaarden tijdens de gunningsfase moeilijk controleerbaar is voor een

aanbestedende dienst. Indien een gegadigde in zijn offerte aangeeft te zullen voldoen aan die eis of wens heeft men vooraf geen enkele duidelijkheid over de standaarden en versies die door de leverancier bedoeld zijn. Bovendien zou de leverancier kunnen aangeven een andere definitie aan te houden waardoor de standaarden niet voldoen aan de definitie van het NOiV. Overigens zou een

aanbestedende dienst dan mogelijk wel achteraf de leverancier kunnen dwingen om eventuele gesloten standaarden in de geleverde producten alsnog open te maken.

Zoals in hoofdstuk 1 al is aangegeven bestaan er meerdere definities voor de term open standaard. Indien de definitie van het NOiV gevolgd wordt dan hebben de standaarden de volgende hierna te bespreken vier kenmerken: open

besluitvormingsprocedure, eenvoudige beschikbaarheid, geen intellectuele eigendom claims en geen beperkingen voor hergebruik.

1. Open besluitvormingsprocedure. Dit kenmerk zorgt ervoor dat de

aanbestedende organisatie niet afhankelijk is van één partij voor het beheer en de doorontwikkeling van de standaard. De open

besluitvormingsprocedure maakt het mogelijk dat bij het beheer en de doorontwikkeling rekening zal worden gehouden met diverse belangen.

Het biedt de aanbestedende organisatie zelf ook de theoretische mogelijkheid om eventueel invloed uit te oefenen op de ontwikkelingsrichting van de standaard.

2. Eenvoudig beschikbaar. Publicatie van een standaard maakt het mogelijk dat de standaard onafhankelijk van de beheerder kan worden

geïmplementeerd. Hierdoor is de aanbestedende organisatie niet

afhankelijk van één organisatie bij het uitwisselen van gegevens. Met name in informatieketens waarin veel partijen participeren is het bevorderlijk voor de toegankelijkheid dat de standaard is gepubliceerd. Wanneer gegevens voor langere tijd worden vastgelegd, zorgt de beschikbaarheid van de beschrijving van het bestandsformaat ervoor dat de gegevens ook in de toekomst kunnen worden geopend.

3. Geen intellectuele eigendom claims. Voor het gebruik van standaarden worden geen licentiegelden op basis van intellectuele eigendomsrechten in rekening gebracht. Dit zorgt ervoor dat er geen financiële drempel voor andere deelnemers in de informatieketen en voor andere

softwareontwikkelaars is om de standaard te implementeren of zelfs maar te gebruiken. Dit is een belangrijke randvoorwaarde voor de toekomstige beschikbaarheid van overheidsinformatie. Dit is ook een randvoorwaarde voor het kunnen implementeren van de standaard in open source software.

4. Geen beperkingen voor hergebruik. Beperkingen betreffende het hergebruik van de standaard kan bepaalde partijen binnen de

informatieketen uitsluiten van het gebruik van de betreffende standaard.

Een standaard zou bijvoorbeeld alleen voor overheidspartijen kunnen gelden. Indien dan marktpartijen in de informatieketen zitten, dan zijn deze in dat geval uitgesloten van het gebruik van de standaard. Voor een aanbestedende organisatie kan dit betekenen dat organisaties en instellingen waaraan zij gegevens verstrekt of waarvan zij gegevens ontvangt geen gebruik kunnen maken van de standaard. In dat geval kan de standaard veel minder toegevoegde waarde hebben voor de aanbestedende organisatie. Ook dit kenmerk is een randvoorwaarde voor het

implementeren van de standaard in open source software.

Dat de overheid belang hecht aan open standaarden werd in 2001 al duidelijk met de motie Vendrik. Op een aantal plaatsen in het actieplan wordt daarom ook gesteld dat het gebruik van open standaarden al de norm is.418 Dat dit ook na afloop van het actieplan het geval blijft blijkt uit de Digitale Agenda.nl, de ICT-agenda voor de jaren 2011-2015, waarin door het kabinet is aangegeven dat ook voor de komende jaren het vragen om open standaarden bij de aanschaf van ICTproducten en -diensten de norm blijft.419 Voor de Rijksoverheid heeft deze beleidsuitspraak de status van interne regel. In de uitvoeringsagenda NOiV valt ten aanzien van de medeoverheden het volgende te lezen:

Actie D: De koepelorganisaties dragen actief het belang uit van open standaarden aan de leden. Leden die vragen hebben over open standaarden worden zonodig doorverwezen naar het programmabureau NOiV. Koepelorganisaties en het Rijk zullen organisaties die op dit gebied uitvoerend zijn, bijvoorbeeld Kenniscentrum, eGem, i-teams, waterschapshuis en GBO-provincies vragen de principes op het gebied van open standaarden uit te dragen.

De beleidsuitspraak heeft gelet op deze afspraak ten opzichte van de

medeoverheden de status van beleidsmatige richtlijn. De medeoverheden kunnen deze beleidsuitspraak naast zich neer leggen. De uitvoeringsagenda NOiV geeft aan dat er op het gebied van open standaarden al veel wordt gedaan door gemeenten, provincies en waterschappen. Zowel leveranciers als afnemers lijken over het algemeen geen tot weinig bezwaren te uiten over nut en noodzaak van open standaarden.420 Uit een onderzoek uit 2007 van Marketcap onder 350 (semi-) overheidsorganisaties blijkt echter dat slechts bij 27% van de respondenten open

418 Zie ook Sleurink 2010, p. 36, waarin Tweede Kamerlid Charlie Aptroot wordt aangehaald die van mening is dat het belang van open standaarden dusdanig onbetwist is dat er wat hem betreft niet meer over gesproken hoeft te worden.

419 Kamerstukken II 2010/11, nr 29515 nr 331, bijlage.

420 Zo bestaat er het leveranciersmanifest open standaarden dat in 2010 door een aantal leveranciers is ondertekend. Dat beleidsconformiteit niet hetzelfde is als

gedragsconformiteit bleek overigens begin 2011 toen er tien ondertekenaars van de lijst werden verwijderd omdat zij de afspraken van het manifest niet nakwamen; zie:

https://noiv.nl/actueel/nieuws/2011/02/10/lijst-met-ondertekenaars-leveranciersmanifest-geactualiseerd/

standaarden altijd worden meegenomen in procedures en protocollen bij

aanbestedingen in hun organisatie. Bij 38% is dat soms het geval en bij 30% is dat nooit het geval.421

Schellekens wijst er bovendien op dat beleid om open standaarden in te voeren helemaal niet wordt gedragen door een brede basis in de samenleving. Bedrijven en overheden vrezen volgens hem dat hun posities gebaseerd op gemonopoliseerde standaarden worden aangetast waardoor de adoptie van open standaarden mogelijk vertraagd zal kunnen worden.422 Bovendien is er de in hoofdstuk 1 aangehaalde onduidelijkheid over de definitie van open standaarden hetgeen mogelijk ten koste gaat van de effectiviteit van de beleidsuitspraak.423

6.8 Conformiteitsmeting: toepassing van comply or explain