• No results found

Kennismaking met het ‘onderzoeksveld’

3.2 Het Oude Westen

3.2.1 Ontstaan en ontwikkeling

Door de groei van de haven in de tweede helft van de 19de eeuw trekken arbeidsmigranten

uit onder meer Brabant en Zeeland richting Rotterdam (vgl. Bouman & Bouman, 1952; Van der Laar et al., 2006), waardoor er behoefte is aan extra woonruimte. Tussen 1860 en 1914 leggen verschillende particuliere grondeigenaren in een hoog tempo ten westen van het centrum enkele nieuwe straten aan en bouwen daar seriematig woningen. Begin 20ste eeuw

516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018

Processed on: 24-1-2018 PDF page: 53PDF page: 53PDF page: 53PDF page: 53 Kennismaking met het ‘onderzoeksveld’

39

verrijzen de meest westelijke straten op de plek van een voormalig ‘schuttersveld’27, waar de

Schietbaanstraat, de Kogelvangerstraat en de (Korte) Bajonetstraat aan doen herinneren. Omdat er tot eind 19de eeuw bouwvoorschriften ontbreken28 en de stad bestaande regels

nauwelijks handhaaft om de woningnood te ledigen, ontstaan veel kleine gehorige woningen in smalle straten. De wijk heeft al snel een reputatie als ‘volkswijk’ en dit wordt door de lokale overheid gezien als een reden voor sanering. Aan de randen van de wijk worden echter ook statige herenhuizen en koopwoningen voor de middenstand gebouwd. De wijk kent voor de oorlog tevens voorzieningen als kerken, een meisjesschool, een weeshuis, een kinderziekenhuis, een vroedvrouwenschool en een gesticht voor ongeneeslijk zieken. De wijkeconomie bestaat vooral uit kleine middenstanders, zoals waterstokers, bakkers, schoenmakers, slagers, stoffeerders en kappers. De wijk kent ook enkele grote werkgevers, zoals een koek-, ijs-, bedden- en loodwitfabriek. Na het bombardement in 1940 vestigen tevens diverse noodwinkels van grote ketens uit het centrum zich tijdelijk in de wijk. In de stedelijke plannen29 vanaf begin jaren veertig tot begin jaren zeventig van de twintigste

eeuw wordt ingezet op afbraak van oude arbeiderswoningen om nieuwe verbindingen mogelijk te maken die het stadscentrum beter ontsluiten. De wijk moet onderdeel worden van de ‘cityvorming’, zoals een plan voor de bouw van de Economische Hogeschool en de bouw van kantoorgebouwen aan de Batavierenstraat. De woningnood na de Tweede Wereldoorlog houdt de sloop van deze woningen tegen. Door de onzekere toekomst van de wijk blijven publieke en private investeringen in de jaren vijftig en zestig uit, waardoor de kwaliteit van deze verouderde woningen achteruit gaat. In de jaren zestig en zeventig vertrekken bewoners die de mogelijkheid hebben naar nieuwe groene buitenwijken van Rotterdam. Er komen vervolgens vooral groepen voor terug die afhankelijk zijn van lage huren, zoals ‘Rijksgenoten’ uit de voormalige Nederlandse kolonie Suriname, ‘gastarbeiders’ en studenten.

Vanaf de jaren zeventig nemen veiligheidsproblemen in de wijk toe, zoals diefstal, in- braak, straatroof en de opkomst van harddrugs. Deze heroïneoverlast concentreert zich vanaf midden jaren zeventig vooral op en rond de West-Kruiskade. Protestacties en buurtvergaderingen tegen het fysieke en sociale verval leiden in 1970 tot de oprichting van de Aktiegroep Het Oude Westen. Boze jonge moeders, oorspronkelijke bewoners, havenstakingsleiders, studenten van de Sociale Akademie en een paar jonge architecten bundelen hierin hun krachten en dwingen halverwege de jaren zeventig bij het toenmalige stadsbestuur fysieke herstructurering af. Er wordt een ‘projectgroepenmodel’ ontwikkeld waarin bewoners intensief samenwerken met stedelijke ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de Rotterdamse stadsvernieuwing. De bewonersorganisatie heeft een meerderheid van

27 Een oefenterrein voor de schutterij die als ordedienst optrad voor het ontstaan van de politie in eind negentiende eeuw (vgl. Romer, 1979).

28 Ondanks eerdere pogingen worden bouwverordeningen dan pas aangescherpt. In 1901 wordt de Woningwet ingevoerd. 29 Plan Witteveen (1941), Basisplan (1946), Saneringsnota (1969), Struktuurnota (1972).

516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018

Processed on: 24-1-2018 PDF page: 54PDF page: 54PDF page: 54PDF page: 54

Hoofdstuk 3

40

de stemmen in dit model en krijgt veel invloed op de herstructurering van de wijk. Op basis van verschillende plannen30 wordt ingezet op het vergroten van de openbare ruimte. Nieuwe

dwarsstraten en pleintjes31 moeten hier meer lucht en licht opleveren. Er wordt ingezet op

verbeteringen van de woningkwaliteit32, behoud van de betaalbaarheid van woningen, meer

functiemenging van wonen en bedrijvigheid en de installatie van sociale voorzieningen.33

De verkeersdruk wordt met onder meer eenrichtingswegen, ondergrondse parkeergarages en het weren van autobedrijfjes in de nauwe binnenstraten verminderd. Daarnaast zet de gemeente samen met bewoners in op woningdifferentiatie om de uitstroom van jonge gezinnen tegen te gaan. De gemeente koopt een groot deel van de particuliere panden en geeft die in beheer aan twee woningstichtingen (vgl. Fabre, 2010). Een deel wordt gesloopt en opnieuw gebouwd en een ander deel wordt gerenoveerd. Binnenterreinen krijgen een nieuwe inrichting en basisscholen een nieuw gebouw. Woningzoekenden binnen de wijk krijgen de mogelijkheid om er na deze renovatie terug te keren.

Muurschildering over de strijd om woonlastenverlichting in de jaren zeventig, Korte Bajonetstraat-Kogelvangerstraat, 2008

Tijdens deze stadsvernieuwing wordt door de bewonersorganisatie afgedwongen dat rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van niet-westerse ‘nieuwkomers’, zoals ‘gastarbeiders’ van met name Turkse en Marokkaanse origine en mensen uit Suriname, de Nederlandse Antillen, Kaapverdië en China. De bewonersorganisatie eist dat deze ‘nieuwkomers’ niet het slachtoffer worden van sociale verdringing als gevolg van de woningverbetering van de wijk. Er worden tevens werkgroepen gestart rond taallessen en culturele activiteiten (vgl. De Jong, 1986). Deze migranten brengen ook een andere bedrijvigheid in de wijk, zoals Chinese

30 ‘Ons Reconstructieplan’ (1970) en het Bestemmingsplan (1976).

31 De Doorbraak, het Josephplein, het Toni Koopmanplein, het Adrianaplein, het Zijdewindeplein en het Rijnhoutplein. 32 Eén van de belangrijkste eisen aan de gemeente was het investeren in eigen sanitaire voorzieningen in de woningen. 33 Een gezondheidscentrum, onderwijswinkel, een filiaal van de bibliotheek, kunstuitleen en een Taaldrukwerkplaats.

516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018

Processed on: 24-1-2018 PDF page: 55PDF page: 55PDF page: 55PDF page: 55 Kennismaking met het ‘onderzoeksveld’

41

toko’s en Surinaamse cafés. Ondanks deze fysiek en sociale investeringen in de wijk, lopen problemen die deze sociale, culturele en economische transformatie van de wijk met zich meebrengt op. Drugsverslaafden trekken in woningen die op de nominatie staan voor sloop en waarvan de bewoners tijdelijk in ‘wisselwoningen’ zijn ondergebracht (vgl. Buiks, 1983). In en rond het Oude Westen ontstaan op dat moment de eerste hulpverleningsprojecten om iets te doen aan de harddrugsoverlast. Deze voorzieningen in en nabij de wijk trekken echter steeds meer harddrugsgebruikers en dealers aan, zoals de gedoogzone Perron Nul tussen 1988 en 1994. Intussen ontstaat er ook prostitutieoverlast als gevolg van de aanpak van de prostitutiezone op Katendrecht in Rotterdam Zuid (vgl. Meyer, 1983). Midden jaren tachtig wijst de gemeente in de buurt van het Oude Westen een tippelzone aan die tot midden jaren negentig voor overlast zorgt. Aan de westgrens van de wijk vestigen zich in die periode ook verschillende seksinrichtingen en homobars (vgl. De Stoop, 1992). Rond de eeuwwisseling is drugsoverlast nog steeds een serieus probleem, zoals schiet- en steekpartijen en overlast van harddrugsgebruikers en straatprostituees op straat, in portieken en in binnenterreinen van sociale wooncomplexen.34 Een straatgroep protesteert kort na de eeuwwisseling tegen

de komst van een mobiele gebruikersruimte en de aanwezigheid van opvangvoorzieningen. 3.2.2 Wijkkenmerken

Demografisch

De wijk herbergt anno 2015 in totaal 9356 geregistreerde inwoners.35 Dit zijn samen 5179

huishoudens, waarvan het grootste deel bestaat uit eenpersoonshuishoudens, met name onder autochtonen. Er wonen relatief veel jongeren en ouderen. Het aantal 55-plussers is er bijvoorbeeld ongeveer even groot als het aantal kinderen en jongeren tot 23 jaar. De wijk is daarnaast divers als het gaat om de herkomst van de bewoners. Autochtonen zijn als etnische groep het grootst, ondanks dat er opgeteld meer ‘allochtonen’ wonen.36 De

drie grootste niet-westerse groepen zijn bewoners met een Marokkaanse, Surinaamse en Turkse achtergrond. Daarnaast vormen bewoners met een Kaapverdische en Antilliaanse afkomst een aanzienlijke groep. Opvallend is het relatief lage aandeel van Midden- en Oost- Europeanen vergeleken met sociaaleconomisch vergelijkbare wijken elders in de stad (o.a. op Zuid en in West).37 Kinderrijke gezinnen zijn vooral vertegenwoordigd onder huishoudens

met een Marokkaanse en Turkse afkomst en eenoudergezinnen vooral onder bewoners met Kaapverdische, Surinaamse en Antilliaanse ‘roots’.

34 Ook in de jaren erna zijn er nog regelmatig drugsgerelateerde incidenten: zie onder meer het AD 18-1-2008 ‘Drugsgevaar ligt altijd op de loer’, AD 13-10-2008 ‘Eetcafé dicht na schieten’, RTV Rijnmond 13-7-2009 ‘Rotterdams café dicht om vermoedelijke cocaïnehandel’.

35 Deze cijfers zijn uit 2015, en afkomstig van: http://rotterdam.buurtmonitor.nl/jive (geraadpleegd op 13-5-2016). 36Definitie Rotterdamse buurtmonitor: “Personen van wie tenminste één van de ouders buiten Nederland geboren is, ongeacht

het eigen geboorteland. Het aantal allochtonen is de totale bevolking exclusief autochtonen” (geraadpleegd op 14-11-2014).

516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018

Processed on: 24-1-2018 PDF page: 56PDF page: 56PDF page: 56PDF page: 56 Hoofdstuk 3

42

De economische status van de wijk is laag. Het gemiddeld inkomen in het Oude Westen ligt bijvoorbeeld duidelijk onder het stedelijke gemiddelde (29.300 euro). Er is ook sprake van een scheve inkomensverdeling aangezien 65% van de bewoners behoort tot de laagste 40% van alle inkomens. De gemiddelde werkloosheid is hoog en relatief veel huishoudens ontvangen een bijstandsuitkering en/of andere typen uitkeringen. Ten slotte is ook het opleidingsniveau gemiddeld genomen laag, met slechts 27% van het aantal kinderen in de derde klas op het hoger voortgezet onderwijs (HAVO/VWO).

Het Oude Westen kent tevens een woningvoorraad van 4414 woningen waarvan groten- deels huurwoningen (81,2%), vooral in de sociale huursector. Ongeveer de helft van dit woningaanbod is vooroorlogs en de overige helft stamt voornamelijk uit de ‘stadsvernieuwing’: een periode van sloop, nieuwbouw en renovatie in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Het gaat hierbij vooral om portiekwoningen zonder lift. Tevens zijn er weinig eengezinswoningen. De waarde van woningen is hier gemiddeld genomen laag met 77,5% onder de 150.000 euro en 85% onder de 200.000 euro.

Ten slotte is de omvang van criminaliteit en overlast in de wijk substantieel. Verschillende type vermogensdelicten, verkeersongevallen, vandalisme, winkeldiefstal en mishandelingen vormen de grootste categorieën. Het aantal misdrijven en het aantal meldingen is sinds 2008 duidelijk gedaald, vooral van drugshandel. Ook straatroven en mishandelingen zijn afgenomen en gestabiliseerd. Het veiligheidsindexcijfer – een optelsom van de ‘geregistreerde criminaliteit en gerapporteerde gevoelens van veiligheid – binnen de lokale veiligheidsmonitor38 is sinds

het ‘nieuwe veiligheidsbeleid’ van na de eeuwwisseling aanzienlijk gestegen en vanaf 2013 gestabiliseerd rond een krappe onvoldoende.

Oppervlakte 0,59 km2

Aantal inwoners 9356 Aantal huishoudens 5179 Aandeel alleenstaanden 55,4% Aandeel allochtonen 71,3% Aandeel niet-westerse uitkeringstrekkers 23%

Gemiddeld inkomen 24.500 euro (2011) Aantal woningen 4414

Percentage huurwoningen 81,2% (2014) Percentage sociale huur 62,8% (2014) Criminele feiten/1000 inwoners 139,38 (1304) Woninginbraken/1000 huishoudens 13,90 (72) Drugshandel/1000 inwoners 2,89 (27) Agressieve diefstal/1000 inwoners 4,38 (41)

516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018

Processed on: 24-1-2018 PDF page: 57PDF page: 57PDF page: 57PDF page: 57 Kennismaking met het ‘onderzoeksveld’

516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018

Processed on: 24-1-2018 PDF page: 58PDF page: 58PDF page: 58PDF page: 58 Hoofdstuk 3

44

516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018

Processed on: 24-1-2018 PDF page: 59PDF page: 59PDF page: 59PDF page: 59 Kennismaking met het ‘onderzoeksveld’

45 Wijkvoorzieningen

De wijk kent uiteenlopend uitgaansgelegenheden, zoals diverse eethuisjes, volkscafés, Marokkaanse theehuizen, ‘sisha lounges’ en enkele coffeeshops. Door de wijk heen zijn naast kleine Nederlandse middenstanders een reeks niet-westerse winkeltjes, zoals Afrikaanse (haar)winkels, Surinaamse en Chinese toko’s, Marokkaanse slagers en Turkse bakkers, vooral op de West-Kruiskade. De Nieuwe Binnenweg onderscheidt zich hiervan met trendy winkels voor met name de Rotterdamse ‘hipsters’, zoals antiquairs, vinylzaken, interieurwinkels, kledingboetiekjes en wijnhandels. Aan de buitenranden van de wijk zijn veeleer zakelijke dienstverleners gevestigd, zoals advocatenkantoren en moderne kantoorruimtes aan de Westersingel. De statige ’s-Gravendijkwal herbergt naast diverse hippe bars, restaurants en hotels ook een homobar, seksclub en opvangvoorzieningen.39 Tevens zijn er de meer

gangbare voorzieningen in de wijk, zoals enkele basisscholen, verzorgingstehuizen, kerken, moskeeën, tennisbanen, speeltuinen, openbare pleintjes en een wijkpark. Er is ten slotte ook op cultureel gebied een ruim aanbod van verschillende voorzieningen, zoals poppodia, een oefenruimte voor muzikanten, een (film)theater, een kunstuitleen met expositieruimte en een instituut voor Duitse taal en cultuur.40

39 Een bekend voorbeeld zijn de Sisters of Charity en Nora Storm die op eigen initiatief jarenlang harddrugsverslaafden hebben opgevangen.

40 Dat de wijk een voedingsbodem is voor cultureel en creatief talent blijkt onder meer uit schrijvers als Abdelkader Benali en Leni Saris. Ook de moderne kunstenaar Willem de Kooning heeft er begin 20ste eeuw een tijd gewoond en gewerkt (vgl. Romer, 2002).

516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018

Processed on: 24-1-2018 PDF page: 60PDF page: 60PDF page: 60PDF page: 60 Hoofdstuk 3

46

Het ‘bewonersveld’

De wijk kent enkele belangrijke ‘hoofdrolspelers’. Ik bespreek hier vooral de meer zichtbare en actieve (groepen) bewoners die invloed hebben op de beleidsontwikkeling ten aanzien van de wijk.41

Overkoepelende bewonersorganisatie

Kenmerkend voor de wijk is een bewonersorganisatie die begin jaren zeventig is opgericht als reactie op het fysieke verval van de wijk. Oorspronkelijke bewoners, studenten en enkele stakingsleiders uit de haven uitten hun onvrede over het achterstallig onderhoud en beheer van panden in de wijk. Onder meer hun acties hebben geleid tot woningverbeteringen. Voor deze bewonersorganisatie staat centraal dat de wijkaanpak niet ten koste mag gaan van de betaalbaarheid van de woningen in de wijk. Deze bewoners presenteren zich als een organisatie zonder formele leiding. Voor de continuïteit en interne coördinatie is er een bestuur met daaromheen een kring van actieve kernleden. Daaronder hangen tientallen werkgroepen. Het bestuur bestaat uit witte, geëngageerde, sociaal kapitaalkrachtige en tot de middeninkomensgroepen behorende bewoners. De kring van actieve bewoners rond het bestuur en de uitvoerende werkgroepen zijn meer etnisch en sociaaleconomisch divers. Deze bewoners richten zich op fysieke en sociale thema’s, zoals sociale cohesie en steun aan kwetsbare bewoners. Ze ontvangt hiervoor ook subsidie voor een ‘buurtwinkel’ en de ondersteuning van opbouwwerkers en projecten.

Kapitaalkrachtige straatgroep

Aan de westelijke rand van de wijk is er een invloedrijke straatgroep, die rond 2004 is ontstaan als reactie op een gemeentelijk plan om een bus neer te zetten waar harddrugsverslaafden hun methadon zouden kunnen gaan halen. Deze bewoners verzetten zich nu tegen de concentratie van opvang- en zorgvoorzieningen, seksinrichtingen en horeca in hun straat. De groep bestaat uit een bestuur, een kring van actieve leden die dit dagelijkse bestuur ondersteunen, een commissie voor luchtkwaliteit (als gevolg van een open tunnelbak waar doorgaand autoverkeer passeert) en een websitebeheerder. Het gaat vooral om al langer gevestigde kapitaalkrachtige bewoners die zich richten op de leefbaarheid en veiligheid van hun eigen straat en minder op de wijk als geheel. Deze straatgroep draait op contributies van haar leden en sponsoren. Het bestuur heeft zijn politieke lijntjes richting de burgemeester en naar wethouders.

41 Er wonen ook sociaal en economisch kwetsbare mensen die vooral overleven en zich gezien hun leefsituatie weinig met de wijk bemoeien. Zij zijn vooral informeel gesproken tijdens (participerende) observaties van activiteiten en evenementen in de wijk.

516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018

Processed on: 24-1-2018 PDF page: 61PDF page: 61PDF page: 61PDF page: 61 Kennismaking met het ‘onderzoeksveld’

47 Activistische solisten

Er zijn ook gevestigde bewoners die zich op eigen titel laten horen. Het zijn vaak bewoners die zich niet (meer) vertegenwoordigd voelen door de bestaande bewonersorganisatie en andere bewonersgroepen die actief zijn in de wijk. Zij willen zich niet conformeren aan bestaande collectieven. Zij profileren zich liever los van gezamenlijke strategieën, standpunten, taakverdelingen en afspraken. Ze kijken vaak vanuit persoonlijke ergernissen en particuliere belangen naar problemen in de wijk. Een bredere visie in de wijk staat bij hen meestal minder centraal. Zo laten ze zich vooral horen over het, in hun ogen, vaak (dis)functioneren van de wijk, de andere bewoners(collectieven) en het beleid. Ze hebben meestal weinig middelen om zich te kunnen mengen in beleidsdiscussies en wijkontwikkelingen anders dan via het inspreken tijdens openbare bijeenkomsten van het stadsbestuur en de deelgemeente over hun wijk.

Wijkentrepreneurs

Er zijn ook kapitaalkrachtige bewoners met een ondernemende insteek in de wijk. Dit zijn vaak zelf winkeliers, zelfstandigen zonder personeel of bewoners met beroepsmatige ervaring in het opzetten van nieuwe ideeën en concepten. Zij tasten vaak af wat de mogelijkheden zijn om de wijk sociaal en economisch verder te ontwikkelen en kloppen hiervoor aan bij de gemeente, de woningcorporatie en particulieren om te investeren in de uitstraling, het woon- en winkelaanbod en nieuwe evenementen en projecten in de wijk. Dit type bewoner varieert in culturele en sociaaleconomische oriëntatie. Zo zijn sommigen vooral geïnteresseerd in kunst en cultuur, waar anderen meer sport & welzijn stimuleren.

Culturele zelforganisaties

Vanuit etnische minderheidsgroepen zijn er ook bewoners actief, zoals een vereniging die is opgezet door en voor Marokkanen in de wijk. Zij maken in tegenstelling tot een groep Turkse bewoners geen onderdeel uit van de centrale bewonersorganisatie in de wijk. Deze vereniging huurt op het moment van het onderzoek een ruimte van een gesubsidieerde jongerenwerkorganisatie in de wijk. Het bestuur en haar leden bestaat uit mannen van verschillende generaties. Ze organiseren activiteiten voor de eigen doelgroep en soms ook voor de wijk. Er zijn ook nog andere particuliere initiatieven, zoals een Surinaams kinderkoor en meisjesgroep. Daarnaast huren diverse culturele verenigingen een ruimte in de wijk maar zijn niet op de wijk gericht, zoals organisaties van Chinezen, Portugezen en Hindoestanen.

Jongeren

Het goedkope sociale huurwoningaanbod trekt onder andere veel etnische minderheden naar de wijk. Deze gezinnen zijn vaak kinderrijk, waardoor kinderen en jongeren goed vertegen- woordigd zijn in het straatbeeld. Hierbinnen zijn vooral jongeren met een Marokkaanse achtergrond zichtbaar aanwezig. In een periode met nationaal en lokaal ‘Marokkanenbeleid’

516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw 516679-L-bw-leeuw Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018 Processed on: 24-1-2018

Processed on: 24-1-2018 PDF page: 62PDF page: 62PDF page: 62PDF page: 62 Hoofdstuk 3

48

is het ook de groep waar veel over gesproken wordt door politici, bestuurders, ambtenaren, professionals en bewoners. Deze jongeren vormen niet één groep, maar trekken in wisselende samenstelling met elkaar op of komen elkaar binnen de wijk tegen. Het gaat voornamelijk over tieners, adolescenten en jongvolwassenen die zich ophouden op straat en binnen jongerenvoorzieningen in de wijk, zoals een buurthuis en een vechtsportschool. Hun invloed op het lokale veiligheidsbeleid is vooral indirect aangezien ze zich als ‘doelwit’ regelmatig van dit beleid a fkeren of zich er juist (symbolisch) tegen verzetten door in discussie te gaan met handhavers en/of via rapmuziek over te spreken. In uitzonderlijke gevallen stappen ze naar politici om hun onvrede te uiten.

Deel II Antwerpen