• No results found

Nederlandse wettelijke voorschriften op het gebied van de veiligheid van voedsel

Sinds Nederland deel uitmaakt van de Europese Unie, dat is vanaf de oprichting in 1957, is de nati- onale wetgeving op het gebied van de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de burgers gehouden uitvoering te geven aan de Europese voorschriften. Dat heeft tot gevolg gehad dat vrijwel alle thans bestaande wettelijke voorschriften op het gebied van levensmiddelen, ook voor wat be- treft van de bescherming van de gezondheid van de mens, gebaseerd zijn op Europese voorschrif- ten, dat wil zeggen richtlijnen, verordeningen, besluiten en beschikkingen. Richtlijnen zijn, zoals het woord al zegt, richtlijnen voor de wetgeving van de lidstaten. De autoriteiten in de lidstaten be- houden bij de implementatie van de richtlijnen in de nationale wetgeving van de lidstaten, de be- voegdheid om op eigen nationale wijze de inhoud van de richtlijn in hun nationale wetgeving op te nemen. Daardoor kunnen richtlijnen nog redelijk vrijblijvend worden geïmplementeerd. Echter de laatste jaren verschijnen van de Europese Unie meer en meer verordeningen en beschikkingen, wettelijke voorschriften die in de lidstaten niet in de nationale wetgeving mogen worden geïmple- menteerd maar directe werking hebben. De lidstaten dienen aan dergelijke voorschriften nog wel een strafbaarstelling te verbinden. Hierdoor zullen in ieder geval de verschillen in de wettelijke voorschriften van de lidstaten op termijn worden opgeheven. In Nederland maken alle Europese voorschriften onderdeel uit van de nationale wetgeving. Op grond daarvan zal in dit kader vrijwel uitsluitend gesproken worden over de Nederlandse voorschriften.

Warenwet

Nederland kent al sinds 1919 de Warenwet8 waarin als doelstellingen omschreven zijn:

- de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de mens

- de informatieverstrekking omtrent levensmiddelen aan de consument - de bevordering van de eerlijkheid in handelstransacties.

In het jaar 1988 werd de Warenwet ingrijpend gewijzigd, deze wijziging vond plaats op een tijdstip net voordat de Richtlijn 89/397/EEG van de Commissie van 14 juni 1989 inzake de officiële con-

trole op levensmiddelen9 werd gepubliceerd. Teneinde uit te sluiten dat aspecten van deze richtlijn

niet zouden zijn opgenomen in de Warenwet, verscheen op 29 april 1992, in Staatscourant 83, de

Aanwijzing inzake de officiële levensmiddelencontrole. In deze aanwijzing werd zowel de Veterinair

Hoofdinspecteur als de Hoofdinspecteur voor de Gezondheidsbescherming, met terugwerkende kracht tot 14 juni 1991, de datum waarop uiterlijk in de lidstaten aan deze richtlijn moest worden voldaan, opgedragen de officiële controle van levensmiddelen overeenkomstig richtlijn

89/397/EEG uit te voeren.

De Warenwet is een raam- of kaderwet hetgeen wil zeggen dat in de wet aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het algemeen in overeenstemming met de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij10 de bevoegdheid is gegeven om bij algemene maatregel van bestuur nadere regels te stellen op de terreinen welke als doelstelling in de Warenwet zijn omschre- ven. Aanvullend kunnen op basis van die koninklijke besluiten dan weer nadere regelingen, zoge- naamde Warenwetregelingen worden opgesteld.

De meeste voorschriften gesteld bij of krachtens de Warenwet, bevatten rechtstreekse regels waaraan levensmiddelen moeten voldoen. Echter met name in de Warenwetregeling Hygiëne van

levensmiddelen wordt de bereider van levensmiddelen verplicht gesteld zijn levensmiddelen zoda-

nig te bereiden en te behandelen, dat er geen risico kan ontstaan voor de gezondheid van de gebrui- ker. De bereider is op grond hiervan wettelijk verplicht al het mogelijke te doen, om de veiligheid van het levensmiddel te garanderen.

In artikel 18 van de Warenwet is onder a, b en d, een drietal bepalingen opgenomen, op grond waarvan het, onverminderd de overige voorschriften gesteld bij of krachtens de Warenwet, verbo- den is eet- en drinkwaren (levensmiddelen) te verhandelen die door hun ondeugdelijkheid de ge- zondheid of veiligheid van de mens in gevaar kunnen brengen. Ook is het verboden levensmiddelen te bereiden met gebruikmaking van grondstoffen waarvan de verwerking in de levensmiddelen tot gevolg heeft dat die levensmiddelen door hun ondeugdelijkheid de gezondheid of veiligheid van de mens in gevaar kunnen brengen. De derde bepaling luidt dat het verboden is levensmiddelen te ver- handelen die niet geschikt zijn voor gebruik. Deze bepalingen vormen een zogenaamd vangnet, voor ondeugdelijke levensmiddelen, waarvoor geen specifieke normen in de warenwetgeving zijn opgenomen.

Inmiddels is de Voedselveiligheidsverordening11 verschenen. Op grond van deze verordening,

zullen de eerder toegelichte teksten van artikel 18, onder a, b en d van de Warenwet met ingang van uiterlijk 1 januari 2005 moeten vervallen en vervangen worden door een verwijzing naar artikel 14 van de Voedselveiligheidsverordening. Op grond van dit artikel 14 is het verboden levensmiddelen in de handel te brengen wanneer zij onveilig zijn. Een levensmiddel wordt op grond van die bepa- ling onveilig geacht wanneer het schadelijk is voor de gezondheid of ongeschikt is voor gebruik. Voorts wordt nader omschreven welke aspecten bij de beoordeling of een levensmiddel schadelijk is voor de gezondheid of ongeschikt is voor gebruik, in aanmerking moeten worden genomen. Le- vensmiddelen die voldoen aan specifieke communautaire bepalingen betreffende de voedselveilig- heid worden veilig geacht voorzover het de aspecten betreft die onder die specifieke communautaire

8 Stb. 1935, nr. 793, gewijzigd bij Stb. 1988, 359 en laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2001, 601 9 PbEG L 186, van 30 juni 1989, pagina 23

10 Bij Stcrt. 119, van 25 juni 2003 gewijzigd in: ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 11

bepalingen vallen. Wanneer de bevoegde autoriteiten echter redenen hebben om te vermoeden dat een levensmiddel onveilig is, ook al voldoet het aan de bedoelde communautaire voorschriften, dan behoeft dat hen niet te beletten de nodige maatregelen te nemen.