• No results found

Methodiekbeschrijvingen van de interventies3

In document Op zoek naar de sleutel (pagina 26-29)

Inleiding 3.1

In deze paragraaf schetsen we eerst kort het bredere kader waarbinnen de inter-venties plaatsvinden; de inzet van Donnergelden in de gemeente Amsterdam.

Vervolgens volgen de methodiekbeschrijvingen van de zes interventies. Het gaat achtereen volgens om:

Halt huisbezoeken (3.2)

Taakstrafzittingen Jeugd (3.3)

Begeleiding tussen voorgeleiding en schorsing (3.4)

Intensieve aanpak jongvolwassenen (3.5)

Gezinsbezoeken SAOA (3.6)

Aanpak Overlastgevende Multi Probleem Gezinnen (3.7)

De methodiekbeschrijvingen zijn gebaseerd op documentanalyse, interviews en observaties (zie ook 2.3). Omwille van de leesbaarheid zijn de geraadpleegde bronnen niet vermeld in de beschrijvingen. De bronnen zijn onder geraadpleegde documentatie per interventie in de literatuurlijst opgenomen. In bijlage 3 is een overzicht te vinden van de geïnterviewden per interventie. We sluiten het hoofd-stuk af met een samenvattend overzicht van de voornaamste kenmerken van de methodieken (3.8).

Inzet van de Donnergelden in Amsterdam

In het kader van het Grotestedenbeleid hebben de vier grote steden in het kader van vanaf 2006 extra fi nanciële middelen ontvangen, ‘Donnergelden’, om de oververtegenwoordiging van Marokkaanse jongeren in de criminaliteit te verminde-ren.4 Vanuit het Rijk is aangegeven dat de interventies die steden inzetten om dit te bereiken aandacht moeten schenken aan de selectie van de doelgroep; de aanpak dient zich primair te richten op jongeren die een eerste, tweede of eventu-eel een derde keer met justitie in aanraking komen. Ook moet de jongeren een op maat gesneden aanpak worden geboden, waarbij de intensiteit van begeleiding in overeenstemming is met de omvang en aard van de problemen. Het is daarnaast belangrijk om naast de jongeren de ouders en het sociale netwerk bij de interven-tie te betrekken.

4 Tweede Kamer 2005-2006, 28 684, nr. 68.

De toenmalige ministeries van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Wonen Werken en Integratie en Jeugd en Gezin, 22 gemeenten en de VNG hebben een intentieverklaring ondertekend waarin zij aangeven nauw samen te werken om de oververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse jongeren in de criminali-teit, de overlast, schooluitval en de werkloosheid tegen te gaan. Eén van de doelen van deze samenwerking is het bundelen en delen van kennis.

Het aanvankelijke projectplan uit eind 2006 van de gemeente Amsterdam

‘Voorkomen criminaliteit allochtone jongeren’ had tot doel de vertegenwoordiging van verdachten van Marokkaanse afkomst op basis van het Herkenningssysteem (HKS) van de politie te verlagen met 2 procent punt naar 14,1 in 2009. In dit projectplan staan verder de volgende doelstellingen vermeld: ‘Het verminderen van de oververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse jeugdigen tot en met 24 jaar in de criminaliteit, in het bijzonder door versterking van de binding van de jongeren uit de doelgroep aan de maatschappij.’ (p.1). Het gaat bij deze problema-tiek slechts om een minderheid van de jongeren van Marokkaans-Nederlandse herkomst. Het beleid richt zich dan ook niet op alle jongeren, maar op risicojonge-ren. Een gedifferentieerde benadering wordt nodig geacht voor de jongeren in verschillende fasen van hun criminele loopbaan.

De volgende punten werden van belang geacht bij de inzet van de Donnergel-den.5

De rol van ouders dient nadrukkelijk te worden vergroot.

Er moet meer outreachend worden gewerkt, bijvoorbeeld met behulp van

huisbezoeken.

Er worden in een zo vroeg mogelijk stadium dwang- en drangmiddelen ingezet,

aangezien de ervaring leert dat een dergelijke aanpak bij de Marokkaanse doelgroep effectief is.

Er wordt waar nodig gewerkt met een groepsgerichte aanpak.

Alle maatregelen moeten (in de loop van de tijd) bewezen effectief zijn.

Voor alle projecten in het kader van de Donnergelden geldt dat wordt gewerkt

met outputsturing: enkel geleverde output - daadwerkelijke realisatie - wordt gefi nancierd.

Begin 2007 zijn de volgende interventies in het kader van de Donnergelden van start gegaan.

Intensivering Stop/Halt afdoening huisbezoeken (Halt).

Taakstrafzittingen in Offi cier van Justitie-model jeugdigen op de ketenunit (OM/

Raad voor de Kinderbescherming).

Begeleiding tussen voorgeleiding en schorsing (BJAA).

Intensieve aanpak jongvolwassenen (18+ Harde kern).

5 Gemeente Amsterdam (2006). Hoofdlijnen Plan van Aanpak Voorkomen Criminele Loopbaan Allochtone Jongeren; Verantwoording overzicht target en gerealiseerd Donnerprojecten 2008.

Monitoring & aanpak potentiële jeugdige veelplegers tot 25 jaar.

Schakelprogramma voor Marokkaanse jongeren met gedragsproblemen (De

Bascule/BJAA/OM/Raad voor de Kinderbescherming/Spirit). Dit programma is in 2009 opgegaan in Pilot West.6

Snel inzetbaar interventieteam 18-/18+ op districtsniveau.

Procedure algemeen plaatsverbod jongeren, APV-jongeren (OM/Politie/Halt).

Snelrecht voor lichtcriminelen en zwaardere categorieën (OM/ZM).

Ouders Present (Leger des Heils).

In bijlage 4 zijn korte beschrijvingen te vinden van (nog lopende) interventies die binnen dit onderzoek niet zijn geëvalueerd. De laatste drie interventies zijn in 2008 niet verlengd.7 De procedure APV -jongeren is halverwege 2008 op verzoek van de projectleider van de politie gestopt vanwege een te geringe instroom. Het project

‘Snelrecht voor lichtcriminelen en zwaardere categorieën’ is op verzoek van het Openbaar Ministerie stopgezet, omdat men geen gegevens kon aanleveren en geen subsidie vroeg voor het project. Het project ‘Ouders Present’ heeft alleen in 2007 subsidie ontvangen, omdat het niet binnen de doelstelling van de Donnermiddelen past, namelijk het reduceren van criminaliteit onder Marokkaans-Nederlandse jongeren.

In 2008 zijn drie nieuwe interventies vanuit de Donnermiddelen gefi nancierd.

Het gaat om:8

Interventiemedewerkers Gezinsaanpak (SAOA).

Aanpak Overlast Multi Probleem Gezinnen (OMPG) door BJAA en WSG.

Onderzoek naar kenmerken van Marokkaanse jeugdigen.

Vanaf januari 2009 zijn de Pilot West en ‘8-8’ als interventies binnen het program-ma opgenomen.

Op 30 januari 2009 heeft het toenmalige Kabinet de beleidsbrief ‘Aanpak Marok-kaans-Nederlandse probleemjongeren. Grenzen stellen en perspectief bieden’9 naar de Tweede Kamer gezonden. Hiermee is het kader gegeven voor de aanpak van de problematiek voor de komende jaren (tot en met 2012). Het betekent voor de gemeente Amsterdam dat de succesvolle onderdelen van de aanpak voor deze doelgroep de komende jaren gecontinueerd kunnen worden. Ook biedt het extra ruimte om te blijven experimenteren met aanpakken die beoogd effectief zijn voor Marokkaans-Nederlandse risicojongeren.

6 Gemeente Amsterdam (2009). Actieplan 2009. Veiligheidsplan Amsterdam 2007-2010.

7 Idem.

8 Idem.

9 Kabinetsbrief Ministers Hirsch Ballin en Rouvoet, Aanpak Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren. Grenzen stellen en perspectief bieden, 30 januari 2009

De Amsterdamse Aanpak Voorkomen Criminele Loopbaan Marokkaans-Nederlandse jongeren heeft voor de periode 2010-2012 de volgende uitgangspunten: 10

Een gezinsgerichte aanpak met daarin aandacht voor het verstevigen van de 1.

opvoedingsvaardigheden van Marokkaans-Nederlandse ouders.

Het tegengaan van overlast op straat.

2.

Vroegtijdige signalering en snelle aanpak van problemen: door het versterken

In document Op zoek naar de sleutel (pagina 26-29)