• No results found

Bereik Halt-huisbezoeken

In document Op zoek naar de sleutel (pagina 74-77)

Halt-huisbezoeken (3.2)

Taakstrafzittingen Jeugd (3.3)

Begeleiding tussen voorgeleiding en schorsing (3.4)

Intensieve aanpak jongvolwassenen (3.5)

Gezinsbezoeken SAOA (3.6)

Aanpak Overlastgevende Multi Problem gezinnen (3.7)

In een afsluitende paragraaf (3.8) vatten we de voornaamste bevindingen samen in een overzicht.

Evaluatie Halt-huisbezoeken 4.2

Bereik Halt-huisbezoeken

Aanvankelijk was het werkgebied voor Halt-huisbezoeken Amsterdam-West, dit is al snel uitgebreid naar heel Amsterdam. Bij de start van het project in 2007 werd beoogd om op jaarbasis 125 huisbezoeken te realiseren. In 2008 is dit aantal bijgesteld naar 200 huisbezoeken. Tachtig procent van deze huisbezoeken dient plaats te vinden bij Marokkaanse gezinnen. Hieronder wordt het werkelijke bereik

14 Gegevens die we niet eenduidig konden interpreteren, zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Hetzelfde geldt voor verklaringen die door de instanties zelf gegeven zijn die verder in het onderzoek niet konden worden geverifi eerd.

in de afgelopen jaren weergegeven.15 Voor 2009 en 2010 gaan we ook in op doorver-wijzing naar zorg en op lopende zorgtrajecten in de gezinnen. Door het ontbreken van gegevens kan het verloop van Halt-afdoeningen waaraan een huisbezoek is voorafgegaan niet worden vergeleken met het verloop van de afdoeningen waar dit niet het geval is.

In 2007 zijn 125 jongeren ingestroomd bij wie een huisbezoek is afgelegd. Van deze jongeren bleken 121 van Marokkaanse afkomst (97%). Van deze 125 trajecten zijn er 116 positief afgerond. Twee jongeren zijn wel begonnen met een Halt-afdoe-ning of een Stopreactie, maar hebben het traject niet afgemaakt. Bij het tweede gesprek op het kantoor van Halt waren 86 ouders aanwezig (69%). Tweeënzestig jongeren zijn doorverwezen naar een vorm van zorg. Bij 52 jongeren bestond geen zorgvraag en bij 11 jongeren liep al een zorgtraject.

In 2008 is bij 200 jongeren een huisbezoek afgelegd. Vijftien jongeren zijn niet in een traject gekomen. Ze bleken niet in aanmerking te komen voor de Halt-afdoe-ning of de Stopreactie (11), de ouders wilden geen Halt-afdoeHalt-afdoe-ning (2) of de jongere verbleef in een inrichting (2). Van de Halt-afdoeningen is 91% positief afgesloten. Bij driekwart van de gezinnen is het eerste huisbezoek meteen doorgegaan. Bij 33 gezinnen was een tweede bezoek nodig en bij 18 gezinnen heeft geen huisbezoek plaatsgevonden. Het is onduidelijk waarom dit het geval was.

Het betrof 177 Marokkaanse gezinnen. Bij 96 jongeren of gezinnen is geen zorgbehoefte geconstateerd. In 11 gevallen was al een vorm van zorg ingezet. De overige 75 jongeren zijn doorverwezen naar hulpverlening. Van de 41 jongeren die zijn aangemeld bij afdelingen van Spirit hebben 15 jongeren het traject positief afgerond, vijf jongeren stonden begin 2009 op een wachtlijst, acht trajecten zijn niet gestart omdat jongere of ouders niet gemotiveerd waren en één jongere was te oud voor de gewenste interventie. Zeven jongeren zijn doorverwezen naar het voordeurteam van Bureau Jeugdzorg (BJAA).

In 2009 zijn 221 Marokkaanse jongeren aangemeld bij Halt. Bij 209 jongeren is een huisbezoek afgelegd (95%). In 181 gevallen is het eerste huisbezoek doorge-gaan. Bij 28 jongeren ging het huisbezoek pas in tweede instantie door. Reden hiervoor was een verkeerd adres of afwezigheid van ouders en/of jongeren. Bij 97%

van de huisbezoeken was één van de ouders of waren beide ouders aanwezig. Bij de Halt-gesprekken op locatie lag dit percentage op 73%. De meeste jongeren zijn tussen de 13 en 17 jaar. De 16-jarigen zijn het sterkst vertegenwoordigd.

Van de 209 jongeren aan wie een huisbezoek is afgelegd, heeft 92% de Halt-afdoening positief afgerond. Slechts één jongere (0,5%) heeft het traject niet positief afgerond. Bij de resterende 8% is de jongere niet het Halt-traject ingegaan.

Bij ruim twee op de vijf huisbezoeken (44%) is er geen sprake van een zorgbe-hoefte of noodzaak of gaat het om zulke lichte zorg dat er geen verdere hulpverle-ning nodig wordt geacht. Bij één op de tien huisbezoeken (11%) had er bij de

15 Voor alle projecten in het kader van de Donnergelden geldt dat er wordt gewerkt met outputsturing: enkel de daadwerkelijke realisatie wordt gefi nancierd.

jongere of binnen het gezin al een screening plaatsgevonden door BJAA of de RvdK.

In iets minder dan een derde van de gevallen is hulp aangeboden (31%) en in 14%

van de gevallen is al afdoende hulp in het gezin aanwezig.

In 30 van de 209 gezinnen is al hulpverlening of begeleiding aanwezig en wordt deze ook als afdoende ingeschat door de Halt-medewerker. Van de 65 gezinnen waarbij in 2009 de Halt-medewerkster een zorgbehoefte constateerde, was in 13 gevallen het gezin niet gemotiveerd of had geen behoefte aan hulpverlening. In 52 gevallen verwees de Halt-medewerkster door naar NP, NPP en T4U of via de zorgcoördinator van de ketenunit door naar zorg of begeleiding (BJAA of Altra Boppi). Van de aanmeldingen bij NP, NPP en Tools4U waren begin 2010 11 jongeren nog in begeleiding. Acht zijn er niet gestart en 25 hebben het traject positief afgesloten. Van drie jongeren is de aanmelding niet goed verlopen. Het is niet duidelijk waarom de doorverwijzing niet is gelukt.

In de eerste helft van 2010 zijn 105 Marokkaanse jongeren aangemeld voor een Halt-afdoening. Bij 88 jongeren is een huisbezoek afgelegd. Alle bezochte gezinnen waren van Marokkaanse afkomst. Bij een jongere die wel samen met een ouder is begeleid door een Halt-medewerker is geen huisbezoek afgelegd. Van deze 89 jongeren heeft 91% de Halt-afdoening positief afgerond. Bij 9% is het traject niet positief afgerond of voortijdig afgebroken.

Bij op één na alle huisbezoeken (98%) was tenminste één ouder aanwezig. In één geval was een ander volwassen gezinslid aanwezig. Bij de vervolggesprekken op de Halt-locatie lag dit percentage op 71%. De grootste groep jongeren is tussen de 13 en 17 jaar ten tijde van het plegen van het delict. De 16-jarigen zijn hierbinnen het sterkst vertegenwoordigd.

Net als in 2009 is in iets minder dan de helft van de gevallen (43%) geen sprake van zorg of is de situatie zodanig dat er geen verdere hulpverlening nodig wordt geacht. Bij een vergelijkbaar aantal gezinnen (42%) wordt hulp aangeboden. Bij 9%

van de gezinnen is er al afdoende hulp in het gezin aanwezig en bij 4% is er al een screening gedaan door de RvdK. De zorg die al wordt ingezet bestaat uit jeugdzorg (6x), Spirit (2x), Altra Boppi (2x), een gezinscoach van Altra (2x), Lijn 5, een psychiater, MEE, Leger des Heils, Agressie Regulatietraining en ggz-hulpverlening.

In 37 gezinnen constateren de Halt-medewerksters een zorg waarvoor ze professionele hulpverlening nodig achten. Bij twee gezinnen worden twee vormen van hulpverlening ingezet die beiden nog lopen. Bij de overige gezinnen wordt naar enkelvoudige zorg doorverwezen. In vier gevallen (11%) is het gezin niet gemoti-veerd of heeft het geen behoefte aan hulpverlening. In tien gezinnen (27%) wordt de aangeboden en doorverwezen hulp niet gestart. In 23 gezinnen (62%) start de hulp en loopt deze nog. Het grootste deel (52%) van de doorverwijzingen is naar afdelingen van Spirit (Nieuwe perspectieven). Ook naar Tools4U, Altra Boppi, FFT en de Bascule wordt meermalen doorverwezen.

In document Op zoek naar de sleutel (pagina 74-77)