• No results found

Achtergronden en opzet

In document Op zoek naar de sleutel (pagina 34-38)

Het project ‘Taakstrafzittingen Jeugd in het offi ciersmodel op de ketenunit’ dat is gestart in het kader van de Donnermiddelen, is bedoeld om de impact van taak-straffen te vergroten door Taakstrafzittingen op de ketenunits te organiseren. Voor de start van het project werden de taakstraffen (leer- of werkstraffen) schriftelijk aan de minderjarige verdachten aangeboden. De jongeren ontvingen een brief thuis waarin een aanbod voor een taakstraf werd gedaan en waarin ze werden uitgeno-digd voor een intakegesprek bij de coördinator taakstraffen van de Raad voor de Kinderbescherming. Voor de start van de het project leefde het idee dat de impact van de schriftelijke werkwijze te gering zou zijn.

Het project heeft geleid tot een nieuwe werkwijze bij het arrondissementspar-ket Amsterdam. Deze werkwijze is niet anders voor Marokkaanse jongeren, maar is van oorsprong wel voor deze groep vormgegeven. De taakstraffen worden nu aangeboden tijdens een zitting op de ketenunit. Naast de jongere worden ook de ouders per brief uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. De ouders worden tijdens de zitting gewezen op hun verantwoordelijkheden. Tijdens de zitting biedt de parketsecretaris de jongere een taakstraf aan. De jongere heeft de keuze wel of niet te accepteren. De zittingen worden bijgewoond door een coördinator taakstraf-fen van de Raad voor de Kinderbescherming zodat meteen afspraken kunnen worden gemaakt voor de uitvoering van de taakstraf. Daarnaast zijn een gezinslid van de jongere, eventueel een advocaat en, indien van tevoren bekend dat dit nodig is, een tolk aanwezig.

Doel en doelgroep

Het project heeft als doel recidive te verminderen en een aanzienlijke versnelling van het gehele strafproces teweeg te brengen, van aanhouding, verhoor en straf-rechtelijke beslissing tot en met de zitting en de uitvoering van de opgelegde straf.

Met de komst van het project moeten de jongeren en hun ouders op zitting

verschijnen en biedt de parketsecretaris de jongere een taakstraf aan. Het doel van de aanwezigheid van jongere en ouders is om de zitting een meer pedagogische invulling te geven en om te kijken wat er aan de hand is. Het betrekken van ouders wordt ingezet om de recidive te verminderen.

Het project richt zich op alle jongeren van 12 tot 18 jaar die vanwege de aard en ernst van hun delict in aanmerking komen voor een taakstaf. Vanuit de Donner-gelden ontvangt het parket fi nanciële middelen om Taakstrafzittingen voor

Marok-kaanse jongeren op de ketenunit te houden en voor administratieve werkzaamhe-den. Het gaat om jongeren die zelf in Marokko zijn geboren of waarvan één van de ouders in Marokko is geboren. De zittingen van Marokkaanse jongeren zijn niet anders van opzet of aard dan de zittingen voor niet Marokkaanse jongeren.

Organisatie: functies, verantwoordelijkheden en competenties

Op de ketenunits voeren unitsecretarissen van het Openbaar Ministerie (OM) de Taakstrafzittingen uit. Voor de Taakstrafzittingen op de units worden geen parket-secretarissen ingezet die nog maar kort in functie zijn. De unitparket-secretarissen worden geselecteerd voor het werken op de ketenunit en moeten beschikken over speci-fi eke competenties, zoals het goed kunnen samenwerken, over de grenzen van de organisatie heen kunnen kijken en het kunnen houden van een Taakstrafzitting. Het is belangrijk dat zij affi niteit hebben met jongeren en goed met mensen kunnen omgaan. De unitsecretarissen passen hun taalgebruik aan op jongere en ouders. Een unitsecretaris moet kunnen aanvoelen en beoordelen welke jongeren gezien hun omstandigheden speciale aandacht nodig hebben. Ook moeten ze in staat zijn om zelfstandig keuzen te maken. Het werk op de ketenunit vergt andere competenties dan het reguliere werk van parketsecretarissen bij het OM. De unitsecretarissen zijn ervaren en zitten in een hogere functieschaal dan (een deel van) hun collega’s op het parket. De unitsecretarissen kunnen de zaken nabepreken met collega’s en elkaar feedback geven. Ook is het binnen de ketenunit mogelijk om af en toe een zaak van een andere unitsecretaris bij te wonen om van elkaar te leren.

Bij het parket is de jeugdoffi cier verantwoordelijk voor het project. Twee beleidsmedewerkers verzorgen de halfjaarlijkse evaluaties en rapporteren over het project aan de gemeente. De beleidsmedewerkers ontvangen hiertoe een stan-daardformulier dat tijdens elke zitting door de betrokken unitsecretaris wordt ingevuld. Het formulier bevat onder meer gegevens over de zaak en de verdachte, of het een eerste of tweede uitnodiging betreft, gegevens over de opgelegde taakstraf, de aanwezigheid van ouders, tolk en of advocaat en of (indien relevant) de verdachte direct geplaatst is op een werkplek. Daarnaast biedt het formulier ruimte om het verloop van de zitting te beschrijven. De parketsecretaris gaat hierbij in op aspecten als de gemoedstoestand van de verdachte, medewerking van ouders, eventueel spijt van de jongere of dat de jongere de verantwoordelijkheid buiten zichzelf legt. Dit formulier wordt ook ter informatie in het dossier gevoegd.

Als de jongere de taakstraf niet accepteert of de geaccepteerde taakstraf niet naar behoren uitvoert, geeft het formulier inzicht in hoe de jongere zich tijdens de taakstrafzitting heeft opgesteld.

Professionalisering

Voor het houden van Taakstrafzittingen volgen de unitsecretarissen een tweedaagse training. Tijdens de training worden zittingen geoefend en wordt feedback gegeven.

De cursus is specifi ek toegesneden op Taakstrafzittingen en richt zich grotendeels op communicatie. Naast deze training worden binnen de opleiding van unit- en

parketsecretarissen trainingen in de omgang met mensen met andere culturele achtergrond aangeboden.11 Het gaat dan bijvoorbeeld om de training ‘Turken en Marokkanen in de rechtspleging’. In deze tweedaagse training wordt onder meer aandacht besteed aan culturele factoren, gezinssituaties, achtergronden en geschiedenis. De opgedane kennis kan door de unitsecretarissen worden gebruikt tijdens hun dagelijkse werkzaamheden.

Uitgangspunten

De Taakstrafzittingen kennen geen specifi eke theoretische onderbouwing of grondslagen. Het project richt zich op de jeugdige en zijn of haar ouders. Samen met de minderjarige verdachte worden ook de ouders uitgenodigd om bij de zitting aanwezig te zijn. De jongeren worden uitgenodigd door middel van een brief waarin ook het aanbod voor een taakstraf wordt gedaan. In de brief staan de uitleg en de zittingsdatum. De ouders ontvangen een eigen uitnodiging en een kopie van de brief aan de jongere. Als de jongere en ouders niet op zitting verschijnen, wordt een nieuwe datum gepland. Als een jongere van 16 of 17 jaar zonder zijn of haar ouders komt, gaat de zitting, afhankelijk van de situatie, in het belang van het kind soms toch door. Indien de jongeren niet komt opdagen op de eerste zitting, geeft een politieagent persoonlijk een tweede brief met nieuwe zittingsdatum af aan de jongere en ouders. Indien de jongere en ouders ondanks deze herhaalde uitnodiging niet op de Taakstrafzitting verschijnt, gaat de zaak naar de rechter. De rechter zal de jongere tijdens de rechtszitting vragen waarom hij niet op het aanbod is ingegaan en waarom hij niet op de taakstrafzitting is verschenen. Ook de Offi cier van Justitie kan dit aankaarten tijdens de rechtszitting.

Bij eerdere transacties was de Raad voor de Kinderbescherming niet betrokken of gaven zij hun advies schriftelijk. Op de ketenunit geven ze nu ook mondeling advies. Bij bijna alle jeugdzaken wordt een Basisonderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming (BARO) afgenomen. De Raadsmedewerker kan naast zijn of haar advies ook direct afspraken maken over het vervolg.

Hoewel de uitvoering van de Taakstrafzittingen bij de vijf ketenunits in grote lijnen hetzelfde is, kunnen zich kleine verschillen voordoen tussen de ketenunits.

Het gaat dan bijvoorbeeld om het moment tijdens de zitting waarop de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig is en of om het gegeven of de unitsecretaris ook bij het gesprek tussen de jongere en vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig is. De verschillen zijn ontstaan doordat er bij de start van de ketenunits geen werkwijze vast lag en de ketenunits zelf een invulling hebben gegeven aan de Taakstrafzittingen. Er zijn richtlijnen voor welke zaken in aanmerking komen voor een taakstraf. De jongeren moeten hebben bekend. Tegen de jongeren die op zitting verschijnen wordt justitiële documentatie opgebouwd.

Daarnaast hangt geschiktheid van een Taakstrafzitting af van de ernst van het delict en de strafrichtlijn (het mag niet meer dan 40 uur taakstraf betreffen) en van

11 Het is niet duidelijk of alle unitsecretarissen de training hebben gevolgd.

recidive. Naast de richtlijnen is er ruimte voor maatwerk. Als het bijvoorbeeld gaat om een kind van 12 jaar dat net strafbaar is en zijn excuses heeft aangeboden kan een voorwaardelijk sepot of juist een langere taakstraf worden opgelegd. Het wordt belangrijk geacht om een op de persoon en diens omstandigheden toegesneden aanpak te bieden.

Werkwijze

Bij de ketenunit komen alle nieuwe misdrijfzaken tegen jeugdigen binnen. De unitsecretaris van het OM beoordeelt de zaken en beslist in overleg met de Offi cier van Justitie of een zaak wordt afgedaan op een Taakstrafzitting of op andere wijze.

De werkwijze is voor alle jongeren hetzelfde. De werkwijze voor de Marokkaanse jongeren verschilt niet van de reguliere werkwijze.

De parketsecretarissen overleggen voorafgaand aan hun beoordeling met andere partijen, bijvoorbeeld met de Raad voor de Kinderbescherming. In het casusoverleg binnen de ketenunit spreken zij met partners over de achtergronden van de jongeren en hun gezinssituatie. Aan het casusoverleg Jeugd op de ketenunit nemen naast het OM politie, Raad voor de Kinderbescherming, een zorgcoördinator en (vaak) Bureau Jeugdzorg deel. Soms is de leerplichtambtenaar ook aanwezig.

Voorafgaand aan de zitting bereiden de unitsecretarissen zich voor door de aanwezige informatie (bijvoorbeeld het proces verbaal en rapportages) door te nemen. Indien uit het dossier of uit andere informatie blijkt dat de ouders de Nederlandse taal niet voldoende machtig zijn, kan een tolk worden ingeschakeld.

Als de zitting begint, worden de jongere en ouders door de unitsecretaris opge-haald en begeleid naar de ruimte waar de Taakstrafzitting wordt gehouden. De unitsecretaris vertelt wie er aanwezig zijn en wat hun functie is. Daarna legt de unitsecretaris uit waarom de jongere op de Taakstrafzitting moet komen en wat de bedoeling is van de zitting. Daarnaast geeft de unitsecretaris aan dat de jongere en ouders vragen gesteld zal worden en dat de unitsecretaris een aanbod (aantal uur taakstraf) zal doen. Na deze introductie gaat de unitsecretaris in op wat in het proces verbaal en de BARO staat te lezen en vraagt de jongere en ouders of ze iets toe te voegen hebben en of zij het ermee eens zijn dat voor het delict een taak-straf passend is (hoor en wederhoor). Uiteindelijk doet de unitsecretaris de jongere een aanbod. Indien de jongere dit aanbod niet accepteert, moet hij of zij alsnog voorkomen bij de rechter. Op de zitting kan ook een voorwaardelijk sepot worden uitgereikt. Ook kunnen bijzondere voorwaarden worden gesteld, bijvoorbeeld een hulpverleningstraject dat wordt geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescher-ming.

Verschillen ten aanzien van de reguliere werkwijze

De komst van het project heeft ervoor gezorgd dat de oude werkwijze (het schrif-telijk doen van een taakstrafaanbod) is vervangen door een nieuwe werkwijze: de jongere krijgt op een Taakstrafzitting op de ketenunit een aanbod voor een taakstraf. De ouders zijn hierbij aanwezig en worden aangesproken op hun

verant-woordelijkheid. De Raad voor de Kinderbescherming is aanwezig om direct de intake voor de taakstraf te laten plaatsvinden. De werkwijze bij Marokkaanse jongeren verschilt niet van die bij andere jongeren.

Methodiekbeschrijving Begeleiding tussen voorgeleiding en schorsing

In document Op zoek naar de sleutel (pagina 34-38)